Walter Zwart's Monique historie deel 26
"Europa, een goedemorgen. Het is negen uur precies. Dit is live vanaf de Noordzee: een Nederlandstalige testuitzending op 558 KHz. Bij U tot zeven uur vanavond met alleen maar de allerbeste muziek"
Met deze woorden opende Erwin van der Bliek op 9 juli 1988 het nieuwe station aan boord van de Ross Revenge, Radio 558. Caroline had een dag eerder aangekondigd zendtijd vrij te maken voor de Nederlandse-service en haar programma's te verplaatsten naar de avond en nacht. Dit voor een periode van slechts een maand. In de tussentijd zou er worden gebouwd aan een nieuwe zendmast waarmee men kon terugkomen met een betere ontvangst, 24 uur per dag.
Ik belde met Nico Volker. "Gefeliciteerd Nico, het is dan eindelijk gelukt!" Nico was allerminst in een feeststemming. "Ze presenteren en dat was niet de afspraak", wist hij mij te vertellen. De opzet was non stop draaien totdat alles op orde zou zijn. Zo was er nog geen jinglepakket en moesten er nog programmatitels worden bedacht. Maar dat was niet zijn grootste zorg. "Ik heb nog geen diskjockeys", klonk er wanhopig door de telefoon. "Dat wil zeggen, op Ad Roberts na, zit iedereen aan boord". Ik had inderdaad de nieuwe lichting Fred van Amstel en Lex van Zandvoort, die ik tien dagen eerder nog van boord had gehaald, die dag op de radio voorbij horen komen.
Wat er op dat moment door mijn hoofd spookte weet ik niet meer, maar het komt er op neer dat ik tijdens dit gesprek de beslissing nam om het avontuur weer aan te gaan. Wederom mijn baan opzeggen en maar afwachten wat er zou gaan gebeuren Nog één keer dan!
Een paar uur later stond Nico bij mij op de stoep om een aantal zaken door te spreken. Tevens hielden we een belronde onder oud Monique-collega's en vroegen ze of ze er weer zin in hadden om naar het zendschip te gaan. Daarnaast luisterden we naar bandjes van sollicitanten die waren binnengekomen naar aanleiding van de testuitzendingen met de glasfibermast.
Uren van bellen verstreken en toen hadden we uiteindelijk drie mensen bereid gevonden om samen met mij de eerstvolgende tender wilden nemen met bestemming de Ross: Colin Peters en Elly van Amstel, beiden eerder werkzaam bij Monique en Pete McKenzie, een Belg die voor Radio Moniek in Oudenaarde werkte.
19 juli. Eind van de middag pikte ik Colin en Elly op bij station Maassluis en we reden naar de haven van het Belgische Nieuwpoort, waar Pete al stond te wachten bij de tender Poolster. We gingen gezamenlijk aan boord, drukten schipper Willy de hand en ....... niemand minder dan Fred Bolland!
De vroegere Moniquebaas regelde nu de bevoorrading. Het was een verrassend weerzien na al die jaren. Mijn vertrek bij Monique destijds ging gepaard met een hoop 'herrie' waarover ik mij verder niet wil uitlaten. Er viel een hoop bij en uit te praten...
De volgende ochtend voeren we het zeegat uit met een tocht van acht uur voor de boeg. Ik nam ondertussen met mijn drie nieuwe collega's de zaken door die ik twee avonden eerder met Nico had besproken. Hij had me aangesteld om aan boord de programmatische kant uit te voeren. Hoe de zender moest klinken had ie mij uitgebreid uit de doeken gedaan. Het was weer terug naar de begintijd van Radio Monique in 1984. Familieradio voor een breed publiek, hij geloofde er heilig in. Het lichte materiaal uit de top 50, twee Nederlandstalige platen per uur en met grote regelmaat countrymuziek. Een aankondiging om de twee platen (niet te lang graag) en het nieuws en weer even voor het hele uur.
Ik nam ook nog even de wisseling van de wacht met ze door. We schatten in, dat we rond 15.00 uur bij de Ross zouden aankomen, waarna Lex, Fred en Erwin, tijdens het overpompen van het water en de olie de gelegenheid hadden om hun spullen te pakken. Colin Peters zou de laatste uren van de dag afmaken ("Draai maar wat, vanavond zetten we de boel wel op de rit").
Halverwege de middag legden we aan bij de Ross en maakten we kennis met de opvarenden. Dave Asher, Andy Bradgate, Neil Gates, Judie Murphy en zendertechnicus Mike Watts.
En dan was er ook nog kapitein Ernie Stephenson, de gepensioneerde zeeman die nog op de Ross had gevaren in de glorietijd van de visserij. Ik had veel over hem gehoord. Hij wilde haar weer terugbrengen naar een goed functionerend schip, met discipline onder de bemanning. Een lange weg was nog te gaan.....
Ernie, altijd bezig om de Ross weer in goede conditie te krijgen. Op deze foto uit 1988 is hij bezig met een onderdeel van de stuurinrichting. In 2002 is hij overleden.
Ondertussen zat Erwin van der Bliek zwaar gefrustreerd in de messroom. Hij kon het niet vinden met zijn twee nieuwe collega's. Lex presteerde het zelfs om platen op de voorafluistering te draaien waardoor het een paar minuten stil was op de zender. Zijn presentatie was ook beneden de maat. Erwin had hem daarop verboden om nog langer van de microfoon gebruik te maken. Hij mocht in zijn programma's alleen nog maar de platen non stop draaien. Nico en ik was het aan land al opgevallen dat Lex niet meer op de zender de horen was, maar we dachten dat hij ziek zou zijn.
Ik nam hem even apart. "Ik mag zeker niet meer terugkomen", begon hij uit zichzelf. Ik bevestigde zijn vermoeden, maar er was nog meer slecht nieuws. Tijdens zijn verblijf aan boord waren twee familieleden van hem overleden. Ik was de brenger van het slechte nieuws. Stilzwijgend pakte Lex zijn spullen en stapte op de tender.......
Na het vertrek van de Poolster betrad ik na twee jaar weer mijn 'eigen' hut. Niet de grootste in zijn soort, maar je kan je er zo aan hechten.
Veel tijd om alles keurig in te ruimen was er niet, dat kwam later wel. Eerst moest er voor morgenochtend 7.00 uur een hoop worden voorbereid. Nieuwe platen doorluisteren, reclamelijsten bijwerken, nieuwe spots op cart zetten en niet te vergeten het jinglepakket. Het cassettebandje met daarop de jingles (Simrek) had ik sinds mijn vertrek uit Nederland op zak gehouden. Colin Peters assisteerde mij met de werkzaamheden. Met een snelle hap tussendooor was de klus om 3.00 uur voltooid en gingen we dodelijk vermoeid naar bed. nog even een paar uurtjes slapen.
Radio 558 begon in die eerste periode om 7.00 in plaats van 5.00 uur. Natuurlijk was een vroeger tijdstip de inzet geweest tijdens de onderhandelingen met de Engelsen, maar ze hadden al genoeg zendtijd moeten inleveren. En ach, het was maar voor een maandje. Dan zou eindelijk de nieuwe zendmast klaar zijn en hadden we allemaal onze eigen frequentie (!)
De eerste dag Radio 558 was spannend. Ik kende de kwaliteiten van mijn drie collega's niet goed
genoeg, dat bleek pas tijdens de eerste programma's en nieuwsuitzendingen. Pete hield zich voornamelijk met het nieuws bezig, terwijl Elly, Colin en ik de platen draaiden. Alles ging live van boord. Bandprogramma's zoals we bij Monique hadden waren er (toen) nog niet. Wel relaxed zo, met z'n vieren aan boord. Tijd genoeg dus om het schip te verkennen, eens kijken wat er zoal was veranderd.
Aan dek bestudeerde ik de homemade dekisolator. Een oude regenton met daarop een omgekeerde emmer, maar goed, het werkte. Daaronder de restanten van de oude zendmast. Wat ooit een lengte van 90 meter had, was nu gereduceerd tot 90 centimeter verwrongen staal.
Imporoviseren was altijd onze sterkte kant, maar deze dekisolator is toch wel het toppunt!
Benedendeks in de zenderkamer liepen de laatste meters van de oude zendmast door tot in de betonnen vloer. De blauwe 50 kilowatt zender, waar alle hoop op was gevestigd, stond uit. In de generatorkamer vergaapte ik me aan de nieuwe 500 KVA aggregaat die klaar stond voor gebruik.
Ik kan je achteraf zeggen, dat die nooit heeft gelopen (!) Vanwege zijn omvang en de grijze kleur had het apparaat als bijnaam "The Whale" meegekregen.
Aan dek was het nog steeds een bende: de erfenis van het afbreken van de oude en het opbouwen van nieuwe masten. Het was duidelijk dat schilderen niet tot één van prioriteiten behoorde. Niet geheel vreemd, want de afgelopen maanden had alles in het teken gestaan van de terugkeer van de beiden zenders aan boord. Het zou nog tot aan het voorjaar van 1989 duren tot de buitenboel weer eens grondig zou worden aangepakt.
Ik maakte nader kennis met mijn Engelse collega's. Technicus Mike Watts slofte op pantoffels en in zijn ochtendjas door de gang. Een typisch geval van iemand die overal verstand van leek te hebben. Hij had (volgens zijn eigen zeggen dan) destijds nog geassisteerd tijdens een opnamesessie van The Beatles. Verder een hoop over vroeger (de goeie ouwe tijd) en ZIJN toekomstplannen met het schip. Nee, met Mike was je niet in een uurtje bijgepraat.
Kapitein Ernie was uit een ander hout gesneden. Had meer meegemaakt dan wie dan ook. At geen fruit sinds hij ooit een aantal weken op een tropisch eiland had moeten doorbrengen tijdens een schipbreuk, had tijdens een heel leven op zee nooit leren zwemmen (als je in het water valt overlijd je toch aan onderkoeling) en dronk zijn thee uit een mok die nooit werd afgewassen. (ik ben toch de enige die 'm gebruikt).
Op het eerste gezicht een stugge zeeman die Ernie, door zijn accent nauwelijks te verstaan, maar als je hem beter leerde kennen was het iemand met het hart op de goede plek, die het beste met iedereen voorhad.
Dan was er kok Neil Gates (Nellie Gates), die als geen ander een kip kon klaarmaken (!) en Dave Asher, half Belg, half Engels en niet een typische Caroline-jock, maar meer iemand die graag uit de hitparade draaide.
Neil en hij waren beiden afkomstig van de Voice of Peace en wisten zelfs mij regelmatig te shockeren met hun verhalen over eigenaar Abie Natahan. Judie Murphy was afkomstig uit Canada. Liep tijdens een trip door Europa Herbert Visser tegen het lijf en kwam via hem in contact met Caroline.
Andy Bradgate is een verhaal op zich. Een hippie met een tachtiger jaren stempel. Zijn blik en mimiek deden me denken aan de "Doc" uit the film Back to the Future. Hij had het vermogen om het complete alfabet van voor naar achter (en weer terug) op te boeren. Iets dat ie ook regelmatig on-Air deed.
De eerste dag Radio 558 verliep zonder problemen, hoewel er hier en daar nog wel het nodige moest worden bijgeschaafd. 's-Avonds tijdens het eten nam ik alles nog eens door met mijn collega's en daarna vroeg naar bed. Het waren vermoeiende dagen geweest. Lekker slapen in mijn oude hutje.
Ik was weer thuis.
© Tekst en foto’s Walter Zwart