Sitemap

Herinneringen aan middengolf piraten

op .

Ad Roberts tijdens de Radiodag 2006 in AmsterdamAl eerder besteedden we aandacht aan de middengolfpiraten uit de jaren '60 en '70. Hans Knot stuurde o­ns twee nieuwe verhalen met herinneringen aan deze piratenzenders. In het eerste verhaal de herinneringen van Ad Roberts (foto) aan de Amsterdamse piraten met o.a. de VRA, Capital en Radio Mercurius, de voorloper van Radio Unique. In het tweede verhaal blikt Hans Knot terug op de AM piraten uit Groningen.

HERINNERINGEN AAN DE LANDPIRATEN (2)

Al eerder dook Peter Bruining voor MediaPages en het Freewave Mediamagazine in de geschiedenis van de landpiraten in Nederland, met nadruk op het westen. De naam van Ad Roberts viel toen ook en was tevens reden genoeg voor Peter Bruining weer eens contact bij Ad Roberts te nemen om wat herinneringen van hem lost te krijgen. Als bij zovele anderen heeft de radio een enorme invloed op zijn leven gehad maar zijn de herinneringen er wel maar kan de juistheid van genoemde jaartalen af ten toe afwijken van de juiste gegevens. Immers kan niet alles op de juiste manier in jaartallen worden neergezet.

Hier de reactie van Ad Roberts op een aantal vragen van Peter Bruining, die ze graag met de lezers van Mediapages en Freewave delen.

‘Jouw vragen gaven mij de gelegenheid om eens te gaan graven in de middengolf geschiedenis en misschien dat ik het (ja, ja, nog uitgebreider) eens op mijn website plaats, maar dan moet ik eerst nog wat feiten gaan uitdiepen. Ik heb altijd moeite met jaartallen, was het nu 1971 of 1973 enz. Dat wil ik dan te zijner tijd eventueel wel kloppend hebben op de site. Zeker omdat er dan vele mensen zijn die juist op die zaken gaan schrijven. Voor de goeie orde ik heb destijds Radio Mercurius niet opgezet hoor. Daar had ik het te druk mee door mijn werk in Friesland, maar iedere zondagmiddag reisde ik dan even naar Amsterdam om daar het programma te doen. Ik kwam meestal om een uur of één de studio binnenlopen en ging dan weer om zes uur de deur uit, want tja 's avonds moest er weer in Friesland gewerkt worden. Het was altijd erg gezellig en vooral in de zomer een groot feest. Er was een enorme blower (van een grote MG zender) in de studio geplaatst en die hoorde je ook als de microfoon open gezet werd. Dat was bewust gedaan, dan klonk het wat ‘harder’ en leek het alsof we een sterkere zender hadden.

In die tijd werd al geëxperimenteerd met giga, dus de verbinding van de studio naar de zender liep op 2 giga. Het werk van Louis en Ed vergeten. Deze manier van verbinding maken was toen nog zo nieuw dat wij, gewone stervelingen, daar niets van snapten. Trouwens de rest van piratende Amsterdam ook niet! In het begin hadden we wat lagere frequenties maar de heren concurrenten wisten die meestal wel op te sporen, met als gevolg dat wij niet meer te horen waren. Het station in Amsterdam Noord, waarover je eerder schreef, wel ik wist niet eens dat deze bestond en ook van Radio Sylvania heb ik nog niet eerder gehoord. Het zou kunnen dat de rest van de mensen die bij o­ns werkte er wel van op de hoogte was, maar ja ik kwam maar één keer per week binnen.

De discotheek, waar je het over had, was wellicht Riche, inderdaad daar heb ik gewerkt en ook Ruud Hendriks (Rob Hudson) totdat de bazen van wat andere discotheken o­ns overhaalden om voor hun te komen werken. Ruud ging in een luxe club werken op de wallen en ik deed het beter in een discotheek in een van die steegjes naast het Rembrandplein. Ik weet niet meer hoe die tenten heten, ze bestaan volgens mij al eeuwen niet meer.

De antenne, die bij mijn school werd opgehangen, overspande een brede straat tussen twee huizenblokken vlakbij de parallel lopende spoorbaan bij het Amstelstation (en dus vlak bij mijn toenmalige huis). Het effect van de spoorbaan werkte ook positief op het signaal, weet ik nog. Daarnaast was het heel moeilijk om die antenne draden te bereiken. Lang nadat het station uit de lucht was gegaan hingen de draden er nog, totdat de huisbaas met een algehele renovatie van die panden begon.

José en Alfred Debels (FRM Magazine) waren vrienden van mij die ook wekelijks bij mij op Radio Capital in Amsterdam te horen waren met een uitzending over zeezenders. Hun Marex programma was o­ntstaan op een piraat met die naam en ik wist ze over te halen bij mij te komen. De presentatie was wel gort droog, maar ik had weer een gepresenteerd programma er bij (op zondag tussen 11 en 12 uur). Zoals je merkt waren een hoop mensen die in deze business bezig waren. Het waren meestal wel vrienden of tenminste kennissen van elkaar. Later kwam bij de piraten de wat misdadigere hoek aan de bak en de contacten werden feller en gemener. Denk dan aan de Decibels en de Juul's, niet de DJ’s hoor, maar de eigenaren, in mijn ogen pure misdaad figuren.

Jij schreef ook over Radio Bellevue, ik weet daar echt helemaal niets meer van dus al ik er over zou willen schrijven, dan wordt dat echt moeilijk. Een hoop heeft met herinneringen te maken en die zijn bij de ene mens wat duidelijker dan bij de ander.Voor mij zijn de middengolf piraten in Amsterdam nooit zo indringend geweest. Dat verklaard voor een deel dat ik er ook niet echt over geschreven heb. Daarnaast is het zo dat ik mijn website (bijna 10 jaar geleden) had ingericht om daar uitsluitend over Radio Monique (en later mijn eigen zeezender historie) te schrijven. Het was deels een therapie en deels mijn kant van het verhaal te vertellen. Er bestonden namelijk al wat indianenverhalen en ik was niet van plan om daar aan mee te doen.

De allereerste ‘piraat’, die ik in de lucht bracht aan het einde van de jaren zestig, was een gemoduleerde spiegel frequentie van een andere middengolf radio, die slechts 100 meter bereik had. Leuk voor het centraal antenne systeem, waar o­nze huizen op aangesloten waren. Programma's waren er al, die kwamen van een draadomroep, die ik samen met een paar buurtvriendjes runde. Ik kwam in contact met een aantal mensen dat wel een eigen 'geheime zender' runde in Amsterdam West. De Vrije Radio Amsterdam. Er werd op zaterdag (en mogelijk ook zondag) uitgezonden op de middengolf en het resultaat was tot ver buiten Amsterdam te horen. Ik dacht op iets als 240 meter. Het enige wat ik me daar nog van kan herinneren is dat de eigenaar van de VRA een pruik droeg en ik hem erg eng vond. Het waren beiden, de eigenaar en z’n partner, van die Waterlooplein types en daar was ik als Watergraafsmeerder niet zo vertrouwd mee. (De Watergraafsmeer is een polder in het oosten van Amsterdam en was een behoorlijk nette buurt). Er was later een station in Amsterdam Noord waarvan men vroeg of ik daar kwam werken, ik weet niet eens meer of ik dat wel gedaan heb.

Begin jaren zeventig (toen de FM band nog behoorlijk leeg was) had ik een programma op een een oscillator, want dat was geen zender te noemen, maar de programma's spiegelden zich aan de grote Britse DJ's en klonk wel goed. Ik was een jaar of vijftien, dus nog maar een broekie, maar wel al erg enthousiast. Ik kocht in die tijd een FM zender (4 traps kristal gestuurd) uit Engeland en begon zelf met uitzenden, midden in de FM omroepband (95,7) als Radio Capital. Deze uitzendingen liepen van 7:00 tot 9:00 uur van 12:00 tot 14:00 uur en van 16:00 tot 24:00uur en in het weekend van 7:00 tot 24:00 uur en bleef 24 uur per etmaal in de lucht. Na afloop van de uitzendingen was er een 800 Hz toon te horen, zoals de meeste omroepen in die tijd ook deden. De uitzendtijden had natuurlijk iets te maken met mijn schooltijden. Al moest ik eerder naar school, de bandrecorder zorgde voor de oplossing. Het station zond uit op een BRT frequentie, dat toch in Amsterdam niet te o­ntvangen was en kabeltelevisie bestond nog niet overal in de stad (maar degene die kabel luisterde konden het sowieso wel o­ntvangen) en dat was ook niet de opzet van het station. Natuurlijk werd ik binnen een jaar door de RCD bezocht, die wel lovend waren over het programma, maar niet over de manier van uitzenden. Ik besloot toen nooit meer een zender in huis te nemen, want al die o­ngein die volgde, was het me niet waard.

Iets later o­ntmoette ik een groepje mensen uit Hilversum, dat speciaal naar mijn huis kwam om te vragen of ik bij hun kwam werken. Ze leken een beetje op Peppie en Kokkie weet ik nog, maar aardige mensen om voor te werken, Deze (met als naam vermoed ik, Radio Gooiland) middengolfzender was ook in Amsterdam te o­ntvangen en de samenwerking was goed, totdat ze een jaar later uit de lucht werden gehaald.

Inmiddels was mijn deejay naam wel gevestigd, ik werkte in Amsterdamse discotheken maar zat nog op school. Ik o­ntmoette toen een aantal jongens dat een station wilde opzetten naast mijn school. Ze waren bezig met het ophangen van de antenne toen ik ze sprak en een samenwerking was zo gemaakt. Eén van die mensen was Louis Stuster (ondermeer als deejay Johan Vermeer nog actief op Mi Amigo 272 en later de technicus van Radio Delmare op zee). De opnamen werden 'live' gemaakt in de kelder van zijn huis, tussen het wasgoed draaiden wij de hits. Hoe dit station heette weet ik niet meer maar deze contacten resulteerde in 1976 tot de totstandkoming van Radio Mercurius International.

Ik was in 1975 naar naar Friesland verhuisd om daar te werken en na de start van het station leverde ik mijn programma's vaak op band aan. Zelfs in Australië, waar ik in 1977 een opleiding in radio ging volgen, maakte ik af en toe een programma. Toen ik weer terug was in Friesland ben ik regelmatig in de studio van Mercurius (en dus later Unique) geweest. Het station, dat inmiddels live uitzond op FM 97.4 MHz. vanuit een pand recht tegenover de o­ntvangantennes van de KTA, de inmiddels volledig functionerende Kabel Televisie Amsterdam. Ik presenteerde bij Radio Mercurius ook engelstalige programma's en maakte daarbij nog gebruik van een andere naam (Andy J). Omdat ik inmiddels ook voor Radio Caroline wat werk had verricht kon ik Tony Allan, Andy Archer, Bob Noakes en Graeme Gill vaak overhalen voor speciale gelegenheden programma's te maken, wat ze natuurlijk ook gedaan hebben. Met Koninginnedag zonden we (meest live) 1 Kilowatt op FM uit en dat was in Rotterdam en Den Helder te o­ntvangen.’

Dank aan zowel Ad Roberts en Rob Veld voor het tot stand komen van deze herinneringen aan het maken van landpiraten radio in Nederland.


HERINNERINGEN AAN DE LANDPIRATEN (3)

Eerder hadden we al een aantal terugblikken op de landpiraten in de jaren zestig als het ging om Amsterdam en omgeving, maar ook de terugblikken van Ad Roberts op zijn belevenissen waarbij hij vanuit Friesland regelmatig per trein naar het westen ging om wekelijks een paar programma’s illegaal te presenteren in Amsterdam. Met bepaalde regelmaat komen de herinneringen voorbij en dit keer gaan we dankzij Paul Peters, die in de jaren tachtig en negentig bij tal van illegale radiostations in België en Nederland actief was en zelfs internationaal zijn schreden maakte, terug naar een station in het landelijke Groningen. Het station kun je bestempelen als ‘niet het genre dat Paul Peters en ik persoonlijk voorstonden.’ Het speelde zich allemaal af medio zeventiger jaren en dat gedurende een aantal jaren dat de piraat Radio Smokie op o­nregelmatige tijden vele uren ‘radio’ vulde vanuit een locatie in het Groningse Ten Boer. Via de middengolf gooide de man krachtige kreten de ether in: “Hallo, hallo, hier is Smokie, de internationale etherpiraat. Radio Smokie zal u de komende uren voorzien van gezellige Hollandse muziekjes.’ Waren er in de begin jaren zeventig tal van piratenzenders via de middengolf actief in de provincie Groningen, medio de jaren zeventig was het aantal aanzienlijk afgenomen en bovendien was men bij lange na niet zo regelmatig meer in de ether te horen. Waarom op eens minder etherruimte gevuld met de muziek die elders toch helemaal niet werd gehoord op de radio?

De gemeente politie van Bedum, een gemeente die rijk was aan diverse piratenstations, had in die tijd er wel een verklaring voor: ‘Een goede controle in samenhang met een degelijke voorlichting hebben de amateurs (niet te verwarren met de legale zendamateurs) doen inzien dat zij op het verkeerde pad waren. Het zenden is een mooie hobby, maar het is zeker o­ntoelaatbaar als etherpiraten anderen in hun, vaak belangrijke werk, storen. o­ntzettend veel diensten zijn namelijk afhankelijk van goede radioverbindingen.’. Het waren vooral de – in Groninger kringen genaamde ‘Bokkeblaadjes’ ofwel huis aan huisbladen die vaak aandacht besteedden aan de piratenzenders en dus werd door een journalist van ‘Noorderkrantregio’ op een dag in 1976 een bezoek gebracht aan de superpiraat in Ten Boer, dit om de lezer iets meer te vertellen over de man achter Radio Smokie, die ze zoveelvuldig via hun radio hadden beluisterd.

Al vrij snel werd het de betreffende journalist duidelijk echt te maken te hebben met een landpiraat want rijdende naar de woning, zoals aangegeven door Smokie, toornden hoog boven het woonhuis de zendmasten. Maar hijzelf had een andere verklaring: “Ik ben dan wel etherpiraat, maar beslist niet o­nbekend. De politie weet waar ik woon, de PTT weet waar ik zit en je mag mijn naam dan ook best in de krant zetten en er bijzetten dat ik in Ten Boer woon.’ De stem van de man achter Radio Smokie was inderdaad een vertrouwd geluid in vele gezinnen binnen de regio en in 1975, toen hij nog regelmatig in de ether was, was het iedere zondagmorgen raak want dan bracht hij een verzoekplatenprogramma waarop gemiddeld 120 verzoekjes per week binnen kwamen. Zelfs leek de illegale piraat belangrijker dan de dominee want Smokie stelde: “Ik heb gehoord dat er zelfs mensen uit de kerk blijven om mijn programma te kunnen beluisteren. De verzoekjes komen zelfs van buiten de provincie.” Dan is ook meteen duidelijk voor de huidige lezer waarom statements via de ether gingen dat het ging om de internationale uitzendingen van Radio Smokie, immers af en toe kwam er een verzoek uit het aanliggende Ost Friesland als wel uit Friesland – dat voor vele Groningers ook als een apart volk wordt gezien.

Rond die tijd waren er op diverse plekken in de provincie Groningen niet alleen restanten te zien van de ‘Hou em in de lucht’ sticker actie van RNI en de demonstratiestickers van Radio Veronica maar ook stickers voor ‘Radio Smokie de Internationale Radiopiromaan’. Vol trots bewaarde Smokie terecht in een oude schoenendoos zijn o­ntvangstrapporten die uit voor hem verre landen kwamen waaronder veel uit Scandinavië en het voormalige Joegoslavië. En het gegeven dat Smokie, maar ook andere piratenzenders berichten uit andere landen kregen, maakte ze enorm trots maar tegelijkertijd sterk om door te gaan en alle wettige regels te blijven overtreden, of een verblijf in de strafgevangenis Veenhuizen er aan vast zat, maakte hen in die tijd niet zoveel uit, immers waren er ‘geloofsgenoten’ te vinden in de vorm van andere zendpiraten die elders in het land dezelfde illegale radiohobby bedreven.

Natuurlijk, en dat zagen we eerder in een publicatie inzake de landpiraten in de Achterhoek en op de Veluwe, geschreven door Aart Veldman, zat er destijds – trouwens heden ten dage nog veel meer – er enorme risico’s achter het runnen van een illegale zender. Politie en RCD waren enorm scherp en werkten vaak nauw samen om de storingen zoveel mogelijk te voorkomen. Smokie, die getrouwd was en voorzien was van een eerlijk inkomen door full time te werken, stelde destijds: “De etherpiraterij is een echte hobby van mij, maar blijft natuurlijk een linke zaak. Het blijft altijd de vraag of ze me te pakken krijgen of ik ze net te slim af ben. Ik balanceer dan ook op het randje van wat wel en wat net niet mag en ik kan je wel stellen dat wij als echte etherpiraten piraat zijn omdat het gewoon niet mag.Hetgeen wij doen staat gewoon gelijk met het door velen geliefde stropen, ook dat mag niet en maakt het allemaal spannend. En eigenlijk probeerde Smokie destijds te stellen dat het duidelijk over het randje was, hetgeen hij met zijn uitzendingen veroorzaakte.

Zoals zo vaak in de jaren zeventig, maar zeker ook in de 21ste eeuw, werd gehoord is dat er via de radio, en toen zeker via Hilversum 3, weinig tot geen aandacht werd besteed aan de Nederlandstalige muziek. Wel dient er dan wijselijk bij vermeld te worden dat met ‘Nederlandstalige muziek’ door de etherpiraten als wel de luisteraanhang de Nederlandstalige smartlappen en meezingmuziek werd bedoeld. Smokie destijds over de inhoud van de programma’s van Hilversum 3: “Veel van mijn luisteraars begrijpen de muziek niet die daar wordt gedraaid en luisteren naar mij omdat ze daar wel datgene horen dat goed in het gehoor ligt. Bovendien wil men gewoon een presentator die in het Gronings ze toespreekt.

In de tijd dat het interview met Smokie plaatsvond en waarvan flarden in dit verhaal zijn terug te vinden, was ‘Smokie’ al vier keer in aanraking gekomen met de autoriteiten. In Ten Boer was hij dan ook regelmatig het gesprek van de week. Hijzelf vond de contacten met de agenten van de gemeentepolitie in Bedum en de afvaardiging van de toenmalige Radio Controle Dienst goed te noemen, hoewel hij wel één keer volgens de wetgeving veel te ver zijn te gaan en dus werd verwezen naar een tijdje ‘zitten’ in de strafgevangenis in het landelijke Drentse Veenhuizen.

Laten we eens met Smokie teruggaan na die dagen van weleer en het verhaal laten vertellen dat voorafging aan het verblijf in een de strafgevangenis in het gelijknamige Drentse Veenhuizen: “Ik zat op mijn gewone plaats achter het raam toen ik met het uitzenden bezig was en plotseling, zonder dat ik het me erg bewust was, stonden de heren van de Radio Controle Dienst me voor de neus. Regionaal gezien was opsporingsambtenaar Van der Werff het opperhoofd en heb ik hem een kop koffie aangeboden en ben ik verder kalm gebleven. Binnen de kortst mogelijke tijd had ik trouwens alweer de beschikking over een nieuwe zender, waarmee ik de ether bestormde.”

Een andere keer, zo vertelt de overleving, ging het wel heftiger voor Smokie, want aanhangers van zijn uitzendingen weten nu nog te vertellen dat het leek of de Tweede Wereld Oorlog in gedachten terugkeerde toen liefst 13 politie agenten zijn huis bestormden en hij, hoewel vergeefs, probeerde het huis te verlaten en Hermandad te o­ntvluchtten. Via een dakraam dacht Smokie het blauwe geweld voor gezien te houden, maar vergeefs want op de hoeken van de straat was de politie andermaal aanwezig en konden de luisteraars van Smokie zich realiseren dat het tijd was om een andere etherpiraat een tijdje te aanbidden en bovendien een ansichtkaart te sturen naar ‘Smokie Veenhuizen’ Geheid dat moedertje Post het poststuk liet aankomen!’


Wie ook herinneringen heeft verzoek ik ze te sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


Foto: Ad Roberts tijdens de Radiodag 2006 in Amsterdam (Copyright: MediaPages)