Walter Zwart's Monique historie deel 31
In januari 1989 wordt er begonnen met het bouwen van de nieuwe zendmasten. Slecht weer gooit echter roet in het eten. Tijdens een keukenbrand beleeft de bemanning van het zendschip een paar spannende momenten. Op 26 maart viert Radio Caroline haar vijfentwintigste verjaardag, maar aan boord is er nauwelijks sprake van een feestvreugde....
Januari 1989.
Eindelijk was er dan een begin gemaakt met het bouwen van de nieuwe zendmasten.
Onze bevoorraders Willy en Fred zouden deze klus binnen enkele weken geklaard moeten hebben. Echt gemotiveerd waren ze overigens niet. En dat was niet zo vreemd. Als ik het zacht uitdruk, waren ze behoorlijk gepikeerd over de aflevering van de grote hoeveelheden water en diesel door de Deurloo (hoofdstuk 30). Voor de twee schippers je reinste broodroof. In ieder geval zou het bouwen van de nieuwe masten weer wat geld voor hen in het laatje brengen.
Begonnen werd met voormast, maar nadat er twee secties waren geplaatst, sloeg het weer om en keerden de werklieden weer huiswaarts. Februari, dan moest het hele spul staan. Dat konden ze toch nooit redden?
Mijn verlof was inmiddels voorbij . Op 21 januari werd ik samen met Edo Peters door de Poolster weer terug aan boord gebracht. 's Avonds arriveerden we bij de Ross, maar op het dek was geen teken van leven te zien. Het ligt voor de hand om de scheepshoorn te laten loeien, maar stel je voor dat een diskjockey net zijn microfoon open zet. Dan weet gelijk iedereen dat er een tender langszij ligt. En wat we deden was natuurlijk illegaal.
Dan maar schreeuwen. Echter vijf minuten verder en schor hielden we het voor gezien. Ik stelde voor dan zelf maar aan boord te klimmen en de tender vast te maken. Willy bracht de Poolster zo dichtbij als mogelijk was en op het juiste moment sprong ik naar de railing en hees mezelf omhoog. Daarna pakte ik van Fred de trossen aan en legde het schip vast. Nog altijd onopgemerkt door de bemanning van de Ross Revenge.
Ik stoof de messroom binnen waar Nick Jackson mij aanstaarde alsof hij een geest had gezien.
Waar komt die nou vandaan moet ie gedacht hebben. "Go upstairs and ring that ***** bell" schreeuwde ik. Nick wist niet hoe snel hij naar de brug moest rennen om het teken te geven dat er een tender was. Niet veel later stond iedereen aan dek en werden de spullen van de tender naar het zendschip overgeladen.
Ik maakte kennis met een nieuwe collega, Erik Beekman, inmiddels de zoveelste in de rij. Hoe lang zou hij het station trouw blijven vroeg ik mij af? Achteraf kan ik stellen tot aan de laatste dag, maar die garantie had ik toen nog niet. Inmiddels hadden we al zoveel mensen gehad die het na één keer proberen voor gezien hielden. Ron van der Plas was tot op heden steeds teruggekomen. Colin Peters was er wanneer het hem uitkwam, terwijl Erwin en ook onze Belg Pete hadden besloten hun heil liever aan land te zoeken dan op een verroeste schuit op zee.
Met Erik en Edo zou ik de komende weken gaan doorbrengen. Nadat er weer een sectie van onze nieuwe mast was geplaatst keerde de Poolster naar huis. Het weer was te slecht en hoe hoger je kwam, hoe gevaarlijker het werd.
Het bouwen was zwaar en vermoeiend. Willy klom bovenin de laatst geplaatste sectie en via een pijp en katrol werd aan een trouw het nieuwe element omhoog getrokken. Dit onder het toeziend oog, vanachter zijn camcorder, door zender-technicus Chicago, die hoogtevrees had. De diskjockeys trokken aan het touw totdat de sectie boven was.
Willy pakte het dan aan, bouten en moeren erin en klaar. ondertussen heb je dan wel 'gebeden' dat er niets breekt, want dat vertel je echt niet na. Gekkenwerk dus!
Programmatisch gezien was er in die tijd een aantal veranderingen. Voor Radio 819 zaten Conny Vandenbos en Krijn Torringa (met toestemming van de AVRO) nu ook in de tapeservice en de Engelse diskjockeys konden zich in de avonduren weer uitleven op Caroline 819.
Zeg maareen nieuwe hippieservice die de opvolger moest gaan worden van Caroline overdrive. Deze programma's werden uitgezonden tot aan de mastbreuk in 1987.
De Carolineploeg was op te delen in twee typen. De commerciële en de alternatieve kant. Had Dave Asher geen moeite met het draaien van Kylie Minoque, zijn collega Rob Harrison duidelijk wel. Het was al lange tijd een wens om deze tweede service in het leven te roepen. Na de uitzendingen van Radio 819 en religieuze programma's van Viewpoint 819, kwamen de albumtracks weer uit de kast en klonk Caroline weer zoals sommigen vonden dat het station zou moeten klinken.
Dit alles tot groot ongenoegen van de Nederlandse organisatie die juist uitbreiding wilde van zendtijd en de avonduurtjes er graag bij had willen nemen.
Het was koud aan boord. Logisch want het was hartje winter. Helaas had de centrale verwarming de geest gegeven. Met de jas aan presenteerden we de programma's totdat ik er genoeg van had. Ik informeerde bij Erik of technicus Peter Chicago wel eens een poging had ondernomen om tot reparatie over te gaan. "Nou, ze hebben het wel aan hem gevraagd, maar hij zei dat op de Mi Amigo de ijspegels ook wel eens aan de binnenkant van de ramen zaten", antwoordde mijn nieuwe collega. "De Mi Amigo, wat heb ik daarmee te maken. We zitten nu in 1989".
Ik stapte naar Peter toe. Nou was het iemand met een gebruiksaanwijzing dus je hoefde hem niet te vragen of het niet eens langzaam aan tijd werd om te gaan sleutelen aan die boiler. Het moest indirect.
"Peter, moeten er onderdelen worden vervangen die we hier niet hebben, of kun je de boiler niet meer repareren"? vroeg ik zogenaamd uit interesse. Nee alles was aan boord, natuurlijk kon HIJ het repareren. Een kleine twee uur later werd het weer aangenaam warm aan boord.
Eind januari vierde ik mijn verjaardag. Kok Koos had zijn uiterste best gedaan om van het avondeten iets bijzonders te maken. De tafel stond vol met heerlijke salades, gevulde eieren, taart, het leek wel Kerst.
De Engelsen wilden er niets van weten. Te continental allemaal en het kwam tot een discussie. Chicago refereerde naar zijn tijd op de Mebo 2 waar het ook allemaal niet lekker was. Veel te vet. Uiteindelijk kwam het tot een compromis. De Engelsen kookten voortaan voor zichzelf en Koos voor de Nederlanders. Een bizarre situatie die maar enkele weken stand zou houden.
Uiteindelijk werd het toch nog een gezellige verjaardag. De drank kwam op tafel en we rookten een paar joints (wat wel vaker gebeurde aan boord). Daarna een paar uurtjes plat en de volgende dag weer vrolijk op de zender.
Op 11 februari kwam de Poolster met Gert-Jan Smit, die belangrijk nieuws had. Het plaatsen van de masten zou nu echt groots worden aangepakt. We zouden ruim een week uit de lucht gaan en pas terugkeren als de hele boel stond. Daarom was er ook geen aflossing meegekomen. Terwijl we uit de lucht waren, konden Erik en Edo dan hun programma's opnemen die ik dan kon draaien in afwachting van een nieuwe ploeg. Zo had Nico Volker het bedacht.
Een oude bekende stapte weer aan boord. Arie Swets (Monique), die nu niet als diskjockey maar als kok voor ons ging werken. Net als alle andere koks werd hij betaald door de club van Gert-Jan Smit en had hij als nevenfunctie het draaien van de programma's van World Mission Radio op de korte golf. Met Radio 819 had hij weinig van doen. De praktijk leerde echter dat we nog vaak een beroep op hem zouden moeten doen.
Arie overhandigde aan mij een brief van Nico met de laatste bijzonderheden.
Het bouwen kon beginnen! Ik schakelde de zenders uit, Edo en Erik verdwenen de studio in om een voorraadje tapes te maken, terwijl op het voordek het hijsen van mastsecties in volle gang was. Alles ging voorspoedig totdat....jawel slecht weer. Fred en Willy besloten het nog even aan te kijken en trokken zich terug op de Poolster. Wellicht kon de klus de volgende dag weer worden opgepakt. Maar het weer werd niet beter en de tender beukte tegen de zijkant van het zendschip.
En toen was daar die enorme klap. Het kleine bootje was met de zijkant van haar boeg op de
railing van de Ross geklapt. Resultaat, een enorm gat in de romp van de Poolster. Gelukkig boven de waterlijn, maar dan nog.
"Spullen pakken we gaan weg en wel nu" schreeuwde Fred Bolland. Edo, Erik, Koos en Smit lieten zich dat geen tweede keer zeggen en voor ik het wist stonden we ze uit te zwaaien.
Maar wanneer zou de tender weer terugkomen? Hoe lang duurt zo'n reparatie? De bedoeling was dat er weer nieuwe discjockeys zouden komen als de ze de klus hadden geklaard. Maar met een tender die averij had opgelopen.....en dan de programma's van Erik en Edo. Ze hadden wel één en ander opgenomen, maar het moest geen week duren voor er weer eens iemand langs zou komen.
Op de Engelsen kon ik geen beroep doen, want die zaten al krap met hun bezetting. Caroline 24 uur per dag en daarnaast ook nog de avond en nachtploeg van de hippieservice. Er werd
gedraaid of er werd geslapen. Gelukkig kon ik terugvallen op kok Arie die hoofdzakelijk 's avonds en 's nachts werkte, maar hier en daar nog een paar uurtjes op de dag kon vullen.
Ik had mijn handen er vol aan. Daar kwam nog bij dat Mike Watts naar huis was en mij het
schip in handen had gegeven. Dagtank vullen, generatoren (zondagnacht was het wekelijkse onderhoud) en de zenders. Gelukkig had ik hulp van Andy Bradgate en samen probeerden we zo goed en kwaad als het ging de boel in de lucht te houden.
Een paar dagen later hingen Arie en ik in de nieuwe voormast om de tuikabels vast te binden.
Fred en Willy waren daar niet meer aan toegekomen, maar vreesden bij het vertrek dat de boel
naar beneden zou komen. Of we dat nog even wilden doen werd ons gevraagd.
Aangezien de rest aan boord 'spontaan' leed aan hoogtevrees, konden Arie en ik dus aan de slag.
Een Engelse collega was zo vriendelijk om het bandprogramma dat in de studio liep te bewaken.
Nog meer opwinding was er op 17 februari. Terwijl Arie boven in de studio zijn programma deed had ik even de gelegenheid om te gaan eten. Ik kan je zeggen dat de zeelucht een mens bijzonder hongerig maakt. Tweemaal per dag een warme maaltijd was bij mij meer regel dan uitzondering.
Dus..... ging de frituur aan! Aardappels schillen, snijden en voor je het weet had je een heerlijk bord patat. Dat het frituurvet bij ons ruim een maand meeging nam je natuurlijk voor lief (!)
Nou had die frituurpan één probleem en dat was de thermosstaat. Die deed het namelijk niet. Terwijl ik even ging buurten in messroom, Caroline Martin zat naar Neighbours te kijken, werd de inhoud van de pan alsmaar heter en heter...... Leuke serie toch dat Neighbours en ik raakte er met Caroline over aan de praat. Kon makkelijk want mijn frieten zouden pas over 5 minuten klaar zijn.
Toen ging met een harde klap de deur open en een verschrikte Nick Jackson stamelde:
"There's a fire in the galley!" Brand? Jezus, m'n frieten! Ik sprong op en wilde de keuken ingaan, maar zag alleen maar een zwart gat van dikke rook. Ik beval Nick en Caroline beneden in de hutten iedereen wakker te maken en naar boven te komen. Ik rende naar de brug en drukte op de alarmbel. Daarna haastte ik mij naar de studio's om de twee discjockeys op de hoogte te brengen van de situatie. "Laat de boel de boel en kom meehelpen". Maar Arie reageerde juist averechts.
Na het zien van de brand ging hij terug naar de studio en opende hij de microfoon en riep om dat de keuken in brand stond. Dit laatste veroorzaakte natuurlijk weer de nodige paniek aan land.
Ondertussen had Dave Asher zich meester gemaakt van één van onze brandblussers. Gewapend met een zaklamp (door de dichte rook kon je de brandhaard niet eens zien) stapte hij de keuken binnen. Een minuut later begonnen we ons toch een beetje zorgen te maken.
We hadden niets meer van hem gehoord. "Dave, what's going on!" schreeuwden we. Maar geen antwoord van onze Engelse collega. Hier was iets goed mis. Twee mensen gingen naar binnen met een handdoek voor hun mond geknoopt. Even later kwamen ze naar buiten, met Dave. Totaal van de kaart. Ze hadden hem op de grond gevonden. De rook daarbinnen was gewoon verstikkend. Het leek erop dat de boel uit de hand begon te lopen.
Inmiddels had het plafond ook al vlam gevat. Steve, één van mijn Engelse collega's raakte in paniek. Hij wilde naar buiten om een reddingsvlot uit te gooien. Gelukkig konden een paar man hem in bedwang houden. Dat dit alles zich afspeelde terwijl het buiten windkracht 8 was verbaasde ons niet.
Het noodlot komt nooit alleen.
Hoe kunnen we deze brand meester worden, vroeg ik mij af. Ik kon niet denken. Iedereen begon heen en weer te rennen. Totale paniek. Buiten stond iemand te beuken op de patrijspoort van de keuken, in de hoop dat ie zou breken. Frisse lucht moet het idee geweest zijn. Met een brand heb je die zuurstof nou net niet nodig. Rob Harrison en ik besloten tot aktie over te gaan. Afdekken, dat was het!
De frituurpan afdekken en met een brandblusser er achteraan om de rest te blussen. Maar met wat? We kwamen niet verder dan een natte deken. Ik pakte uit een willekeurige hut een deken en nam die mee naar het toilet. Ik trok net zovaak door totdat de deken zwaar en vochtig genoeg was om op de frituurpan te gooien. Even diep adem halen en gaan!
Daar gingen we dan, op de tast, naar het achterste gedeelte van de keuken. En daar was de brand.Snel de deken er over en de rest blussen. Na vijf minuten waren we ervan overtuigd dat het vuur uit was en er kon gelucht worden.
Wat een ravage. Over de hele keuken lag een hele laag bluspoeder. Tot in de kasten en laatjes aan toe. Het plafond was zwartgeblakerd en de verlichting was verbrand. Zelf was ik helemaal zwart van de roet en hoestte de longen uit mijn lijf, iets waar ik nog dagen last van zou houden.
Ik ging nog even snel naar de studio om Arie gerust te stellen. Er moest zoveel gebeuren dat er
geen tijd was om nog verder live-programma's te maken. We zette een stormtape in om de laatste
uren Radio 819 mee te besluiten. Daarna bedankten we via de we marifoon de veerboot van de Olau, die onze noodoproep had gehoord, voor het bieden van eventuele assistentie.
En toen direct aan de slag om de boel op te ruimen. Vegen, afnemen en schilderen. De volgende dag was het alsof er niets was gebeurd. Alles was weer als vanouds, zelfs de frituurpan. Die had het allemaal overleefd en deed weer gewoon, met kapotte thermostaat, zijn werk.
Een paar dagen later was ik door de voorraad bandprogramma's heen. Er zat niet anders op dan het live over te nemen. Arie kon ik gelukkig strikken voor de uren 5 tot 7 waarna ik tot 19.00 uur non-stopmuziek doordraaide. 12 uur per etmaal, dag in dag uit. En de Poolster?
Die bleef nog even weg. Pas twee weken later, op 4 maart mocht ik dan eindelijk met de tender weer terug naar huis. Het was tijd om uit te rusten.
Een paar dagen later was ik door de voorraad bandprogramma's heen. Er zat niet anders op dan het live over te nemen. Arie kon ik gelukkig strikken voor de uren 5 tot 7 waarna ik tot 19.00 uur non-stopmuziek doordraaide. 12 uur per etmaal, dag in dag uit. En de Poolster?
Die bleef nog even weg. Pas twee weken later, op 4 maart mocht ik dan eindelijk met de tender weer terug naar huis. Het was tijd om uit te rusten.
26 maart 1989.
Het is eerste paasdag. Vroeg in ochtend werd ik wakker gebeld door Gert-Jan Smit. "Heb je al geluisterd?" klonk het door de telefoon. "Nee, natuurlijk niet, weet je wel hoe vroeg het is?"
Gert-Jan ging onverstoorbaar verder. "De tapes, ze draaien de tapes niet, ze zijn uit de lucht." Ik zette de radio aan en hoorde er muziek uit komen. " Niets aan de hand hoor", probeerde ik Smit gerust te stellen. "Ze zenden gewoon uit". Maar dat was het probleem ook niet. Er werd wel uitgezonden, maar niet door Radio 819.
Ter gelegenheid van het 25 jaar bestaan van Radio Caroline, had iemand aan boord de beslissing genomen om de uitzendingen van Caroline op alle drie de zenders uit te zenden. Dus geen World Mission Radio en geen Radio 819. En dat was toch bijzonder jammer, want met Pasen waren er altijd speciale religieuze-programma's (Maasbach en Radio Gemeente Bloemendaal). Deze programma's zorgden voor een belangrijk deel van de inkomsten. maar nu had één of andere onverlaat besloten om die maar te laten vervallen.
"We moeten er naar toe, dit kan zo niet", concludeerde Smit. Hij had gelijk, wat was daar op zee eigenlijk allemaal aan de hand?
Toen die middag Radio 819 alsnog in de lucht kwam werd één en ander snel duidelijk. Ron van
der Plas sprak achter de microfoon zijn onvrede uit over "het verjaardagsfeestje" dat zonodig gevierd moest worden en uit de codeberichten begreep ik dat het daar oorlog was. Ik sprak met Gert-Jan af om even 'snel' heen en weer te gaan. De boel sussen en eventueel de grootste oproerkraaiers er vanaf te halen.
We reden naar Frankrijk waar de Poolster al op ons lag te wachten. Wat was het een heerlijke nacht. De zee was spiegelglad en geen zuchtje wind te bekennen. Lekker met een pilsje op het
dek, wat wil je nog meer met de Pasen?
's Ochtends vroeg kwam de Ross in zicht. De zon kwam net op. Wat een geweldig gezicht toch.
Buiten was de brug was verlicht met 25 lampjes die de feestvreugde aan boord moesten weergeven. Maar van feestvreugde was geen sprake. Op de Ross was het alles behalve plezierig vertoeven.
Eenmaal aan boord gekomen hoorde ik eerst Ron van der Plas uit. Hij was razend op technicus Mike Watts, die in zijn eentje had besloten om Radio 819 die dag ervoor niet in de ether te laten komen.
Ook was er een conflict over de zendtijduitbreiding. Met ingang van de zomertijd (datzelfde weekend) zou Radio 819 gaan uitzenden tot 20.00 uur. Maar Mike had dit eigenhandig tegengehouden. Nog meer conflicten waren er geweest over het schoonhouden van het schip. Alles moest tip top in orde zijn voor de viering van de verjaardag van Caroline. De BBC was geweest om te filmen en iedereen moest een paar dagen voor de opnamen aan de slag om het schip schoon te maken.
Helaas werkte niet iedereen daaraan mee en Mike ontstak in grote woede. Bij de Nederlanders onderling was ook niet alles koek en ei. Kortom, een schip vol met herrie.
Met Mike volgde een lang gesprek. We konden een druk op hem uitoefenen want hij ontving
een beetje salaris van de Nederlandse kant. Een paar uur later werd de boel gesust en stortte
ik mij op de problemen bij Radio 819. Het gesprek duurde niet lang. Na een paar minuten sommeerde ik één van de jongens zijn spullen te pakken en mee naar huis te gaan.... voorgoed.
Het laatste wat we aan boord konden gebruiken was wel een permanent conflict tussen de
Nederlandse en de Engelse ploeg. Halverwege de middag voeren we weer terug naar Duinkerken.
Tijd om nog even te genieten van wat vrije dagen....
Januari 1989.
Eindelijk was er dan een begin gemaakt met het bouwen van de nieuwe zendmasten.
Onze bevoorraders Willy en Fred zouden deze klus binnen enkele weken geklaard moeten hebben. Echt gemotiveerd waren ze overigens niet. En dat was niet zo vreemd. Als ik het zacht uitdruk, waren ze behoorlijk gepikeerd over de aflevering van de grote hoeveelheden water en diesel door de Deurloo (hoofdstuk 30). Voor de twee schippers je reinste broodroof. In ieder geval zou het bouwen van de nieuwe masten weer wat geld voor hen in het laatje brengen.
Begonnen werd met voormast, maar nadat er twee secties waren geplaatst, sloeg het weer om en keerden de werklieden weer huiswaarts. Februari, dan moest het hele spul staan. Dat konden ze toch nooit redden?
Mijn verlof was inmiddels voorbij . Op 21 januari werd ik samen met Edo Peters door de Poolster weer terug aan boord gebracht. 's Avonds arriveerden we bij de Ross, maar op het dek was geen teken van leven te zien. Het ligt voor de hand om de scheepshoorn te laten loeien, maar stel je voor dat een diskjockey net zijn microfoon open zet. Dan weet gelijk iedereen dat er een tender langszij ligt. En wat we deden was natuurlijk illegaal.
Dan maar schreeuwen. Echter vijf minuten verder en schor hielden we het voor gezien. Ik stelde voor dan zelf maar aan boord te klimmen en de tender vast te maken. Willy bracht de Poolster zo dichtbij als mogelijk was en op het juiste moment sprong ik naar de railing en hees mezelf omhoog. Daarna pakte ik van Fred de trossen aan en legde het schip vast. Nog altijd onopgemerkt door de bemanning van de Ross Revenge.
Ik stoof de messroom binnen waar Nick Jackson mij aanstaarde alsof hij een geest had gezien.
Waar komt die nou vandaan moet ie gedacht hebben. "Go upstairs and ring that ***** bell" schreeuwde ik. Nick wist niet hoe snel hij naar de brug moest rennen om het teken te geven dat er een tender was. Niet veel later stond iedereen aan dek en werden de spullen van de tender naar het zendschip overgeladen.
Ik maakte kennis met een nieuwe collega, Erik Beekman, inmiddels de zoveelste in de rij. Hoe lang zou hij het station trouw blijven vroeg ik mij af? Achteraf kan ik stellen tot aan de laatste dag, maar die garantie had ik toen nog niet. Inmiddels hadden we al zoveel mensen gehad die het na één keer proberen voor gezien hielden. Ron van der Plas was tot op heden steeds teruggekomen. Colin Peters was er wanneer het hem uitkwam, terwijl Erwin en ook onze Belg Pete hadden besloten hun heil liever aan land te zoeken dan op een verroeste schuit op zee.
Met Erik en Edo zou ik de komende weken gaan doorbrengen. Nadat er weer een sectie van onze nieuwe mast was geplaatst keerde de Poolster naar huis. Het weer was te slecht en hoe hoger je kwam, hoe gevaarlijker het werd.
Het bouwen was zwaar en vermoeiend. Willy klom bovenin de laatst geplaatste sectie en via een pijp en katrol werd aan een trouw het nieuwe element omhoog getrokken. Dit onder het toeziend oog, vanachter zijn camcorder, door zender-technicus Chicago, die hoogtevrees had. De diskjockeys trokken aan het touw totdat de sectie boven was.
Willy pakte het dan aan, bouten en moeren erin en klaar. ondertussen heb je dan wel 'gebeden' dat er niets breekt, want dat vertel je echt niet na. Gekkenwerk dus!
Programmatisch gezien was er in die tijd een aantal veranderingen. Voor Radio 819 zaten Conny Vandenbos en Krijn Torringa (met toestemming van de AVRO) nu ook in de tapeservice en de Engelse diskjockeys konden zich in de avonduren weer uitleven op Caroline 819.
Zeg maareen nieuwe hippieservice die de opvolger moest gaan worden van Caroline overdrive. Deze programma's werden uitgezonden tot aan de mastbreuk in 1987.
De Carolineploeg was op te delen in twee typen. De commerciële en de alternatieve kant. Had Dave Asher geen moeite met het draaien van Kylie Minoque, zijn collega Rob Harrison duidelijk wel. Het was al lange tijd een wens om deze tweede service in het leven te roepen. Na de uitzendingen van Radio 819 en religieuze programma's van Viewpoint 819, kwamen de albumtracks weer uit de kast en klonk Caroline weer zoals sommigen vonden dat het station zou moeten klinken.
Dit alles tot groot ongenoegen van de Nederlandse organisatie die juist uitbreiding wilde van zendtijd en de avonduurtjes er graag bij had willen nemen.
Het was koud aan boord. Logisch want het was hartje winter. Helaas had de centrale verwarming de geest gegeven. Met de jas aan presenteerden we de programma's totdat ik er genoeg van had. Ik informeerde bij Erik of technicus Peter Chicago wel eens een poging had ondernomen om tot reparatie over te gaan. "Nou, ze hebben het wel aan hem gevraagd, maar hij zei dat op de Mi Amigo de ijspegels ook wel eens aan de binnenkant van de ramen zaten", antwoordde mijn nieuwe collega. "De Mi Amigo, wat heb ik daarmee te maken. We zitten nu in 1989".
Ik stapte naar Peter toe. Nou was het iemand met een gebruiksaanwijzing dus je hoefde hem niet te vragen of het niet eens langzaam aan tijd werd om te gaan sleutelen aan die boiler. Het moest indirect.
"Peter, moeten er onderdelen worden vervangen die we hier niet hebben, of kun je de boiler niet meer repareren"? vroeg ik zogenaamd uit interesse. Nee alles was aan boord, natuurlijk kon HIJ het repareren. Een kleine twee uur later werd het weer aangenaam warm aan boord.
Eind januari vierde ik mijn verjaardag. Kok Koos had zijn uiterste best gedaan om van het avondeten iets bijzonders te maken. De tafel stond vol met heerlijke salades, gevulde eieren, taart, het leek wel Kerst.
De Engelsen wilden er niets van weten. Te continental allemaal en het kwam tot een discussie. Chicago refereerde naar zijn tijd op de Mebo 2 waar het ook allemaal niet lekker was. Veel te vet. Uiteindelijk kwam het tot een compromis. De Engelsen kookten voortaan voor zichzelf en Koos voor de Nederlanders. Een bizarre situatie die maar enkele weken stand zou houden.
Uiteindelijk werd het toch nog een gezellige verjaardag. De drank kwam op tafel en we rookten een paar joints (wat wel vaker gebeurde aan boord). Daarna een paar uurtjes plat en de volgende dag weer vrolijk op de zender.
Op 11 februari kwam de Poolster met Gert-Jan Smit, die belangrijk nieuws had. Het plaatsen van de masten zou nu echt groots worden aangepakt. We zouden ruim een week uit de lucht gaan en pas terugkeren als de hele boel stond. Daarom was er ook geen aflossing meegekomen. Terwijl we uit de lucht waren, konden Erik en Edo dan hun programma's opnemen die ik dan kon draaien in afwachting van een nieuwe ploeg. Zo had Nico Volker het bedacht.
Een oude bekende stapte weer aan boord. Arie Swets (Monique), die nu niet als diskjockey maar als kok voor ons ging werken. Net als alle andere koks werd hij betaald door de club van Gert-Jan Smit en had hij als nevenfunctie het draaien van de programma's van World Mission Radio op de korte golf. Met Radio 819 had hij weinig van doen. De praktijk leerde echter dat we nog vaak een beroep op hem zouden moeten doen.
Arie overhandigde aan mij een brief van Nico met de laatste bijzonderheden.
Het bouwen kon beginnen! Ik schakelde de zenders uit, Edo en Erik verdwenen de studio in om een voorraadje tapes te maken, terwijl op het voordek het hijsen van mastsecties in volle gang was. Alles ging voorspoedig totdat....jawel slecht weer. Fred en Willy besloten het nog even aan te kijken en trokken zich terug op de Poolster. Wellicht kon de klus de volgende dag weer worden opgepakt. Maar het weer werd niet beter en de tender beukte tegen de zijkant van het zendschip.
En toen was daar die enorme klap. Het kleine bootje was met de zijkant van haar boeg op de
railing van de Ross geklapt. Resultaat, een enorm gat in de romp van de Poolster. Gelukkig boven de waterlijn, maar dan nog.
"Spullen pakken we gaan weg en wel nu" schreeuwde Fred Bolland. Edo, Erik, Koos en Smit lieten zich dat geen tweede keer zeggen en voor ik het wist stonden we ze uit te zwaaien.
Maar wanneer zou de tender weer terugkomen? Hoe lang duurt zo'n reparatie? De bedoeling was dat er weer nieuwe discjockeys zouden komen als de ze de klus hadden geklaard. Maar met een tender die averij had opgelopen.....en dan de programma's van Erik en Edo. Ze hadden wel één en ander opgenomen, maar het moest geen week duren voor er weer eens iemand langs zou komen.
Op de Engelsen kon ik geen beroep doen, want die zaten al krap met hun bezetting. Caroline 24 uur per dag en daarnaast ook nog de avond en nachtploeg van de hippieservice. Er werd
gedraaid of er werd geslapen. Gelukkig kon ik terugvallen op kok Arie die hoofdzakelijk 's avonds en 's nachts werkte, maar hier en daar nog een paar uurtjes op de dag kon vullen.
Ik had mijn handen er vol aan. Daar kwam nog bij dat Mike Watts naar huis was en mij het
schip in handen had gegeven. Dagtank vullen, generatoren (zondagnacht was het wekelijkse onderhoud) en de zenders. Gelukkig had ik hulp van Andy Bradgate en samen probeerden we zo goed en kwaad als het ging de boel in de lucht te houden.
Een paar dagen later hingen Arie en ik in de nieuwe voormast om de tuikabels vast te binden.
Fred en Willy waren daar niet meer aan toegekomen, maar vreesden bij het vertrek dat de boel
naar beneden zou komen. Of we dat nog even wilden doen werd ons gevraagd.
Aangezien de rest aan boord 'spontaan' leed aan hoogtevrees, konden Arie en ik dus aan de slag.
Een Engelse collega was zo vriendelijk om het bandprogramma dat in de studio liep te bewaken.
Nog meer opwinding was er op 17 februari. Terwijl Arie boven in de studio zijn programma deed had ik even de gelegenheid om te gaan eten. Ik kan je zeggen dat de zeelucht een mens bijzonder hongerig maakt. Tweemaal per dag een warme maaltijd was bij mij meer regel dan uitzondering.
Dus..... ging de frituur aan! Aardappels schillen, snijden en voor je het weet had je een heerlijk bord patat. Dat het frituurvet bij ons ruim een maand meeging nam je natuurlijk voor lief (!)
Nou had die frituurpan één probleem en dat was de thermosstaat. Die deed het namelijk niet. Terwijl ik even ging buurten in messroom, Caroline Martin zat naar Neighbours te kijken, werd de inhoud van de pan alsmaar heter en heter...... Leuke serie toch dat Neighbours en ik raakte er met Caroline over aan de praat. Kon makkelijk want mijn frieten zouden pas over 5 minuten klaar zijn.
Toen ging met een harde klap de deur open en een verschrikte Nick Jackson stamelde:
"There's a fire in the galley!" Brand? Jezus, m'n frieten! Ik sprong op en wilde de keuken ingaan, maar zag alleen maar een zwart gat van dikke rook. Ik beval Nick en Caroline beneden in de hutten iedereen wakker te maken en naar boven te komen. Ik rende naar de brug en drukte op de alarmbel. Daarna haastte ik mij naar de studio's om de twee discjockeys op de hoogte te brengen van de situatie. "Laat de boel de boel en kom meehelpen". Maar Arie reageerde juist averechts.
Na het zien van de brand ging hij terug naar de studio en opende hij de microfoon en riep om dat de keuken in brand stond. Dit laatste veroorzaakte natuurlijk weer de nodige paniek aan land.
Ondertussen had Dave Asher zich meester gemaakt van één van onze brandblussers. Gewapend met een zaklamp (door de dichte rook kon je de brandhaard niet eens zien) stapte hij de keuken binnen. Een minuut later begonnen we ons toch een beetje zorgen te maken.
We hadden niets meer van hem gehoord. "Dave, what's going on!" schreeuwden we. Maar geen antwoord van onze Engelse collega. Hier was iets goed mis. Twee mensen gingen naar binnen met een handdoek voor hun mond geknoopt. Even later kwamen ze naar buiten, met Dave. Totaal van de kaart. Ze hadden hem op de grond gevonden. De rook daarbinnen was gewoon verstikkend. Het leek erop dat de boel uit de hand begon te lopen.
Inmiddels had het plafond ook al vlam gevat. Steve, één van mijn Engelse collega's raakte in paniek. Hij wilde naar buiten om een reddingsvlot uit te gooien. Gelukkig konden een paar man hem in bedwang houden. Dat dit alles zich afspeelde terwijl het buiten windkracht 8 was verbaasde ons niet.
Het noodlot komt nooit alleen.
Hoe kunnen we deze brand meester worden, vroeg ik mij af. Ik kon niet denken. Iedereen begon heen en weer te rennen. Totale paniek. Buiten stond iemand te beuken op de patrijspoort van de keuken, in de hoop dat ie zou breken. Frisse lucht moet het idee geweest zijn. Met een brand heb je die zuurstof nou net niet nodig. Rob Harrison en ik besloten tot aktie over te gaan. Afdekken, dat was het!
De frituurpan afdekken en met een brandblusser er achteraan om de rest te blussen. Maar met wat? We kwamen niet verder dan een natte deken. Ik pakte uit een willekeurige hut een deken en nam die mee naar het toilet. Ik trok net zovaak door totdat de deken zwaar en vochtig genoeg was om op de frituurpan te gooien. Even diep adem halen en gaan!
Daar gingen we dan, op de tast, naar het achterste gedeelte van de keuken. En daar was de brand.Snel de deken er over en de rest blussen. Na vijf minuten waren we ervan overtuigd dat het vuur uit was en er kon gelucht worden.
Wat een ravage. Over de hele keuken lag een hele laag bluspoeder. Tot in de kasten en laatjes aan toe. Het plafond was zwartgeblakerd en de verlichting was verbrand. Zelf was ik helemaal zwart van de roet en hoestte de longen uit mijn lijf, iets waar ik nog dagen last van zou houden.
Ik ging nog even snel naar de studio om Arie gerust te stellen. Er moest zoveel gebeuren dat er
geen tijd was om nog verder live-programma's te maken. We zette een stormtape in om de laatste
uren Radio 819 mee te besluiten. Daarna bedankten we via de we marifoon de veerboot van de Olau, die onze noodoproep had gehoord, voor het bieden van eventuele assistentie.
En toen direct aan de slag om de boel op te ruimen. Vegen, afnemen en schilderen. De volgende dag was het alsof er niets was gebeurd. Alles was weer als vanouds, zelfs de frituurpan. Die had het allemaal overleefd en deed weer gewoon, met kapotte thermostaat, zijn werk.
Een paar dagen later was ik door de voorraad bandprogramma's heen. Er zat niet anders op dan het live over te nemen. Arie kon ik gelukkig strikken voor de uren 5 tot 7 waarna ik tot 19.00 uur non-stopmuziek doordraaide. 12 uur per etmaal, dag in dag uit. En de Poolster?
Die bleef nog even weg. Pas twee weken later, op 4 maart mocht ik dan eindelijk met de tender weer terug naar huis. Het was tijd om uit te rusten.
Een paar dagen later was ik door de voorraad bandprogramma's heen. Er zat niet anders op dan het live over te nemen. Arie kon ik gelukkig strikken voor de uren 5 tot 7 waarna ik tot 19.00 uur non-stopmuziek doordraaide. 12 uur per etmaal, dag in dag uit. En de Poolster?
Die bleef nog even weg. Pas twee weken later, op 4 maart mocht ik dan eindelijk met de tender weer terug naar huis. Het was tijd om uit te rusten.
26 maart 1989.
Het is eerste paasdag. Vroeg in ochtend werd ik wakker gebeld door Gert-Jan Smit. "Heb je al geluisterd?" klonk het door de telefoon. "Nee, natuurlijk niet, weet je wel hoe vroeg het is?"
Gert-Jan ging onverstoorbaar verder. "De tapes, ze draaien de tapes niet, ze zijn uit de lucht." Ik zette de radio aan en hoorde er muziek uit komen. " Niets aan de hand hoor", probeerde ik Smit gerust te stellen. "Ze zenden gewoon uit". Maar dat was het probleem ook niet. Er werd wel uitgezonden, maar niet door Radio 819.
Ter gelegenheid van het 25 jaar bestaan van Radio Caroline, had iemand aan boord de beslissing genomen om de uitzendingen van Caroline op alle drie de zenders uit te zenden. Dus geen World Mission Radio en geen Radio 819. En dat was toch bijzonder jammer, want met Pasen waren er altijd speciale religieuze-programma's (Maasbach en Radio Gemeente Bloemendaal). Deze programma's zorgden voor een belangrijk deel van de inkomsten. maar nu had één of andere onverlaat besloten om die maar te laten vervallen.
"We moeten er naar toe, dit kan zo niet", concludeerde Smit. Hij had gelijk, wat was daar op zee eigenlijk allemaal aan de hand?
Toen die middag Radio 819 alsnog in de lucht kwam werd één en ander snel duidelijk. Ron van
der Plas sprak achter de microfoon zijn onvrede uit over "het verjaardagsfeestje" dat zonodig gevierd moest worden en uit de codeberichten begreep ik dat het daar oorlog was. Ik sprak met Gert-Jan af om even 'snel' heen en weer te gaan. De boel sussen en eventueel de grootste oproerkraaiers er vanaf te halen.
We reden naar Frankrijk waar de Poolster al op ons lag te wachten. Wat was het een heerlijke nacht. De zee was spiegelglad en geen zuchtje wind te bekennen. Lekker met een pilsje op het
dek, wat wil je nog meer met de Pasen?
's Ochtends vroeg kwam de Ross in zicht. De zon kwam net op. Wat een geweldig gezicht toch.
Buiten was de brug was verlicht met 25 lampjes die de feestvreugde aan boord moesten weergeven. Maar van feestvreugde was geen sprake. Op de Ross was het alles behalve plezierig vertoeven.
Eenmaal aan boord gekomen hoorde ik eerst Ron van der Plas uit. Hij was razend op technicus Mike Watts, die in zijn eentje had besloten om Radio 819 die dag ervoor niet in de ether te laten komen.
Ook was er een conflict over de zendtijduitbreiding. Met ingang van de zomertijd (datzelfde weekend) zou Radio 819 gaan uitzenden tot 20.00 uur. Maar Mike had dit eigenhandig tegengehouden. Nog meer conflicten waren er geweest over het schoonhouden van het schip. Alles moest tip top in orde zijn voor de viering van de verjaardag van Caroline. De BBC was geweest om te filmen en iedereen moest een paar dagen voor de opnamen aan de slag om het schip schoon te maken.
Helaas werkte niet iedereen daaraan mee en Mike ontstak in grote woede. Bij de Nederlanders onderling was ook niet alles koek en ei. Kortom, een schip vol met herrie.
Met Mike volgde een lang gesprek. We konden een druk op hem uitoefenen want hij ontving
een beetje salaris van de Nederlandse kant. Een paar uur later werd de boel gesust en stortte
ik mij op de problemen bij Radio 819. Het gesprek duurde niet lang. Na een paar minuten sommeerde ik één van de jongens zijn spullen te pakken en mee naar huis te gaan.... voorgoed.
Het laatste wat we aan boord konden gebruiken was wel een permanent conflict tussen de
Nederlandse en de Engelse ploeg. Halverwege de middag voeren we weer terug naar Duinkerken.
Tijd om nog even te genieten van wat vrije dagen....
© Tekst en foto’s Walter Zwart