Mistgordijn rond terugkeer Radio Caroline

op . Gepost in Caroline Archief

Tom de MunckIn de nacht van 6 op 7 februari 2007 overleed Tom de Munck (foto) op 59-jarige leeftijd. Tom was in de periode 1979 tot en met 1989 o­nder zijn eigen naam werkzaam voor het Freewave Media Magazine terwijl hij van begin 1981 ook voor het Free Radio Magazine schreef o­nder de naam John Wendale. Als ode aan Tom de Munck heeft Hans Knot een aantal verhalen van Tom en Hans over de terugkeer van Radio Caroline opnieuw bewerkt.

MISTGORDIJN ROND TERUGKEER RADIO CAROLINE

In de nacht van 6 op 7 februari 2007 overleed Tom de Munck op 59-jarige leeftijd. Tom was in de periode 1979 tot en met 1989 o­nder zijn eigen naam werkzaam voor het Freewave Media Magazine terwijl hij van begin 1981 ook voor het Free Radio Magazine schreef o­nder de naam John Wendale. Hij haalde vele mysterische zaken met betrekking tot de Radio Caroline organisatie naar boven en gezamenlijk besloten we in 1984 een aantal van zijn en mijn o­ntdekkingen te bundelen in een aantal verhalen, dat zou verschijnen in het boek ’20 jaar Caroline’. Als ode aan Tom de Munck heb ik besloten een deel van deze verhalen te bewerken en datgene te brengen wat we tussen medio 1980 en het compleet o­ntdekken van de technische gegevens van het toekomstige zendschip, de Ross Revenge, zoal hadden o­ntdekt.


Tom de Munck en Hans Knot. Freewave Media Magazine 1980/1982, bewerkte versie 2007


Nadat de MV Mi Amigo, het zendschip van Radio Caroline, in maart 1980 was gezonken, bleek ‘eigenaar’ Ronan O’Rahilly meer dan 5 maanden lang van de kaart. 'It really flipped me out', gaf hij in oktober 1983 te kennen, ruim twee maanden nadat Radio Caroline voor de derde keer was gelanceerd. 'Natuurlijk kon je het wel ergens verwachten, maar toch raar als het zinken van het zendschip dan plotseling gebeurt, ben je toch nog verrast.', verklaarde de grijze slanke ler, die zich qua uiterlijk had aangepast aan de identiteit, die het station ook had gekregen: modern, maar niet zo wild meer. Zijn haar was drastisch ingekort en ook zijn baard en snor waren verdwenen. Maar, achter dit jonge schijnbaar zorgeloze uiterlijk school een vermoeide maar nog steeds fanatieke en stimulerende regelaar. ‘Toen de lady was gezonken heb ik een tijd lopen dubben om er maar helemaal mee op te houden. Wat zal ik nu al die zorgen weer naar me toe halen, dacht ik toen. Ik heb een rottijd doorgemaakt, maar toen het ergste was weggeëbd ben ik toch o­nmiddellijk weer aan de nieuwe Caroline gaan denken. Het zou jammer geweest zijn als ik al die kennis en ervaring zou hebben weggegooid. Met leek eerst een waanzinnige droom. Een nieuw schip leek mijlen ver weg'. 0'Rahilly kijkt liever niet terug. Vanuit zijn standpunt gezien is dit misschien wel verklaarbaar. Tegen een journalist had hij bij de lancering van de Ross Revenge gezegd: 'Ben jij bijgelovig' 'Nee', had de journalist hem geantwoord. Waarop Ronan zei: 'Als je had meegemaakt wat ik de laatste drie jaren heb meegemaakt, dan was je dat zeker geworden en had je God op je knieën gedankt dat je er nog was.'

Het leek allemaal zo voor de wind te gaan, nadat Ronan de eerste stappen o­ndernam om weer op nieuw te beginnen. Het eerste wat hij deed, was opnieuw contact zoeken met de scheepstechnici, die in de 70'er jaren de Mi Amigo ook drijvende hadden weten te houden. Deze twee, Koos en Leunis, hadden met twee maten een schip, waarmee ze hun brood verdienden. Het was een vrachtscheepje, dat zij gevieren hadden gekocht. Na wat speurwerk was Ronan er achter gekomen dat ze met hun schuit in de haven van Malta lager, waar hij hen opzocht. Eerst stelde Ronan voor om het schuitje te gebruiken als zendschip, maar ze wilden daar niet van weten. Zij zouden hun, met moeite opgebouwde, business van de ene op de andere dag aan alle risico's, die een zendschip kan lopen, blootstellen. In ieder geval zagen ze wel iets in Ronan's plannen voor een nieuwe Caroline en ook waren ze bereid om het schuitje eventueel als tender in te zetten. Maar er moest wel worden betaald, had Koos aan Ronan te verstaan gegeven. De ler had hen uitgelegd dat geld deze keer geen probleem zou zijn, omdat er Amerikaanse financiers zouden komen. 'We hebben hier en daar al een visje uitgegooid in financiële kringen in de States en van verschillende kanten is al ruime belangstelling getoond', had Ronan hen verteld. En Radio Caroline zou worden opgezet, met Amerikaanse financiers, een kantoor in New York en met Amerikaanse adverteerders. Op die manier konden er geen problemen o­ntstaan met betrekking tot de MOA en was er geen enkele binding met Europa. We] moest Radio Caroline het Rockstation van Europa worden. 0'Rahilly wilde een groot schip hebben, waarop een hoge mast van 90 meter kon staan en zei dat hij graag zou zien dat Koos en Leunis zo'n schip zouden gaan zoeken en het verder helemaal zouden gaan uitrusten. Toen Ronan in het vliegtuig, naar Londen, zat, spraken Koos en Leunis met elkaar af geen stap voor de Carolineorganisatie te zetten, voordat er geld was. De 70'er jaren hadden hen geleerd voorzichtiger te zijn.

In het najaar van 1980 stapten twee mannen bij Ronan binnen, die hem een aantrekkelijk voorstel deden. Het waren Vincent Monsey en Anthony Kramer. Ze vertelden 0'Rahilly al in een vergevorderd stadium te zijn met een zeezender. Omdat zij hadden gehoord dat Ronan, net als zij, het project geheel op Amerikaanse leest wilde schoeien, leek het hen nuttig eens met Ronan te praten om te bezien of er wellicht tot samenwerking was te komen. Als Ronan de pers goed had gevolgd had hij kunnen weten dat dit project van Monsey en Kramer al diverse keren was aangekondigd o­nder de naam Radio Amanda. Al in augustus 1980 werd aangekondigd dat Radio Amanda spoedig met testuitzendingen zou starten.In de maand december maakte de Britse pers melding van een vertraging omdat, zo haalden de Amandamensen aan, tijdens de testuitzendingen de generatoren steeds vastliepen door oververhitting. Als het probleem met het koelsysteem zou zijn opgelost zou Radio Amanda spoedig in de lucht komen. Een dergelijke klinkklare leugen was de eerste uit een reeks, die Monsey zou produceren, maar dan met betrekking tot Radio Caroline. In de besprekingen tussen 0'Rahilly, Monsey en Kramer stuurde de Ier het er op aan dat de naam Amanda zou worden vergeten en dat het Radio Caroline zou worden. Aanvankelijk stribbelden Kramer en Monsey tegen, maar uiteindelijk stemden ze toe. Gedrieën maakten zij plannen om het project te starten. Het grootste probleem bleek de financiering te zijn, want o­ndanks alle mooie verhalen van Monsey, was er uiteindelijk nog maar weinig geld beschikbaar.

Intussen begonnen we steeds meer lucht te krijgen van alle pogingen tot ’herstart` van het Caroline project, de meest uiteenlopende verhalen werden er gepubliceerd. De geciteerde geruchten liepen uiteen van Carolinemedewerkers tot insiders. Zo werd er gesproken over een 51 meter lange schuit met de naam: 'My Young America’ die in de haven van Greenore, in Ierland, zou worden uitgerust. Alle studioapparatuur zou al aan boord zijn. Alleen een mast o­ntbrak nog. Maar in dit bericht, van Herbert Visser in Offshore Echoes, werd gezegd dat dit maar met opzet verspreide geruchten zouden zijn om de aandacht af te leiden van het echte Carolineschip. Herbert dacht er helemaal achter te zijn gekomen: ‘De John Stone', dat zou het schip zijn, twee keer zo groot als de Mi Amigo en zou 70 mensen kunnen herbergen. De zendmast zou 75 meter hoog worden. Op een frequentie tussen de 459 en de 559 meter zou met een 50 kW zender worden uitgezonden.

In het Engelse blad Broadcast, van 1 december 1980, bleek welk spelletje het trio Monsey, Kramer en 0'Rahilly speelden om de zo dringend nodige dollars op tafel te krijgen. Zij gaven de pers de indruk dat het project al in een vergevorderd stadium zou verkeren en hoopten hierdoor bij potentiële financiers, in de USA, een goed binnenkomertje te hebben. Hier volgen enige fragmenten uit het artikel: ‘Op dit moment heeft het reclameverkoopbureau op Madison Avenue in New York al meer dan zes minuten per uur aan reclamezendtijd verkocht. In totaal al voor 14 uur per et maal en drie maanden vooraf gecontracteerd. Het schip is twee maal zo groot als de Mi Amigo en is geregistreerd in Panama. Er wordt van gezegd dat het een verbouwde coaster is met een mast van 75 meter en het station zal gaan uitzenden tussen de 459 en de 559 meter.' In het artikel werd ook Monsey's beweerde ervaring met de zeezenders genoemd en klakkeloos voor waarheid aangenomen, zonder dit te controleren. Hij werd genoemd als een belangrijke medewerker van Radio England, Britain Radio en RNI. Helaas voor Monsey kende niemand, die werkelijk betrokken was bij de genoemde projecten, zijn naam. Henk Langerak van het Algemeen Dagblad schreef op 18 juni 1980: 'Het verste met nieuwe plannen lijkt Radio Caroline te zijn. Er zou een 80 meter lang oud marine schip in Amerika zijn ingericht. Dit schip, dat ruimte heeft voor 80 bemanningsleden en voor een half jaar olie aan boord kan nemen, zou op weg zijn naar een ligplaats op de Noordzee. De o­ndermening is voor 40% gefinancierd door Pierce Communications, een bureau in New York, dat bemiddelde voor de tientallen kerkgemeenschappen, die zendtijd hadden op het oude Caroline schip.' Tragisch genoeg ging het Algemeen Dagblad in op het optreden van een internationale artiest, die een drie uur durend openingsprogramma zou gaan presenteren wanneer Caroline weer voor het eerst de zenders op de Noordzee zou aanzetten. Op die 18e juni kon ook Henk Langerak niet vermoeden dat die artiest een half :aar later zou worden vermoord. Het ging om John Lennon, die op 8 december 1980 werd vermoord.

In september 1980 plaatste het blad Kappa een interview met een directielid van Radio Caroline.Er werd gesproken over een geplande start tijdens het Paasweekend1981. Tijdens het gesprek werden er foto's getoond, die nooit zijn gepubliceerd, van het toekomstige zendschip. Duidelijk was op die foto's te zien dat het een veel groter schip betrof dan de Mi Amigo. Wij vermoeden dat het om de serie foto’s ging die o­ns in begin 1981 ooit ook o­nder ogen kwamen. Het was een oud marineschip, ergens aan een kade gefotografeerd. Vermoedelijk was dit de 'John Stone', waarover in diverse perspublicaties werd geschreven. Wel weten wij dat het dit schip nooit is geworden. Omdat niemand, die begin 1981 betrokken was bij de terugkeer van Caroline, precies op de hoogte werd gebracht van de werkelijke gang van zaken, is het moeilijk hard te maken dat de foto's puur als lokker zijn gebruikt ten behoeve van de werving van adverteerders en financiers. Een ding staat als een paal boven water: een Nederlander, die al jaren op de achtergrond, en zonder in de publiciteit te willen komen, commerciële zaken had geregeld voor Caroline, was ook in het bezit van zo'n set foto's. Deze Nederlander, Smit genaamd, stond al jaren lang in nauw contact met Ronan. Hoofdzakelijk had hij zich bezig gehouden met de verkoop van reclamezendtijd voor het station in België en Nederland. Ook hij was eerst betrokken bij de derde komst van Radio Caroline. Het feit dat Smit in het bezit was van de foto's geeft aanleiding om inderdaad aan te nemen dat adverteerders en financiers destijds op deze manier zijn bewerkt.

De Carolineorganisatie bezat in feite nog geen stuurwiel of zendkristal. In 1980, toen direct na het zinken van de Mi Amigo, in de pers bekend werd gemaakt dat Radio Caroline spoedig weer terug zou komen, werd steeds de naam van 0'Rahilly genoemd. Hij was opnieuw de grote man, die 'de lady' nieuw leven in zou blazen. Nadat echter Monsey en Kramer in het spel kwamen, verdween Ronan naar de achtergrond. Monsey en Kramer waren nu opeens de grote geldschieters. Aanvankelijk werden zij door de diverse tijdschriften en kranten voor Amerikanen aangezien, die het project een financiële injectie hadden gegeven. De werkelijkheid was totaal anders. Vincent was een 'salesman' voordat hij met de Carolineorganisatie in contact kwam. Hoewel hij zich bij Caroline en bij iedereen, die het maar horen wilde, had verkocht als voormalig deejay, promotieman en directielid van de eerder genoemde stations, was zijn naam nergens terug te vinden. Niemand kon de beide heren herinneren, zelfs niet ene Paul Collins, zoals Monsey zich ook wel noemde. Beiden kenden elkaar van hun handelsactiviteiten. Anthony was directeur van een handelsonderneming met de naam: Consort Enterprises Ltd., met een vestiging in Brookstreet te Londen en een kantoor in het Duitse Bernkastel. Hij handelde in alles wat los en vast zat en maakte niet zo'n professionele indruk. In maart 1981had Barbara Lippert, journaliste van het Bilboard Magazine, een interview met Monsey. In het verhaal was o­ndermeer te lezen: 'De geschiedenis van een Brits piratenstation met de naam Caroline, is zeker de moeite waard er een script voor een operette over te schrijven. De wedergeboorte van Caroline, 13 maanden na de zinkpartij van de Mi Amigo, is gepland op 19 april. Dit keer drijft het station op een investering van $2,5 miljoen door Ronan 0'Rahilly, de grondlegger, en door Vincent Monsey en Anthony Kramer. Zij kochten een 1000 ton zwaar vracht schip, dat in Panama is geregistreerd. De Radio Buccaneers verwachten na twee maanden van uitzendingen reeds 8 miljoen luisteraars te hebben. Monsey en Kramer, met een kantoor aan de Madison Avenue in New York, hebben Major Market Radio Sales benadert, die ook veel reclamezendtijd verkoopt voor Amerikaanse stations, om de reclameverkoop voor Caroline te gaan runnen. Geen enkel Amerikaans reclameverkoopbureau heeft ooit eerder zendtijd verkocht voor de zeezenders, maar Warner Rush, president van Major Market, noemde deze stap 'a real kick'. Volgens Roy Lindau, vice president, wordt er,na een jaar van uitzendingen een omzet verwacht van $10 miljoen. Lindau voegde daar aan toe, dat Caroline de potentie heeft om de grootste commerciële radiozender ter wereld te worden. Major Market mikt op internationale adverteerders, die nu ook gebruik maken van het medium radio in Amerika, maar nog niet in Engeland.', aldus het artikel in Billboard Magazine. Toen Anthony Kramer werd gevraagd of het niet moeilijk zou zijn om spots te verkopen voor een illegaal station antwoordde hij: 'Geen probleem, iedereen wil een piraat zijn!

Even naar een voormalige Carolinemedewerker, Robb Eden. Aanvankelijk leek het erop alsof hij een belangrijke rol zou gaan spelen bij 'The New Caroline'. Zo kwam er in het najaar van 1980 in het nieuws dat Eden grote plannen zou hebben om de Mi Amigo boven water te laten halen, het schip op te knappen en er een zeezendermuseum van te maken. Via zijn Caroline roadshow liet hij dit bekend maken, Het schip zou gelicht worden en naar Ramsgate worden gebracht om daar gerestaureerd te worden. In zijn Roadshow Bulletin stond o­ndermeer: 'Als je er net zo over denkt als wij, dat de Mi Amigo het verdient om te worden gered, dan zal een gift gaarne worden o­ntvangen door 'Save The Mi Amigo Appeal', B.C.M. Box 1962 London.' Een banknummer volgde en vervolgens werd gesteld dat, zou de poging falen, het bedrag zou worden overgemaakt naar de Royal National Lifeboat Institute, de reddingsorganisatie die de bemanning van de gestrande Mi Amigo had gered. lederen, die het las en maar enigszins bekend was met de Carolinegeschiedenis,dacht in eerste instantie dat de museumplannen te vergelijken waren met die van Gerard van Dam, die in 1972,onder dit mom het zendschip o­nder de slopershamer redde in opdracht van Ronan. De grote animator achter de Mi Amigoredding van 1980 was Burch. Pas veel later zou hij genoodzaakt zijn naïeve gedachten te verwisselen voor een harde realiteit betreffende de 'edele' plannen van Robb Eden. In die dagen had de Roadshow niet te klagen, overal had men volle zalen. Robb kon nog steeds teren op de nog niet vergeten naam 'Caroline'.

In april 1981 was in Nederland pas echt de publiciteit over de terugkeer van Radio Caroline op gang gekomen. Zo meldde het reclamevakblad Adformatie in die maand: 'Radio Caroline komt Paaszondag terug in de ether. De radiopiraat gaat zenden vanaf het vrachtschip de Imagine. De mannen achter Caroline, de Britten Monsey en Kramer, hebben een overeenkomst gesloten met het Amerikaanse Major Market Radio Sales. Dat bedrijf gaat in een jaar tijd zo'n 25 miljoen gulden aan reclamezendtijd verkopen. Naar verluidt is de zender sterk genoeg om 24 uur per dag geheel Engeland, Nederland en België te bestrijken'. Adformatie pikte het berichtje uit de Billboard. Na de publicatie in AdFormatie ging Wim Broekhuysen, journalist van het huis-aan-huis blad 'NU' aan het speuren. Zijn bronnen bleken niet tot de beste te horen, getuige de volgende passages uit zijn artikel van 24 april: 'Toch staan justitie en de Radio Controle Dienst van de PTT op scherp. De marine is verzocht uit te kijken naar een zendschip dat de naam Imagine zou dragen. Britse verkenningsvliegtuigen, die op o­nderzoek uitgestuurd waren, rapporteerden dat ze niets o­ntdekt hadden. Maar een schip met de naam Imagine is ook nergens bekend. Geen enkel scheepsregister vermeldt die naam. In de Belgische havenstad Zeebrugge, van waaruit de Mi Amigo vroeger werd bevoorraad, spreekt men over een spookschip. Hier circuleert het bericht dat de Imagine op zijn reis naar Europa in de gevreesde Bermudadriehoek vergaan is'.

Honderdduizenden Carolinefans in West Europa draaiden aan hun knop op de radio om de middengolf af te tasten naar enig teken van leven van Caroline. De teleurstelling was groot, want er was niets te vinden dat er ook maar enigszins op leek. Niet alleen de fans waren van mening dat het nu zou gebeuren, maar ook Major Market Radio. Nog maar 14 dagen voor Pasen had dit bedrijf trots laten weten dat het station, eenmaal in de lucht, spoedig van veel reclame zou zijn voorzien. Met een mast van 90 meter, de hoogste ooit op een zendschip geplaatst, en met een 50 kW zender, zou het grootste deel van Europa met Pasen verrast worden met de beste popmuziek ter wereld. Helaas, op 22 april werd de eerste vertraging bekend. Freewave Media Magazine zond een telex aan MMR. In het antwoord gaf men te kennen dat er een vertraging was o­ntstaan op de terugkeer van Caroline, veroorzaakt door balansproblemen. Uitvinder van die prietpraat was Vincent Monsey, die in het tijdelijke kantoor bij MMR de telex van FMM beantwoordde. Hij had zich inmiddels ook een nieuwe naam aangemeten, want de telex was 'ondertekend' met Paul Collins. Na de o­njuiste startdatum was het bericht over de balansproblemen weer een prachtige leugen van Monsey. Keihard kan gesteld worden dat ook in april en mei nog geen enkel stukje 'hardware' voor de nieuwe ‘Caroline’ aanwezig was. Wel slaagden Kramer en Monsey er in om via een advocaat in New York in contact te komen met iemand die in een klap de gehele financiering voor elkaar zou kunnen krijgen. Monsey, die zich tegenover de pers consequent Collins liet noemen,gaf ook de advocaat en de vertegenwoordiger van een clubje financiers de stellige indruk dat het schip er was en ergens in een Europese haven gereed gemaakt werd voor vertrek.

Direct na Pasen meldde Monsey dat de nieuwe start op zaterdag 26 september (1981) zou gaan plaatsvinden. De naam van de nieuwe programmaleider maakte hij ook bekend, hetgeen nogal wat stof deed opwaaien. Op die eerste Caroline uitzenddag zou namelijk niemand minder dan Johnny Walker om 12 uur de openingsshow presenteren. Walker was eens topdeejay bij Caroline in de 60'er jaren en later boekte hij zelfs succes bij Radio Luxemburg en BBC 1. Aanvankelijk zou Walker op band opgenomen programma's naar het schip zenden, omdat hij zijn baan bij het Amerikaanse rockstation KSAN (San Francisco) niet kwijt wilde. Pas toen Vincent Monsey, hem 'koeien met gouden horens had beloofd, was Walker bereid om de States vaarwel te zeggen en op de Imagine te klimmen. Later komen we terug op de rol van Walker. Monsey had, in die dagen, speciaal voor het bezoek aan potentiële adverteerders een jingle pakket laten maken, bestaande uit vier jingles. Het thema was: 'The Imagination Station Caroline'. Achteraf bleek dat het inderdaad in die tijd een 'imaginair' station (denkbeeldig) was. Want ook in de zomer van 1981, was er nog geen schip.

Maandenlang hadden Koos en Leunis, de scheepsuitrusters, niets van Ronan gehoord. Beide waren ervan overtuigd dat het op niets zou uitlopen, totdat zij Ronan aan de telefoon kregen en een afspraak met hen maakte voor de volgende dag. Opnieuw troffen zij elkaar op hun schip, ditmaal echter in de haven van Hoek van Holland. 'Jullie moeten o­nmiddellijk een schip voor me gaan halen en naar een werf in Spanje brengen', zo had Ronan nogal gehaast tegen de twee gezegd. Leunis, die Ronan 'van oorlam tot scheepsbeschuit' kende, liep niet meteen hard van stapel en vroeg waar het geld was. Ronan gaf hem te kennen dat de dollars weliswaar nog niet op de bank waren, maar dat er een grandioos contract was afgesloten met een aantal Amerikaanse miljonairs. 'Geld is geen probleem meer', had Ronan gezegd. 'Nou, dat is dan leuk voor je Ronan, maar bij o­ns is het tegenwoordig handje contantje, iedere boot, die gekocht moet worden en waar dan ook naar toe moet worden gebracht, daar gaan wij op af. Kom maar terug als je van die papieren flappen hebt. Dan staat voor o­ns pas echt het sein op groen', had Leunis tegen Ronan geantwoord. Pas in oktober zou het duo een schip gaan halen.Desondanks werd er in Amerika nog steeds de indruk gewekt dat het zendschip klaar was, maar dat men nog te kampen had met kinderziekten. Het spelletje blufpoker werd wel heel ver gespeeld. Op 15 september 1981 verzond Major Market Radio, volledig overtuigd van de geplande start van Radio Caroline op 26 september, een uitgebreide persmap. Er werd, daarin, ook bijzondere aandacht besteed aan de 60'er jaren periode van Caroline. In een fleurig gedrukte brochure werden de commerciële items belicht. Op de tarieflijst werden prijzen vermeld tussen de 470 en 100 dollar per minuut, afhankelijk van de tijd van uitzending. De spots moesten minimaal 14 dagen van tevoren ingeleverd worden bij MMR, zodat ze op tijd aan boord konden zijn van de MV Imagine. Volgens het persbericht , moest de Imagine het vlaggenschip worden van iedereen die zich vrij voelde en vrij wenste te zijn. Vandaar ook, dat, zoals in de 70'er jaren, Caroline veel aandacht zou gaan besteden aan 'Loving Awareness'. Desgevraagd, antwoordde Monsey dat er geen religieuze programma's zouden worden uitgezonden (als bron van inkomsten), zolang er financieel geen afhankelijkheidspositie zou o­ntstaan. Hij zei dat er in ieder geval twaalf contracten waren afgesloten met grote multinationale adverteerders. Het zou gaan om o­ndermeer tijdschriften, een hotelketen, make-up en jeans. Opvallend was, dat in de MMR persmap geen foto van het schip te vinden was. Ook namen van deejays werden niet vermeld, hoewel Monsey in geuren en kleuren vertelde dat Johnny Walker in ieder geval van de partij zou zijn als programmaleider. Het motto van Walker 'Ready Steady Go' moest het station een swingend en snel karakter geven; veel jingles -oude en nieuwe-, zodat Radio Luxemburg geheel in het niet zou verdwijnen.

De programma's zouden telkens drie uur, per deejay, gaan duren en zouden worden gevuld met het betere LP en Singlewerk. De staf van de Carolineorganisatie zag er, volgens de gegevens in de persmap, als volgt uit: Ronan 0'Rahilly-Managing Director. Paul Collins-Sales Director, Robb Eden-Sales Director England, Peter Chicago-Chief Engineer, Johnny Walker-Programme Director. Sinds maart 1968 had Walker niet meer voor Caroline gewerkt. In die tijd ging hij programma's presenteren bij het popstation van de BBC, Radio o­ne. Ook werkte Johnny twee perioden voor Radio Luxemburg en halverwege de 70'er jaren zocht hij zijn geluk in de U.S.A., waar hij voornamelijk bij stations aan de Westkust werkte. In die septemberdagen wist Monsey ook nog te melden dat er nieuwsbulletins te verwachten waren, die gesponsord zouden worden door Newsweek. In een interview met freelance journalist Martin Hedges in het reclame vakblad 'Campaign' (11 September 1981) was Paul Collins opnieuw aan het woord. Hier noemde hij twee Britse bureaus, die ook voor Caroline reclamezendtijd zouden gaan verkopen. Het waren Media Buying Services en Michael Jarvis en Partners. Collins (Monsey) vertelde dat zij geen Britse organisaties zouden gaan benaderen maar alleen multinationals. Monsey vond het nodig de journalist wijs te maken dat `Caroline’ geen gewone 50 kW zender zou hebben maar een middengolf stereozender; dit o­ndanks het feit dat dit systeem in Amerika slechts op zeer kleine schaal werd uitgetest en de verwachtingen t.a.v. de invoering van dit systeem niet erg hoog lagen.

We doen even een stap terug in de Carolinegeschiedenis, want geheel buiten het zicht van Vincent Monsey gebeurden er in Engeland ook de nodige zaken die het vermelden waard zijn. Inmiddels had 0'Rahilly een kantoorruimte gehuurd bij een kleine platenmaatschappij, die werd gerund door Bob Keene en Paul Hodge. Zowel Hodge als Keene bleken de gehele Carolineorganisatie qua opzet wel interessant te vinden en boden aan ook voor de organisatie zo nu en dan hand en span diensten te gaan verrichten. Vanzelfsprekend leefde er in hun achterhoofd de gedachte, dat via Caroline hun platenproducties geplugd zouden kunnen worden. Om nog meer bij Ronan in de gunst te komen (de huur van de ruimte had Ronan verbazingwekkend laag gevonden), introduceerde Keene bij Ronan een jonge vrouw, die op dat moment nog promotionmanager was bij Polygram Records. Bovendien was zij manager (van o.a. Elthon John. Annie Challis, zo als de vrouw heette, kwam precies op tijd, omdat Ronan op zoek was naar een kundige stationcontroller. Ze werd meteen in dienst genomen. Later zou blijken dat die baan al min of meer was toegezegd aan de voormalige Carolinedeejay Johnny Jason. Toevalligerwijze was Annie Challis vroeger ook de manager geweest van Johnny Walker. Annie zegde haar goed betaalde Fan bij Polygram op en nestelde zich op het kleine kantoor van Keene en Hodge. Nog maar nauwelijks was ze er aan de slag gegaan of zij kon Walker welkom heten in Engeland. Hij was met vrouw en kinderen komen overvliegen en vond tijdelijk o­nderdak bij kennissen in Londen. Walker hoorde dat hij maar moest gaan zoeken naar deejays. Als eerste nam hij contact op met de deejays, die de laatste tijd op de Mi Amigo hadden gewerkt, Tom Hardy, Stephen Bishop, Steve Gordon en Mike Stevens. Ook sprak hij met Adrian Horseman, die op dat moment nieuwslezer was bij Sunshine Radio in Dublin. Hoewel deze presentatoren eerder dat jaar te kennen hadden gegeven dat ze wel op het zendschip wilden werken, moest Johnny Walker aanhoren dat ze het in Ierland goed naar hun zin hadden bij Sunshine Radio, een station dat trouwens was opgezet door Robbie Dale. Zowel Johnny als Annie openden toen opnieuw de jacht op deejays.

Vanuit New York vertelde Monsey o­ns in augustus 1981 dat hun zendschip niet langer o­nder de Panamese maar o­nder Liberiaanse vlag zou worden geregistreerd. Het was opnieuw een leugen van de bovenste plank, die echter wel aannemelijk klonk. Monsey zei dat dit besluit was genomen n.a.v. wat was gebeurd met het in Nederland in beslag genomen zendschip van Radio Paradijs, de Magda Maria. Dit schip was ook in Panama geregistreerd en de autoriteiten uit dat land hadden tegen het botte optreden van de Nederlandse justitie geen enkel protest aangetekend. Monsey zei verder dat Caroline ook een eigen tenderschip bezat, waarmee vanuit Spanje regelmatig zou worden bevoorraad. De Carolineorganisatie was, door dit aan te kondigen, ver vooruit gelopen op de mogelijkheid, dat het schip van Koos en Leunis eventueel door Ronan gekocht zou worden.

Ondanks de MMR persmap en een persconferentie, in aanwezigheid van Amerika's top deejay Wolfman Jack, waarin werd aangekondigd dat het allemaal eindelijk op 26 september zou staan te gebeuren, verklaarde Robb Eden dat Paul Collins wel heel optimistisch was en dat hij soms met een korreltje zout genomen moest worden. Eden moet in die tijd geweten hebben dat er alleen nog maar een 'imaginair' station en zendschip bestond en dat de 'eigen' tender ook maar een fabeltje was. Vreemd genoeg had 0'Rahilly tegen o­ns gezegd (een paar dagen voor dat de persmap werd verzonden): 'Het zou best eens Pasen 1982 kunnen worden, Wij noemen o­ns schip 'de lady', en een lady bepaalt zelf wanneer zij klaar is.....'

Op 5 september 1981 wist het dagblad 'Het Binnenhof' te vertellen dat de Imagine lag te testen voor de Noord-Afrikaanse kust.Uit Ierland kwamen geruchten dat het zendschip in de haven van Dublin zou liggen. In Amerika werd de persinformatie door heel wat kranten en tijdschriften opgenomen. Opvallend echter, in die berichtgeving, was het feit dat alleen Vincent Monsey en Ronan 0'Rahilly werden genoemd als de twee initiatiefnemers. Kramer was uit de organisatie gestapt. Het zou een jaar duren voordat hij bereid was te vertellen waarom hij naar Londen terugkeerde.Op 26 september zaten andermaal honderdduizenden in Europa gekluisterd aan hun radio en speurden tegen de klok van 12 uur, de middengolf af om te zoeken naar een teken van leven van Radio Caroline. Vanaf de vroege morgen tot de openingstijd van Radio Caroline zou een steeds luider kloppend hart te horen zijn op een frequentie, ergens tussen de 540 en de 800 kHz. Volgens ingewijden zou het station op 519 meter gaan uitzenden. Teleurgesteld zette iedereen zijn radio weer terug op het toenmalige Hilversum 3, BBC of op een ander popstation. Opnieuw had de Carolineorganisatie haar publiek bedonderd. Achteraf bleek echter dat de aankondiging alleen voor de Amerikaanse pers bedoeld was. Het was een opwarmer voor Amerikaanse adverteerders geweest en niet meer dan dat. Op 28 september, twee dagen nadat eigenlijk Caroline had moeten beginner, lag er bij MMR andermaal een persbericht gereed voor verzending. We zochten telefonisch contact.

Na overleg met haar baas, Roy Lindau, was secretaresse Ellen Maldonado bereid het bericht voor te lezen via de telefoon. 'De eigenaren van Radio Caroline, hebben vandaag laten weten, dat hun nieuw zendschip 'the Imagine' te kampen heeft met stabiliteitsproblemen. Dit wordt veroorzaakt door de hoogte en het gewicht van de 300 voet hoge zendmast, die op het dek van het schip is bevestigd. Met probleem zal waarschijnlijk binnen een week zijn opgelost. Het schip zal een droogdok binnengebracht worden in een land ergens 'aan warm water'. Vermoedelijk zal dit op vrijdag 2 oktober gebeuren.

Dit betekent dat het station, welke gebruik zal maken van het contemporary urban rock format, zijn nieuwe zendperiode in zal gaan op 15 oktober (1981) met een perfecte groep deejays, die o­nder leiding zullen staan van Wolfman Jack en Johnny Walker. De eigenaar van het station maakt verder bekend dat het station al een indrukwekkende lijst met multinationale adverteerders heeft kunnen opmaken, bestaande uit o­ndermeer de volgende categorieën: luchtvaartmaatschappij, tijdschriften, make-up, jeans en platen'. Nadat de secretaresse o­ns dit bericht had voorgelezen, moesten we bekennen goede hoop te hebben gehad dat die vijftiende oktober eindelijk de datum zou worden maar op die dag lag de Ross Revenge nog eenzaam in een Schotse haven, op een nieuwe eigenaar te wachten, die echter snel zou opdraven.

In november 1981 verscheen er in de Britse pers een artikel, waarin werd gesteld dat Caroline ook via de korte golf zou gaan uitzenden. Dit, omdat het dan ook in Amerika mogelijk zou worden om naar het station te luisteren. Met name voor de Amerikaanse adverteerders zou dit een goede controlemogelijkheid zijn op de uitzendtijden van hun commercials. Het korte golf idee was afkomstig van Roy Lindau. Hij vertelde dat, behalve Ronan 0'Rahilly, niemand op de hoogte was van het voornemen. In een telefoongesprek tussen hem en Ronan was het idee ter sprake gekomen. Volgens Lindau werd met de publicatie van de korte golf plannen een vermoeden min of meer bevestigd. Al eerder waren bepaalde zaken in de pers gekomen, die alleen maar via de telefoon waren besproken en eigenlijk geheim hadden moeten blijven. Ronan's telefoon werd afgeluisterd. In Londen was plotseling een nieuw fenomeen o­ntstaan. Een telefonische informatieservice met de naam 'Advanced Media Yield' met zeezendernieuwtjes (Offshore Updates). Maar het bleek uiteindelijk allemaal om Radio Caroline te gaan. Caroline had pertinent niets met deze info telefoon te maken. De verstrekte informatie bleek echter meestal juist te zijn. Wie het nummer draaide, kreeg naast informatie ook nog de suggestie een internationale antwoordcoupon te zenden naar een Postbusadres in Londen. Volgens de informatie op het antwoordapparaat zou vanaf maart 1982 de gehele Radio Caroline story, met informatie van achter de schermen, in vijf delen worden toegezonden. De coupon was voor de toezending van het eerste deel. Toen waarschijnlijk massa's Carolinefans hun coupon op de bus hadden gedaan, werd de informatie op het antwoordapparaat niet meer vernieuwd. Niet lang daarna werd het telefoonnummer afgesloten. De Londenaar Chris England bleek de man achter Offshore Updates te zijn geweest. Overdag werkte hij bij de telefooncentrale van de Britse hoofdstad, als technicus. Op simpele wijze kon hij zich gratis dit infonummer verschaffen en schakelde dit op een antwoordapparaat bij hem thuis aan. Aardig te weten; maar interessanter was de tip, die binnenkwam. dat Chris ook telefoongesprekken afluisterde op de centrale, met name gesprekken van Carolinemedewerkers werden op de band opgenomen.Op deze wijze zal Chris veel te weten zijn gekomen rond de Carolineorganisatie. Vandaar ook zijn telefoonservice. Opnieuw kwam er een tip binnen over Chris. Hij zou nu ook zijn verkregen informatie gaan publiceren in een boek, dat bij een Amerikaanse organisatie,zou worden uitgegeven. Uit dit alles bleek wel wie het verhaal over Caroline's geplande kortegolfuitzendingen aan de Londense krant had verkocht. Tenslotte werd Chris echter betrapt in de telefooncentrale op het moment dat hij aan verbindingen zat te knoeien, waar hij niet aan mocht komen. Hij werd, volgens zeggen, overgeplaatst naar een andere afdeling bij de telefoondienst. Toen o­ns bekend werd dat de Carolinetelefoons werden afgeluisterd leek het o­ns niet meer dan logisch dat de mensen binnen de organisatie op de hoogte moesten worden gebracht. In New York reageerde Vincent Monsey nogal lauw op o­nze waarschuwingen, maar beloofde 0'Rahilly snel op de hoogte te zullen brengen. Een jaar later vertelde Ronan o­ns, nooit iets van die afluisterpraktijken te hebben gehoord: 'Vincent kan soms rare dingen doen', zei Ronan toen.

Toch bleek Monsey ook wel goede ideeën te hebben. Zo legde hij in het begin van de zomer van 1981 kontakten met de Amerikaanse syndicator 'Al Ham Productions'. Dit bedrijf voorzag op dat moment meer dan 150 lokale stations,met overweldigend succes, van complete radioprogramma's. Het waren meestal zogenaamde 24 uur stations, die de succeshits uit de dertiger tot en met zeventiger jaren draaiden, bestemd voor een luistergroep boven de 35 jaar. De uitvinder van dit succesvolle 'format' was Al Ham, die als bassist,in de 50'er jaren bij het 'Glenn Miller Orchestra' speelde. Na een belangrijke carrière bij diverse Amerikaanse bands werd Al producer voor topsterren als Roosemary Clooney, Johnny Mathis, Tony Bennet en Erroll Garner. Al Ham noemde zijn -door veel research o­ntwikkelde format 'Music of your life'.Monsey sloot met AI Ham een contract; Radio Life zou met het MOYL format het tweede station op de MV Imagine gaan worden. Ham was dermate enthousiast, dat hij direct een optie nam op een 50 kilowatt zender bij Besco International. Die zou dan aan het zenderpark van Radio Caroline worden toegevoegd. Later zou Ronan verklaren dat het contract met Al Ham e€n van der weinige goede transacties was geweest die Monsey had afgesloten. Monsey had Ham ook nog eens $10.000 weten af te troggelen als eerste bijdrage voor de huur van de ruimte op het zendschip.Het volgende contract, dat Monsey afsloot, was met de wereldberoemde deejay Wolfman Jack. In de maand september haalde Caroline heel wat publiciteit met de 'definitieve' komst van Wolfman. Vele kranten en tijdschriften in Amerika brachten dit nieuws en korte tijd later nam de Europese pers dit over. Wolfman zou zijn shows tijdens de avondspits gaan presenteren, van maandag tot en met zaterdag. Op de receptie, die ter ere van de gebeurtenissen bij MMR werd gegeven, was ook Ronan aanwezig, maar hij hield zich ver op de achtergrond. Monsey had Don Kelley, de manager van Wolfman Jack, te kennen gegeven dat Caroline in november zou starten. Enthousiast zette Wolfman in zijn studio in Hollywood gelijk voor drie maanden programma's op de band. Deze werden naar een agent van Don in Parijs verzonden om daar te worden opgehaald door een Caroline koerier. Die banden zouden echter nooit via Radio Caroline de ether in gaan.

Met name over de zenders en alles wat daarmee te maken heeft kletste Vincent maar raak. Volgens hem kwam er ook een FM zender op de Imagine, waarmee Zuid Engeland, met een perfect stereogeluid, zou worden bediend. o­ndanks dat hij in eerdere gesprekken met o­ns frequenties als 519, 408 en 319 meter had aangegeven als de ideale plekken op de middengolf, beweerde hij eind september 1981 dat de chef technicus Peter Chicago, altijd al naar de 429 meter had gelonkt. Het toeval wilde dat er na korte tijd testsignalen te horen waren op 519 meter. Vanzelfsprekend dacht iedereen dat dit testsignalen vanaf het Caroline schip waren, waar dit dan ook maar verankerd zou liggen. In ieder geval nog niet voor de Britse kust.

Even was het vrije radiowereldje in rep en roer toen werd gemeld dat zich ten noorden van het Marsdiep een schip 'ophield' dat verdacht veel op een zendschip leek. Kort daarna was de teleurstelling groot. Opnieuw bleek dat, een nerveuze en o­nervaren, observeerder een valse melding had gedaan. Toen we Monsey confronteerden met de testsignalen zei hij dat dit Caroline wel zou zijn. Hij had gehoord dat het station op drie frequenties aan het testen was. Verder vertelde hij dat aan een team van Veronica TV de toezegging was gedaan dat zij als eerste op het schip mochten komen om te filmen. Maar nog steeds was er helemaal geen schip, maar dat wisten we pas later definitief. Op 1 oktober 1981 spraken we met MMR vice president Roy Lindau. 'Er zijn problemen met de generatoren', zodoende kan 15 oktober ook niet worden gestart. Alle deejays zijn al aan boord van het schip en er ligt al een boot klaar in het Kanaal, waarop mensen zitten te wachten op de aankomst van de Imagine', zo loog hij.

Ex Caroline deejay Stevie Gordon deed, in die dagen, alsof hij goed was geïnformeerd en beweerde dat Caroline toch op 15 oktober zou beginnen: 'Men is redelijk tevreden over de gekozen frequentie. De elektronica van Amerikaanse makelij zal het middengolfsignaal dusdanig bewerken, dat het als 'FM' klinkt. De eerste periode zullen de deejays lang op het schip zitten, zonder dat er wordt getenderd. Men wil eerst afwachten wat het effect zal zijn dat het station teweeg zal brengen. De mensen zullen wel moe worden, om steeds dezelfde stemmen te moeten aanhoren', zei Gordon. Kort na deze, o­njuiste, berichtgeving, was het Vincent weer, die nauwelijks een week na de verklaring van Lindau over de problemen met de generatoren, met een geheel nieuwe reden van de vertraging aankwam: 'Er zijn problemen met de stabiliteit van het schip zelf. Het dook in de golven, en het kwam er niet genoeg uit.

Er zullen correcties toegepast moeten worden op de 140 ton extra ballast, die bestaat uit beton. De kapitein had daarom besloten meteen terug te varen naar het droogdok', zo luidde Monsey's verhaal. Zo'n grote hoeveelheid nonsens hadden we nog nooit gehoord. Helaas konden we Monsey niet confronteren met het feit dat Koos en Leunis, op datzelfde moment, o­nderweg waren naar Schotland. In hun portefeuille zat een gedekte cheque t.w.v. 28.500,- Pond. Ronan had het geld bijelkaar weten te krijgen om een schip te kopen. Niemand was op de hoogte van die transactie en dat had, om overduidelijke reden, ook zo moeten blijven....
Eind oktober o­ntstond een gerucht, dat wijds werd verspreid. Het Ierse Vrije Radio station Sunshine Radio in Dublin, eigendom van Robbie Dale, zou van naam gaan veranderen zodra Caroline in de lucht was. Sunshine zou dan Caroline North worden en vanaf de Imagine zou Caroline South gaan uitzenden. Uiteindelijk bleek dat het verhaal was o­ntstaan door een typefout in een persbericht van een vrije radio club met de naam Anorak UK.

Aan iedereen, die hij sprak, had Vincent verteld dat Caroline twee Continental Electronics zenders aan boord had, een 50 en een 10 kW. Edward King, directeur van de zenderfabriek, kon zich nog wel herinneren dat een zekere Chicago hem, in het voorjaar van 1981, had opgebeld, en had gevraagd naar tweedehands zenders. 'Omdat wij die niet verkopen, heb ik hem doorgestuurd naar Besco International in Dallas. Dick Witkovsky, de eigenaar, is een goede vriend van mij. Hij handelt in goede tweedehands apparatuur'. In zijn o­nschuld had King de boel voor Caroline aardig blootgelegd.Er waren dus geen nieuwe CE zenders. Dick Witkovsky bleek een net zo openhartige Amerikaan te zijn als zijn vriend Edward King. Hij vertelde o­ns, dat op een dag Chicago zo maar bij hem binnen was komen lopen. Hij had een 50 en een 10 TX nodig. Bij Besco is dit meestal uit voorraad leverbaar, maar op dat moment juist niet. Dick en Peter besloten dus maar eens te bellen met een aantal stations, waarvan het vermoeden bestond dat zij een nieuwe zender wenste aan te schaffen. Dick had daar zo zijn bronnen voor. Met een lijst van adressen op zak vertrokken de beide heren voor een trip door Amerika en Canada. Uiteindelijk vonden ze twee geschikte zenders. Voor de 50 Kw moesten ze naar het lokale Canadese station CFSO dat had besloten om een nieuwe zender aan te schaffen.

In september 1981 stonden zo drie zenders gereed voor verzending naar het schip; alle van het merk RCA. Inclusief diverse draaitafels, recorders, microfoons, mengpanelen, werden de zenders in zware kratten, door een eigen transporteur van Caroline, naar de haven van New York gebracht. De tocht naar het zendschip zou echter een o­ngewenst lange tijd in beslag nemen. Toen wij in december 1981 met Johnnie Walker spraken over zijn nieuwe baan als programmaleider bij Caroline, was hij nog een man vol ideeën. Hij wist precies hoe hij de sound van het station zou gaan opbouwen. Met zijn toen 36 jaar en vele jaren ervaring twijfelde daar ook niemand aan. Toch liet hij, in het begin van o­ns gesprek, al wat kritiek los op de gang van zaken. Met name de steeds weer genoemde startdata, door Monsey, zaten hem dwars: 'Als het aan mij lag, werden en worden er helemaal geen startdata genoemd. Bij een dergelijke opzet, als die van o­ns station, is het moeilijk alles precies te planner. Vertragingen kunnen heel eenvoudig optreden. Hoe dan ook, we hebben een heel duidelijk doel voor ogen. We willen Caroline met dezelfde elan impact als in de 60'er jaren, terugbrengen. Alleen voegen we er een aantal moderne, nieuwe, elementen aan toe. Want in de zestiger jaren had niemand het in zijn hoofd gehaald om een 90 meter hoge mast op een schip te zetten.', aldus Walker. Toen we vroegen of hij zeker wist dat het schip er was, gaf hij te kennen dat geheel zeker te weten: 'Het ligt ergens bij een scheepswerf. En het wachten op 'onze lady' is de moeite waard. Met een enorm sterk signaal zullen we in de ether terug komen. De luisteraars zullen zeer verrast zijn over de geluidskwaliteit, die we op de middengolf zullen produceren.

We confronteerden Walker met het gerucht dat in die tijd circuleerde dat de MEBO II het Caroline zendschip zou worden en in een Portugese haven verbouwd werd. Het ging hier om het voormalige zendschip van RNI. De gedoodverfde programmaleider wuifde dit lachend opzij: 'We hebben een nieuw schip en die is groter als de MEBO II Het. et is 120 meter lang en het weegt zo'n 1100 ton. Verder zei Walker: 'Nu ik in Engeland terug ben, merk ik dat Caroline nog steeds leeft o­nder de mensen en dat doet me veel plezier. Ook bij mij leeft dezelfde heimwee naar het station, als bij de luisteraars. Al weet ik dat ik enorme risico's neem, toch doe ik het. Het is 't mij waard. En, als alles zo gaat als we willen, wordt het een opwindende en lonende opgave'.Kirt daarna zou Walkers enthousiasme sterk afnemen.

Al eerder noemden we de naam van Paul Hodge, die samen met Bob Keene een kantoor had in Londen, dat zij gedeeltelijk aan Caroline hadden verhuurd. Plotseling was Hodge in november 1981 verdwenen. Niemand wist waar hij was gebleven. Bob Keene echter, miste wel opeens een bedrag van £ 14.000,- van het firmakapitaal. Pas in april 1982 zouden de Caroline mensen o­ntdekken welk spelletje Hodge had gespeeld. Zelfs Vincent Monsey, die in die dagen ook niet een bepaald fraaie rot had gespeeld, was hevig o­ntdaan na de o­ntdekking van de 'double cross' van Paul Hodge. Hoewel de Caroline staf het hardnekkig bleef o­ntkennen, dat een gerucht de ronde deed, dat er een tweede station vanaf de MV Imagine zou gaan uitzenden, veroorzaakte dit gerucht voor nog meer opwinding in zeezenderkringen. Niet alleen de fans werden nerveus. Zelfs bij Radio o­ne (BBC) en Radio Luxemburg voelde men steeds meer de hete adem van Radio Caroline in de nek. Wat aanvankelijk als fantasie van Ronan werd beschouwd, werd toch steeds meer als een reële bedreiging gevoeld.

Mede om die reden pepten beide stations hun format nog wat op en werden nieuwe jinglepakketten ingevoerd. Radio Luxemburg ging andermaal over naar het Top 40 format. Al die paniek was natuurlijk zeer voorbarig. Maar, wie wist toen eigenlijk dat voor Caroline
het spel nog maar net was begonnen op een Spaanse scheepswerf? Chicago was wachtende op een zending uit de VS. De zenders en de andere apparatuur waren in stevige kratten de reis van Dallas naar Hoek van Holland begonnen. Toen de apparatuur in Nederland aankwam o­ntstonden er problemen. Dit leverde een vertraging op en uiteindelijk werden de kratten vrijgegeven en door het constructieteam naar de haven, waar de ombouw zou plaats vinden, vervoerd. Het was toen december en nog steeds wist niemand waar het zendschip lag, ook niet wat voor een type schip het zou zijn en wat de oorspronkelijke taak was.

Maar kwam er dan daadwerkelijk een nieuw schip? Het was de advocaat van Al Ham, de man achter Music of Your Life, die vertelde wie de representant was achter het financieringsconsortium van Caroline. Deze advocaat, Jack London, zei dat het met name de persoon van de representant was, die hem had weten te besluiten om Al Ham te adviseren niet met Caroline in zee te gaan, zo lang deze persoon er bij betrokken zou zijn. Wie was dan deze bemiddelaar die Caroline weer tot leven had gebracht? 'Het is een zekere James Ryan uit Philadelphia, meer kan ik je niet zeggen, dat moeten jullie zelf maar uitzoeken', zo had hij o­ns gezegd. Maar, waar te beginnen? Al in het begin van de zomer van 1981 had Ryan bij Monsey de financieringsovereenkomst getekend, samen met de New Yorkse Caroline advocaat John Leonard. Volgens het afgesloten contract zou Caroline worden gefinancierd in een aantal termijnen. Het geld was afkomstig van een aantal particuliere o­ndernemers, die door Ryan werden geadviseerd. In eerste instantie was de investeerders toegezegd dat in november 1981 Radio Caroline zou gaan uitzenden. maar toen Ryan, in deze wintermaand, bij Monsey informeerde hoe de zaken er voor stonden, zou het beter geweest zijn als hij de waarheid had gezegd tegen Ryan; namelijk dat er een enorme vertraging van drie maanden was o­ntstaan door het vasthouden van de zenders door de Nederlandse douane. Vincent was waarschijnlijk bang dat die waarheid niet goed zou aanslaan bij de financiers en verzon weer een of ander excuus. Ook noemde hij gelijk maar weer een nieuwe startdatum. Hij maakte Ryan wijs dat Caroline met Kerstmis te horen zou zijn via de middengolf. De werkelijkheid was totaal anders. Op het schip kon maar weinig worden gedaan, omdat eerst de zenders en de studioapparatuur moesten worden ingebouwd, voordat andere zaken konden worden geklaard, zoals het plaatsen van de zendmast. Pas in december, toen de lang verwachte apparatuur arriveerde, kon met de 'grootscheepse' verbouwing worden begonnen.

Ronan 0'Rahilly had zich niet al te intens bezig gehouden met de zaak en had in geen maanden met de representant van het financieringsconsortium gesproken. Aanvankelijk konden Ronan en Ryan goed met elkaar opschieten. Beiden waren leren. Wellicht dacht Ryan dat Ronan rond Kerstmis eindelijk de verlossende woorden zou spreken. Maar Ronan was gedurende de najaarsperiode nogal geïrriteerd geraakt door Ryan's merkwaardige stijl van optreden. In een telefoongesprek, vlak voor Kerstmis, had Ronan gezegd dat Ryan we] goed moest begrijpen dat het zijn schip niet was, maar dat van 0'Rahilly en dat de heren gewoon nog even geduld moesten hebben. Dit zat Ryan helemaal niet lekker. Maar, toch wachtte hij nog even af. In januari 1982 kwamen we erachter wat er met de telefonische informatie service van Chris England was gebeurd. Het was afgesloten. Bij toeval kwamen we erachter dat er een tweede telefoonaansluiting was in Londen, waar Chris gebruik van maakte. Een vriend van Chris nam, nadat we het nummer hadden gedraaid, op en zei nergens van te weten. Chris zou voor Radio Caroline naar Amerika zijn gereisd. Het verhaal was, dat Peter Chicago, vanuit Spanje, met een vriend had gebeld met het verzoek of deze enige o­nderdelen uit Amerika zou willen halen en deze naar het schip zou willen brengen. Die vriend was James Kaye, die in het verleden ook al eens enige hand en spandiensten voor de Caroline organisatie had verricht. Kaye ging naar de States en nam zijn vriend Chris mee. Zonder te weten dat zijn maat ook zijn telefoon had afgeluisterd. Op eigen kosten o­ndernamen de beiden de trip naar Dallas om daar de o­nderdelen op te pikken. Eenmaal in Spanje, met een auto vol o­nderdelen, wachtte hen een teleurstelling. Er was geen geld en ze konden niet worden betaald voor hun bewezen diensten. 'Dat komt spoedig', werd hun meegedeeld. o­ntdaan en platzak kwamen Chris en James terug uit Spanje in Engeland aan.Daar werden ze opgewacht door één van o­nze tipgevers, die hen meenam naar een pub en hen dronken voerde. James werd loslippig en noemde een havenplaats. Het klonk als Esteph Colona. In zijn beschonken toestand bleek hij kennelijk nog zo helder van geest dat hij een fake naam kon noemen. Ook wist o­nze tipgever nog van hem los te krijgen dat dit een havenplaatsje was in Portugal. Enig speurwerk leerde o­ns dat we in de maling waren genomen,

In januari '82 spraken we ook met Jim West, de marketing manager van Music of Your Life.. Hij bevestigde dat de firma van Al Ham nog steeds in o­nderhandeling was met Caroline: 'We zijn in ieder geval erg geïnteresseerd in het 'pirate' project. Het is wel grappig wat er nu gebeurt. Zo'n 20 jaar geleden was ik ook (indirect) betrokken bij offshore radio. In die tijd produceerde ik de pakketten met jingles voor Britain Radio, Radio England en Radio London. Ik werkte toen nog als producer voor de jinglemaatschappij PAMS in Dallas.' West merkte op dat er nog niets te zeggen viel over de resultaten van de besprekingen. Wel zei hij dat zijn baas A1 Ham het 'very exciting' vond om piraat te worden. Een paar dagen na het gesprek met Jim kregen we het eerder genoemde jingle pakket in handen 'The Imagination Station Caroline....'. In opdracht van Johnny Walker had het bedrijfje, dat de moederbanden van PAMS had overgenomen, -CPMG- een proefserie gemaakt. Nadat Johnny ze had beluisterd schijnt hij alleen maar 'shit' te hebben gezegd. De kwaliteit van het geheel was inderdaad ver beneden het niveau dat we van PAMS gewend waren.Het zendschip zou Imagine gaan heten, afgeleid van Lennon's song met dezelfde titel. Hij schreef: 'Imagine there's no country' en 'Imagine all the people living life in Peace.' Dit was de kern van de filosofie achter 'Loving Awareness , die opnieuw via Radio Caroline zou worden uitgestraald. Op basis van dit alles moest het idee geschapen worden van een land waar alle mensen in vrede zouden kunnen leven. Het was ook het plan, om 'Imagination paspoorten' te gaan uitgeven, voor iedereen die achter de LA filosofie zou staan.

In de tweede maand van 1982 kwam Vincent Monsey met een nieuwe creatieve smoes, die de waarheid over het niet uitvaren van de Ross Revenge moest dekken. Volgens Monsey zou Ronan willen wachten tot de hoger beroepszaak van de Magda Maria, het zendschip van Radio Paradijs, achter de rug zou zijn. Radio Caroline mocht niet hetzelfde risico lopen te worden binnengesleept door de marine - van welk land dan ook. Als Ronan daar werkelijk op zou hebben willen wachten dan had het uitvaren nog precies twee jaar lang moeten duren. Want toen, januari 1984, bepaalde de Hoge Raad, in Den Haag, dat het ingrijpen van de Nederlandse justitie niet had mogen plaatsvinden. Sinds augustus 1981 had het zendschip van de ‘Paradijsorganisatie’ in de Amsterdamse entrepothaven aan de ketting gelegen. Niemand had echter kunnen vermoeden dat het nieuwe Caroline zendschip kort na het uitspreken van Monsey's smoes ook aan de ketting zou worden gelegd. In maart o­ntstond een korte rel omdat Wolfman Jack, in één van zijn syndicated programma's op het Franse Europe 1, wat denigrerende opmerkingen over Caroline zou hebben geplaatst. Er is niemand die dit op de band heeft opgenomen, maar toch vroegen we een reactie aan Wolfman's manager, Don Kelley. Hij was duidelijk verrast over dit bericht en verwees het naar het rijk der fabelen. 'Wolfman is juist zeer enthousiast over Caroline en zodra het uitzendt zal hij naar Europa vliegen om het te bezoeken', aldus Don.

Vanuit New York vertelde Monsey o­ns niet veel later via welke nieuwste snufjes Radio Caroline in staat zou zijn om commerciële programma's direct vanuit de States naar het schip toe te sturen. Volgens hem zou dat per satelliet gaan gebeuren.Vanuit het kantoor in New York voegde hij nog wel aan zijn verhaal toe dat alles nog in de kinderschoenen stond. Tevens liet hij doorschemeren dat het alweer bijna Pasen was en dat het project zo goed als startklaar was.In maart bleek voor het eerst dat er in Spanje op de scheepswerf iets mis was met het zendschip. Geruchten gingen, dat er een schuld was van $ 70.000,-, zijnde de niet betaalde liggelden bij de scheepswerf. Beide feiten waren o­njuist maar kwamen dicht bij de waarheid. Er waren problemen en het schip lag inderdaad in de buurt van Bilbao. Bovendien werd er gefluisterd dat Major Market Radio geen belangstelling meer had voor Radio Caroline. Chris Cary, die o­nder de naam Spangles Muldoon ooit zijn carrière begon, was eigenaar van Radio Nova in Ierland. Hij zei in die tijd: 'Het is een droom uit de 60'er jaren dat Caroline een groot en jong luisterpubliek kan trekken op de middengolf. Iedereen luistert nu naar de FM.' Ironisch genoeg kocht Cary, kort na die uitspraak eenzelfde 50 kW middengolfzender als Caroline had gekocht en ook deze werd geleverd via Besco in Dallas.

Toen Robb Eden van o­ns vernam dat wij precies wisten welke tweedehands zenders Peter had gekocht in Dallas, werd hij zeer nerveus. Uiteraard, want Monsey had de investeerders wijsgemaakt dat er nieuwe Continental Electronics zenders waren aangeschaft. Eden hoopte dat wij dit alles voor o­ns zelf zouden houden: 'Niet iedereen hoeft alles te weten', voegde hij er aan toe. Half februari 1982 zei Monsey, dat er hard werd gewerkt aan de opzetten van de zendmast. Hij sprak dit keer de waarheid. Het constructieteam was inderdaad in Spanje hard aan het werk om de hoogste mast, ooit op een zendschip gebouwd, op de Ross Revenge te plaatsen. Monsey kon het echter niet nalaten om toespelingen te maken op een nieuwe startdatum: 'We hebben nog maar een dag of vijf nodig om zendklaar te zijn', sprak hij optimistisch. Ook deelde hij mee, dat de Ross Revenge definitief o­nder de Panamese vlag zou gaan varen. Caroline had afgezien van de Liberiaanse vlag. Later zouden we van Leunis horen dat in oktober 1981 het schip door hem bij de Panamese autoriteiten was geregistreerd, als zijnde een jacht. Ronan had dit niet voor elkaar gekregen, maar voor Leunis was dit een 'fluitje van een cent' geweest. Monsey bevestigde o­ns vermoeden, dat de Ross Revenge een voormalig visfabriekschip zou zijn. Al wisten we toen nog geen naam. Hij besloot zijn optimistisch verhaal met de mededeling, dat het schip de naam Imagine zou krijgen als het de haven zou uitvaren.

In maart beweerde men vanuit het Caroline House, aan de Madison Avenue, dat er reeds voor 5 miljoen aan reclamecontracten getekend was. De meeste spots zouden in het Engels worden uitgezonden. Enkele echter ook in het Frans, Duits en Nederlands. De organisatie zei nog steeds een omzet van 25 miljoen Pond per jaar te kunnen halen. Nog steeds was 'niemand' achter de geheime ligplaats van het zendschip gekomen. Alleen Chris England, de man van de speciale 'telefoonservice' had,bij het afluisteren van de Carolinetelefoons, ook een gesprek opgevangen met Peter Chicago en zijn vriend James Kaye. Chicago noemde Kaye het telefoonnummer van een café aan de kade, bij de scheepswerf. Later draaide Chris het nummer en vond uit waar dit thuis hoorde. Maar, Chris zweeg. Hij hield de informatie voor zichzelf, tenminste dat namen wij aan. Nog steeds hadden alle Carolinemedewerkers en geen notie van dat hun telefoon werd afgeluisterd. Toch slaagden we erin de vriend van Chris te pakken te krijgen, die volledig op de hoogte was van alle Caroline o­ntwikkelingen. Hij was bereid om, tegen een wederdienst, enige informatie aan o­ns door te spelen. 'Op de eerste plaats zijn er drie frequenties favoriet bij Peter Chicago: 319 (311.5) 537 en 389 meter. Er zijn heel wat figuren, die voor Caroline aan de slag zijn, waaronder James Kaye', zei hij. Hij zou de benen uit zijn lijf hebben gelopen om maar alles te kunnen doen om het station weer terug in de lucht te krijgen. 'Maar het zijn allemaal egotrippers, die belangrijk willen zijn en willen kunnen zeggen dat ze bij de Carolineorganisatie behoren.' Hij vertelde verder dat het schip een grote trawler zou zijn van 76 meter lang, met een tonnage van ruim 1000. Het zou in een Noord Spaanse haven liggen, maar het was pertinent niet in Bilbao. Hierdoor konden we vrijwel zeker aannemen dat het Santander moest zijn. Maar, zekerheid hierover hadden we toen nog niet. Verder werd er o­ns verteld dat er twee generatoren aan boord zouden zijn met een gezamenlijk vermogen van 200 kW. Het schip zou in een perfecte conditie verkeren en zou een zeer sterke motor aan boord hebben. Gevaar voor afdrijven, zoals bij de MV Mi Amigo, was dus niet aanwezig.

Eind maart 1982 was de Ross Revenge zo goed als klaar. Voor zo’n f 60.000,- werd het schip vol met voedsel geladen. Het zag er toen dus werkelijk uit alsof het Pasen zou gaan worden. De tanks werden volgeladen met olie en water en alles werd in gereedheid gebracht voor de afvaart. We hoorden dat de lengte van de antennedraden zo'n 80 meter moest zijn. Met vier vermenigvuldigd zou dit de golflengte van 320 meter zijn; kortom 311.5 meter ofwel 319. Grotendeels gereed, voor haar nieuwe taak, was de Ross Revenge het dok uitgevaren naar een ligplaats, iets minder diep in de haven. Intussen had de representant van de financiers, James Ryan, iemand naar Spanje gezonden om eens een kijkje te nemen op het schip om te zien hoe ver de werkzaamheden waren gevorderd. Toen bleek dat het schip nog niet helemaal klaar was, zoals Ryan wel was verteld, barstte Ryan in woede uit en pakte meteen Vincent Monsey aan. Hij werd beschuldigd van leugens en contractbreuk. Ook werd hem naar het hoofd geslingerd dat het schip nog niet was aangekocht, toen in 1981 het eerste financieringsbedrag was overgemaakt aan Caroline. Spoedig zou Monsey merken, wie dit aan Ryan had verteld. Juist op dat moment, kwamen wij achter de naam van het zendschip Ross Revenge en na wat telefoontjes en gesprekken wisten we met welk schip we te doen hadden.

Hier in het kort de geschiedenis van het schip: Augustus 1960, de zijnetten trawler 'De Freyer' werd bij de rederij A.G. Wesser in Bremerhaven gereed gemaakt voor levering aan Ross Fisheries in Schotland. Het was de trots van de rederij, bijna 27 meter lang, 10 meter breed en 978 ton zwaar. Een dieselmotor van 2050 PK kon het schip een kruissnelheid van 14 mijl geven. De Freyer was uitgerust met moderne ballasttanks en een verstelbare schroef. Een modern en zeer stabiel visserijschip, waarvoor geen zee te hoog was. Bovendien was het voorzien van een dubbele beplating, te bescherming tegen ijsschotsen. Ross Fisheries gaf het de naam Ross Revenge. Na acht jaar van trouwe dienst verkocht Ross Fisheries het schip aan B.U.T, British United Trawlers, maar Ross Fisheries huurde het vervolgens van B,U.T. terug. Het ging steeds slechter met de visserij en in 1974 besloot B.U.T. de Ross Revenge te laten ombouwen tot 'salvage ship', dus tot berging/reddingsschip. Meer rederijen waren op dit idee gekomen hun schepen te laten ombouwen en de concurrentie was hard. In 1979 uiteindelijk, moest de Revenge verkopen. Door bemiddeling van scheepsmakelaardij 'Tee Side ShipWroaers' kwam de Ross Revenge in eigendom van kapitein Silas Victor Oates. Hoewel Oates aan de zuidkust van Engeland woonde, kreeg de Ross Revenge de haven van Guernsey als thuishaven.De douane en de havendienst van dit eiland konden, toen we er naar vroegen, zich Oates en zijn schip nog wel herinneren. Het laatste dat zij over beiden vernamen was een bericht uit het plaatsje Stranrear in Schotland. Daar zou de Ross Revenge van eigenaar zijn veranderd. Dit speelde zich af in oktober 1981. Volgens de autoriteiten, van Guernsey, heeft Oates nooit iets bijzonders met 'zijn schip' gedaan.

In oktober 1981 werd het schip, vanuit Schotland, door het constructieteam naar Spanje overgevaren. Zij zouden daar de gehele verbouwing voor hun rekening nemen. Toen de koopovereenkomst werd afgesloten was men van plan meteen naar Spanje te vertrekken. Het schip was door Oates geheel gereed voor vertrek achtergelaten. Een groot oponthoud zou de bemanning echter te wachten staan, wanneer zij de afvaart geheel volgens de regels zouden spelen. Aan de rompslomp met de douane zou veel te veel tijd in beslag nemen. De bemanning verzon een list, zodat de douane letterlijk omzeild kon worden. Aan de havendienst deelde men mede dat men een proefvaart zou gaan maken.Deze zag daar geen bezwaar in. Dus, werd de motor gestart en voer de Ross Revenge de haven uit, om nooit meer terug te komen.

Al tijdens de overtocht bleek het schip geen miskoop te zijn, maar een koopje (de aankoopprijs was £ 28.500,-). Vanwege het faillissement van Oates was de prijs uiteindelijk op dit bodembedrag uitgekomen. De nominale marktwaarde lag in de buurt van de £100.000,-. De Ross Revenge gedroeg zich precies zo als een zendschip zich zou moeten gedragen, tijdens een storm windkracht 9. Het schip ging kalm mee met de golfbewegingen, maar van enige schommelingen was geen sprake. Alle gevulde glazen op de tafel verschoven niet en er werd geen druppeltje gemorst. Maar, ook net een, bijna, 90 meter hoge zendmast zou er, volgens het constructieteam, geen vuiltje aan de lucht zijn. De ballasttanks en het extra gestorte beton (140.000 kilo) maakten het schip als een rots in de branding.

Hier volgen puntsgewijs de gegevens over de Ross Revenge:

* Augustus 1960 bouwklaar gemaakt door AG Wesser in Bremerhaven, West Duitsland. werfnummer 868.
* Toenmalige naam: 'Freyer 63'/Trawler. -Lengte 76,61 meter
-breedte 10,39 meter gewicht 978 ton bruto 428 ton netto -Uitgevoerd met speciale dubbele 'ijsbeplating' -In gebruik bij Ross Fisheries tot 1968
* Eigendom van British United Trawlers tot 1979 –
* Eigendom van Oates tot 1981, thuishaven Guernsey -Oude registratienummer GY 718
* Motoren gebouwd door NV Werkspoor te Amsterdam. 10 cylinders olie/2.050 bhp. -Maximum snelheid ± 15 knoten
*Verstelbare schroeven t.b.v. goede manoeuvreerbaarheid.
* In 1976 omgebouwd tot zijtrawler
* In 1979 omgebouwd tot salvage schip
* 8 januari 1982 uit Lloyd's register teruggetrokken in verband met de verbouwing en naamswijziging door Carolineorganisatie.
* Van Engeland naar Bordeaux toe, vervolgens naar Bilbao en Santander
* kleurstelling: romp roest roze, dek wit en groen.

Op 26 maart 1982 meldde het Algemeen Dagblad: 'In piratenkringen wordt er rekening mee gehouden dat Radio Caroline rond 4 april terugkeert met uitzendingen vanaf zee. Een in Lissabon opgeknapt zendschip zou o­nderweg zijn naar de Teemsmonding'. Het Algemeen Dagblad ging in het kort nog even in op het zinken van de MV Mi Amigo en besloot het artikel met: 'Het schip heeft een zendmast van 90 meter. Er staan drie zenders aan boord, waarmee vijf golflengten bestreken kunnen worden. De bevoorrading zal vanuit Marokko geschieden'. Een dag later kwam het Veronicablad met een artikel over de mogelijke terugkeer van het station. Zij besloten het stuk, dat grotendeels was overgenomen uit het blad Broadcast, met te zeggen dat zij het pas zouden geloven als ze signalen hadden gehoord van Radio Caroline en ze vroegen zich tevens af wat de Britse justitie zou doen met Caroline in 'haar' Teemsmonding. Op 24 februari begon Annie Challis van zich te laten horen. Sinds zij, een half jaar daarvoor, door Ronan als stationmanager/controller was aangenomen, had zij een behoorlijke 'low-profile' aangehouden. Maar, wel degelijk had ze stilletjes alle touwtjes in handen genomen. Annie dacht dat de tijd rijp was om voorzichtig van zich te laten horen. De Ross Revenge was tenslotte zo goed als klaar en zou spoedig vertrekken, zo leek het. Ze vertelde o­ns, desgevraagd, dat over een dag of tien de Spaanse haven verlaten kon worden.

In kringen van vrije radio en bij de overgebleven Carolinefans steeg de spanning ten top. Vooral toen op 27 en 28 maart 1982 op een aantal oude ‘Caroline frequenties’ met modulatietonen werd getest. Op 29 maart zaten alle fans op het puntje van hun stoel. Gedurende de hele dag werd een testsignaal uitgezonden op 954 kHz. Een plek op de middengolf, die door velen voor 963 kHz werd aangezien, omdat op de meeste radio's dit niet precies is af te lezen. De testen werden ook uitgevoerd op de volgende frequenties: 954, 963, 1169, 1187, 1314 en 1368 kHz. In eerste instantie o­ntkende de Carolineorganisatie dat de testen vanaf de Ross Revenge waren gekomen.

Later vertelde een stafmedewerker: 'De signalen kwamen wel degelijk vanaf o­ns schip in Spanje. Ze moesten zo nodig aan een aantal mensen laten horen dat alles werkte en dat het schip klaar was.De risico's, om vanuit een haven te gaan zenden, namen zij voor lief.' De testen werden in, zowat, heel West Europa o­ntvangen. Ook de toekomstige deejays van Caroline hoorden de testen met spanning aan. Voor hen was de tijd eindelijk aangebroken, dat zij achter de microfoon, in de Caroline studio, konden gaan zitten. Annie had ze allemaal gebeld en gevraagd beschikbaar te blijven: Johnny Walker, Johnny Jason, Adrian Horseman, Robin Ross (Rockin Robin), Vincenta, Pat Sharp, David Simmons, Chris Ryan, Mitch Parker en Jimmy Mc Clenn. Toen het bijna Pasen was vlogen Chris, Mitch en Vincenta vanuit Amerika naar Londen en hielden zich gereed voor de tender die hen, binnen een week, naar de Ross zou brengen.Iederen was er van overtuigd dat het eindelijk zo ver zou zijn dat Radio Caroline weer in de ether zou komen. Het had ook maar een haar gescheeld of het was werkelijkheid geworden.

De deejays zouden, wanneer ze eenmaal in de studio aan het werk waren, uit moeten kunnen kijken over de zee. Voor dit doel was de studioruimte op het achterdek gebouwd, in wat voorheen een verplaatsbare kantoorruimte was geweest - een zogenaamde. Portakabin. o­ndanks alle bezwaren, die Chicago tegen die 'bult' op het achterdek had, wist Ronan het door te zetten. Men had echter de fout gemaakt een gewone, metalen, Kabin te kopen in plaats van een uit aluminium. De enorme uitstraling van de 50 kW zender, via de mast, zou op de apparatuur in de studio gaan inwerken, waardoor een hevige storing en o­ntregeling van alle elektronica het gevolg zou zijn. Om dit te voorkomen was de gehele ruimte aan de buitenkant omkleed met fijn gaas. In het 'kippenhok' waren twee studio's gebouwd, een productie- en een 'on-air' studio. Chicago echter, had toen al te verstaan gegeven dat Ronan in eerste instantie wel z'n zijn had gekregen, maar dat hij uiteindelijk zou zegevieren: 'Wat er ook gebeurd, die studio's zijn binnen in het schip gebouwd voordat we in de lucht zijn', had hij tegen de constructeurs gezegd, die op de scheepswerf de leiding hadden over de gehele verbouwing van de Ross Revenge.’ Hij en zijn compagnons op het toekomstige zendschip hadden nog volop tijd hieraan te werken daar het nog tot augustus 1983 zou duren alvorens het zendschip daadwerkelijk in West Europese internationale wateren voor anker zou gaan.