Zeezender Radio SOR nooit in de lucht

op . Gepost in Zeezenders Archief

sor1Het was in 1993 dat Hans Knot voor het eerst berichtte over ene Bob Peeters zijn vermeende plannen te komen tot een zeezender en meer. In het boek: ‘Historie van de zeezenders 1907-1973. Over pioniers, duimzuigers en oplichters’ werd een aantal radioprojecten belicht waarbij de resultaten minimaal waren als het ging om de verspreide radiosignalen. Het merendeel van de beschreven projecten werd nooit gerealiseerd. Zo ook het project waarbij ene Bob Peeters de voorman bleek te zijn.


CATAGORIE OPLICHTERS: ZEEZENDER RADIO SOR
Tekst: Hans Knot - Foto's: Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer.

Het was in 1993 dat ik voor het eerst berichtte over ene Bob Peeters zijn vermeende plannen te komen tot een zeezender en meer. In het boek: ‘Historie van de zeezenders 1907-1973. Over pioniers, duimzuigers en oplichters’ werd een aantal radioprojecten belicht waarbij de resultaten minimaal waren als het ging om de verspreide radiosignalen.

Het merendeel van de beschreven projecten werd nooit gerealiseerd. Zo ook het project waarbij ene Bob Peeters de voorman bleek te zijn. Meer dan 31 jaar na de eerste publicatie kan ik, mede doordat een aantal mensen in de loop der decennia is gaan praten of wroeten in alle activiteiten rond Bob Peeters en zijn waanidee, tot een uitgebreide maar deels warrig overkomende reconstructie komen, mede omdat vragen deels onbeantwoord blijven.

Het verhaal van Radio SOR, de Stichting Operatie Radio, en de Hendrik-Jan. We spraken daar vele jaren later, vanuit onze Stichting Media Communicatie, met onder meer Steph Willemsen over. De destijds 36-jarige Bob Peeters, initiatiefnemer achter het project, wist te melden dat er 106 mannen naarstig werkten aan de voltooiing van het station. Liefst 100 man zouden er achter de schermen hebben gewerkt in de administratieve sector en daarnaast was er een groep van 6 jonge Portugezen actief, bestaande uit vrijheidsstrijders en deserteurs, onder aanvoering van de Portugese rebel Maria SinoGarcia.

sor2Peeters zelf verklaarde: "Radio SOR zal een vrijheidsstation met een christelijke, humane, sociale en vredige inslag worden”. Volgens de toenmalige planning lag het in de bedoeling dat rond maart 1971 het 21 meter lange schip met een tientallen meter hoge zendmast Haarlem zou verlaten om als drijvend radiostation de zeven wereldzeeën te bestormen. De Noordzee zou als testbasis gaan fungeren. Daarna zou overal ter wereld, waar nodig op charitatief terrein, het team worden ingezet.

Het project had volgens Peeters een begroting van 180.000 gulden, waarvan een ton betaald diende te worden aan Mevr. Oosterveld. Volgens Peeters had zij het schip eerdergekocht van de vorige eigenaar. De Stichting, die nooit een notaris is gepasseerd, zou dit bedrag in wekelijkse bedragen van fl. 500,- aan Mevr. Oosterveld voldoen indien het schip zend klaar was. Een beetje rekenaar komt er al snel achter dat het zeker zeven jaar zou duren alvorens deze schuld zou zijn afbetaald, laat staan of het gemelde bedrag juist was.

Volgens de Telegraaf in een artikel uit januari 1971 waren de Portugezen hard aan het werk: “De bemanning slaapt reeds aan boord van de (nog) tochtige en kil vochtige Hendrik-Jan, waarop overdag hevig wordt gesleuteld. Een splinternieuwe centrale scheepsverwarming staat klaar op de kade. De houten betimmering zit al in het schip. De bemanning heeft ook 1970 aan boord van het schip verwisseld voor 1971. Iemand uit de buurt kwam voor de jongens één kip brengen en daarbij 25 gulden. Met zijn zevenen hebben ze de kip snel pikaan gemaakt."

Peeters: "Van die 25 gulden hebben we toen olie gekocht. Wijlen dominee Toornvliet zag er heil in en gaf aan Mevr. Oosterveld, die zijn secretaresse was, opdracht het schip te kopen. Hij dacht de mazen van de wet te kunnen doorkruizen met het brengen van ‘De Blijde Boodschap’ vanaf de Noordzee. Later kwam Toornvliet, om financiële redenen, in conflict met de SOR en leek het de charitatieve plannen te doorkruisen. Gelukkig had Oosterveld al de zenders en de apparatuur besteld en konden we met de plannen doorgaan. Derhalve maakten we met haar de afkoopprocedure."

sor3Peeters dacht Toornvliet in een slecht daglicht te zetten terwijl hijzelf in de categorie ‘oplichters’ vertoefde. "Toornvliet was een goede dominee, maar je kon niet op hem vertrouwen. Omdat hij zo mooi kon preken besloten we dat we wel programma's van hem zouden gaan uitzenden maar dat hij daarvoor wel weer diende te betalen. En: “als we bidden komt het geld er vanzelf”, heeft Toornvliet ons destijds verteld." In werkelijkheid betaalde Toornvliet zelf, of vanuit zijn organisatie geen enkele cent.

Een aantal kranten wist in januari 1971 te melden dat Bob Peeters voor een bedrag van fl. 20.000,- een zender had besteld in Engeland, die eigenlijk fl. 180.000,- moest opleveren. De voor India gebouwde zender zou een vermogen hebben van 3,5 kW hetgeen een radiusbereik van 360 km zou opleveren. Peeters had nog meer plannen. Zo zou er een speciale hydraulische mast worden geplaatst zodat tijdens hevige stormen de mast neergelaten kon worden om afbreken te voorkomen.

Begin januari 1970 werd de motor ter revisie aangeboden aan een machinefabriek en meldde Peeters dat men naar onderontwikkelde landen zou varen om de mensen te bekeren. Via Amerikaans voorbeeld, jingletje, plaatje en kort praatje, zou de mensen de boodschap van de SOR worden gebracht. Ook de Portugese zaak — in die tijd was er een hevige crisis in het land — zou uitgebreid worden belicht voor de Portugese kust.

sor4Natuurlijk leken de ideeën van Peeters leuk maar het eerste bericht liet de echte zeezenderfans al direct de wenkbrauwen fronzen. Aan het einde van het artikel stond namelijk vermeld dat men niet eens in staat was om de 150 gulden aan wekelijkse liggelden te betalen. Hoe moest het schip dan ooit als volwaardige radiostation op de Noordzee en elders kunnen functioneren? De Portugezen, aldus geruchten, verbleven illegaal in Nederland. Zoals eerder bericht ging het om deserteurs uit het Angolese leger en lieden uit het pacifistische verzet, die Portugal waren ontvlucht.

Men had zich wel bij de politie aangemeld en verbleef op een tijdelijke verblijfsvergunning in ons land. Men had met moeite een baan gekregen, maar toen men hoorde van de plannen van Peeters waren ze snel overgehaald om aan het project mee te werken gezien ook eventueel voor de Portugese zaak zou worden gestreden. Al enkele dagen nadat de eerste berichten omtrent de Hendrik-Jan in de landelijke pers verschenen liet ‘de eigenaresse van het schip’ de motor en andere onderdelen veilig opbergen om te voorkomen dat Peeters en zijn Portugezen het ruime sop zouden kiezen om alsnog met programma's te beginnen. Men had al lang door dat men de beloofde wekelijkse 500 gulden niet zou kunnen betalen.

Het schip was trouwens totaal niet zeewaardig en dreigde in de eerste de beste storm, zelfs enkele honderden meters uit de kust, direct te vergaan. Ook de Portugezen zagen in dat hun Messias, ‘Capitano Peeters’, toch niet de grote verlosser was en besloten in loondienst te gaan in Velsen. Peeters liet het er niet bij zitten en ging onmiddellijk op zoek naar een andere boot, die wel over een motor beschikte. Hij vond die in IJmuiden bij dhr. H. de Boer.

Peeters zelf stelde dat hij de boot voor fl. 25.000,- kon kopen maar de Boer meldde dat het schip minimaal fl. 40.000,- zou gaan kosten. En dus ging dit plan niet door. Uiteindelijk werd de Hendrik-Jan, door de eigenaar van de werf, weggesleept en gesloopt. Peeters zat met een kater, hoewel hij er wel in geslaagd was iemand binnen de organisatie van dominee Toornvliet om de tuin te leiden en de nodige publiciteit te halen met zijn ‘fake’ zeezenderproject.

sor5Maar na de eerste twee publicaties die ik over de SOR heb geschreven kwam er nog het nodige boven water. Deels doordat SMC het knipselarchief van Max Lewin rond 2008 in het bezit kreeg, waarin veel radio gerelateerde onderwerpen. Maar ook door gesprekken die SMC (Stichting Media Communicatie) voorman Rob Olthof had met Steph Willemse en deze in telegramstijl vastlegde op papier. En zeker dient daarbij ook de naam van Ary Jassies vermeld te worden die een uitstekende onderzoek journalist in die tijd was en eveneens begin 1971 in het SOR-project dook.

Rob vroeg Steph Willemse onder meer waarom er niets was terecht gekomen van de SOR en als reactie stelde deze: ‘’De technicus van Bob Peeters bedachtdat hij een mast in het midden van het schip konplaatsen. De boot was beslist geen 350 ton, zoalsmen beweerde en zou dus op de Noordzee schommelen als een lucifer in de kolkende zee. Het wasmeer een afgeschreven luxe binnenwatervaartuig enuiteraard werd dus afgezien van dit dolle plan hetschip de Noordzee op te brengen.”

Rob was ook geïnteresseerd wat er uiteindelijk met de Portugezen was gebeurd. Steph: “Naar hen werd niet meer omgekeken, ook niet doorGeert Toornvliet. Humanitair was alleen de directeomgeving, want met de kerstdagen in 1970 werden de Portugezen door bewoners aan de Spaarne in Haarlem voorzien vanwijn en kippetjes met brood. Van Bob Peeters werdnooit meer iets vernomen.

In de jaren ’70 en ’80 kreeg ik tientallen telefoontjes van mensen die eenboot op zee wilden hebben. Zo was er bijvoorbeeld een Belg die mij belde en die een schuit vol metgrint had en daarmee een zeezenderwenste te beginnen. Zijn vraag was ofik maar even de nodige financiers en hulptroepenkon leveren. Hij had ook nog extra generatoren op dekade staan en vroeg zich af waar hij zenders konkopen. Bij Vroom en Dreesmann in Nederland, antwoordde ik.Nooit meer iets van de man vernomen.”

sor6De volgende vraag die Steph mocht beantwoorden was: Maar Toornvliet had toch, via zijn assistente een voor die tijd behoorlijke som geld beschikbaar gesteld aan Peeters? Steph: “Klopt nietmaar wel doneerde zijn voorlichtster uit eigen budget het nodige geld. Al in mei 1970 was Ds. Toornvliet, die destijds ook actief was voor Capital Radio en een station in Paramaribo en in latere jaren ook te beluisteren was via Radio Mi Amigo en Radio Caroline, benaderd door Peeters. In een gesprek had Toornvliet al vrij snel door dat het geen goed plan was een fiks bedrag te investeren daar hij Peeters niet vertrouwde.”

De eerstgenoemde onderzoeksjournalist Jassies publiceerde op 16 januari 1971 zijn artikel over Peeters en stelde dat Toornvliet hem had gemeld: “Het plan was mooi maar de figuur te dubieus hetgeen hij ook aan zijn assistente liet weten.” Het was achteraf dus niet Toornvliet die investeerde maar zijn assistente die haar spaargeld aansprak en aan Peeters voorstelde de boot te kopen, mede van haar geld.

Jassies wist te melden dat mevr. Oosterveld zeker niet de enige persoon was die door Peeters was opgelicht: “Het was dhr. Weiler, staffunctionaris bij het Rode Kruis in Amsterdam die gretig naar de verhalen van Peeters luisterde.” Weiler bleek zo enthousiast te zijn dat hij liefst 85.000 gulden ter beschikking stelde,dit mede de plannen van Peeters om met het schip ook vaartochten te organiseren, waarbij telkens gehandicapte kinderen mee zouden kunnen. Als het ware een dagje uit. Maar Weiler stelde later dat hij met open ogen in de plannen van Peeters was getrapt en dus kon fluiten naar zijn geld, hetgeen ook voor mevr. Oosterveld betekende dat de investering, die zij in de Hendrik-Jan deed, nooit meer zou terugverdienen.

En Peeters had zo zijn fantasieën want hij ging er vanuit dat hij zeker met dit plezierjachtje de volle zee op kon. In interviews ging hij helemaal los door te stellen zelfs naar de Afrikaanse binnenlanden te kunnen varen om boeken en medische hulp te kunnen bieden en zeker een dominee mee aan boord te nemen voor de religieuze en zalvende boodschappen.

Jassies dook destijds ook in het verleden van de in Zaandam geboren Peeters, die onder meer als straatfotograaf werkzaam was geweest en concludeerde: “Verdacht van meerdere tegen wet en gezag indruisende feiten verdween hij 1963 naar Spanje maar kreeg daar ook de nodige problemen wegens het niet terugbrengen van een gehuurde auto.” Verder onderzoek bracht zijn vermeende betrokkenheid bij het Belgische Vreemdelingenlegioennaar boven.

Peeters zelf stelde in 1970 dat hij in zijn leven alles had gedaan wat door God was verboden. “Ik ben echt een slechte hond geweest die overal met de justitie in aanraking is geweest”. Mysterieus blijft de vraag of het spaargeld van Weiler en Oosterveld deels weer boven water is gekomen. Wel is heel duidelijk dat de Hendrik-Jan nooit als zendschip voor een charitatief doel is ingezet en dat Peeters van de horizon verdween.

Foto 1: Schip Hendrik Jan (Copyright: Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer)
Foto 2: Bob Peeters en bemanning (Copyright: Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer)
Foto 3: Bob Peeters (Copyright: Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer)
Foto 4: Geert Toornvliet (Copyright: Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer)
Foto 5: Rob Olthof (Copyright: Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer)
Foto 6: Steph Willemse in machinekamer (Copyright: Noord-Hollands Archief, collectie Fotopersbureau De Boer)

Bron/tekst: Hans Knot / MediaPages

Tags: Zeezenders