Walter Zwart's Monique historie deel 20
Dit is deel 20 uit de 33-delige serie verhalen van Walter Zwart over Radio Monique. Na mijn vertrek in januari 1986 zou Radio Monique nog ruim anderhalf jaar uitzenden. Deze periode wordt beschreven door een aantal medewerkers uit die tijd. De tweede in de rij is Wim de Valk.
In hoofdstuk 19 refereerde ex-collega Jan Veldkamp naar de 'scheurtjes' aan de onderkant van de zendmast op de Ross Revenge. Nou, dat hebben we geweten.
De "Hurricane" van 16 oktober 1987 maakte het er allemaal niet beter op. Het was zwaar, heel zwaar. Ik spreek hier over de zwaarste storm in Groot-Brittannië sinds 1703.
Zestien doden waren er te betreuren aan land. onze schade was 'slechts' een gebroken tuidraad. Tot op de dag van vandaag blijft het een wonder dat de Ross het noodweer overleefde. Nog mooier eigenlijk was dat op het hoogtepunt van de storm talloze zenderlocaties op het Britse vasteland door schade zwegen, terwijl Caroline en Monique nota bene vanaf open zee rustig doorgingen!!
De Belgische Luchtmacht houdt een oefening. Iemand wordt uit de helicopter aan boord van het zendschip neergelaten. Voor de bemanning van de Ross weer eens iets anders...
Ogenschijnlijk was er eind oktober, begin november verder niks aan de hand. De toekomst van Radio Monique zag er zelfs zonnig uit. Er had zich een nieuwe financier gemeld die de boel wilde overnemen en er zou als resultaat daarvan flink in het station worden geïnvesteerd. Er waren aanhoudende geruchten over een wijziging van de frequentie van Monique. De 963 KHz zou verlaten worden omdat een Fins station, dat gebruik maakte van dezelfde golflengte, het vermogen flink zou opvoeren.
Maar eenmaal terug aan boord (11 november) was er achter dat verhaal geen vinger te krijgen. De Britten, waaronder zendertechnicus Peter Chicago, zwegen in alle talen. Ik kreeg sterk de indruk dat hij de Nederlandse ploeg min of meer ontliep.
Toen we op een avond net om 19.00 uur de uitzendingen hadden beëindigd, zag ik Peter vlakbij onze studio het toilet binnengaan. Nu of nooit, dacht ik, en besloot net zolang te wachten tot de kleine of grote boodschap gedaan was.
En ja hoor, daar was-ie. Ik schoot 'm aan: "Peter, what's going on ?", vroeg ik plompverloren. Want dát er iets gaande was, kon je aan alles merken. De vraag was alleen: wát is er gaande. "We're changing frequencies" was het antwoord, terwijl hij alweer doorliep. "What's it gonna be?", kon ik nog net vragen. "Eight-one-nine" riep hij en verdween om de hoek. En zo werd de Nederlandse ploeg de nieuwe frequentie meegedeeld, 819 KHz.
In de uren erna werd ons nog iets anders duidelijk: we hadden inmiddels voor het laatst op 963 KHz uitgezonden. De werkzaamheden zouden die avond nog beginnen en na afronding zouden we uitsluitend nog te beluisteren zijn op de nieuwe golflengte acht-één-negen.
We hadden dus niet de gelegenheid om de zenderwisseling aan te kondigen! Geen promo's, geen campagne, niks!
Moniquebaas Fred Bolland zou later verklaren dat de zenderwisseling de doodsteek van het station was. In één dag twee miljoen luisteraars weg en de adverteerders die daardoor afhaakten. En de rest? De rest is bekend.
De nieuwe start kreeg nauwelijks vervolg. Ik heb het verhaal vaak verteld. Een dag of zo voor 24 november 1987 werd duidelijk dat het wel eens slecht weer
zou kunnen worden: wind uit de verkeerde hoek, het noordoosten dus. Toen we op 24 november 's avonds om 19.00 uur afsloten, ging het wel goed tekeer, maar niet verontrustend.
Om ongeveer 3.00 uur 's-nachts werd ik wakker gemaakt met de mededeling dat de studio tot kniehoogte onder de losse grammofoonplaten stond.....oftewel alles van z'n plaats. Twee loodzware draaitafels waren als nietige stofjes van hun plek geveegd, hadden zich in de lucht omgedraaid en lagen ondersteboven, gesloopt op de grond. En toen, ongeveer een uur later, toen iedereen inmiddels rondliep omdat het wel duidelijk was dat dit niet goed ging, toen was er ineens dat geluid, gebulder, gedonder, schuren van staal tegen staal en het neerkletteren van zware kabels.
"It's gone, it's down, the mast fell over the side!" werd er geschreeuwd. Turend vanaf de brug in het nachtelijk duister bleek het onvoorstelbare waar. Hij was weg! 90 meter, 16 ton zwaar hing, zo bleek bij het licht worden, aan stuurboord nog aan enkele tuidraden een beetje heen en weer te zwiepen, de onderste 5 meter af en toe boven de golven. De snijbrander velde het laatste oordeel.....
Een mens komt wel tot slapen zo! In de dagen erna was het hangen en wachten. Wachten wat er van het vasteland zou komen. We vulden de dagen met een beetje eten, veel opruimen en veel, heel veel slapen. Zelden zo lekker en zo veel uitgeslapen als toen.
O ja, de hele ploeg, Britten en Nederlanders, heeft nog eendrachtig een mooie middengolfantenne gebouwd. Vier draden van ongeveer 20 meter lang, lopend van de voorste scheepsmast naar de schoorsteen achter de brug.
Van elkaar gehouden door kruiselings getimmerde houtjes.
Resultaat was dat Caroline de uitzendingen kon hervatten.....met een bescheiden vermogen van ongeveer 50 watt. Meer kon niet want ja, die houtjes hé.... Bovendien waren we onze porseleinen doorvoerisolator tijdens de mastbreuk kwijtgeraakt, maar een plastic wasmand bleek de taak ook aan te kunnen. Mits dus onze elektromagnetische productie binnen de perken bleef. En toen heeft ondergetekende ook nog een paar uurtjes op Caroline gedraaid, voor het eerst en meteen voor het laatst. Dus ook in de annalen!
Op 12 december verscheen dan eindelijk het bevoorradingsschip Bellatrix. Samen met mijn Nederlandse collega's Erwin van de Bliek en Wim van Egmond ging ik naar huis. Een handjevol Britten bleef achter op het zendschip.
Het afscheid was sober, iedereen wist dat het nooit meer zou worden als het was. Radio Monique was verleden tijd. Op die grijze decemberochtend besloot ik, terwijl de Ross kleiner en kleiner werd, nog één keer te kijken. Het was kwart voor negen. En toen heb ik me omgedraaid........
© Tekst en foto's Walter Zwart