Het radioleven zoals het was (slot)
Zestien weken lang namen we op zondag een duik in de radiogeschiedenis. Via de reeks 'Het radioleven zoals het was: van Breda tot Playa', namen we een kijkje achter de schermen van Radio Mi Amigo. Als epiloog en om af te kicken van bijna vier maanden zeezenderverhalen, plaatsen we vandaag een exclusief interview met Will Atkins.
Nooit van gehoord? De man was er ooit blij om, want hij was een van de weinige mensen die het aandurfde om illegale zendschepen te bevoorraden. In de kijker lopen was toen echt het laatste wat hij wenste. Een kwart eeuw later praat hij wel over zijn vele avonturen. Will werkte niet meer voor Radio Mi Amigo, omdat het station ermee was gestopt, maar hij werkte wel voor Radio Caroline, Radio Monique en Laser. Atkins, wij mogen Willy zeggen, was ruim zes jaar 'bevoorrader'. Hij begon ermee in 1983.
Hoe wordt iemand "illegaal" bevoorrader?
Willy: Ik was jarenlang visser aan de Vlaamse kust. Op een dag vroegen radiofans mij of ik hen naar de Ross Revenge wilde varen. Een IJslandvaarder van 978 ton en 63 meter lang, die dienst deed als zendschip voor Radio Caroline en Radio Monique (nadien Radio 558, nvdr). Niet veel later stelden die stations mij de vraag of ik de bevoorrading van hun schepen voor mijn rekening wilde nemen. Ik moet toegeven dat ook mijn collega-vissers Noèl en Roger het een vreemd voorstel vonden, maar best wel avontuurlijk. En zo brachten we dus brandstof, water, voedsel, programma's, post en zelfs de DJ's aan boord. Ook voor de Communicator, het schip van Laser, deden we daarna de bevoorrading. Eén van de eerste boten die we gebruikten, was de Zeemeeuw. Later waren er nog de Wendy en de Bellatrix, het zusterschip van de Greenpeace-boot. Ook de Poolster werd als tender gebruikt. We vertrokken meestal vanuit Duinkerken, Breskens of Nieuwpoort.
Wie kreeg je zoal aan boord?
Willy: Met de Wendy konden we zo'n dertig mensen aan boord nemen. Maar meestal verbleven die gedurende de overtocht in het ruim. Zo kon je vermijden dat ze zeeziek werden. We hadden vaak fans die hun favoriete radiostation eens van dichtbij wilden bekijken. We vervoerden ook personeelsleden. Voor Radio Monique verbleven een twaalftal personeelsleden aan boord, wij brachten hen. De meeste bevoorradingen gebeurden met andere tenders, zoals de Bellatrix en de Poolster. Tenders waar we toch 32 ton drinkwater en 66 ton mazout mee konden verschepen. De kleinere spullen zoals de programma's, de post en het nodige voedsel verscheepten we samen met de brandstof en het water. Trouwens, ook de beruchte Franse stokbroden, waar de meeste Nederlandse DJ's nog altijd een hekel aan hebben, werden door ons geleverd! We deden niet alleen de bevoorrading. We plaatsten onder meer ook de antennemast voor de Communicator, aan boord van het zendschip uiteraard. En op een woelige zee is dat niet vanzelfsprekend. De Communicator hebben we zelf nog uit een Engelse haven weggesleept. Eerst brachten we het schip naar Portugal, waar we de nodige herstellingen uitvoerden, alles zendklaar maakten en nadien brachten we hem naar de 'ferrybank'. Dat is een zandbank die 15 mijl voor de Vlaamse kust ligt.
Al bij al veel hachelijke ondernemingen?
Willy: Reken maar. De zee was niet altijd even rustig bij het overpompen van de brandstof en de watervoorraad. Soms moesten we de DJ's zelfs met een zodiak (opblaasbare boot met motor, nvdr) tot bij het zendschip brengen omdat het te gevaarlijk was om de tender tot in de buurt van het schip te manoeuvreren. Dick Verheul zal zich dit wel herinneren: ooit miste hij een trede van de uitgegooide touwladder. Met als resultaat dat hij snel terug beneden was. Gelukkig viel hij niet in zee maar op de brandstoftank van onze zodiak. Ook het tenderen van de programmabanden verliep niet zonder risico. De programma's werden in Nederland op tape gezet en dat mocht eigenlijk niet. Officieel waren de banden voor de vrije radio Radio Moniek uit Oudenaarde bestemd. Maar van daaruit gingen ze stiekem naar de vertrekhaven. Spitsvondig, niet?
Hoe zat dat eigenlijk met de arm der wet?
Willy: Daar kan ik eigenlijk een hoofdstuk apart over vertellen. OK, een anekdote. Bij het laden van de bevoorrading in Duinkerken gebeurde er iets eigenaardigs. We hadden al opgemerkt dat er in onze buurt een paar vissers stonden, die zich nogal vreemd gedroegen. Later bleek dat het twee heren van de Nederlandse justitie waren. Ze hadden zich gecamoufleerd en verdekt opgesteld om in het grootste geheim foto's van ons te nemen. We speelden trouwens wel vaker kat en muis. En we waren heel spitsvondig, hoor! Vlaamse vissers die op Frans grondgebied Nederlandse mensen met een tender onder buitenlandse vlag naar een boot in internationale wateren brachten. Een boot die trouwens onder Hondurese vlag voer. Volg je het nog? Bovendien haalden we een trucje uit om de brandstof legaal ter plaatse te brengen. Die werd legaal aangekocht in België en via transit door Frankrijk naar de tender met buitenlandse vlag gebracht. Zo verkochten we de brandstof door aan een boot onder Hondurese vlag, het zendschip van Monique en Caroline uiteraard. Geen speld tussen te krijgen, perfect legaal. De contacten met de schepen werden verzorgd door Leen Vingerling. Zij organiseerden via de Stichting Media Communicatie de boottochten naar de zendschepen. De betalingen gebeurden via Fred Bolland. Cash en altijd op tijd.
De tijd van je leven gehad dus?
Willy: Heel leuk, toffe mensen leren kennen. Ad Roberts, Dick Verheul, Erwin Vanderbliek en Jan Veldkamp, die later nog voor de populaire vrije radio Kompas uit Oostende programma's ging maken. Nu werkt hij voor de regionale Nederlandse omroep Zeeland. Alleen vond ik het wat sneu dat de Nederlandse justitie zoveel mensen, middelen, geld en moeite deed om ons het leven zuur te maken, terwijl wij enkel maar de mensen een goede portie levensvreugde wilden brengen met onze muziek. Er gebeurden heel wat ergere dingen in de wereld. Maar ze bleven de radiopiraten het leven wel heel zuur te maken.
Interview: Marnix Tack
Copyright: Jean-Luc Bostyn