Sitemap

Herinneringen aan 1965 (3)

op .

SuhandiHans Knot neemt o­ns in een nieuwe aflevering van "Muziek- & Media Herinneringen" voor de derde keer mee terug naar het jaar 1965. Met o­nder andere: Radio Veronica en Suhandi (foto), het maandblad Muziek Parade en TV programma's voor de jeugd, de zeezender Radio Caroline, oude buizenradio's en RTV Noordzee, Joost den Draaijer, Herman Kuiphof en het TV debuut van Sonja Barend.


MUZIEK, MEDIA EN ANDERE HERINNERINGEN AAN 1965(3)
Tekst & foto's: Hans Knot

Zoals de vorige keer al beloofd was ik ook na twee afleveringen van deze serie gericht op het jaar 1965 nog lang niet klaar met alle herinneringen die er zijn blijven hangen betreffende dat jaar. Derhalve neem ik je deze keer andermaal mee terug en zien we o­ndermeer hoe in Oost Duitsland bijna een driekwart miljoen mensen de jaarlijkse Leipziger Messe bezochten. Ook zien we hoe één van mijn dierbaarste radio’s, een uniek exemplaar, slechts heel kort via Wehkamp in 1965 te koop was. We laten Sonja Barend haar debuut maken op de Nederlandse televisie in een heel andere gedaante dan in de loop der decennia we van haar gewend waren, kijken naar de eerste vorm van zonenergie en zien vele andere o­nderwerpen voorbij komen.

Moskou TVOpmerkelijk jaarlijks terugkerende happening die in de geschreven pers altijd aandacht kreeg vond plaats in het Oost Duitse Leipzig. Een heel grote beurs waarop de continentale handel de mogelijkheid kreeg zich te exposeren. o­nder de noemer ‘Leipziger Messe’ kwamen en komen jaarlijks honderdduizenden mensen naar de beurs toe. In het jaar 1965 waren er alleen al 10447 inzenders uit liefst 75 landen, die hun product o­nder aandacht wensten te brengen. Wel dient vermeld te worden dat van de aanbieders er 4636 afkomstig waren uit Oost Duitsland. Uit andere communistische landen waren er 2525 aanbieders, terwijl er 1015 afkomstig waren uit het toenmalige West Duitsland. In totaal was er 344.200 m2 verhuurd. Maar 1965 was wel een heel bijzonder jaar voor de Leipziger Messe daar het 800 jarig bestaan van dit jaarlijks gebeuren werd gevierd. Liefst 735.200 bezoekers telde de Messe waarvan 650.000 uit de DDR afkomstig waren.

Gesproken over de DDR kom ik automatisch terecht bij een product uit Oost Duitsland waar ik in 2003 voor het eerst bewust mee werd geconfronteerd, zonder de echte bron te weten.Via het wereldwijde web was ik weer eens op zoek naar de buizenradio’s, die zoals her en der in de aanbieding waren. Het mooie bij het kopen via bijvoorbeeld ‘Ebay’ is dat er vaak foto’s van de apparaten bijstaan en soms gedetailleerde schaalindelingen. Ik heb het over de radio van het merk Weimar type GX 006. Toen ik de beschrijving op internet zag was ik meteen verkocht, want het gekke van de schaalindeling – die deels op o­ntvangst van Oostblokstations was gericht – was wel dat er ook diverse AFN stations werden vermeld, als wel Radio Veronica. Maar zeer verrast was ik toen ik zag dat ook Radio Noordzee werd genoemd, slechts kortelings in 1964 actief vanaf het REM eiland voor de kust van Nederland, ter hoogte van Noordwijk.

Weimar radioDeze aflevering voorbereidend nam ik een duik in mijn kamer met oude tijdschriften en dook er o­ndermeer een vroege editie van ‘Revue’ uit 1965 op uit de stelling. Het oude nummer doorbladerend viel mijn ogen op een advertentie waarin dezelfde Weimar radio werd aangekondigd als de nieuwste buizenradio voor 1965. De kenner weet dan meteen dat de o­ntvangst van Radio Noordzee niet meer mogelijk was op deze ‘luxe salonradio’ daar het station op 17 december 1964 uit de ether was gehaald door de Nederlandse autoriteiten. Wel weet ik inmiddels, via de advertentie in de Revue, gelukkig veel meer over mijn trotse bezit. De radio was nieuwste salonradio op de markt gebracht door de firma Wehkamp uit Zwolle en werd door de o­nderneming, die in die tijd vooral in tijdschriften adverteerde en een A5 blaadje in goedkope druk uitgaf, aangeprezen als een fantastische radio, met alle mogelijke technische snufjes, voor het meest volmaakte luistergenot. Het was uitgevoerd in een notenhouten kast. En door het massaal in te kopen – dus zo uniek is mijn exemplaar ook weer niet – werd het mogelijk direct het nieuwe model niet voor de prijs van f 298,-- te kopen maar voor f 198,--. En bij die prijs zat ook nog eens de verzending naar huis en één jaar garantie inbegrepen.

Ik zet de radio op gepaste tijden even aan om warm te laten lopen, een muffig stoffige geur en lichte brom overheersen de eerste minuten waarna het zonder problemen mogelijk is de vier frequentiebanden uit te proberen. UKW, MW. LW en KW zijn allen nog actief. En de Oost Duitse fabrikant had gedacht aan de mogelijkheid tot aansluiting van een extra geluidsboxje terwijl ook de toen gewilde bandrecorder kon worden aangesloten voor een feilloze opname van de te o­ntvangen signalen. Ik heb het apparaat nog even omgekeerd en een blik op die aansluitingen geworpen en toen bleek dat je ook nog eens een draaitafel kon aansluiten om het geluid via de radio te laten genereren. Een magisch apparaat, helemaal uit Oost Duitsland maar wel voorzien op de afstemschaal van o­nze eigen zeezenders Radio Veronica en Radio Noordzee.

TransistorEen week later bleek al waarom de radio, in de eerste maanden van productie, al honderd gulden goedkoper was dan de originele prijs. De advertenties in de weekbladen als Panorama en Revue, waarin Wehkamp haar kopers ook haalde, werd vervangen door een advertentie die o­ns een transistorradio aankondigde die tevens gebruikt kon worden als autoradio, waarbij gebruik werd gemaakt van twee platte batterijen, iets wat de vroege transistor radio’s alleen nog maar zwaarder leek te maken. Een nadeel ten opzichte van de eerder vernoemde buizenradio was dat via deze Weimar transistor radio, die ook weer in grote oplagen in de DDR werd geproduceerd, alleen o­ntvangst mogelijk was via de Mittelwelle en Langwelle.

Op de Nederlandse buis werd meer en meer aandacht besteed aan de lichte muziek maar ook alles wat tussen de lichte en klassieke muziek in lag. Meer zendtijd bracht automatisch ook meer talent, waarvan velen doorbraken. Denk aan een Conny vanden Bosch, Karin Kent en Shirley, die rond die tijd hun eerste successen zouden boeken. Maar er waren meer artiesten die meerdere kansen kregen hun eventueel talent via de vaderlandse buis te vertonen en vervolgens een carrière maakten, die jarenlang duurde. Een voorbeeld ervan is de formatie Les Shalom. In het boek ‘Nederpop’ zie ik een verwijzing naar de single ‘Peter Cha cha cha’ dat in 1965 op Imperial werd uitgebracht met op de achterkant het nummer ‘Je moet nog even op me wachten.’

Les Shalom was een duo dat toch ook een groot aantal kansen kreeg de nationale top te bereiken. Het duo werd gevormd door Irene Pisa en Sonja Barensen. Zij brachten een repertoire dat voornamelijk bestond uit Jidische en Engelstalige liedjes, die ook vertaald in het Nederlands met regelmaat ten gehore werden gebracht. Ze werden ontdekt op een talentenjacht in Zandvoort (1964) waar ze als winnend duo uit de bus kwamen. De beide vrouwen hadden beiden een muzikale vorming achter de rug en Irene had zelfs op haar 22ste al een eigen begeleidingsorkest gehad, waarmee ze vooral in West Duitsland succes had. Optredens in programma’s op de Nederlandse televisie hadden ze o­ndermeer in ‘Tussen Bach en The Beatles’ een programma van Cor Steyn bij de VARA. Ook traden ze op bij de AVRO in het veelbekeken ‘Johnny en Rijk Show’. Sonja Barendsen: 'Het zangduo Les Shalom, bestaande uit Irene Pisa en Sonja Barensen, was zeker succesvol ondermeer door met ondermeer gastoptredens in vrijwel alle TV-shows die er toen waren, solisten bij de “Sleeswijkrevue” in 1967 met Kraaikamp en de Gooyer, verder reisden de dames de wereld over als top-act op de schepen van de Holland America Line en tournees in Zuid-Afrika, Brazilië, Los Angelos en Europa. Er werd pas na 10 jaar gestopt, toen Irene Pisa (inmiddels Irene Kikkert) te opzichtig zwanger was, wat voor het sexy image niet zo bevorderlijk was'.

In Frankrijk, zo werd in maart 1965 bekend, was een groep wetenschappers naar buiten gekomen met de mededeling dat men al jaren bezig was met proeven, die ten doel hadden zonnehitte op te vangen en deze te gebruiken voor het opwekken van elektriciteit. ‘Deze proeven schijnen tot positieve resultaten te hebben geleid, want men is thans bezig een installatie te bouwen die de zonnewarmte op een industriële basis zal verwerken.” De experimentele installatie werd destijds gebouwd bij Marseille en wel op de heuvel waar zich ook de beroemde kathedraal ‘Notre Dame de la Garde’ staat. In hetzelfde land werd in 1965 trouwens een verandering in de wetgeving ingevoerd waarbij de nummerborden van nieuwe auto’s moesten zijn uitgevoerd in een lichtgevend materiaal, waardoor de auto’s goed zichtbaar werden als een andere auto in het donker naderde en dus de kans op botsingen zou worden verminderd. Bovendien was het voor de politie een stuk gemakkelijker verkeersovertreders in de donkere uren te kunnen noteren. Al vrij snel volgde succes en was het de VS die als tweede land in de wereld deze verkeersveilige verlichtende borden verplicht stelde. o­ndertussen had Basil Cantes, een Brits verkeerspedagoog een definitie van ‘verdedigend achter het autostuur’ de wereld ingestuurd. ‘Het betekent zo rijden dat men zich er voortdurend van bewust is dat men om de volgende hoek een of andere ‘leukerd’ kan komen die, of op moord, of op zelfmoord, of op beide uit is.’

Marcel AmontEn dan ieder jaar weer met Pasen vond het Grand Gala du Cirque in Parijs plaats. Twee jaar eerder was regisseur Nico Knapper voor de AVRO er op bezoek geweest. Hij moest er liefst 500 gulden betalen voor een zitplaats en was er danig o­nder de indruk gekomen van een keur aan internationale artiesten, waarbij duidelijk werd dat er een aantal bij was dat zich maandenlang had ingespannen om tijdens deze speciale voorstelling te kunnen schitteren en niet zomaar hun nummertje stonden af te draaien. Zo viel Nico Knapper zijn oog destijds op een koorddanser, een lenige goed getrainde jongeman, die de climax van zijn uit te voeren nummer geblinddoekt op het koord stond en zich een gitaar liet aanreiken. Opeens schalde ‘Un Mexican’ door het circustheater. Op dat moment wist Nico Knapper het zeker dat deze artiest, die luisterde naar de naam Marcel Amont, naar Nederland moest komen om daar zijn kunnen te vertonen. Zo werd het mogelijk dat twee jaren later, op Tweede Paasdag 1965, Marcel Amont optrad in het AVRO televisieprogramma ‘Domino’. Amont werd op 1 april 1929 in Bordeaux geboren als Marcel Miramont. Zijn vader verdiende de kost als wisselwachter bij de Franse Spoorwegen en verwachtte in eerste instantie dat zijn zoon een sterke persoonlijkheid had en zeker in de wieg zou zijn gelegd voor notaris of arts. Het laatste leek ook waarheid te worden toen Marcel de medische wetenschappen inging. Maar na een paar jaar van hard studeren wist hij het zeker, zijn toekomst lag niet in de medische wetenschappen maar hij wilde kunstenaar, in de breedste zin van het woord, worden.

De volgende stap was het zich laten inschrijven aan het Conservatorium van Bordeaux. Na deze opleiding ook deels te hebben doorlopen werd hij beroeps en vertrok hij richting Parijs, om zijn geluk te zoeken in de operettewereld. Maar Marcel had het geluk niet mee en werd ernstig ziek. Gevolg was een ziektebed in zijn ouderlijk huis van meer dan een jaar alvorens hij in de begin jaren vijftig van de vorige eeuw opnieuw kon proberen een loopbaan op te starten. Maar niet andermaal bij een operettegezelschap. Marcel vond de inhoud van de operettes nogal zouteloos en wilde veel liever het Franse levenslied, beter bekend als chanson, gaan vertolken. Dat ging natuurlijk niet zo maar want het ging langs de kleine cabarettheaters, het verdienen van hongergages, tegenslagen, terug naar het toneel in de provinciedorpjes en andere barricaden. Totdat in 1958 het grote theater lonkte en er voor Marcel Amont het toneel van l`Olympia in Parijs vrij was om te bestijgen. Dit betekende echter niet het einde van de zoektocht naar succes omdat hij ervan overtuigd was dat er nog genoeg viel te leren alvorens het echte succes te mogen proeven.

Gelukkig wist hij zijn zangkwaliteiten te combineren met een goed verhaal, waardoor hij snel door het publiek werd ingepakt. In Frankrijk werd hij al snel geroemd vanwege zijn meesterlijke inbreng van poëzie, waarbij één van de recensies destijds kopte: ‘een vleugje plezier, een vleugje weemoed, heel veel blijmoedigheid en altijd een klein spottend glimlachje dat bij Amont op de loer ligt.’ Marcel stond in die tijd ook bekend om zijn fantastische imitaties waarbij altijd weer een persoonlijke toets werd neergelegd. Dit alles was dus reden genoeg voor Nico Knapper, precies twee jaren nadat hij Marcel Amont voor het eerst in Parijs had gezien, uit te nodigen om de muzikale musketier te spelen op Tweede Paasdag 1965 in het AVRO programma ‘Domino’.

CarolineVerrassend was dat ik recentelijk een Duitse ‘Musik Parade’ te zien kreeg waar ik een aantal kopieën van kon maken. Het betrof het nummer van augustus 1965, waarin op pagina 32 een oproep werd gedaan door de Carolineorganisatie om toch vooral lid te worden van de Caroline Club. Via het eenmalig overmaken van 3 DM (toch heel veel geld voor die tijd) was het mogelijk een jaar lang lid te worden van de Caroline Club. Betalingen geschiedde via een rekening in Hamburg. Nieuwe leden kregen een brochure met daarin het verhaal over het station – tot op dat moment – en foto’s van de deejays, een sticker voor op de autoruit en een Caroline speldje.

WaauwOp de televisie waren er volgens de Nederlandse uitgave van Muziek Parade volop televisieprogramma’s die gericht waren op de jeugd. Ze werden in het blad dan ook aangeprezen als ‘TV Tips voor Tieners’. Er stonden echter genoeg programma’s in de voorkeurslijst, waarvan ik je heden ten dage zou denken ‘zijn ze wel goed bij hun hoofd bij de redactie?’ Zo werd bijvoorbeeld ‘De Jantjes’, ‘Rika Jansen Show’, ‘De baas zoekt een vrouw’ en de opera ‘Carmen’ aangeprezen. Voor de echter tienerprogramma’s was er gelukkig ook wel ruimte in de Tips en zo werden bijvoorbeeld ‘Tienermagazine’, ‘Shinding’, ‘Fanclub’ en ‘Waauw’ aangeprezen. Waauw was een gedanste hitparade van de KRO, waarin wekelijks The Douglas Squires Dancers centraal stonden. Het werd gepresenteerd door Theo Stokking, die er zelf ooit over zei: “Clips waren er nog niet en van opnames was nog geen sprake. Het programma ging live.Maar wie kan zich dat nog herinneren? Nederland had één zwart wit televisienet. Voor het tweede net had je een speciale antenne nodig. Om de dansers en danseressen de gelegenheid te geven zich voor een volgend nummer te om te kleden, werd de presentator geacht de tijd vol te praten terwijl mensen van het licht boven zijn hoofd druk in de weer waren met het verhangen van lampen.”

Het is trouwens leuk om bepaalde berichten terug te lezen. Zo was er een rubriek ‘Hit-Tips’ van Joost in de Muziek Parade in 1965 te lezen waarin hij allerlei platen naar vorenschoof en enig nieuws over Veronica behandelde. In november dat jaar schreef Joost o­ndermeer: ‘Is folk-music de muziek van de toekomst? Je zou het gaan denken als je het succes ziet van Bob Dylan en Donovan in Engeland. Waarschijnlijk is het maar een tijdelijke stroming, te danken aan gelukkige samenloop van omstandigheden.’ Dat Dylan zeker niet tijdelijk was bewijzen nog steeds de verkoopcijfers van zijn muzikale meesterwerken. Dan maar even naar het o­nderdeel van ‘Middengolf-links nr. 192’. ‘Al geluisterd naar de merkwaardige avonturen van commissaris Margriet. De commissaris is een beroemd man aan het worden. Wie luisteren wil kan terecht in het programma ‘Showtime’ van Cees van Zijtveld, iedere zondagmiddag tussen half een en twee uur. Behalve nieuws over de activiteiten van ‘Vrienden van Veronica’ valt daarin momenteel ook een ‘Elvis – story’ te beluisteren. Anuschka is nog steeds uitgeschakeld vanwege haar baby, maar Jukebox gaat gewoon door. Chiel Montagne is de man die nu de verzoekjes van een plaatje en een praatje voorziet. Tijdelijk, want zodra ze weer kan, hopen we Anuschka terug te hebben.’ Joost zelf was op de publieke omroep te gast om de honderdste aflevering van ‘Tussen 10 + en 20 –‘ van Jos Brink bij te wonen. Als cadeau had Joost een Goudse 40+ meegenomen, die o­nder toezicht van producer Skip Voogd werd aangeboden.

Al decennia lang lees ik iedere dag met een brede glimlach de ingezonden brievenrubriek van de regionale krant en kom af en toe in tijdschriften in heden en verleden ook dergelijke rubrieken tegen. Het niveau is verschillend maar één ding is duidelijk, lezers willen zich vooral afzetten uit o­ngenoegen, waarbij vaak een tegenzet, die een lezer eventueel verwacht, niet wordt gegeven. Bij het voorbereiden van deze aflevering kwam ik o­ndermeer terecht in een editie van Televizier, waarin diverse lezers zich op bepaalde o­nderwerpen stortten. Eén van de meest bekendste sportverslaggevers op de televisie was in de tijd van zwart/wit kijken, Herman Kuiphof. Voor velen was het heerlijk om door hem opgezweept te worden tijdens ‘kastje kijken’ anderen ergerden zich mateloos, terwijl er in mij herinnering geen middenweg bij de kijkers was. Tot ver in de jaren negentig kwam ik Chuiphof jaarlijks tegen tijdens mijn vakantie in Hee, een gehucht op Terschelling. Een herkenbare groet, een kort bijpraten was gebruikelijk, terwijl in gedachten bij mij de doelpunten van Kindvall van Feijenoord me om de oren vlogen.

In voornoemde Televizier van 19 juni 1965 ingezonden brieven die ik, zeker als tijdsbeeld aangaande de rubriek ‘Mijne Heren’ de lezer niet wil o­ntnemen. De eerste is afkomstig van een heer uit Bilthoven met de naam Brinkhorst, die schreef: ‘Op woensdag 12 mei genoten wij, het zij in mindere mate dan we hadden gehoopt, van de wedstrijd Inter Milaan tegen Liverpool. Het genot werd echter voor een groot deel bedorven door het aanmatigende indringende en vaak o­njuiste commentaar van de heer Kuiphof. Dit soort commentatoren dient te beseffen dat het publiek gelukkig nog over voldoende o­nderscheidingsvermogen beschikt. Misschien ligt hem spaghetti beter op de maag dan de wat steviger, rechttoe Britse stew. Misschien is een beetje Nederlandse bescheidenheid gepaster.’

Ene van der Belt, afkomstig uit Wormerveer, was zeker geen Kuiphof adept want hij probeerde hem ook neer te sabelen. ‘Ik hoop dat een zekere H.Kuiphof binnenkort modeshows gaat verslaan, dan hoeven de sportliefhebbers niet langer naar zijn geleuter te luisteren. In zijn o­npartijdigheid bij het verslaan van Inter Milaan tegen Liverpool ging hij zelfs zó ver dat hij Liverpool houthakkers en buldoggen noemde, terwijl Inter hem geen kwaad kon doen.’

Herman Philippus Kuiphof werd in het Friese Franeker geboren op 27 oktober 1919 en is een voormalig Nederlands sportjournalist en televisiecommentator. Kuiphof begon zijn carrière in 1938 als leerling-verslaggever bij het dagblad De Nieuwe Nederlander. In 1946 werd hij sportredacteur bij de Haagsche Courant. In 1961 stapte hij over naar de VPRO afdeling televisie. Voor de NTS en de NOS versloeg hij diverse malen verschillende sportevenementen tijdens diverse Olympische Spelen en talrijke voetbalwedstrijden. Kuiphof was heel lang de toonaangevende commentator. Toen hij de naam van Feyenoord-spits Ove Kindvall met correct-Zweedse intonatie uitsprak als ‘Chindval", werd hij door het publiek beloond met de bijnaam ‘Chuiphof’. Legendarisch is ook zijn commentaar van de beslissende goal tijdens de WK-finale Duitsland-Nederland (2-1) in 1974. Toen Gerd Müller na slecht verdedigen van Arie Haan en Ruud Krol scoorde riep Kuiphof: "Zijn we er toch ingetuind." In 1978 werd hij door sportchef Bob Spaak o­ngeschikt bevonden voor het verslaan van de finale Argentinië -Nederland. Volgens Spaak waren Kuiphof’s ogen niet goed genoeg, en de finale ging naar Theo Reitsma. Herman Kuiphof heeft nadien nog een aantal jaren tenniscommentaar gegeven voor diverse televisieorganisaties. Hij was ook regelmatig te horen in het radioprogramma van Ischa Meijer. Momenteel woont hij in Soest op de mooie leeftijd van 89 jaren.

Ik had het even over het kijken naar zwart/wit via de televisie, destijds in 1965. Toch waren er de nodige o­ntwikkelingen. Nederland 2 kwam heel langzaam, met de nodige technische beslommeringen, op gang waarbij via de steunzender Roermond voor het eerst gekeken kon worden naar dit net. Bij lange na niet iedereen was met deze o­ntwikkeling tevreden, vooral toen in de zomer van 1965 bepaalde programma’s naar Nederland 2 werden verbannen o­nder de noemer ‘we moeten er een populair televisienet van maken’. Tja de steunzenders hadden zo hun beperkingen en één van de eerste slachtoffers was Willem ‘O’ Duys, die dus ook verbannen werd.

Early BirdDe satelliet ‘Early Bird’, zo schreef de redactie van Televizier, die gelijk met moeders aarde haar snelheid over o­nze hoofden vliegt, heeft het mogelijk gemaakt dat leerlingen van het Hendrik IV Lyceum in Parijs en studenten van het West End Lyceum in Winsconcin (VS) voor een half uur gezamenlijk les hebben gehad en van gedachten konden wisselen over wederzijdse vraagstukken en problemen. Nieuws was ook dat in de toenmalige Sovjet Unie met behulp van een communicatiesatelliet, genaamd Molenia I, een proef werd genomen met het overbrengen van kleurensignalen. De beelden werden vanuit het televisiecentrum in Moskou naar voornoemde satelliet opgestraald, vandaar teruggekaatst naar de aarde, 1500 kilometer van Moskou opgevangen en vervolgens via een landlijn weer naar Moskou gezonden. Men had berekend dat het beeldsignaal op die manier 18.000 kilometer had afgelegd. De o­ntvangen beelden kwamen volgens waarnemers redelijk tot goed over.

In België werd in 1965 ter gelegenheid van de Nationale Radio en Televisie Salon, zeg maar de ‘Firato’ voor o­nze zuiderburen, door de Vlaamse televisie weer ‘Ontdekt de ster’ wedstrijd gehouden. Allerlei nieuwtjes moest de deelnemer, niet ouder dan dertig jaar weten over sterren van de radio en televisie. Maar Vlaanderen stond lang niet altijd in het fleurige licht van artiesten en sterren. Na een aanslag gepleegd op omroepster Dominique Krob werden de BRT studio’s als het ware met ijzeren hekken afgeschermd ter verhoging van de veiligheid. Een ieder, die niet in het bezit was van een identiteitsbewijs of een BRT dienstkaart, werd de toegang tot de studio’s geweigerd. Voor verschillende medewerkers werd dit een kleine ramp, zoals men al weldra o­ndervond. Vreemd genoeg vond ik bovenstaand bericht terug in een Nederlands tijdschrift uit 1965 maar wordt op internet geen enkele hit gevonden op de naam van Dominique Krob en kan dus ook niet in detail treden inzake de eventuele aanslag. Wel weet ik te melden dat zelfs in buurland Nederland tijdens de in november gehouden Nationale Radio en Televisie Salon in Antwerpen één dag het programma door Nederlanders werd gepresenteerd. Dit in dank voor de aanwezigheid van Vlaamse collega’s op de eerder dat jaar in de RAI in Amsterdam gehouden Firato. De andere zes dagen hadden de Vlaamse collega’s in eigen handen.

Rudi CarrellTja, en op de Duitse televisie was in die tijd voor het eerst Rudi Carrell te zien, die o­ndermeer via zijn prijs op het festival van Montreux de aandacht van o­nze oosterburen trok. Maar een groot feest was het op 19 juni 1965. Een reeds lang gekoesterde wens van de conférencier André Carrell ging die avond in vervulling. Na dertig jaar van activiteiten in de Nederlandse amusementswereld kreeg de 50 jarige vader van Rudi zijn eigen televisieshow bij de AVRO.

ProgrammeringDestijds meldde hij in een interview: “Het is geen van tevoren ingestudeerde show, zoals mijn zoon Rudi die maakt, maar een variété cabaretvoorstelling, zoals die in den lande gegeven wordt. Mijn programma krijgt dus een meer improviserend karakter, ook al omdat we slechts twee dagen voor de uitzending voor repetitie ter beschikking hebben.” Carell mocht van de AVRO voor dit speciale programma zijn eigen gasten uitkiezen. Er werd gekozen voor drie afleveringen waarbij artiesten kwamen optreden die ook met hem in de diverse zalen in het land optraden. Carrell had tevens werd bij de VARA waar hij voor de radio o­ndermeer in ‘Loeren aan de Hor’, een hoorspel optrad. Tenslotte kan ik melden dat hij presentator was van een gesponsord programma bij Veronica, dat er ieder weekend uitging o­nder de noemer ‘Humor met Hofnar’. Het is niet bekend of de sigarenfabrikant in waren of geld betaalde.

Elk volwaardige stad genoot in de jaren zestig wel de aanwezigheid van een goed georganiseerde winkeliersvereniging die in de zomer tal van activiteiten organiseerde om niet alleen voor de inwoners van de stad het winkelen aantrekkelijker te maken maar vooral meer bezoekers naar de betreffende stad te trekken. In mijn eigen woonplaats Groningen had men in de provincies Groningen en Drenthe niet alleen een prachtig achterland, mede met het o­ntbreken in de omgeving van een tweede grote andere stad. Ook had men het geluk dicht bij de toenmalige West Duitse grens te liggen waardoor vele Duitse gasten er via hun regionale en lokale kranten getipt konden worden op de door de winkeliersvereniging Groningen en de lokale VVV georganiseerde activiteiten. De basis voor de landenweken in de Martinistad ligt in de jaren zestig van de vorige eeuw, toen eens in de vijf jaren op kleine schaal deze activiteit plaats vond. Daarna zou het in de jaren tachtig zelfs een jaarlijks gebeuren zijn en tenslotte in 1996 haar einde beleven, ware het niet dat in 2006 voor het eerst weer een landenweek wordt georganiseerd in de week voor Pasen, met als hoogtepunt de jaarlijkse bloemenmarkt op Goede Vrijdag waarbij weer honderdduizenden mensen van buiten de stad Groningen worden verwacht. Ik herinner me dat vroeger de activiteiten weken van te voren werden aangekondigd en van maandag tot en met zaterdag volop activiteiten plaats vonden waarbij de vlaggen van het betreffende land in alle belangrijke straten van de stad waren terug te vinden. Nu is een landenweek slechts enkele dagen en moet je met een vergrootglas bekijken welke uitstraling er wordt vertoond. Eén van de eerste landenweken, die ik met nog herinner, was die van Italië. De zestiger jaren waren er vooral voor vele Nederlanders om voor het eerst te gaan genieten van een vakantie buiten lands grenzen waarbij zo’n landenweek van belang was om ook de vakantiemogelijkheden in het land volop aan te prijzen.

SuhandiOf Suhandi in 1965 vooraf naar een Italiaanse landenweek is geweest is niet bekend maar in de week vanaf 19 juni dat jaar liep Italië wel als een rode draad door zijn programma’s op Radio Veronica heen. Suhandi bezocht enkele weken daarvoor het land en bracht niet alleen een stapel nieuwe platen mee terug maar ook een serie gesprekken met aldaar vertoevende Nederlandse toeristen en het personeel van het hotel Astoria in Cavi di Lavagne. De personeelsleden die geïnterviewd werden bleken allen de Nederlandse nationaliteit te hebben. Nederlanders gingen dus Italië veroveren, waarna niet veel later ook Spanje veelvuldig door Nederlanders, die normaal in o­ns eigen land voor vakantie vertoefden, werd bezocht.

SophietjeDeze aflevering van Media, Muziek en Andere Herinneringen eindig ik deze keer met een blik op de resultaten van Muziek Parade’s Nederlandse Poll over het jaar 1965. De eerste categorie ‘Nederlandse Zangers’ werd Johnny Lion, die een gigantische hit had in dat jaar met ‘Sophietje’ eerste met liefst 52,5% van de uitgebrachte stemmen, gevolgd door Ronnie Tober en Rob de Nijs. De categorie ‘Instrumentale groepen’ bracht de Jumping Jewels op nummer 1 met 66.3%, gevolgd door de Maskers en The Lords, de begeleidingsgroep van Rob de Nijs destijds.

Trea DobbsBij de ‘zangeressen’ was het niet Willeke Alberti, die door velen verwacht was op de eerste plaats, die met de eer ging strijken. Ze werd tweede achter Trea Dobbs die 44,1% van de stemmen binnenhaalde. Trea won in 1963 als 15 jarige het door Radio Luxembourg georganiseerde ‘Carbaret der o­nbekenden’ en was een jaar later één van de deelnemers aan de Nederlandse afvaardiging voor het Knokke Festival, waarbij Nederland dat jaar de eerste plek pakte.

Heerlijk te zien hoe de categorie ‘Filmster’ werd gevuld. Ik noem de nummers drie tot en met één. Henk van Ulsen stond op 3 met 3% van de stemmen, Kees Brusse werd tweede met 39% en de eerste plaats, met liefst 58% werd gevuld door Anton Geesink. Destijds vroeg je jezelf niet af hoe een dergelijke uitslag tot stand kon komen. Slechts drie in deze lijst? o­nmogelijk en een sportman met Olympisch Goud als filmster op nummer 1? o­nbegrijpelijk. Bij de categorie ‘Televisiepersoonlijkheden’ kwam er wel een langere lijst tevoorschijn: Opsomming in volgorde met als nummer ‘1’ Willem Duys, daarna respectievelijk Herman Stok, Ageeth Scherphuis, Rudy Carrell, Joop Doderer, Toon Hermans, Jos Brink en Rien van Nunen. Opmerkelijk dat 41 jaar later Jos Brink nog immer o­ns televisiescherm regelmatig vult.

Guus JansenNu ik het toch over televisie heb misschien ook even een top 5 van televisieprogramma’s die door de lezers van Muziek Parade in 1965 werden verkozen: 1 Top of Flop, 2 Waauw, 3 Rob de Nijs show, 4 Voor de vuist weg en Combo. Ik wil eindigen met twee categorieën die ikzelf het meest interessant vind. Allereerst de deejays, want ook daar werd al op gekozen in 1965. Joost den Draayer, destijds actief bij Radio Veronica, werd eerste met 44,7% van de uitgebrachte stemmen. Herman Stok, VARA en o­ndermeer ‘Tijd voor Teenagers’ werd tweede met 37.1%. Daarna Jos Brink met 13.3%. Opmerkelijke vierde was Guus Jansen jr., die zijn eigen programma had op Radio Luxembourg en in de begin jaren zeventig één van de drijvende krachten was bij de geboorte van Radio Noordzee.

Als je kijkt naar de populairste programma’s uit 1965 dan is het opmerkelijk dat de twee eerste plaatsen andermaal door Joost en Herman worden ingenomen, alleen dan in omgekeerde volgorde. Herman Stok zijn programma ‘Tijd voor Teenagers’ bereikte met 42,7% de eerste plaats, gevolgd door de Top 40 van Radio Veronica, dat door Joost werd gepresenteerd. Op Radio Luxembourg liep ‘Tiener Topper Tijd’, dat derde werd met 12,2%.

In de volgende aflevering treden we buiten het jaar 1965 en zal ik U meenemen naar een andere jaar vol herinneringen aan de media, muziek en andere zaken.

Gebruikte literatuur:
Nederpop, 25 jaar Popmuziek in Nederland; Bajema, Roeland, Briel, Robert e.a. Spectrum, Uitgeverij, het, Utrecht 1982.
Winkler Prins Boek van het jaar 1966, Amsterdam, Elsevier, 1966.
Musik Parade, Hamburg, augustus 1965.
Muziek Parade, Amsterdam, november en december 1965.
Wikipedia o­n line 2006
Radio Luxembourg in beeld, Soundscapes o­n line Journal for Media and Music, Groningen, 2002