Interview Look Boden
Tijdens de Radiodag op 2 oktober 2004 hield Wim van Egmond een boeiend interview met Look Boden. In het interview ging Look uitgebreid in op zijn tijd als DJ bij Radio Dolfijn en Radio 227. Hans Knot bewerkte het interview voor MediaPages en leverde, samen met Look Boden en Nico Huijg, de historische foto's.
Tijdens de door SMC en Freewave Media Magazine georganiseerde Radiodag was de programmering dit jaar voor het eerst in goede handen van Martin van der Ven en hij kwam al vrij vroeg met het voorstel te kiezen voor verschillende interviewers waardoor de variatie nog leuker werd. Wim van Egmond interviewde Look Boden over zijn banden met de radio in verleden en heden.
W: Vertel allereerst eens Look hoe je binnen het radiowereldje terecht bent gekomen, want dat willen de aanwezigen toch vooral weten.
L: Ja, jeugdsentiment zeggen ze want ik zie hier ook alleen maar ‘oude en grijze’ koppen die met zelfde fenomeen zitten, denk ik.. Hoe ik met radio in aanraking ben gekomen is door allereerst dit terug te voeren naar de bekende ziekenomroepen denk ik. In dezelfde tijd studeerde ik aan het Conservatorium in Rotterdam. Tevens hielp ik mijn vader met zijn benzinestation in Papendrecht. Op een gegeven ogenblik kwam daar een zekere Suhandi zijn auto voltanken. Mijn vader kende Hans Oosterhoff en Hans vroeg of mijn vader en ik niet eens langs wilden komen. Hans werkte destijds bij Radio Veronica en deed daar een programma met Indische achtergronden. Ik ben inderdaad een keer met hem meegegaan. Niet veel later vroeg hij of ik niet met hem mee het land in wilde gaan om hier en daar eens wat opnamen te gaan doen. Het ging voornamelijk om optreden van Indische bandjes. Dat heb ik toen gedaan en zo ben ik er een beetje ingerold. Ik heb een jaar of twee dus als freelancer bij Veronica rond gehobbeld.
W: Wat was je ervaring op dat moment.
L: Die bestond voornamelijk uit het verzorgen van geluidsopnamen. In feite, qua presentatie, op dat moment haast niets. Tot op het moment Hans Oosterhoff trouwde met Stella Priest en vertrok naar Curaçao en dat was voorjaar 1966. Hij vroeg me toen om zijn programma over te nemen bij Radio Veronica. Willem van Kooten vond het al lang allemaal best want je moest altijd voor een vervanger zorgen als er iemand wegging. Ik heb daar toen een programma of drie, vier gepresenteerd totdat er in de Telegraaf een artikel stond waarin werd gemeld dat drie Amerikanen naar Nederland waren gekomen en op zoek waren naar deejays voor een nieuwe Nederlandse piratenzender.
W: Je was toen geen deejay op dat moment?
L: Ik was geen deejay maar ik heb gereageerd op dat artikel en mijn ouders wisten van niets. Vervolgens werd ik uitgenodigd naar Amsterdam in Hotel Krasnapolsky te komen en daar werd een sollicitatiegesprek gehouden. Een half uur later kwam Jack Curtis, de programmaleider van Radio Dolfijn naar beneden, waar ik zat te wachten, met de vraag of ik voor hen wilde werken. Ik was wel wat verrast. Met name het feit dat mijn ouders van niets wisten en ik al een half jaar op het conservatorium zat en eigenlijk beloofd had deze studie af te maken, stond ik in een tweestrijd. Ik was 19 jaar en heb mijn ouders gebeld met de vraag naar Amsterdam te komen omdat ik misschien wel een verrassing voor ze had. Ze zijn halsoverkop gekomen en kregen daar het verhaal te horen dat ik dus voor een nieuwe zeezender – naast Radio Veronica, kon komen werken. Er was op dat moment nog geen naam voor het station bekend. Er was onderzoek gedaan op de Nederlandse markt of het nut had een tweede zeezender te beginnen. Wel had ik snel door dat het om een voortzetting ging van Swinging Radio England, dat al enige tijd voor de Britse kust actief was. Mijn moeder was fanatiek en die zei dat wanneer ik mijn studie zou voort zetten aan boord van het zendschip, dat ze het best vond. Jack Curtis zei me dat ik mijn contrabas mee mocht nemen aan boord, maar dat is er nooit van gekomen. Ik ben dus aan boord gegaan, zo rond 11 november en op 14 november 1966 is Radio Dolfijn als eerste easylistening station, naar voorbeeld van Britain Radio en Radio 390, in de lucht gekomen.
W: Hoe zijn ze aan die naam gekomen?
L: Er is een enquête geweest onder een deel van de Nederlandse bevolking. Ik denk bij zo’n 200 à 300 mensen. Ik kan het juiste aantal niet noemen omdat ik er niet bij betrokken ben geweest. De vraag was onder welke naam een nieuw radiostation zou moeten gaan werken. Men had de ondervraagden een papier met daarop een aantal namen, voornamelijk met de zee te maken, voorgelegd en gevraagd wat men dacht dat de meest herkenbare naam zou zijn. Radio Dolfijn kwam daar als belangrijkste uit.
W: Wat deed je precies bij Radio Dolfijn?
L: De eerste drie dagen dat we aan boord waren was het meteen windkracht tien en voor iemand die geen zeebenen heeft behoorlijk moeilijk. We zaten op dat moment met zes deejays op de Laissez Faire. Jos van Vliet, Thijs Lieffering en nog een paar anderen. We moesten getraind worden om op 14 november te kunnen starten met Radio Dolfijn. Drie dagen hebben we over de railing gehangen en toen was het startmoment daar. Niemand had eigenlijk nog een beetje ervaring met de apparatuur aan boord. We zijn begonnen en het lukte en we zijn allemaal met een eigen programma begonnen. Ik zat op een gegeven moment van ’s morgens zes tot tien en later ben ik nog meer programma’s gaan doen van ’s middags vier tot ’s avonds zeven uur. Ik was een vroege opstaander, daar had ik als enige van de deejays geen problemen mee. Ik stond om vijf uur op en werd met een blikje cola wakker om vervolgens om zes uur te beginnen met het programma.
W: Hoe was nu eigenlijk zo’n dagindeling in die tijd?
L: Inhoudelijk hadden we eigenlijk geen leidraad. Het was gewoon van zes tot tien uur een leuk programma neerzette. Voornamelijk muziek en voor de rest moest je er allerlei dingen bij verzinnen. Je had de programmaleider Jack Curtis die ons vertelde welke muziek we moesten draaien en wat we niet mochten. Swingende gitaren was verboden, dat was een zijstraat die niet genomen mocht worden. We werden vooral geadviseerd naar Britain Radio en Radio 390 te luisteren en dan alles zelf te gaan verzinnen. Iedereen kwam met zijn eigen ideeën. Jos van Vliet, die heden ten dage in Zuid Frankrijk woont, is toen een Nederlandstalig programma gaan doen. Ik dacht dat het Carrousel heette en er in de avond tussen zes en zeven uitging, heel erg leuk. Iedereen bracht dus zijn eigen specifieke muziek stijl. Op een gegeven moment kreeg ik een eigen country en western programma. Lex draaide progressievere pop. Dat was trouwens veel later want ik ben de enige deejay die vanaf het begin van Radio Dolfijn tot het einde van Radio 227 betrokken is geweest en ik heb op die manier heel wat deejays voorbij zien trekken. Voor en na de uitzendingen deed je veel aan productiewerk, ging op het dek liggen zonnen (in de zomer!) of je hobbelde eens over het schip om de tender langszij te zien komen.
W: Het station heeft dus twee verschillende namen gehad, heeft het daarom ook verschillende eigenaren gehad. Heb je daar iets van meegekregen?
L: Dat er verschillende eigenaren zijn geweest betwijfel ik. Wel hoorden wij wel eens de naam van Lady Bird Johnson voorbij komen. Zij was op dat moment de echtgenote van de Amerikaanse president en via allerlei achterdeurtjes bleek ze er met geld in te zitten en Ted Allbeury, die geen eigenaar was, regelde de zaken in Engeland en zo ver ik kon achterhalen was de eerste tevens de laatste eigenaar. Wel zijn er verschillende programmaleiders geweest. Eerst hadden we de Amerikaanse deejay Jack Curtis – die ook bij Swinging Radio England programma’s maakte. Op een gegeven moment, in februari 1967, brak de mast in de storm en werd de nieuwe mast in Nederland aangebracht. Daarna is het station nog twee weken onder de naam Radio Dolfijn terug gekomen en veranderd van naam in Radio 227 als een popstation. Toen kwam er ook een nieuwe programmaleider Tony Windsor, een broer van de nieuwe directeur John Withers . Tony was een hele bekende DJ en programmaleider op Radio London en was dus het nieuwe brein achter Radio 227. Radio Dolfijn is eigenlijk niet het succes geworden waarop de eigenaren gehoopt hadden. De Amerikanen denken vandaag zet ik iets op en morgen heb ik meteen gigantisch veel adverteerders, maar dat was een probleem want als adverteerders op de zeezenders was dat toch risicovol. Er lagen een stuk of 12 zendschepen en forten voor de Britse kust en de Nederlandse markt was nog redelijk maagdelijk met alleen maar Radio Veronica als concurrent. Men probeerde dus de Nederlandse markt. Het lukte niet en dus werd er een popstation van gemaakt, waar men misschien meer succes mee zou hebben. Dat is later dan ook wel gebleken wat we hadden de vier maanden onder de nieuwe naam Radio 227 een luisterdichtheid van pakweg drie miljoen luisteraars in de Benelux en verder in Duitsland en Engeland, waar we veel post vandaan kregen. Toen Dolfijn veranderde van format en naam zaten jongens als Lex en Tom Collins er al maar kwamen er ook anderen bij als ondermeer ‘Harky’ en vanaf dat moment hebben we ook andere shows en muziek neergezet. En dat is dus in de vier maanden tot de invoering van de Marine Offences Act op 14 augustus 1967 heel erg populair geworden. Mede omdat die naam destijds goed aansloeg heb ik die meegenomen naar het heden, en de Dolfijn als herkenbare link naar Radio Dolfijn – een totaallink van het station van toen naar Radio 227 van nu.
W: Het huidige Radio 227 is niet vergelijkbaar met het Radio 227 van toen.
L: De enige echte affiniteit die er bestaat is dat ondergetekende eigenaar is van het huidige station en toendertijd deejay was op het toenmalige station.
W: Je bent het nieuwe Radio 227 begonnen. Daar zit een achtergrond achter, kun je daar wat meer over vertellen?
L: In 1995 belde Ad Bouman me en vroeg me voor een programma over zeezenders. Ik ben toen gegaan en ja het begon toen allemaal een beetje te kriebelen na dertig jaar andere zaken te hebben gedaan. Een aantal jaren later kregen we het Radio 192 gebeuren en daar ben ik een aantal malen geweest en tevens een paar keer een uurtje gepresenteerd bij ‘Muziek uit Zee’ in IJmuiden en op een gegeven ogenblik werd ik andermaal gevraagd door Ad om bij Radio 192 een programma te doen over de Laissez Faire periode. Ik ben me gaan voorbereiden maar het programma werd steeds maar uitgesteld. ongeveer tegelijkertijd liep een jeugdvriend van mij, die ook die hele periode heeft meegemaakt, bij toeval tegen een softwareprogramma opw waarmee we een eigen radiostation zouden kunnen beginnen. Vervolgens hebben we dat bepaalde software programma aangeschaft om het station deels op de laten draaien. We kwamen er toen al vrij snel achter dat Nederland vol met regeltjes zit en we allerlei toestemmingen en vergunningen moesten hebben. Hier ben ik al een half jaar mee bezig geweest. Eind 2002 had ik het hele verhaal op een rijtje staan en vervolgens het Agentschap Telecom gebeld met de vraag hoe ik aan een frequentie zou kunnen komen. Als antwoord kreeg ik dat ik mee kon doen aan de veiling. Dus we deden mee en ja helaas, ik heb geen 80 miljoen en ook geen 52 miljoen op de plank liggen en zijn er dus ook niet uitgekomen. Ik heb wel duidelijk laten onderzoeken waar Nederland behoefte aan hand en dat was dus duidelijk een easy listening station met een nostalgische achtergrond; een gat in de markt. Dat blijkt inmiddels ook wel daar er veel aanvragen voor ons station zijn vanuit diverse programmaraden van kabelnetten. Maar ik loop vooruit. We hadden wel op papier dus een redelijk compleet station en een goed format en dan ga je denken hoe je verder moet. Toen kwamen we er vrij snel achter dat er ook nog mogelijkheden op de kabel waren en die hebben we aangepakt en zijn vervolgens met een paar programmaraden in conclaaf gegaan waarbij het Gooi een enorme trekker geweest is en vrijwel tegelijkertijd zijn dat ook de NoordOost Polder, Zwolle en IJsselland en Zuid Drenthe het geval geweest en we konden eigenlijk direct beginnen. Maar er kwamen heel wat technische aspecten tevoorschijn en voordat het allemaal rond was, was het begin april dat we op de kabel kwamen in ’t Gooi. De andere gebieden werden door de Essent niet geaccepteerd ondanks dat de programmaraden ons boven aan het lijstje hadden gezet. Wel heeft Essent ons een tweede aanbod gedaan en ons Limburg aangeboden. Daar zijn we op ingegaan. Inmiddels zitten we op een behoorlijk deel van het Nederlandse kabelnet en gelukkig hoeven we niet meer naar de programmaraden toe om te bedelen om op hun net te mogen want ze komen nu automatisch naar ons toe. Het kost allemaal heel veel geld. Ik zit meer dan 35 jaar in het bedrijfsleven en ik heb het inmiddels wel door dat ook het runnen van een radiostation moet gebeuren door het rustig te gaan opbouwen. Alle programmaraadgebieden tegelijk pakken heeft geen nut, dit ondanks het feit dat grote adverteerders vragen of je landelijke dekking hebt. Nee, ik ga dus niet in die fout en bouw het rustig op. Bovendien kan er wereldwijd naar ons geluisterd worden via internet.
W: Wat is de verwachting dat jullie in Nederland kabeldekkend zijn en hebben jullie ook een aantal vaste luisteraars in gedachten?
L: We hebben een tijdspad uitgezet, dat voor het grote deel afhangt van het adverteerders verhaal. We zitten nu in een slechte periode, zo is het gewoon. Economisch zegt men dat het slecht gaat, maar het gaat helemaal niet slecht.Dat wordt ons alleen maar aangepraat uit het Haagse. Ik heb zelf een winkelketen en een groothandel en het loopt allemaal als een tierelier. Ik hoorde op de radio dat bijvoorbeeld de Bijenkorf ook verschrikkelijk goed draait. De adverteerders maken echter hun planning een jaar vooruit. Nu zitten we dus in de periode dat er gepland wordt voor 2005. In deze periode tot januari is het gewoon een kwakkeltijd. Wel hebben we wat kleine adverteerders binnen en gelukkig hebben we al een aantal toezeggingen gekregen voor volgend jaar en uit de opbrengst moet je zien een beetje te teren. Je kan wel landelijk in een keer gaan maar op een bepaald moment kom je instellingen tegen als BUMA/Stemra en dat zijn bedrijven die bij landelijke dekking echt niet goedkoop zijn. Ik heb redelijke afspraken met die mensen, maar je moet toch heel voorzichtig zijn, want anders ga je onmiddellijk onderuit.
W: Dus men moet maar op de site gaan luisteren?
L: Inderdaad www.radio227.nl en via deze site kun je uiteraard alle informatie krijgen, je kunt me bereiken via e mail. Op die site staat ook allerlei historische informatie. Ik ben er nog lang niet klaar mee en ik hoop ook in een nieuw programma, op de zaterdagavond van acht tot tien uur, heel veel informatie over Radio Dolfijn en Radio 227 maar tevens ook over alle andere zeezenders die er zijn geweest te brengen. onze doelgroep is ook eigenlijk de groep die in 1966 en 1967 en de jaren daarna naar de radio luisterden en natuurlijk het voeren van het easy listening format. Ook wil ik graag nog melden dat een aantal van de deejays van Radio 227 van de eerste periode, dan praat ik ondermeer over Paul van Gelder die toendertijd ‘Harky’ heette, Thijs Lieffering programma’s presenteren of dat nog gaan doen. Ook Jos van Vliet heeft dit toegezegd nog eens te doen. Ik hoop dat Lex het ooit een keer zal doen en ik had deze week nog contact met Dick Weeda in Amsterdam en zo zijn er in feite nog een aantal oude gabbers waarmee we een beetje de nostalgische link tussen verleden en heden kunnen leggen. Ook hebben we, na het verdwijnen van Radio 192 een aantal aanbiedingen gehad van presentatoren van hen. Echter het geluid van Radio 192 was heel anders dan het geluid van Radio 227. We hebben dus gekozen voor andere presentatoren en met een eigen geluid, al zijn ze soms jong. De programmaleider is 37 jaar en we hebben er een paar rond lopen van achter in de twintig. Die begrijpen gelukkig welke affiniteit ze moeten zoeken met het verleden.
W: Misschien wat vragen uit de zaal?
Toehoorder 1: Waarom is er niet gekozen voor de naam Radio Dolfijn?
L: Heel simpel te beantwoorden. Ook de Nederlandse Antillen zit heden ten dage een station met de naam Radio Dolfijn. Ik weet niet of die naam geregistreerd staat maar ik wil geen affiniteit met collega radiostations opbouwen. Natuurlijk hebben we dat logo van Dolfijn van vroeger. Ik heb het nagetrokken en het was van niemand meer en dus opnieuw laten registreren en dat zelfde geldt voor de naam Radio 227, de golflengte op de middengolf waar we destijds op hebben uitgezonden.
Toehoorder 2: Kun je nog iets meer vertellen over het format qua muziek?
L: Onze muziek speelt zich voornamelijk af van voor de jaren negentig. Twee platen worden er per uur gedraaid tussen negentig en heden en dat moet dan in de rustige sfeer zitten. Dus geen jankende gitaren, rap en dat soort muziek want dat hoor je genoeg op andere stations. Dit geldt dus ook voor de muziek van voor de jaren negentig. Dus Golden Earring als voorbeeld kom je bij ons niet tegen. Je moet meer denken in de genres van Paul Anka, The Ray Connif Singers, Astrid Gilberto, Peggy Lee, Edith Piaf, noem ze maar op. Het mag ook een James Last zijn als het goed beluisterbaar is. Eigenlijk de muzieksoort waar de doelgroep van boven de 40 plus naar wil luisteren. We hebben dat helemaal laten enquêteren. We hebben vooraf een uitgebreid onderzoek laten doen, waaruit blijkt dat 56 tot 59% van de Nederlandse bevolking kiest voor dit soort muziek en dat mist op de radio. Onlangs is er nog een onderzoek geweest in de detailhandel, de supermarkten en dergelijke. Daar werd de consument de vraag voorgelegd wat voor muziek men in de winkel wenste te horen en daar werd heel rigoureus expliciet gesteld dat wanneer men Sky Radio op de radio zou horen men de supermarkt uit zou gaan. Met alle respect, ik bedoel ieder station heeft zijn eigen format. Sky is eigenlijk als een easylistening station begonnen maar heeft heden ten dage ook een redelijk popgehalte. Ook werd er aan de respondenten gevraagd wat men aan invulling wilde zien. Er kwam een station uit dat eigenlijk nietbestaat maar dat ligt tussen Radio 2 en Classic FM. Ik hoop dat wij dat kunnen gaan invullen.
Toehoorder 3: Hoe gaan de avonden er op het station uitzien?
De avondinvulling gebeurt deels via specials. Die zijn nog niet helemaal compleet. De vrijdagavond moeten we bijvoorbeeld nog invullen. Op de zaterdagavond komt er dus dat programma ‘Laissez Faire’ dat dus wat nostalgisch wordt. Op de maandagavond hebben we een programma uitsluitend met muziek van voor de jaren zestig. Dinsdagavond zit Paul van Gelder er met ‘Muziek en toch luister je even’ met daarin Americana, Doo wop, Country. Alles doorelkaar maar toch echt gericht op een bepaalde doelgroep. Op de woensdagavond is er het programma ‘Starnight’ waarin een special van een bepaalde artiest. De ene keer is het Rob de Nijs, de andere keer ‘noem ze maar op’. De donderdagavond special is ‘Giddy up Country’. Dat is van Ton Polderman en geheel gevuld met country en western. Voor de vrijdagavond staat gepland de Cubaanse en Zuid Amerikaanse muziek. Dit zal worden gedaan door Thijs Lieffering. Dit zit echter een half jaar per jaar op Bali en is nu tijdelijk weer vertrokken. Op de zondagavond is er ruimte voor lichte jazz, vooropgesteld dat daar ook heel veel Peggy Lee en het soort muziek van Louis Amstrong door heen komt. Het is dus niet echt extreme Jazz. In de studio kunnen we ook zien hoeveel internetluisteraars zijn. We kunnen ook zien uit welke plaatsen ze komen. En heel opmerkelijk is dat op die avonden alle internetverbindingen in gebruik zijn. Een recent onderzoek gedaan in opdracht van de Hilversumse omroepen stelt dat wanneer je één internetluisteraar hebt er 10.000 luisteraars in werkelijkheid tegenover staan. Iedere week krijgen we er steeds meer luisteraars bij. Het ontbreekt nog een beetje aan naamsbekendheid. Maar goede PR kost natuurlijk ook erg veel geld en moet dus ook langzaam worden opgebouwd. Overdag hebben we gewoon lekkere ingevulde programma’s. Ik zit zelf van half vijf tot half zeven en ik probeer de mensen te vermaken. Tussen twaalf en half drie in de middag is er nog een programma met Eric de Ruiter. Vrijdags zitten we helemaal vol met een aantal presentatoren. Zaterdags, en dat is ook onderzocht, is zo’n dag dan zijn er weinig directe luisteraars. We hebben dan ook gevraagd hoe men zo’n programma ingevuld wensten te hebben. Non stop was het antwoord want ze staan de auto te wassen en dergelijke zaken. En dus dat hebben we gedaan tot op heden. Dat wil niet zeggen dat we dit eeuwig zo zal blijven want onderzoek blijft gepleegd worden. Want je moet je steeds blijven aanpassen aan datgene de luisteraar wenst.
Toehoorder 4: Ik vraag me af waarom er niet voor de 1332 kHz is gegaan dan was de call Radio 227 tenminste dekkend geweest.
L: Je kan natuurlijk wel kiezen maar dan moet je meedoen met de veiling. Wij zijn heel bewust aan de gang gegaan door in eerste instantie niet te kiezen voor een middengolffrequentie. Dat kost niet alleen een gigantisch vermogen om Nederland dekkend te krijgen maar tevens een gigantische hoeveelheid geld. Ook moet er ontzettend veel gedaan worden om aan de nodige vergunningen te komen. Voordat het zover is ben je echt heel veel verder in de tijd. Ik kan wel zeggen dat we nog met een tweetal rechtszaken tegen het Ministerie van Economische Zaken bezig zijn inzake twee frequenties die er zijn maar die niet zijn ingezet tijdens de veiling. Formeel conform de wet zouden we daar wel recht op kunnen hebben omdat wij als eerste hiervoor bij EZ hebben aangeklopt ten tijde dat de wet nog niet veranderd was. Het gaat om twee regionale frequenties. Er is binnenkort een hoorzitting over en wie weet wat er nog uitkomt. Wie weet hoe een koe een haas vangt. Ik woon in de Betuwe en ik zie hoe regelmatig dit gebeurt maar ga het lekker niet vertellen.
W: Wel een heel mooi uitzicht in de Betuwe.
L: Ja, jij kunt het weten want Wim heeft een aantal maanden op de zondagmiddag programma’s bij ons gedaan vanuit de studio en zat hij te genieten van het uitzicht en vergat hij gewoon zijn programma te doen.
W: Mag ik je bedanken voor je aanwezigheid.
L: Graag gedaan, ik hoop dat de aanwezigen veel zullen gaan luisteren en is het niet via de kabel dan wel via www.radio227.nl
FOTO'S
1 Look Boden bij Radio Dolfijn
2 Look Boden bij de Radiodag 2004
3 Dek Laissez Faire
4 Thijs Liefering
5 Rob Klaasman
6 Luchtfoto Laissez Faire
7 t/m 10 Laissez Faire in Zaandam voor herstel werkzaamheden, voorjaar 1967
11 Jos van Vliet
Copyright foto's: Hans Knot en Look Boden archief
Copyright foto's 7 t/m 10: Nico Huijg
Tijdens de door SMC en Freewave Media Magazine georganiseerde Radiodag was de programmering dit jaar voor het eerst in goede handen van Martin van der Ven en hij kwam al vrij vroeg met het voorstel te kiezen voor verschillende interviewers waardoor de variatie nog leuker werd. Wim van Egmond interviewde Look Boden over zijn banden met de radio in verleden en heden.
W: Vertel allereerst eens Look hoe je binnen het radiowereldje terecht bent gekomen, want dat willen de aanwezigen toch vooral weten.
L: Ja, jeugdsentiment zeggen ze want ik zie hier ook alleen maar ‘oude en grijze’ koppen die met zelfde fenomeen zitten, denk ik.. Hoe ik met radio in aanraking ben gekomen is door allereerst dit terug te voeren naar de bekende ziekenomroepen denk ik. In dezelfde tijd studeerde ik aan het Conservatorium in Rotterdam. Tevens hielp ik mijn vader met zijn benzinestation in Papendrecht. Op een gegeven ogenblik kwam daar een zekere Suhandi zijn auto voltanken. Mijn vader kende Hans Oosterhoff en Hans vroeg of mijn vader en ik niet eens langs wilden komen. Hans werkte destijds bij Radio Veronica en deed daar een programma met Indische achtergronden. Ik ben inderdaad een keer met hem meegegaan. Niet veel later vroeg hij of ik niet met hem mee het land in wilde gaan om hier en daar eens wat opnamen te gaan doen. Het ging voornamelijk om optreden van Indische bandjes. Dat heb ik toen gedaan en zo ben ik er een beetje ingerold. Ik heb een jaar of twee dus als freelancer bij Veronica rond gehobbeld.
W: Wat was je ervaring op dat moment.
L: Die bestond voornamelijk uit het verzorgen van geluidsopnamen. In feite, qua presentatie, op dat moment haast niets. Tot op het moment Hans Oosterhoff trouwde met Stella Priest en vertrok naar Curaçao en dat was voorjaar 1966. Hij vroeg me toen om zijn programma over te nemen bij Radio Veronica. Willem van Kooten vond het al lang allemaal best want je moest altijd voor een vervanger zorgen als er iemand wegging. Ik heb daar toen een programma of drie, vier gepresenteerd totdat er in de Telegraaf een artikel stond waarin werd gemeld dat drie Amerikanen naar Nederland waren gekomen en op zoek waren naar deejays voor een nieuwe Nederlandse piratenzender.
W: Je was toen geen deejay op dat moment?
L: Ik was geen deejay maar ik heb gereageerd op dat artikel en mijn ouders wisten van niets. Vervolgens werd ik uitgenodigd naar Amsterdam in Hotel Krasnapolsky te komen en daar werd een sollicitatiegesprek gehouden. Een half uur later kwam Jack Curtis, de programmaleider van Radio Dolfijn naar beneden, waar ik zat te wachten, met de vraag of ik voor hen wilde werken. Ik was wel wat verrast. Met name het feit dat mijn ouders van niets wisten en ik al een half jaar op het conservatorium zat en eigenlijk beloofd had deze studie af te maken, stond ik in een tweestrijd. Ik was 19 jaar en heb mijn ouders gebeld met de vraag naar Amsterdam te komen omdat ik misschien wel een verrassing voor ze had. Ze zijn halsoverkop gekomen en kregen daar het verhaal te horen dat ik dus voor een nieuwe zeezender – naast Radio Veronica, kon komen werken. Er was op dat moment nog geen naam voor het station bekend. Er was onderzoek gedaan op de Nederlandse markt of het nut had een tweede zeezender te beginnen. Wel had ik snel door dat het om een voortzetting ging van Swinging Radio England, dat al enige tijd voor de Britse kust actief was. Mijn moeder was fanatiek en die zei dat wanneer ik mijn studie zou voort zetten aan boord van het zendschip, dat ze het best vond. Jack Curtis zei me dat ik mijn contrabas mee mocht nemen aan boord, maar dat is er nooit van gekomen. Ik ben dus aan boord gegaan, zo rond 11 november en op 14 november 1966 is Radio Dolfijn als eerste easylistening station, naar voorbeeld van Britain Radio en Radio 390, in de lucht gekomen.
W: Hoe zijn ze aan die naam gekomen?
L: Er is een enquête geweest onder een deel van de Nederlandse bevolking. Ik denk bij zo’n 200 à 300 mensen. Ik kan het juiste aantal niet noemen omdat ik er niet bij betrokken ben geweest. De vraag was onder welke naam een nieuw radiostation zou moeten gaan werken. Men had de ondervraagden een papier met daarop een aantal namen, voornamelijk met de zee te maken, voorgelegd en gevraagd wat men dacht dat de meest herkenbare naam zou zijn. Radio Dolfijn kwam daar als belangrijkste uit.
W: Wat deed je precies bij Radio Dolfijn?
L: De eerste drie dagen dat we aan boord waren was het meteen windkracht tien en voor iemand die geen zeebenen heeft behoorlijk moeilijk. We zaten op dat moment met zes deejays op de Laissez Faire. Jos van Vliet, Thijs Lieffering en nog een paar anderen. We moesten getraind worden om op 14 november te kunnen starten met Radio Dolfijn. Drie dagen hebben we over de railing gehangen en toen was het startmoment daar. Niemand had eigenlijk nog een beetje ervaring met de apparatuur aan boord. We zijn begonnen en het lukte en we zijn allemaal met een eigen programma begonnen. Ik zat op een gegeven moment van ’s morgens zes tot tien en later ben ik nog meer programma’s gaan doen van ’s middags vier tot ’s avonds zeven uur. Ik was een vroege opstaander, daar had ik als enige van de deejays geen problemen mee. Ik stond om vijf uur op en werd met een blikje cola wakker om vervolgens om zes uur te beginnen met het programma.
W: Hoe was nu eigenlijk zo’n dagindeling in die tijd?
L: Inhoudelijk hadden we eigenlijk geen leidraad. Het was gewoon van zes tot tien uur een leuk programma neerzette. Voornamelijk muziek en voor de rest moest je er allerlei dingen bij verzinnen. Je had de programmaleider Jack Curtis die ons vertelde welke muziek we moesten draaien en wat we niet mochten. Swingende gitaren was verboden, dat was een zijstraat die niet genomen mocht worden. We werden vooral geadviseerd naar Britain Radio en Radio 390 te luisteren en dan alles zelf te gaan verzinnen. Iedereen kwam met zijn eigen ideeën. Jos van Vliet, die heden ten dage in Zuid Frankrijk woont, is toen een Nederlandstalig programma gaan doen. Ik dacht dat het Carrousel heette en er in de avond tussen zes en zeven uitging, heel erg leuk. Iedereen bracht dus zijn eigen specifieke muziek stijl. Op een gegeven moment kreeg ik een eigen country en western programma. Lex draaide progressievere pop. Dat was trouwens veel later want ik ben de enige deejay die vanaf het begin van Radio Dolfijn tot het einde van Radio 227 betrokken is geweest en ik heb op die manier heel wat deejays voorbij zien trekken. Voor en na de uitzendingen deed je veel aan productiewerk, ging op het dek liggen zonnen (in de zomer!) of je hobbelde eens over het schip om de tender langszij te zien komen.
W: Het station heeft dus twee verschillende namen gehad, heeft het daarom ook verschillende eigenaren gehad. Heb je daar iets van meegekregen?
L: Dat er verschillende eigenaren zijn geweest betwijfel ik. Wel hoorden wij wel eens de naam van Lady Bird Johnson voorbij komen. Zij was op dat moment de echtgenote van de Amerikaanse president en via allerlei achterdeurtjes bleek ze er met geld in te zitten en Ted Allbeury, die geen eigenaar was, regelde de zaken in Engeland en zo ver ik kon achterhalen was de eerste tevens de laatste eigenaar. Wel zijn er verschillende programmaleiders geweest. Eerst hadden we de Amerikaanse deejay Jack Curtis – die ook bij Swinging Radio England programma’s maakte. Op een gegeven moment, in februari 1967, brak de mast in de storm en werd de nieuwe mast in Nederland aangebracht. Daarna is het station nog twee weken onder de naam Radio Dolfijn terug gekomen en veranderd van naam in Radio 227 als een popstation. Toen kwam er ook een nieuwe programmaleider Tony Windsor, een broer van de nieuwe directeur John Withers . Tony was een hele bekende DJ en programmaleider op Radio London en was dus het nieuwe brein achter Radio 227. Radio Dolfijn is eigenlijk niet het succes geworden waarop de eigenaren gehoopt hadden. De Amerikanen denken vandaag zet ik iets op en morgen heb ik meteen gigantisch veel adverteerders, maar dat was een probleem want als adverteerders op de zeezenders was dat toch risicovol. Er lagen een stuk of 12 zendschepen en forten voor de Britse kust en de Nederlandse markt was nog redelijk maagdelijk met alleen maar Radio Veronica als concurrent. Men probeerde dus de Nederlandse markt. Het lukte niet en dus werd er een popstation van gemaakt, waar men misschien meer succes mee zou hebben. Dat is later dan ook wel gebleken wat we hadden de vier maanden onder de nieuwe naam Radio 227 een luisterdichtheid van pakweg drie miljoen luisteraars in de Benelux en verder in Duitsland en Engeland, waar we veel post vandaan kregen. Toen Dolfijn veranderde van format en naam zaten jongens als Lex en Tom Collins er al maar kwamen er ook anderen bij als ondermeer ‘Harky’ en vanaf dat moment hebben we ook andere shows en muziek neergezet. En dat is dus in de vier maanden tot de invoering van de Marine Offences Act op 14 augustus 1967 heel erg populair geworden. Mede omdat die naam destijds goed aansloeg heb ik die meegenomen naar het heden, en de Dolfijn als herkenbare link naar Radio Dolfijn – een totaallink van het station van toen naar Radio 227 van nu.
W: Het huidige Radio 227 is niet vergelijkbaar met het Radio 227 van toen.
L: De enige echte affiniteit die er bestaat is dat ondergetekende eigenaar is van het huidige station en toendertijd deejay was op het toenmalige station.
W: Je bent het nieuwe Radio 227 begonnen. Daar zit een achtergrond achter, kun je daar wat meer over vertellen?
L: In 1995 belde Ad Bouman me en vroeg me voor een programma over zeezenders. Ik ben toen gegaan en ja het begon toen allemaal een beetje te kriebelen na dertig jaar andere zaken te hebben gedaan. Een aantal jaren later kregen we het Radio 192 gebeuren en daar ben ik een aantal malen geweest en tevens een paar keer een uurtje gepresenteerd bij ‘Muziek uit Zee’ in IJmuiden en op een gegeven ogenblik werd ik andermaal gevraagd door Ad om bij Radio 192 een programma te doen over de Laissez Faire periode. Ik ben me gaan voorbereiden maar het programma werd steeds maar uitgesteld. ongeveer tegelijkertijd liep een jeugdvriend van mij, die ook die hele periode heeft meegemaakt, bij toeval tegen een softwareprogramma opw waarmee we een eigen radiostation zouden kunnen beginnen. Vervolgens hebben we dat bepaalde software programma aangeschaft om het station deels op de laten draaien. We kwamen er toen al vrij snel achter dat Nederland vol met regeltjes zit en we allerlei toestemmingen en vergunningen moesten hebben. Hier ben ik al een half jaar mee bezig geweest. Eind 2002 had ik het hele verhaal op een rijtje staan en vervolgens het Agentschap Telecom gebeld met de vraag hoe ik aan een frequentie zou kunnen komen. Als antwoord kreeg ik dat ik mee kon doen aan de veiling. Dus we deden mee en ja helaas, ik heb geen 80 miljoen en ook geen 52 miljoen op de plank liggen en zijn er dus ook niet uitgekomen. Ik heb wel duidelijk laten onderzoeken waar Nederland behoefte aan hand en dat was dus duidelijk een easy listening station met een nostalgische achtergrond; een gat in de markt. Dat blijkt inmiddels ook wel daar er veel aanvragen voor ons station zijn vanuit diverse programmaraden van kabelnetten. Maar ik loop vooruit. We hadden wel op papier dus een redelijk compleet station en een goed format en dan ga je denken hoe je verder moet. Toen kwamen we er vrij snel achter dat er ook nog mogelijkheden op de kabel waren en die hebben we aangepakt en zijn vervolgens met een paar programmaraden in conclaaf gegaan waarbij het Gooi een enorme trekker geweest is en vrijwel tegelijkertijd zijn dat ook de NoordOost Polder, Zwolle en IJsselland en Zuid Drenthe het geval geweest en we konden eigenlijk direct beginnen. Maar er kwamen heel wat technische aspecten tevoorschijn en voordat het allemaal rond was, was het begin april dat we op de kabel kwamen in ’t Gooi. De andere gebieden werden door de Essent niet geaccepteerd ondanks dat de programmaraden ons boven aan het lijstje hadden gezet. Wel heeft Essent ons een tweede aanbod gedaan en ons Limburg aangeboden. Daar zijn we op ingegaan. Inmiddels zitten we op een behoorlijk deel van het Nederlandse kabelnet en gelukkig hoeven we niet meer naar de programmaraden toe om te bedelen om op hun net te mogen want ze komen nu automatisch naar ons toe. Het kost allemaal heel veel geld. Ik zit meer dan 35 jaar in het bedrijfsleven en ik heb het inmiddels wel door dat ook het runnen van een radiostation moet gebeuren door het rustig te gaan opbouwen. Alle programmaraadgebieden tegelijk pakken heeft geen nut, dit ondanks het feit dat grote adverteerders vragen of je landelijke dekking hebt. Nee, ik ga dus niet in die fout en bouw het rustig op. Bovendien kan er wereldwijd naar ons geluisterd worden via internet.
W: Wat is de verwachting dat jullie in Nederland kabeldekkend zijn en hebben jullie ook een aantal vaste luisteraars in gedachten?
L: We hebben een tijdspad uitgezet, dat voor het grote deel afhangt van het adverteerders verhaal. We zitten nu in een slechte periode, zo is het gewoon. Economisch zegt men dat het slecht gaat, maar het gaat helemaal niet slecht.Dat wordt ons alleen maar aangepraat uit het Haagse. Ik heb zelf een winkelketen en een groothandel en het loopt allemaal als een tierelier. Ik hoorde op de radio dat bijvoorbeeld de Bijenkorf ook verschrikkelijk goed draait. De adverteerders maken echter hun planning een jaar vooruit. Nu zitten we dus in de periode dat er gepland wordt voor 2005. In deze periode tot januari is het gewoon een kwakkeltijd. Wel hebben we wat kleine adverteerders binnen en gelukkig hebben we al een aantal toezeggingen gekregen voor volgend jaar en uit de opbrengst moet je zien een beetje te teren. Je kan wel landelijk in een keer gaan maar op een bepaald moment kom je instellingen tegen als BUMA/Stemra en dat zijn bedrijven die bij landelijke dekking echt niet goedkoop zijn. Ik heb redelijke afspraken met die mensen, maar je moet toch heel voorzichtig zijn, want anders ga je onmiddellijk onderuit.
W: Dus men moet maar op de site gaan luisteren?
L: Inderdaad www.radio227.nl en via deze site kun je uiteraard alle informatie krijgen, je kunt me bereiken via e mail. Op die site staat ook allerlei historische informatie. Ik ben er nog lang niet klaar mee en ik hoop ook in een nieuw programma, op de zaterdagavond van acht tot tien uur, heel veel informatie over Radio Dolfijn en Radio 227 maar tevens ook over alle andere zeezenders die er zijn geweest te brengen. onze doelgroep is ook eigenlijk de groep die in 1966 en 1967 en de jaren daarna naar de radio luisterden en natuurlijk het voeren van het easy listening format. Ook wil ik graag nog melden dat een aantal van de deejays van Radio 227 van de eerste periode, dan praat ik ondermeer over Paul van Gelder die toendertijd ‘Harky’ heette, Thijs Lieffering programma’s presenteren of dat nog gaan doen. Ook Jos van Vliet heeft dit toegezegd nog eens te doen. Ik hoop dat Lex het ooit een keer zal doen en ik had deze week nog contact met Dick Weeda in Amsterdam en zo zijn er in feite nog een aantal oude gabbers waarmee we een beetje de nostalgische link tussen verleden en heden kunnen leggen. Ook hebben we, na het verdwijnen van Radio 192 een aantal aanbiedingen gehad van presentatoren van hen. Echter het geluid van Radio 192 was heel anders dan het geluid van Radio 227. We hebben dus gekozen voor andere presentatoren en met een eigen geluid, al zijn ze soms jong. De programmaleider is 37 jaar en we hebben er een paar rond lopen van achter in de twintig. Die begrijpen gelukkig welke affiniteit ze moeten zoeken met het verleden.
W: Misschien wat vragen uit de zaal?
Toehoorder 1: Waarom is er niet gekozen voor de naam Radio Dolfijn?
L: Heel simpel te beantwoorden. Ook de Nederlandse Antillen zit heden ten dage een station met de naam Radio Dolfijn. Ik weet niet of die naam geregistreerd staat maar ik wil geen affiniteit met collega radiostations opbouwen. Natuurlijk hebben we dat logo van Dolfijn van vroeger. Ik heb het nagetrokken en het was van niemand meer en dus opnieuw laten registreren en dat zelfde geldt voor de naam Radio 227, de golflengte op de middengolf waar we destijds op hebben uitgezonden.
Toehoorder 2: Kun je nog iets meer vertellen over het format qua muziek?
L: Onze muziek speelt zich voornamelijk af van voor de jaren negentig. Twee platen worden er per uur gedraaid tussen negentig en heden en dat moet dan in de rustige sfeer zitten. Dus geen jankende gitaren, rap en dat soort muziek want dat hoor je genoeg op andere stations. Dit geldt dus ook voor de muziek van voor de jaren negentig. Dus Golden Earring als voorbeeld kom je bij ons niet tegen. Je moet meer denken in de genres van Paul Anka, The Ray Connif Singers, Astrid Gilberto, Peggy Lee, Edith Piaf, noem ze maar op. Het mag ook een James Last zijn als het goed beluisterbaar is. Eigenlijk de muzieksoort waar de doelgroep van boven de 40 plus naar wil luisteren. We hebben dat helemaal laten enquêteren. We hebben vooraf een uitgebreid onderzoek laten doen, waaruit blijkt dat 56 tot 59% van de Nederlandse bevolking kiest voor dit soort muziek en dat mist op de radio. Onlangs is er nog een onderzoek geweest in de detailhandel, de supermarkten en dergelijke. Daar werd de consument de vraag voorgelegd wat voor muziek men in de winkel wenste te horen en daar werd heel rigoureus expliciet gesteld dat wanneer men Sky Radio op de radio zou horen men de supermarkt uit zou gaan. Met alle respect, ik bedoel ieder station heeft zijn eigen format. Sky is eigenlijk als een easylistening station begonnen maar heeft heden ten dage ook een redelijk popgehalte. Ook werd er aan de respondenten gevraagd wat men aan invulling wilde zien. Er kwam een station uit dat eigenlijk nietbestaat maar dat ligt tussen Radio 2 en Classic FM. Ik hoop dat wij dat kunnen gaan invullen.
Toehoorder 3: Hoe gaan de avonden er op het station uitzien?
De avondinvulling gebeurt deels via specials. Die zijn nog niet helemaal compleet. De vrijdagavond moeten we bijvoorbeeld nog invullen. Op de zaterdagavond komt er dus dat programma ‘Laissez Faire’ dat dus wat nostalgisch wordt. Op de maandagavond hebben we een programma uitsluitend met muziek van voor de jaren zestig. Dinsdagavond zit Paul van Gelder er met ‘Muziek en toch luister je even’ met daarin Americana, Doo wop, Country. Alles doorelkaar maar toch echt gericht op een bepaalde doelgroep. Op de woensdagavond is er het programma ‘Starnight’ waarin een special van een bepaalde artiest. De ene keer is het Rob de Nijs, de andere keer ‘noem ze maar op’. De donderdagavond special is ‘Giddy up Country’. Dat is van Ton Polderman en geheel gevuld met country en western. Voor de vrijdagavond staat gepland de Cubaanse en Zuid Amerikaanse muziek. Dit zal worden gedaan door Thijs Lieffering. Dit zit echter een half jaar per jaar op Bali en is nu tijdelijk weer vertrokken. Op de zondagavond is er ruimte voor lichte jazz, vooropgesteld dat daar ook heel veel Peggy Lee en het soort muziek van Louis Amstrong door heen komt. Het is dus niet echt extreme Jazz. In de studio kunnen we ook zien hoeveel internetluisteraars zijn. We kunnen ook zien uit welke plaatsen ze komen. En heel opmerkelijk is dat op die avonden alle internetverbindingen in gebruik zijn. Een recent onderzoek gedaan in opdracht van de Hilversumse omroepen stelt dat wanneer je één internetluisteraar hebt er 10.000 luisteraars in werkelijkheid tegenover staan. Iedere week krijgen we er steeds meer luisteraars bij. Het ontbreekt nog een beetje aan naamsbekendheid. Maar goede PR kost natuurlijk ook erg veel geld en moet dus ook langzaam worden opgebouwd. Overdag hebben we gewoon lekkere ingevulde programma’s. Ik zit zelf van half vijf tot half zeven en ik probeer de mensen te vermaken. Tussen twaalf en half drie in de middag is er nog een programma met Eric de Ruiter. Vrijdags zitten we helemaal vol met een aantal presentatoren. Zaterdags, en dat is ook onderzocht, is zo’n dag dan zijn er weinig directe luisteraars. We hebben dan ook gevraagd hoe men zo’n programma ingevuld wensten te hebben. Non stop was het antwoord want ze staan de auto te wassen en dergelijke zaken. En dus dat hebben we gedaan tot op heden. Dat wil niet zeggen dat we dit eeuwig zo zal blijven want onderzoek blijft gepleegd worden. Want je moet je steeds blijven aanpassen aan datgene de luisteraar wenst.
Toehoorder 4: Ik vraag me af waarom er niet voor de 1332 kHz is gegaan dan was de call Radio 227 tenminste dekkend geweest.
L: Je kan natuurlijk wel kiezen maar dan moet je meedoen met de veiling. Wij zijn heel bewust aan de gang gegaan door in eerste instantie niet te kiezen voor een middengolffrequentie. Dat kost niet alleen een gigantisch vermogen om Nederland dekkend te krijgen maar tevens een gigantische hoeveelheid geld. Ook moet er ontzettend veel gedaan worden om aan de nodige vergunningen te komen. Voordat het zover is ben je echt heel veel verder in de tijd. Ik kan wel zeggen dat we nog met een tweetal rechtszaken tegen het Ministerie van Economische Zaken bezig zijn inzake twee frequenties die er zijn maar die niet zijn ingezet tijdens de veiling. Formeel conform de wet zouden we daar wel recht op kunnen hebben omdat wij als eerste hiervoor bij EZ hebben aangeklopt ten tijde dat de wet nog niet veranderd was. Het gaat om twee regionale frequenties. Er is binnenkort een hoorzitting over en wie weet wat er nog uitkomt. Wie weet hoe een koe een haas vangt. Ik woon in de Betuwe en ik zie hoe regelmatig dit gebeurt maar ga het lekker niet vertellen.
W: Wel een heel mooi uitzicht in de Betuwe.
L: Ja, jij kunt het weten want Wim heeft een aantal maanden op de zondagmiddag programma’s bij ons gedaan vanuit de studio en zat hij te genieten van het uitzicht en vergat hij gewoon zijn programma te doen.
W: Mag ik je bedanken voor je aanwezigheid.
L: Graag gedaan, ik hoop dat de aanwezigen veel zullen gaan luisteren en is het niet via de kabel dan wel via www.radio227.nl
FOTO'S
1 Look Boden bij Radio Dolfijn
2 Look Boden bij de Radiodag 2004
3 Dek Laissez Faire
4 Thijs Liefering
5 Rob Klaasman
6 Luchtfoto Laissez Faire
7 t/m 10 Laissez Faire in Zaandam voor herstel werkzaamheden, voorjaar 1967
11 Jos van Vliet
Copyright foto's: Hans Knot en Look Boden archief
Copyright foto's 7 t/m 10: Nico Huijg