Walter Zwart's Monique historie deel 1

op . Gepost in Monique Archief

De Zeemeeuw deed dienst als tender tot eind 1985Deel 1: De zon scheen over de Noordzee, maar daar was dan alles mee gezegd. Een dag daarvoor was de storm gaan liggen, maar een nieuwe depressie was alweer in aantocht. Even heen en weer tussen de stormen door, volgens de voorspellingen moest het lukken. o­ngetwijfeld had de bemanning van de tender Zeemeeuw al vaker met dit bijltje gehakt, maar voor mij was het allemaal nieuw.

Het is 14 februari 1985, net na het middaguur wanneer we de haven van het Belgische Nieuwpoort uitvaren. Op weg naar het Knock Deep, de ligplaats van de zendschepen Communicator (Laser 558) en Ross Revenge (Caroline & Monique).
Nog amper een week geleden kreeg ik een telefoontje vanuit de Moniqueorganisatie. 'Ze' hadden een bandje o­ntvangen uit Spanje en of ik nog belangstelling had?

Toen ging het allemaal razend snel, gesprekje gehad, baan opgezegd, spullen pakken en vertrekken. Nog 'slechts' 8 uur varen en ik zou voor de eerste keer voet zetten aan boord van de Ross.

Intussen liet ik mij door mede reisgenoot en discjockey Ron West informeren over het wel en wee aan boord. "Zuinig zijn met water, eten kun je de hele dag door nemen, 's avonds om 7 uur is het gezamenlijk aanschuiven voor een warme maaltijd van de kok".

Twee uur later hing ik voor het eerst over de reling, Wat een deining! Eenmaal bij de schepen in de Theemsmonding aangekomen werd het allemaal nog erger. De wind was inmiddels aangewakkerd tot kracht 7 en boven de Communicator van Laser hing een helikopter.

De ZeemeeuwNet buiten de haven aan boord van de Zeemeeuw. Van links naar rechts: John, Marjo en Walter.


Door de harde wind was daar een koker met vuurpijlen omgevallen en was er één afgegaan.
Paniek om niets zo bleek achteraf maar schrikken was het natuurlijk wel even. Na de Communicator te zijn gepasseerd deden we 20 minuten later een poging om langzij de Ross te komen.

Bij het overgooien van de trossen werd de tender keer op keer tegen de Ross gesmeten en klonk een regelmatig "verdoeme, verdoeme" van o­nze Belgische schipper die inmiddels de eerste schade had o­ntdekt aan zijn boot. Na een aantal pogingen leek het er op dat het zou gaan lukken. Beide schepen lagen net aan elkaar vast toen de voortros brak. De paniek was groot toen we richting de 'kont' van de Ross afstevenden.

"En nu allemaal naar binnen", schreeuwde de schipper, "Ze gaan de achtertros kappen"! Aan boord van de Ross was Johnny Lewis inderdaad bezig om met een bijl de bewuste tros te kappen om erger te voorkomen. Vanwege de enorme kracht die op zo'n tros staat kan ik je verzekeren dat je dan niet met je neus vooraan wilt staan. "KLUUNG" klonk het tegen de brug van de Zeemeeuw en daarop nogmaals 't inmiddels bekende "verdoeme"!

De tros was met succes gekapt en een nieuwe poging om aan boord te komen werd o­ndernomen. Er werd een rubberboot te water gelaten en was het Moniquebaas Fred die door de bemanning van het zendschip werd binnengehaald. Hij had in ieder geval de mogelijkheid om een aantal instructies te geven aan de discjockeys en een droge satellietschijf te overhandigen (Where were you - Dolly Dots). Vervolgens was het nog een hele tour om Fred weer heelhuids van boord te krijgen.

Eenmaal weer terug op de tender werd besloten door te varen naar de dichtstbijzijnde haven en te wachten op beter weer. Deze trip, die nog eens 4 uur zou duren, waren de langste uren van mijn leven. De storm groeide uit tot een windkracht 9 en niet zelden voelde je de Zeemeeuw schuren over de zandbanken.

Danny en Willy aan boord van de ZeemeeuwGolven sloegen over het kleine bootje heen. Binnen was alles nat. Harwich konden we niet bereiken dus werd koers gezet naar Ramsgate. Eenmaal daar aangekomen sloegen we net niet tegen het havenhoofd te pletter en keerde de rust weer terug nadat we veilig waren afgemeerd in de haven.

De volgende ochtend gingen vijf van de negen opvarenden met de ferry terug naar Nederland. Ik bleef achter met Ron en de schippers Danny en Willie, wachtend op beter weer dus. De plaatselijke horeca bracht voor o­ns wat vertier, terwijl de schippers begonnen met reparatiewerkzaamheden, want de Zeemeeuw had behoorlijk wat averij opgelopen.

Willie stortte zich met een lasapparaat op, zoals hij dat noemde, "Het boldergebeuren". De bolder was flink beschadigd, evenals de reling. Helaas was een lasbril niet voorhanden en heeft o­nze arme Willie nog dagen met tranende ogen rond gelopen.

Die middag kwam de Engelse douane aan boord en werd een verhaal opgehangen over een 'uit de hand gelopen boottochtje'. Programmabandjes en andere aanwijzingen m.b.t. de zeezender waren eerder voor het oog verstopt. De aanwezigheid van de grote hoeveelheid diesel, water en voedsel werd op een 'andere' manier verklaard en zo kregen we toestemming om met goed weer te kunnen vertrekken.

Die maandag 18 februari ging uiteindelijk de wind liggen en zette we koers richting Knock Deep. Eenmaal op volle zee begon een inspectie naar het eten dat bestemd was voor de Ross.

De Ross Revenge in 1985De Zeemeeuw had geen vriezer aan boord en al het vlees was na 5 dagen dus o­ntdooid. Er zat niets anders op dan dit eten overboord te gooien. Tientallen kippen, karbonades, worsten, kroketten en saté moesten er aan geloven.....



Na een paar uur arriveerden we zonder verdere problemen bij de Ross Revenge en klom ik aan boord. Daar stond ik dan eindelijk op het schip dat voor twee jaar mijn thuis zou zijn. 

© Tekst en foto's Walter Zwart