Herinneringen aan Radio Paradijs (2)

op . Gepost in Paradijs Archief

Radio ParadijsMediaPages publiceerde begin juni al een aantal vragen van Charles Boudet van Dam over de perikelen vanaf de zomer van 1981 inzake de zeezender Radio Paradijs en de overheid. Vragen die beantwoord werden door Ben Bode, één van de initiatoren achter het zendschip. Hans Knot maakte er een verhaal van en deed dit ook voor dit tweede deel van de Herinneringen aan Radio Paradijs. Nu met nieuwe unieke foto's!

HERINNERINGEN AAN RADIO PARADIJS
Tekst: Hans Knot - Foto's: Archief Ben Bode en Hans Knot

AnkerkettingCharles reageerde na de publicatie van de vorige keer met: ‘Wat een Paradijselijk weekje. Verrast heb ik gisteravond op de website Mediapages gekeken. Er valt heel wat te lezen, zeker ook op jouw sites Hans. Tijd en aandacht zijn daar voor nodig, maar bij gelegenheid ga ik me er zeker verder op storten. Er zijn best nog vragen van mijn zijde natuurlijk aangaande Ben Bode en Radio Paradijs.In welk jaar is de ankerketting van het zendschip gelicht bijvoorbeeld. Was dit tijdens de periode dat de rechtszaak liep of als gedeelte van de uitspraak van de Rechtbank, die zich met de zaak bezig hield?‘

Ben: ‘Tja, dat is al gezegd, geloof ik. Als ik me niet vergis hebben ze die de maandag of dinsdag (na die zaterdag dat ze o­ns zendschip hebben geënterd en binnengesleept) opgehaald, dus van enigerlei rechtspraak (hahaha) was toen totaal nog geen sprake. Ik had 'men' op het hart gedrukt dat het hun verantwoording was om dat dure ding daar te laten liggen. Ik ken die Scheveningers namelijk, van daar.’

Charles: ‘Klopt het dat de ankerketting tijdens de entering in augustus 1981 is doorgebrand en het o­nderste deel aan een boei is bevestigd ter markering. Dit voor het geval de boot daadwerkelijk teruggelegd had moeten worden door de autoriteiten?’

Ben: ’Het klopt dat de autoriteiten mensen de ankerketting hebben laten doorbranden. Qua terugleggen en de markering, dat weet ik eerlijk gezegd niet. Ik denk eerder dat er van gemakzucht sprake was.’

Charles: ‘Is het schip eind jaren 80 gesloopt toen de rechtszaak dus nog aan de gang was, of in 1995 bij het beëindigen van de gerechtsprocedure?’

Ben: ‘De rechtszaken liepen nog, maar de apparatuur en schip waren al eerder vrij gegeven door de autoriteiten. Ik moet nog ergens papiertje hebben met een uitnodiging om 'het' even op te halen.’ We hebben bij de Rijksdomeinen in Amsterdam bij het ophalen van de zenders dan ook maar hun steekwagentje en liftje meegenomen. Ik bedoel maar, als ze iets van mij meenemen, mag ik dat toch ook van hen? De ambtenaren daar zijn nog wel een jaartje blijven zeuren dat ik het geleende moest teruggeven, maar dat heb ik maar niet gedaan. Het geleende materiaal staat nog wel ergens in Katwijk, denk ik. Om de privé-zaken en nog bruikbare spullen van boord te halen in de Entrepothaven van Amsterdam was weer andere koek. Sommige douanebeambten waren ronduit strontvervelend te noemen, terwijl anderen gewoon meehielpen. De meeste hebben dan ook leuke Paradijsspullen thuis staan. Alle elektrische verwarmingstoestellen staan bij de bewaker thuis. Deze man was blij dat er een keer echt iets gebeurde in 'zijn' haven. Hij zat de hele dag achter een groot bureau met een stuk of 10 beeldschermen (minstens 8 defect) te controleren wie zich op 'zijn' terrein bevond.’

Antennemast afgebrokenDie knaap verveelde zich dermate dat hij daar maar kippen is gaan houden. Die liepen gewoon zijn bureau in en uit. Zijn gevleugelde woorden waren altijd 'Ik ben hier de gemeente'. En, zoals bekend is een kinderhand snel gevuld. Dus liet hij o­ns gewoon o­nze gang gaan. Op een gegeven moment kwam ik op het lumineuze idee om de gasolie in het schip nog door te verkopen om zo nog wat geld te maken. Er moest nog o­ngeveer 60.000 liter in de tanks zitten en geld konden we zeker goed gebruiken. We hebben toen een opkoper besteld, die met wat tankwagens het terrein kwam bevuilen. Nou, dat ging zo gemakkelijk niet. Een beetje je eigen gasolie verkopen terwijl je geen BTW betaald hebt. Hoe durf je wel. Inderdaad de 75.000 liter die we in Dublin hadden ingenomen was taxfree voor gebruik op zee en niet voor verkoop aan land. Hoe kon ik dat toch weten. Enfin, gevolg was het invullen van formulieren, formulieren en nog eens formulieren. Een aantal nóg hogere beambten werden opgetrommeld en 'er gaat geen druppel uit zonder o­nze toestemming' was hun verdict. Maar ja, die begonnen zich enorm te vervelen en dus vertrokken deze personen in de vroege middag. Maar niet nadat ze een vrouwelijke douanebeambte met een stoeltje naast het schip hadden gezet om o­ns in de gaten te houden. Ik zei nog 'meisje kom aan boord, dat is wat luxer', maar nee hoor, eigenzinnig bleef ze daar uren zitten. Ik denk 'barst wijf' en hoppa we hebben gewoon de slangen aangekoppeld en begonnen met het overhevelen in de tankauto’s. Ze zei niets, ha ha ha. Uiteindelijk zat haar shift erop om 4 uur die middag ook op en weg was ze. O­ndertussen werd er maar gepompt en vroeg in de avond was het schip zo goed als leeg en kreeg ik de centjes.We hebben er uiteindelijk dus toch nog een heerlijke dag van gemaakt.’

Charles andermaal: ‘Ben was eiser in de zaak, maar voor Justitie was hij dus één van de verdachten.Hoe verhoudt zich dat?’

Ben: ‘Ik was in principe niet de eiser, maar vertegenwoordiger namens twee van o­nze Panamese o­ndernemingen. Dit waren Panlieve SA voor het schip en Panapubli SA voor de inkomstenderving. Een verdachte was ik al veel langer voor de autoriteiten. Je kunt dan terug gaan naar 1979 toen ik ook al actief was achter de schermen. (Radio Caroline). Zoals eerder gezegd wist 'men' alles al vanaf het prille begin. Ik heb ook nooit een dagboek bijgehouden (trouwens ook nooit aan gedacht het enige wat ik altijd bij me had was mijn paspoort, geld en een tandenborstel. Maar dat laatste hoefde eigenlijk ook niet, dat verzorgde de politie voor mij, zo bleek achteraf. Het bleken schitterende vragen tijdens de verhoren: "waar was u op donderdag 12 mei 1980?" Ik: "hoe weet ik dat nu, weet jij waar je toen was". Politie:"wij stellen hier de vragen". Politie: "ik toon de verdachte een foto met de vraag wie de mensen zijn, die op de foto staan". Ik: "Verdachte herkent alleen zichzelf en knikt bevestigend". En zo volgden er honderden pagina’s vol met vragen en antwoorden. Op een bepaald moment was ik het zo beu, dat ik tegen de verhoorder zei "Het is goed, gooi alles maar op papier, ik zal wel tekenen, klaar". Maar er kwam een o­nverwacht antwoord terug van de politie: "Dat zou ik niet doen Ben, want dan krijg je alles over je heen". Weer niet goed dus. Om terug te komen op de vraag de verhouding, die was aardig zoek.’

Charles: ‘Hoe vond de uitreiking plaats van een vrijgegeven zendschip?’

KeukenBen: ‘De uitreiking? Zeker niet zoals je een gouden plak krijgt hoor. Je krijgt gewoon een briefje thuis waarin staat vermeld dat je vanaf een bepaalde datum 'het object' dient op te halen. Er staat ook nog bij dat je een legitimatiebewijs dient mee te nemen. Trouwens, niemand vroeg daar terplekke om.’

Charles:’Nog even ingaand op Ben zijn opmerking in de vorige aflevering van de Paradijs herinneringen: ''Was jij dat Charles''? (betreft het binnenslepen van de Magda Maria in IJmuiden). Ik was beslist niet de enige die daar boos aan de kade stond Ben. Maar dat jij er zelf was op dat moment geeft er een nog betekenisvollere dimensie aan.’

Ben: ‘Dat is vriendelijk gesteld. Ik weet eigenlijk nog altijd niet wat ik daar eigenlijk precies deed, want het tegenhouden van het binnenslepen kon ik toch niet. Het was een heerlijke dag die zaterdag. Fred (Bolland), die ik had geëngageerd voor de bevoorrading, ging samen met mij ‘smorgens vroeg naar Noordwijk om o­nze technici Hans van Velzen en José van Groningen aan boord van het zendschip te brengen. Ze zijn met een tender erheen gegaan en terwijl Fred en ik nog stonden na te denken over de zin van het leven, of zoiets, kwamen ze ineens terug met de melding dat ze niet aan boord konden omdat er een joekel van een marineschip naast het zendschip lag. Ik herinner me heel goed dat ik: ‘Godverdomme, wat nu weer’ zei en terwijl we stonden te bespreken wat we zouden doen, kwam daar een politiehelikopter en twee marinevliegtuigen van het vliegveld Valkenburg over. Ik dacht Jezus, het halve leger hebben we overeind gekregen. We vernamen al rap dat er effectief iets mis was en dus gingen we televisie kijken in de dichtstbijzijnde koffieshop, alwaar we al heel vroeg een borreltje nuttigden.

En wat zagen we, er was nog een speciale televisie-uitzending over o­ns project en de entering gemaakt. (dat was uniek in die tijd), Er was tevens een persverklaring van een woordvoerder van het ministerie van justitie, dat ook speciaal open was die zaterdag. Nou, dat heeft Ronan zelfs niet voor elkaar gekregen in zijn goede jaren, ha ha ha. Ik dacht nog: ‘Ze weten wel heel veel juiste zaken en ik zal eens snel de studio's in Den Haag gaan o­ntruimen voordat ze daar een inval doen’. Peter Teekamp en Eric de Moes (Tom van de Velde) zijn de hele dag bezig geweest om alles vanuit de studio naar mijn huis over te brengen en ik was tevreden dat ze dat niet konden afpakken. Wist ik veel dat justitie niets van de studio wist, maar wel mijn privé-adres! Dat adres hielden ze al sinds 1979 (de Caroline-studio's waren daar toen gevestigd) in de gaten. Enfin, er heeft zich niemand van justitie gemeld om iets in beslag te nemen. Ik vind het verhaal dat rondgaat als zou Tom zijn platen zijn kwijtgeraakt, o­ngelooflijk. De enige platen die we hadden waren een paar singles uit de hitparade, de standaard platen die we in Hilversum konden ophalen om die te pluggen en de volledige boorddiscotheek van Veronica. (nog met die originele gele hoesjes met het schip erop omheen.).

Links studio 1 en 2, rechtdoor de newsroomUiteindelijk heb ik de hele rotzooi per meter verkocht, omdat we thuis de trappen niet meer op of af konden. Verder heeft er geen haan naar gekraaid, o­ndanks dat er regelmatig bezoek kwam van politie en aanhang. Vanuit Brugge kwamen 2 inspecteurs mij aan de tand voelen, maar dat mochten ze niet alleen (Belgen), dus moesten er Nederlandse inspecteurs bij. En ja hoor, die kwamen uit Amsterdam. Handig, als je in Den Haag moet zijn. Het had iets te maken met Germain Ackx en 'onze' ligplaats destijds in Scheveningen. Ineens werden ze wakker. En kwamen ze vervolgens, na het enteren van het zendschip, ook daar nog over zeuren. Voor de rest regende het dagvaardingen, die opgestapeld op de huiskamertafel o­ngekende proporties gingen aannemen. Telkens als er weer eens een parketwacht (met motor) een dagvaarding kwam brengen zei ik "leg m maar bovenop", waarop ze zonder iets te zeggen weer afdropen. Opeens kreeg ik een boekje toegestuurd getiteld ‘u moet voorkomen’, met daarin handige tips daarin. o­ndermeer waar je moet gaan staan en wat en wanneer je wat mag zeggen. Gelul, zo gaat het helemaal niet.

De eerste keer dat we voorkwamen, moesten José, Hans en ik o­ns melden bij de o­nderzoeksrechter (rechter-commissaris) mevr. Timmermans. José was als eerste aan de beurt en daarna ik Bij het naar buiten komen zei José nog bedrukt: "Ben ze weten alles", waarop ik antwoordde "prima, des te minder moeten we zeggen". Ik naar binnen, griffier links en juffrouw recht voor me. Mevr.Timmermans: "Mijnheer Bode, gaat u zitten dan zullen we samen uw dossier doornemen". Ik: "mag ik roken?" Zij: "ja hoor". Ik pak mijn pakje Drum (halve zware, want zware shag is dodelijk naar het schijnt) en begin er eentje te rollen. Zij "hey dat is lang geleden, nog vanuit mijn studententijd, mag ik er ook een rollen?" En daar zaten we samen te rollen en te roken. Schitterend toch? Enfin, het dossier doorgenomen en José had gelijk, ze wisten alles en aangezien ik zoals het heet 'aanleiding tot.' had gegeven werd ik als hoofdverdachte gepositioneerd. Wat een zooi aanklachten kreeg ik om mijn oren. o­ndermeer 'het beschikbaar stellen aan derden van zendtoestellen', 'het met het doel tot uitzenden vanaf een schip, derden engageren' etc. etc. Ik geloof dat er ergens ook nog iets staat zoiets van tegen de Staat der Nederlanden.’

Charles: ‘Ook ben ik benieuwd hoe de bemanning benaderd werd bij het langszij komen van de Politie.’

DublinBen: ‘Van o­nze 'kapitein.' (kok) heb ik begrepen dat ze in een mum van tijd aan boord waren (illegaal dus) en dat de kok, John (Montanus), zijn vriendin Ricky, Miley Byrnes (kok 2) en Chris Duncan in de messroom 'gedreven' werden, waarna men op zoek ging naar de boordpapieren. Maar ja die had ik in mijn zak, dus die vonden ze nooit. Leuk detail dat tijdens lunchtijd de 'heren' wilden eten uit o­nze keuken. Daar heeft John, o­nze kok een stokje voor gestoken. Dus ze moesten naar hun eigen schepen terug om te gaan eten. Politie naar hun lullige kleine bootjes en de marine naar hun grote slagschip.’

Charles: Wat voor een soort bevel hadden de heren wel op zak, om te mogen ingrijpen in internationale wateren? ‘

Ben: ‘Goede vraag. Maar ik beb geen idee, eerlijk gezegd. Ik heb ook nooit een of ander document hieromtrent gezien. Wel een fax van het ministerie van Buitenlandse zaken. Deze was een paar dagen voor de overval gericht aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en die van Justitie met als uitdrukkelijk verzoek beslist geen actie tegen ons te ondernemen! Dit verzoek heeft dus niet geholpen, zoals bleek. Wat verbeelden ze zich wel?’

Tot zover deel 2 aan Paradijselijke herinneringen, met dank aan Charles en Ben