Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal (2)
Hans Alards werkte als Jaap van Velzen als zendertechnicus aan boord van de MS Magdalena, het zendschip van Radio Mi Amigo 272. Hans Alards zal de komende weken, in acht verhalen, zijn herinneringen aan Radio Mi Amigo 272 vertellen. Hans Alards over zijn Mi Amigo verhaal: "Ik wil de lezer graag een indruk geven hoe het aan boord van de Magdalena ging en waarom het schip uiteindelijk in beslag werd genomen, o.a. omdat er nooit eerder geschreven is hoe het werkelijk is gegaan". Vandaag: deel 2 van het verhaal.
JAAP VAN VELZEN'S MI AMIGO VERHAAL
DEEL 2: DE MAGDALENA KOMT IN ZICHT
Copyright tekst & afbeeldingen: Hans Alards
We waren al enige tijd op volle zee, maar nog steeds geen zendschip te bekennen. Ik wist dat ze niet zo ver uit de kust lag. Ook ik zelf had ingeschat dat de oversteek met een beetje tegenstroom zo'n twee uur zou gaan duren.
Na overleg met de kapitein werd mij duidelijk dat deze tender niet rechtstreeks naar het schip zou varen, maar eerst richting Engeland zou gaan, om zo buiten het bereik van de Belgische kustradar te komen. Voorkomen moest worden dat men kon zien dat er een boot vanuit België naar de Magdalena voer, want die lag zo'n 19 mijl uit de kust van België nabij Zeebrugge. Eenmaal buiten het bereik van de kustradar, kon men omdraaien om zo de indruk te wekken dat er bezoek bij de boot was aangekomen vanuit Engeland.
Na een uur of drie op het ruime sop te hebben doorgebracht zagen we in de verte de Magdalena. Onze Amsterdamse DJ Eric zat een beetje witjes voor zich uit te kijken en was ook blij eindelijk van deze schommelende boot af te komen om zo een beetje bij te komen van alle braak neigingen de laatste drie uur. Na binnen zichtbereik te zijn gekomen zag ik dat we opgemerkt waren, want een aantal stond ons al op te wachten langs de reling van het schip. De eerste indruk die ik kreeg van de Magdalena stelde me erg teleur, want de roest was duidelijk te zien aan de voorsteven. Het aanleggen vergde enige stuurmanskunst omdat door de golven telkens een hoogteverschil ontstond en dus snel moesten beslissen wanneer de oversprong te wagen.
Eenmaal aan boord werd ik eerst aan iedereen voorgesteld, waaronder de kapitein van het schip. Hij bleek uit Griekenland afkomstig te zijn. Ook waren er drie koks aan boord, zij bleken al lang aan boord te zijn van dit schip en waren met de verkoop ervan aan de nieuwe eigenaren aan boord gebleven en dus zo ook weer in dienst bleven.
Al snel werd ik naar de punt van het schip gebracht waar de zender zich bevond, want daar was uiteraard de meeste aandacht voor omdat deze al drie weken uit de lucht was. In het voorruim aangekomen trof ik een mooie zender aan van het merk Harris uit Illinois USA een BC 10-H. Ik wist dat het om een 10 Kilowatt installatie ging, maar had zo'n groot bakbeest nog nooit eerder van dichtbij gezien. Allereerst vroeg ik om de service documentatie zodat ik kon nagaan waar ik mee te maken had. Een dik boekwerk uiteraard in het Engels werd mij overhandigd met daarbij de vraag hoelang het zou gaan duren voordat hij weer in de ether zou zijn. Uiteraard kon ik hierop geen antwoord geven, maar beloofde om zo snel mogelijk hierop een antwoord te geven.
Na eerst de zender te hebben bekeken, ben ik aan dek gegaan om de antenne te bekijken. Op dek stond een matching unit die in staat was enige lengte verschillen van de antenne aan te passen waardoor de zender de juiste impedantie zag. Bij het openen van deze matching unit, bleek dat er nogal veel vermogen in opgestookt was, enige met hars gevulde condensatoren bleken te hebben gelekt door verkeerde aanpassingen e.d. waardoor de automatische SWR beveiliging van de zender was ingekomen en zo de zender uitschakelde. De antenne bestond uit een 1/4 golflengte zoals dat op alle voorafgaande zendschepen het geval was, (later meer hierover) .
Echter hier aan boord werd er gebruik gemaakt van vier parallel langs elkaar gespannen draden van ongeveer 30 mtr. Veel te kort dus voor de 1098 KHZ. waar ruim 60 mtr. voor nodig was. De matchingunit stond hierdoor buiten zijn regelbereik en was daardoor stuk gegaan. Om toch een betere SWR te verkrijgen heb ik een soort "Topload "antenne gemaakt door twee van de vier draden die er zaten te verwijderen en de overig twee in serie te zetten om zo een load te kunnen maken van ongeveer 50 OHM. aan het begin van de antennedraad. Omdat er verder geen meet apparatuur was, moest ik de zender in "Tune" stand (500 watt output) zetten om zo de SWR te kunnen bekijken. na enige spoel aftakingen te hebben veranderd in deze matching unit, kon ik het "T " filter van de zender PA goed inregelen en weldra zat ik met zo'n 3000 watt al weer in de lucht. De antenne zou ik die avond (na de sluiting van de zender) verder naar mijn zin maken. Mijn doel was uiteraard weer zo snel mogelijk een signaal in de ether te zetten, ook al was dit nog maar rond de 3000 watt...
Einde deel 2
Zoals beloofd beschrijf ik even het een en ander over de bebruikte antennes aan boord van de zendschepen voor onze kust.
In tegenstelling tot alle verhalen die ik in de loop der jaren heb gelezen op diverse forums e.d. kan ik u echter vertellen dat op alle schepen een 1/4 golf gebruikt werd. De oude Caroline en radio Noordzee gebruikten dezelfde antenne, een vertikaal uit een rechte lengte gespannen draadantenne van de volle 1/4 golflengte. Door de vele stabilisatie kabels en isolatoren aan de mast, leek het vaak op een gigantische antenne, waardoor de uiteindelijke antennedraad die naast deze antennemast omhoog liep bijna uit het zicht verdween. Deze antennes hebben door hun vertikale opstelling uit één rechte lengte, de beste vertikale afstraling. De op de de Veronica gebruikte antenne met een "Topload" die de grootste lengte bovenin horizontaal had opgevouwen werkte ook aardig, alleen veel last van fading (skywave) in de avonduren omdat het vertikale gedeelte tot aan de topload maar een meter of 15 was.
Wel moet ik opmerken dat de verschillen van de gebruikte antennes minimaal waren en dat er gain (antennewinst) verschillen van amper één DB gemaakt werden, natuurlijk ook door de beperkte ruimte die men had op zo'n schip. Aan land was dit op een goede veldsterktemeter wel af te lezen, maar daar was alles wel mee gezegd. Het schip met daarop de zendmast op het zoute zeewater was de grootste winst die er gemaakt werd t/o van op land geplaatste zendinstallaties, dit uiteraard door de uitstekende tegencapaciteit die verkregen werd. Een antennewinst van 3 DB is op een S meter van een ontvanger maar een half S punt. De verschillen tussen de op zee gebruikte antennes, bedroeg hier nog niet de helft van.
Bijlage: foto's van het originele Servicemanuel van de gebruikte Harris zender BC 10-H aan boord van de Magdalena
1: Harris BC10-H
2: HF eindtrap met modulatorbuizen
3: PA sectie
KLIK HIER voor deel 1 van Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal
KLIK HIER voor deel 2 van Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal
KLIK HIER voor deel 3 van Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal
KLIK HIER voor deel 4 t/m 8 van Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal
Dit verhaal is eerder bewerkt door Mega Media Producties en gepubliceerd op Listenbedrog.nl
JAAP VAN VELZEN'S MI AMIGO VERHAAL
DEEL 2: DE MAGDALENA KOMT IN ZICHT
Copyright tekst & afbeeldingen: Hans Alards
We waren al enige tijd op volle zee, maar nog steeds geen zendschip te bekennen. Ik wist dat ze niet zo ver uit de kust lag. Ook ik zelf had ingeschat dat de oversteek met een beetje tegenstroom zo'n twee uur zou gaan duren.
Na overleg met de kapitein werd mij duidelijk dat deze tender niet rechtstreeks naar het schip zou varen, maar eerst richting Engeland zou gaan, om zo buiten het bereik van de Belgische kustradar te komen. Voorkomen moest worden dat men kon zien dat er een boot vanuit België naar de Magdalena voer, want die lag zo'n 19 mijl uit de kust van België nabij Zeebrugge. Eenmaal buiten het bereik van de kustradar, kon men omdraaien om zo de indruk te wekken dat er bezoek bij de boot was aangekomen vanuit Engeland.
Na een uur of drie op het ruime sop te hebben doorgebracht zagen we in de verte de Magdalena. Onze Amsterdamse DJ Eric zat een beetje witjes voor zich uit te kijken en was ook blij eindelijk van deze schommelende boot af te komen om zo een beetje bij te komen van alle braak neigingen de laatste drie uur. Na binnen zichtbereik te zijn gekomen zag ik dat we opgemerkt waren, want een aantal stond ons al op te wachten langs de reling van het schip. De eerste indruk die ik kreeg van de Magdalena stelde me erg teleur, want de roest was duidelijk te zien aan de voorsteven. Het aanleggen vergde enige stuurmanskunst omdat door de golven telkens een hoogteverschil ontstond en dus snel moesten beslissen wanneer de oversprong te wagen.
Eenmaal aan boord werd ik eerst aan iedereen voorgesteld, waaronder de kapitein van het schip. Hij bleek uit Griekenland afkomstig te zijn. Ook waren er drie koks aan boord, zij bleken al lang aan boord te zijn van dit schip en waren met de verkoop ervan aan de nieuwe eigenaren aan boord gebleven en dus zo ook weer in dienst bleven.
Al snel werd ik naar de punt van het schip gebracht waar de zender zich bevond, want daar was uiteraard de meeste aandacht voor omdat deze al drie weken uit de lucht was. In het voorruim aangekomen trof ik een mooie zender aan van het merk Harris uit Illinois USA een BC 10-H. Ik wist dat het om een 10 Kilowatt installatie ging, maar had zo'n groot bakbeest nog nooit eerder van dichtbij gezien. Allereerst vroeg ik om de service documentatie zodat ik kon nagaan waar ik mee te maken had. Een dik boekwerk uiteraard in het Engels werd mij overhandigd met daarbij de vraag hoelang het zou gaan duren voordat hij weer in de ether zou zijn. Uiteraard kon ik hierop geen antwoord geven, maar beloofde om zo snel mogelijk hierop een antwoord te geven.
Na eerst de zender te hebben bekeken, ben ik aan dek gegaan om de antenne te bekijken. Op dek stond een matching unit die in staat was enige lengte verschillen van de antenne aan te passen waardoor de zender de juiste impedantie zag. Bij het openen van deze matching unit, bleek dat er nogal veel vermogen in opgestookt was, enige met hars gevulde condensatoren bleken te hebben gelekt door verkeerde aanpassingen e.d. waardoor de automatische SWR beveiliging van de zender was ingekomen en zo de zender uitschakelde. De antenne bestond uit een 1/4 golflengte zoals dat op alle voorafgaande zendschepen het geval was, (later meer hierover) .
Echter hier aan boord werd er gebruik gemaakt van vier parallel langs elkaar gespannen draden van ongeveer 30 mtr. Veel te kort dus voor de 1098 KHZ. waar ruim 60 mtr. voor nodig was. De matchingunit stond hierdoor buiten zijn regelbereik en was daardoor stuk gegaan. Om toch een betere SWR te verkrijgen heb ik een soort "Topload "antenne gemaakt door twee van de vier draden die er zaten te verwijderen en de overig twee in serie te zetten om zo een load te kunnen maken van ongeveer 50 OHM. aan het begin van de antennedraad. Omdat er verder geen meet apparatuur was, moest ik de zender in "Tune" stand (500 watt output) zetten om zo de SWR te kunnen bekijken. na enige spoel aftakingen te hebben veranderd in deze matching unit, kon ik het "T " filter van de zender PA goed inregelen en weldra zat ik met zo'n 3000 watt al weer in de lucht. De antenne zou ik die avond (na de sluiting van de zender) verder naar mijn zin maken. Mijn doel was uiteraard weer zo snel mogelijk een signaal in de ether te zetten, ook al was dit nog maar rond de 3000 watt...
Einde deel 2
Zoals beloofd beschrijf ik even het een en ander over de bebruikte antennes aan boord van de zendschepen voor onze kust.
In tegenstelling tot alle verhalen die ik in de loop der jaren heb gelezen op diverse forums e.d. kan ik u echter vertellen dat op alle schepen een 1/4 golf gebruikt werd. De oude Caroline en radio Noordzee gebruikten dezelfde antenne, een vertikaal uit een rechte lengte gespannen draadantenne van de volle 1/4 golflengte. Door de vele stabilisatie kabels en isolatoren aan de mast, leek het vaak op een gigantische antenne, waardoor de uiteindelijke antennedraad die naast deze antennemast omhoog liep bijna uit het zicht verdween. Deze antennes hebben door hun vertikale opstelling uit één rechte lengte, de beste vertikale afstraling. De op de de Veronica gebruikte antenne met een "Topload" die de grootste lengte bovenin horizontaal had opgevouwen werkte ook aardig, alleen veel last van fading (skywave) in de avonduren omdat het vertikale gedeelte tot aan de topload maar een meter of 15 was.
Wel moet ik opmerken dat de verschillen van de gebruikte antennes minimaal waren en dat er gain (antennewinst) verschillen van amper één DB gemaakt werden, natuurlijk ook door de beperkte ruimte die men had op zo'n schip. Aan land was dit op een goede veldsterktemeter wel af te lezen, maar daar was alles wel mee gezegd. Het schip met daarop de zendmast op het zoute zeewater was de grootste winst die er gemaakt werd t/o van op land geplaatste zendinstallaties, dit uiteraard door de uitstekende tegencapaciteit die verkregen werd. Een antennewinst van 3 DB is op een S meter van een ontvanger maar een half S punt. De verschillen tussen de op zee gebruikte antennes, bedroeg hier nog niet de helft van.
Bijlage: foto's van het originele Servicemanuel van de gebruikte Harris zender BC 10-H aan boord van de Magdalena
1: Harris BC10-H
2: HF eindtrap met modulatorbuizen
3: PA sectie
KLIK HIER voor deel 1 van Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal
KLIK HIER voor deel 2 van Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal
KLIK HIER voor deel 3 van Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal
KLIK HIER voor deel 4 t/m 8 van Jaap van Velzen's Mi Amigo verhaal
Dit verhaal is eerder bewerkt door Mega Media Producties en gepubliceerd op Listenbedrog.nl