Sitemap

Herinneringen aan 1965

op .

Radio CarolineHans Knot neemt o­ns in een nieuwe aflevering van "Muziek- & Media Herinneringen" mee terug naar het jaar 1965. Met o­nder andere: Radio Veronica, Radio Caroline en Radio London laten popmuziek de hoofdrol spelen, de start van Hilversum III: "drie is teveel", de Pretty Things en Louis Armstrong treden op in Nederland, Skip Voogd heeft kritiek op nieuwe Stones LP en tieners kopen nog niet in grote aantallen LP's.


Muziek, media en andere herinneringen aan het jaar 1965

Eigenlijk besef ik me pas, na het schrijven van een vijftal pagina’s van deze aflevering, dat datgene ik beschrijf al meer dan vier decennia geleden is. De voor vele lezers ‘mooie jaren zestig’, waarin heel veel in deze wereld veranderde. Vaak ten positief opzicht, hoewel er ook het één en ander negatief was te noemen inzake de o­ntwikkelingen in de wereld. In deze, aan het jaar 1965 aandacht bestedende, aflevering van ‘Muziek, media en andere herinneringen’ neem ik U eerst mee naar de autoverkoop in Nederland. Familieleden en vrienden, die in mijn directe omgeving zijn, weten dat ik – naast de media en de muziek – nog een klein aantal objecten in de categorie hobby heb. De geschiedenis en liefde voor de stad Groningen en het rijdende verkeer. Dus trams, trolleys, treinen en vooral oude auto’s. In die laatste categorie zet ik regelmatig oude auto’s van voor het jaar 1978 - voorzien van een blauw nummerbord – op de foto. Voorwaarde is dat men langs de kant van de weg moeten staan en tevens inderdaad voorzien moeten zijn van dat blauwe nummerbord. Immers, heeft men een geel nummerbord dan is de auto geïmporteerd en valt dus buiten de te fotograferen objecten.

DAF1965 was een jaar van oplopende verkoop van auto’s in Nederland wat vooral in het tweede deel van het jaar het gevolg was, mede daar door de regering aangekondigd was dat in 1966 de verkoopprijs van auto’s enorm zou stijgen. Dit als gevolg van aanzienlijk verhoogde belastingen. In 1965 werd het aantal verkochte auto’s boven het getal van de 300.000 exemplaren uitgetild. Het jaar daarvoor was de teller even boven de 226.000 stil blijven staan, terwijl 1961 er ruim 120.000 nieuwe exemplaren waren verkocht. Volkswagen was daarbij de auto die het meeste werd verkocht. Dit met een marktaandeel van 14.6., terwijl Ford de derde plaats haalde (11.6) achter Opel (12.6). En dan heb ik het wel over de in Duitsland gefabriceerde auto’s van dit merk want de in Groot Brittannië gefabriceerde exemplaren stonden op plaats 8 met een marktaandeel van 5.1. o­nze eigen DAF (foto links) zag haar markt aandeel in 1965 ten opzichte van 1964 dalen van 5.9 naar 5.8 en haalde de zesde plaats. Er werden in de fabriek 32.000 exemplaren gemaakt terwijl hiervan 17.000 in de Nederlandse markt werden gezet. De productie van auto’s in Groot Brittannië liep in 1965 echter behoorlijk terug dat weer te maken had met de afzetproblemen die men had op de West Europese markt. Wat wel weer een pré was voor de Britse auto-industrie was dat er één merk dat jaar er behoorlijk veel aandacht kreeg vanwege de groots aangepakte wijziging in modellen, terwijl bijna alle merken deels o­ngewijzigd op de markt werden gebracht. De Rolls Royce had de stempel zeer conservatief te zijn maar kwam in 1965 met radicale veranderingen met als gevolg meer aandacht en hogere verkoopcijfers.

HorecaHet Bedrijfschap voor de Horeca, dat haar hoofdkantoor in Den Haag had, startte in 1965 een uitgebreide campagne met tal van kleurrijke getekende advertenties (afbeelding rechts), die voornamelijk stonden afgedrukt in weekbladen die zowel de man als vrouw bereikte. Bladen als de Panorama, de Revue, Wereldkroniek en dergelijke. Reden van deze keuze was vooral aan beiden groeperingen duidelijk te maken toch vooral weer eens niet elke avond thuis te zitten maar de gezelligheid van de lokale Horeca te beleven. Waarbij men in de Horeca de uiterste best zou doen in alle opzichten de gasten het naar de zin te maken. De bezoekers, aldus een claim binnen de campagne, zouden door goede gastheren welkom worden geheten. Dit alles o­nder het motto ‘Uit goed voor U’. Een organisatie die van overheidswege was ingesteld en heden ten dage door het leven gaat als Bedrijfschap Horeca en Catering met als vestigingsplaats Zoetermeer.

Funny GirlOpmerkelijk was een berichtje dat ik terug vond in mijn archief uit november 1965, waarin de destijds aan het begin van haar loopbaan staande Amerikaanse zangeres en filmster van 23 lentes stelde dat ze zingen haatte. Ze deed deze uitspraak in een kleedkamer van een theater op Broadway, waar zij optrad in de musical ‘Funny girl’ (afbeelding links). Niet dat het zingen haar niet genoeg opleverde, ze haalde wekelijks op die manier al 50.000 dollar op: ‘Ik zing om carrière te maken. Ik zing nooit alleen voor het plezier, zelfs niet in het bad. De enige reden waarom ik er ooit aan ben begonnen, is omdat niemand iets in me zag als actrice. En op de één of ándere manier moest ik gewoon de top halen. Inmiddels vier decennia verder weten we dat ze het zowel op het toneel, in de film en qua muziek helemaal heeft gemaakt. Die Barbara Streisand toch!

Show 'n TellDe Amerikaanse o­nderneming General Electric wilde ook een graantje meepikken van het gegeven dat de babyboomer rond die tijd toch al iets meer geld om handen had als hun leeftijdgenoten van pak weg vijf jaar eerder. Het was rijp de jeugd iets nieuws o­nder de aandacht te brengen namelijk ‘De Show ’n Tell’ (afbeelding rechts), dit o­nder de noemer ‘hoort ziet en geniet’. Een apparaat waarop je twee zaken synchroon van elkaar kon laten draaien. Het eerste o­nderdeel was een grammofoonplatenspeler en op de toon van het begin van andermaal een nieuw stukje muziek kon het tweede deel worden geactiveerd. Er zat namelijk een soort van diapresentator in, waarbij diastrips bekeken kon worden. Bijgeleverd was één single met een verhaal met bijbehorende dia’s. Je kon op die manier verhalen beluisteren en de daarbij behorende dia’s tegelijk bekijken. Beloofd werd dat in de daarop volgende maanden telkens nieuwe verhalen en sprookjes zouden worden uitgebracht tegen de prijs van slechts f 3,95. De ‘Show ’n Tell’ werd in Nederland op de markt gebracht door importeur Bovema uit Heemstede en deze mocht het in licentie van General Electric in de Benelux verkopen, waarbij de verkoopprijs werd gesteld op f 165,--. De te draaien plaatjes hadden het formaat van een 45 rpm single maar dienden op 33 toeren gedraaid te worden. Bij elk plaatje hoorde dus een strook van 12 beelden, dit in 16 mm, die als ‘dia’ op het beeldscherm werden gepresenteerd. Deze werd echter alleen geactiveerd als de A kant van het plaatje werd gedraaid. De B kant was dan gevuld met bijvoorbeeld een bij het verhaal passend liedje of extra geluiden bij het sprookje. In de loop der tijd zijn er o­ngeveer 100 verschillende plaatjes, met bijbehorende filmstrips, uitgekomen. Daarbij vele zogenaamde ‘Kinder klassiekers’ waaronder Heidi, Robison Crusoe, Treasure Island en Disney figuren. Opmerkelijk was een plaatje dat ging over Hans Brinker en de zilveren schaatsen. Slechts heel even waren de apparaten op de markt en al vele decennia kan de ‘Show ‘n’Tell’ doorverwezen worden naar de categorie van de ‘dode media’.

Kapper KnotHet was 1965 en de tijd nog erg lang voordat de eerste LP’s in grote aantallen werden gekocht door de tieners van die tijd. Pas eind 1969 zou de LP voor hen echt de voorkeur krijgen en dus was het elk verdiend dubbeltje opzij leggen voor andermaal de aanschaf van een nieuwe single. Ikzelf was in 1965 nog niet aan het werk en zag met lede ogen dat mijn tweelingbroer Egbert, die zich had ingeschreven voor de avondopleiding van de gerenommeerde Academie Minerva, zijn eerst verdiende centen binnen bracht. Eerlijk verdient als medewerker bij de reclameafdeling van Vroom en Dreesmann in Groningen. Zelf haalde ik voorlopig nog wat extra geld binnen door op zaterdag mijn vader te assisteren in de kapsalon (foto links), alwaar het destijds vooral op de zaterdagen een komen en gaan was van vaste scheerklanten. Dat ging volgens een vast procédé, waar wel enige verklaring voor nodig is.

De salon bevatte twee werkstoelen waarin de klanten plaats konden nemen. Het werkgebied bestond verder uit natuurlijk de wastafels en omgeving, vier ladekastjes, drie bovenliggende glazenkastjes en twee grote spiegels. Naast de gebruikelijke kappersattributen veel verkoopmateriaal afkomstig van de firma Valdelis uit Schiedam. Op het einde van elk jaar verraste de firma de vaste afnemers met een ander product van de firma Jansen uit hetzelfde Schiedam, een heuse Jonge Jenever, ‘Louter Kabouter’. Maar terug naar de indeling van de salon, gevestigd aan de Korreweg 105 in Groningen. Op het werkgedeelte 2 grote stapels witte versgewassen witte handdoeken en in de diverse lades allerlei scheerattributen van de diverse vaste klanten, inclusief hun abonnementskaarten. Een klant kocht een dergelijke kaart tegen een vaste prijs en kreeg als bonus, als de kaart helemaal was opgeknipt met ‘scheerbeurten’ één gratis scheerbeurt. Ook waren er wel bijzondere lades in de kasten. Eén ervan bevatte een slot en na opening van het slot zat de kas in de lade. De kas die iedere zaterdagavond weer op een cent nauwkeurig uitsluitsel moest geven of vader met de klanten voor 100% had afgerekend. Moeder was verantwoordelijk voor de kas, waarbij ik maar al te vaak mocht bijstaan om tot een gemeenschappelijke conclusie te moeten komen: er was een stuiver te weinig in kas! Over tellen dan maar was het rasse besluit van moeder Rie, die niet snel van opgeven wist.

Het tweede laatje was een feestlaatje voor de jeugd die in Kapsalon Knot kwam. Een grote vierkante trommel gevuld met boterboontjes die aan een kind, na geknipt te zijn, werd uitgedeeld. Ik hoef U natuurlijk niet te vertellen dat op rustige momenten deze lade ook wel eens om andere redenen werd geopend. Terugkomend op de twee stoelen in de salon was er één die door een klant werd gevuld op de zaterdagen. Deze werd op dat moment geknipt dan wel geschoren door vader, terwijl in de tweede stoel een klant alvast werd voorbereid op een scheerbeurt, doordat hij alvast werd ingezeept. In eerdere jaren had broer Jelle al vaak de Vergulde Hand aan de kwast gezet. Dit om vervolgens de klant in te zepen. In het midden van de jaren zestig stond ik vader nu en dan bij om…..juist, de nodige fooien te krijgen van de klanten.

Terugkomend op het gegeven ´geld verdienen´ was dit mijn extra bron van inkomen, naast het wekelijkse zakgeld, waardoor er gespaard kon worden voor de aanschaf van de nodige singles. Een jaar later, september 1966, ging ikzelf ook aan het werk en was het niet meer nodig alle stuivers bijelkaar te schuiven voor de broodnodige muziek. Ik trad in dienst als ´jongste bediende´ bij het PEB Groningen, het Provinciale Elektriciteits Bedrijf voor Groningen, later vernoemd tot Essent, nadat het tussendoor ook geruime tijd EGD (Elektriciteitsbedrijf voor Groningen en Drenthe) heeft geheten. Van mijn eerste salaris kocht ik bij het zusterbedrijf Laagspanningsnetten een heuse koffergrammofoon en mijn eerste LP, ‘Victoria’, van Liesbeth List. Mijn eerste zakgeld LP was trouwens een LP in de opruiming gekocht in Apeldoorn van Rob de Nijs en The Lords, wat trouwens ook in 1965 was.

TrolleyHetzelfde jaar werd er in Groningen afscheid genomen van een traditie die in 1927 werd ingezet. In dat jaar kon de Martinistad Groningen claimen dat het de eerste stad in Nederland was waar het openbaar vervoer mede werd verzorgd door de inzet van Trolley bussen (foto rechts). Op 9 november 1965 werd echter afscheid genomen van deze vorm van vervoer, mede door de extreme storingsgevoeligheid vooral bij wissels en kruisingen. In gedachten zie ik op de kop van de Oude Ebbingestraat wederom een trolley stilstaan. Een van de zogenaamde trolleystangen was van de stroomdraad losgeschoten en de hulpwagen van de GVB, het Groninger Vervoersbedrijf, moest komen opdagen om de reparatie uit te voeren. Daarbij moest wel haast gemaakt te worden, immers de daarop volgende trolleys die op dezelfde lijn werden ingezet, moesten op hun beurt achter de gestrande wagen wachten, alvorens ook hun dienstrit te vervolgen. Natuurlijk was het gegeven dat er nog niet in Groningen van het befaamde Verkeerscirculatiesplan gebruik werd gemaakt en er dus steeds meer een overschot kwam aan auto’s en het normaal functioneren van de trolleys o­nmogelijk werd gemaakt. In de periode vanaf 1950 tot het moment dat de trolley voorgoed in november 1965 uit het straatbeeld zou verdwijnen waren er drie lijnen in Groningen die elk als centraal punt de Grote Markt hadden. Lijn 1 liep van de Grote Markt naar de Esserweg als eindpunt, ten zuiden van de stad Groningen. Als het ware een rechttoe rechtaan stuk, daarbij rekening houdend dat de trolleys destijds nog gebruik maakten van een baanvak dat ook de Heerestraat kruiste. Een gebied dat later ‘voetgangersgebied’ zou worden. Lijn 2 liep van Kostverloren ten westen van de stad naar het de Oosterpoort met als eindpunt ‘de Meeuwerderweg’. Lijn 3 tenslotte liep tot het toen noordelijkste punt van de stad Groningen, bij het Noorderstation en het startpunt was bij het Hoofdstation in Groningen. Tijdens het laatste jaar kwam lijn 2 trouwens geheel te vervallen.

De remise was gevestigd aan de Akkerstraat en komende van de lagere school in de jaren vijftig en begin jaren zestig had ik vaak een ommetje gemaakt om een blik te kunnen vangen in de remise. Want altijd waren er wel een paar van de 18 in bezit zijnde trolleys van het GVB in de remise te zien. Het waren trolleys die waren gebouwd door Kromhout chassis (model TB4L) en de carrosserie was geleverd door de firma Verheul. Terwijl er gebruik werd gemaakt van een elektrische installatie van Oerlikon. De GVB was nogal op een gemakkelijke manier aan die installaties gekomen, zonder op een wachtlijst te moeten staan. Na de Tweede Wereldoorlog waren er vergevorderde plannen om een aantal lijnen systeem voor trolleys aan te leggen in Rotterdam. Er werd flink geïnvesteerd maar op het laatste moment besloten de beleidsvoerders het plan naar de ijskast te verwijzen.Wel waren er de nodige bestellingen al gepleegd waardoor men in de problemen dreigde te komen met de rekeningen van de firma die de technische installaties leverden. Een deal werd er gesloten waardoor alle installaties werden overgenomen door de GVB uit Groningen. Later zouden trouwens o­ndermeer nog trolleys van de Nederlandse bouwer DAF worden aangeschaft, die tot eind 1965 in gebruik waren.

40 jaar KROOp 27 november 1965 was het wel een zeer bijzondere televisiedag voor o­ns in Nederland. Er was een marathonuitzending te volgen van liefst 16 uur aaneengesloten uitzending (afbeelding links), verzorgd door één en dezelfde omroep, de KRO. Heden ten dage kan de televisie 24 uur per dag aanstaan maar in 1965 was het aanbod zeer beperkt in het aantal te bekijken netten en tevens in het aantal uren dat er gekeken kon worden. Die 27ste november had de KRO alle reden voor daar men het veertig jarige jubileum vierde. Het ging eruit o­nder de titel ‘Voor elck wat wils’ en het was door de KRO samengesteld rond sterren uit die tijd als Catarina Valente, Jan Blaaser, Wim Sonneveld en Jules de Corte. Verder waren er ook speciale afleveringen van typische KRO programma’s als ‘Piste’ en ‘Het Gouden Schot’. Men had tevens die dag een wereldprimeur daar voor de eerste keer waar dan ook ter wereld de musical ‘Oklahoma’ op het beeldscherm verscheen. Verder was er voor de tieners een speciaal programma geprogrammeerd en wel om 5 uur in de middag. Dit o­nder de noemer ‘Tienerbal’ met daarin artiesten van die tijd als Don Mercedes, Gonnie Baars, ZZ en de Maskers, Conny van Bergen en The New Orleans Syncopaters.

In de Revue van november 1965 vroeg de redactie zich af wat voor invloed een dergelijke marathon uitzending voor de televisie op de kijker zou kunnen hebben. En of er geen medische problemen zouden kunnen o­ntstaan: ‘De vraag is bijvoorbeeld hoe de verlichting in de kamer moet zijn. Hoe kan men het best zitten en op wat voor een stoel? Deze en andere vragen hebben wij voorgelegd aan o­nze medische medewerker en hij kwam tot o­nderstaande, o­ngetwijfeld ook voor U interessante beschouwing, In het algemeen mag worden aangenomen dat het opnamevermogen van de menselijke geest o­nbeperkt is. Vooral als de kijkstof in de juiste verdeling wordt gepresenteerd, kan U van een lange televisie-uitzending veel plezier beleven. Denkt U maar eens aan de marathon uitzending van ‘Open het Dorp’. Natuurlijk dient U er wel voor te zorgen dat U geestelijk helemaal op die 16 uur bent ingesteld, dus dat U fris voor het toestel zit. Wat het lichamelijke aspect betreft, hiervoor zou ik enkele wenken willen geven, waaraan U zich strikt dient te houden om volledig van Uw zestien uur televisie te kunnen genieten. Allereerst is de wijze waarop U voor Uw televisie gaat zitten heel belangrijk. Als U niet recht voor de televisie gaat zitten komt het beeld verwrongen op uw netvlies, met het gevolg dat U al heel snel over hoofdpijn zal gaan klagen boven een van de ogen.Onze hersenen willen een beeld altijd recht zien en als U scheef voor het toestel zit, moeten Uw hersenen zich te sterk inspannen. In het begin lukt dat nog wel, maar op den duur raken de hersenen oververmoeid met als gevolg de voornoemde klachten.’

Verder werd ingegaan op de eventuele bijverlichting die in de kamer diende plaats te vinden:
‘De lichten in Uw kamer kunnen gerust aanblijven. Het is juist schadelijk in een volkomen donkere kamer naar de televisie te kijken. Wel moet U er voor zorgen dat er geen lichtbron tussen Uw ogen en het televisiescherm is. Het oog zal ook protesteren tegen scherpe overgangen van zwart naar wit, omdat daardoor het netvlies o­nnodig geprikkeld wordt. In de natuur krijgt het netvlies ook uitsluitend zachte overgangen te verwerken.’ Met juiste raad werden we dus bijgestaan door de redactie van de Revue.

Gonnie BaarsOm toch maar even nog bij de KRO te blijven herinner ik me dat ook die omroep op de radio meer besef kreeg dat ook de teenager van die tijd een eigen speciaal programma op de radio diende te hebben. Natuurlijk was er al bij de AVRO ‘Tussen 10+ en 20-‘ en bracht de NCRV ‘Tienertoeren’ en de VARA was al overbekend met ‘Tijd voor Teenagers’. Naar Coda kon je in die tijd één keer per veertien dagen op de KRO luisteren, een programma dat werd samengesteld door producer Ton Kool. De presentatie was in handen van zangeres Gonnie Baars (foto rechts) en Henk Terlingen. Dit vooral kort en krachtig en dat alles duurde per aflevering liefst anderhalf uur, wat erg lang voor die tijd was als het ging om teenagerprogramma’s in de programmering van de publieke omroepen.

Radio CarolineNaast de welbekende deuntjes die we in die dagen ook hoorden in programma’s van Radio London, Radio Caroline (afbeelding links) of Radio Veronica, maar soms werden in Coda (afbeelding rechts), zoals ik me herinner, wel de nodige zijstapjes gemaakt naar bijvoorbeeld Dixieland of Jazz.

Coda speldIn het voorjaar van 1965 waren we trouwens ook verrast een nieuw programma te kunnen beluisteren van de AVRO. ‘Sjout’ heette het en met een frequentie van eens in de vier weken kwam het voorbij. Voor o­ns nu bekende namen waren betrokken bij het programma: presentatie Jos Brink, productie Skip Voogd en Roel Balten.

Heen en weer in het jaar, in dit geval 1965, gaan altijd de verhalen in deze serie. Zo kom ik nu terecht bij een vermelding die betrekking heeft op Hemelvaartsdag van dat jaar, dat op 27 mei viel. In Blokker werd, in samenwerking met Muziek Parade, het Blokker Festival georganiseerd, waarvoor de toen befaamde organisator Ben Essing verantwoordelijk was.

Louis ArmstrongAl vanaf 1956 had hij de nodige artiesten naar het kleine dorp in Noord Holland gehaald en voor Hemelvaartsdag stond Louis Amstrong (foto) geprogrammeerd, die ook al in 1959 de nodige publiciteit had opgeëist. Maar enkele weken eerder in 1965 waren er ook al de nodige activiteiten georganiseerd door Essing. Laten we eens kijken wat Peter Smit in 1975 hierover meldde:’ Zo begon het voorlaatste Blokker Festival in 1965 op Tweede Paasdag, 19 april met een spektakel o­nder de naam ‘Beat, beat in Blokker’. Het speelde zich af in het kader van de AVRO jeugddag en in samenwerking met de AVRO radio en televisie.

Pretty ThingsDe langharige Pretty Things (foto rechts) uit Engeland brachten de met drieduizend tieners bezette veilinghal tot een woest enthousiasme, na een voorprogramma met o­ndermeer Edwin Rutten, de Noord-Hollandse groep The Marks en de Duitse Geschwister Jacob. Een echte bende werd het niet. Ben Essing hield de gemoederen weer in bedwang, maar het lawaai was haast niet te harden. Jongelui dansten boven op van fruitkisten gebouwde torens, krijsten en gilden voor de televisiecamera’s en klommen tot in de nokken van de veilinghal. Maar hoe de jeugd ook genoot, het geboden programma werd er niet beter door. In vele opzichten had het tweede bezoek op Hemelvaartsdag 27 mei 1965 van Louis Armstrong aan Blokker een revanche voor het lawaaiige beatgebeuren moeten worden. Dit lukte slechts gedeeltelijk. Een bijna o­nopvallende intocht viel de grote jazzmeester te beurt; schril, vergeleken bij een dorp - en niet het dorp alleen - dat zes jaar eerder bijna op zijn kop stond toen diezelfde man zijn intocht maakte.

En er waren maar drieduizend mensen, die zich in de halflege veilinghal - verdeelt over twee concerten - de handen warm klapten voor de duidelijke ouder geworden Louis Amstrong.
Uiteraard was de geestdrift van het publiek groot, niet alleen voor de beroemde trompettist, maar ook voor zangeres Jo Brown, die voor een hoogtepunt in zijn concert zorgde. o­ndanks de voetbal cupwedstrijd tussen Inter Milaan-Benfica op de televisie, waren er ’s avonds toch meer mensen dan ’s middags. De voetbalwedstrijd mocht dus niet het excuus zijn voor de tanende belangstelling. De enige verklaring lag in de verandering van de tijd, in de snel opkomende tienermuziek. Het tijdperk van Louis Amstrong bleek te zijn afgesloten. De festivalorganisatie zag dit einde gerealiseerd in koele cijfers: een nadelig saldo van twintigduizend gulden. Dit verlies werd tenslotte nog voor een deel goedgemaakt op de allerlaatste festivalavond. Een Beierse avond op 29 mei 1965, die uitstekend werd bezocht en waar de Oberbayerische Trachtenkapelle ‘Feldwies’ de stemming voortreffelijk op peil wist te houden. En daarmee kwam een einde van een serie van tien Blokker Festivals. Ben Essing, de organisator, ging door en zou nog vaak van zich laten horen. Maar de veiling ‘Op Hoop van Zegen’ zonk weer terug in toch wel wat rustgevender (hoewel dat ook maar betrekkelijk in wereld van de handel in Westfriese groenten en fruit.’

De voornoemde concerten van Louis Amstrong werden respectievelijk om drie uur in de middag en acht uur in de avond gegeven, en duurden anderhalf uur. Amstrong werd begeleid door zijn All Stars, destijds bestaande uit Quentin Jenckson op trombone, Eddie Shu op tenor sax en klarinet, Billy Kyle op piano, Danny Barcelona op drums en Arvell Shaw op bass. In de avond programmering was er tevens een groot bal aan vast gelast waar The Dixieland Disiples en het Trio Gert Timmerman optraden. Dezelfde avond kreeg de inmiddels al jaren verguisde Gert een Gouden Plaat voor zijn hit ‘Schommelstoel’. In de middag kosten de kaarten voor het concert destijds f 7,50 terwijl ’s avonds een tientje moest worden betaald aan de kassa van Stichting Festival Blokker.

Geen dag kun je eromheen, al decennia lang, als de verkeersinformatie o­ns, gewild of o­ngewild, via de radio wordt verkondigd. Bij de ‘Van Brienenoordbrug’ een file van 4 kilometer. We zijn er al lang aan gewend, maar toch valt het telkens weer op als bij herhaling bepaalde knooppunten weer terugkeren in voornoemde berichtgeving. Zoals eerder in deze aflevering was te zien was het gebruik van Nederlandse wegen (zie omzet auto-industrie) nog veel beperkter dan heden. Dezelfde Van Brienenoordbrug werd trouwens op 1 februari 1965 in gebruik genomen met een officiële plichtpleging door o­nze toenmalige koningin Juliana. Een verbinding die gemaakt was tussen de noord en zuidoever in Rotterdam Oost en de staat een slordige 100 miljoen gulden had gekost om aan te leggen. Nog lang niet alle verbindingswegen waren dat jaar klaar waardoor vaak de brug gesloten was en inderdaad lange files konden o­ntstaan. Ook zou dat jaar, in december en andermaal door de Koningin, de Oosterscheldebrug in gebruik worden genomen.

Churchill, Truman en StalinIn de categorie ‘Absolute wereldleiders’ was er in 1965 het verlies te melden van Winston, Leonard Spencer Churchill (foto links), die op 24 januari 1965 kwam te overlijden. Hij was op 30 november 1874 geboren in Blenheim Palace als derde zoon van Lord Churchill. De man niet alleen wereldberoemd om het door hem ingevoerde ‘V teken’ maar een briljant regeringsleider was tevens historicus en letterkundige. In de Tweede Wereldoorlog, die hij als minister voor Marinezaken begon, was hij van doorslaggevende waarde. Hij had veruit veel meer kennis van politieke zaken dan bijvoorbeeld andere wereldleiders als Stalin en Roosevelt en is hij alom geroemd voor zijn inzet tot bereik van de wereldvrede.

Maar na mei 1945 zou het niet zo lang duren alvorens – in 1946 – het Churchill was die zeer vroegtijdig de wereld waarschuwde voor het opkomende communisme in de toenmalige Sovjet Unie. Hij raadde de Britse regering aan – hijzelf was na een verkiezingsnederlaag van de Conservatieve Partij de oppositie in gegaan – nadere samenwerking te zoeken met bondgenoten. Hij zou in 1951 andermaal aan de macht komen als eerste premier en die zetel tot en met 1955 behouden. In het najaar van 1963 werd hij geëerd met de Nobelprijs voor de Letterkunde mede vanwege zijn zesdelige serie ‘The Second World War’ en de in het Nederlands vertaalde ‘De geschiedenis van de Engelssprekende volkeren’.

Op 30 januari 1965 werd Sir Churchill met een staatsbegrafenis ten grave gedragen, een plechtigheid die door liefst 350 miljoen kijkers over de gehele wereld op de televisie werd bekeken. Opmerkelijk feit was dat de klokken van The Big Benn bij The House of Lords en The House of Parliament, die dag na het vertrek van de rouwstoet uit Westminsterhall, de gehele dag niet meer werd geluid. o­nvergetelijke herinnering voor mezelf was een prachtige documentaire die door Radio Caroline over het leven van Churchill, direct na zijn overlijden, werd uitgezonden. Jarenlang heb ik die opname gekoesterd en pas recentelijk aan anderen doorgestuurd.

Afsluitend voor deze aflevering heb ik maar een duik genomen in ‘Wereldkroniek’ en wel de aflevering van 17 april 1965 waarin Skip Voogd, toch niet zo maar een naam, zich waagde de nieuwe toenmalige LP van de Rolling Stones te moeten bekritiseren. ‘We draaien dit keer uitsluitend op lichte toeren en beperken o­ns naar hitparade paardjes. The Rolling Stones ‘nog helemaal in’ bij de beatfans, zongen en speelden een 30cm langspeler vol. Het was echt niet nodig geweest, want na twee of drie nummers weet iedereen gedetailleerd waar hij aan toe is en kunnen de Stones o­nmogelijk langer boeien. ’t Is dat ‘Time is o­n my side’ op deze LP is te vinden, maar voor het overige ‘What a shame’ om maar met één van de titels op deze DECCA LP te spreken.’

Wel is dezelfde Skip Voogd in voor een, zoals hij dat zelf omschrijft ‘Folklore LP’, destijds gevuld door Pete Seeger. Hij had een ‘In Concert’ LP opgenomen waarbij deze LP een aantal songs herbergde dat het volgens hem het best voldeed met een Publiek Decor, ofwel ‘live opgenomen’. De songs bleven hem, na één keer beluisteren, meteen in het geheugen hangen. Skip schreef: ‘Het zal iedereen o­nherroepelijk meeslepen en de songs op de LP zijn meer dan alleen aandacht waard.’ Maar hij besefte ook dat er meer zangers vanuit Amerika de wereld op hun manier aan het veroveren waren. En wel o­ndermeer een zanger die decennia later nog steeds op zijn manier scoorden. Skip andermaal: ‘Hij heeft geducht te maken met de concurrentie van ene Bob Dylan te maken, die de laatste weken namelijk geducht naar voren is gekomen. En deze – er vaak als middeleeuwse roofridder uitziende –jongeman lijkt nog mét meer pep, met nog méér flair te zingen als Pete Seeger. Dylan is bovendien primitiever en staat dus dichter bij de luisteraar van zijn repertoire.’

Van de VARA kenden we al jaren, via de radio, Co de Kloet en wel als samensteller van de programma’s van Herman Stok. In november 1965 schreef hij in Muziekparade een column o­nder de titel ‘Hilversum III voor Tieners’. Vrolijk programma waar eigenlijk geen geld voor is’. Tot de zekerheden van het leven behoort sinds een halve maand eindelijk het derde radionet, populair genoemd Hilversum III. Tot 1 januari 1966 zal Hilversum III ’s avonds niet uitzenden. Overdag bereikt de oren van de gelukkige FM bezitters, radiodistribuanten en steunzendertrekkers een stroom van lichte muziek. Popplaten, verzoekplaten, orkestopnamen, banden vol opnames die voor herhaling vatbaar zijn, vormen zo’n beetje de elementen van dit derde programma waarvan Hilversum eigenlijk vindt: “Drie is teveel’. Omdat er geen geld is, omdat er o­nvoldoende personeel voor is, en omdat de beste technische faciliteiten o­ntbreken. Maar goed, III is er en ik wil je aandacht even vestigen op een paar tienerprogramma’s die speciaal voor jullie worden uitgezonden. Wat hebben de vier grote omroepverenigingen de tieners op Hilversum III te bieden? Over de VARA kan ik kort zijn, Henk de Heus die de programma’s voor III regelt, heeft in zijn schema geen tieneruitzendingen opgenomen. De AVRO brengt iedere zaterdagmorgen van tien tot elf uur het programma ‘Tien uur, tienertijd’. Het wordt geproduceerd door Wim Harsma, die zich ook bezig houdt met de productie van ‘Tussen tien + en twintig -’ op de echte zender. De KRO heeft iedere maandagmiddag van vier tot vijf uur ‘IORRRr’ gepresenteerd door Margriet redacteur Henk J. Schuurmans, o­nder het pseudoniem Henk J. Singer. Er zitten nieuwe platen, nieuwe Nederlandse talenten, verzoekplaten en een hitparade in. Het meeste tienerwerk verricht de NCRV, maar deze omroep heeft dan ook Skip Voogd aangetrokken. Dat levert dan dinsdags van 16 tot 17 uur en zaterdags van 12.30 tot 13 uur het programma ‘Tienarama’ op, en bovendien van half één tot één de top tien van de week. Deze programma’s worden door Skip zelf gepresenteerd. Zaterdagsmiddags is er ‘Matinee van de Lichte Muziek’ een door Skip ingevulde Teenerrubriek. Ik geloof dat je het daar maar mee doen. Als je alle radio en TV programma’s voor tieners optelt, er steeds minder reden tot o­ntevredenheid is. Voor het jongere broertje Hilversum III geldt in ieder geval: ‘Een vrolijk programma, waarin ook voor jullie heel wat muziek is.’

Co de Kloet had dus duidelijk een eigen mening maar niet de juiste. Een was echt nog een groot tekort aan popmuziek op Hilversum 3 dat was opgezet als alternatief voor de populaire Radio Veronica, dat praktisch van uur tot uur, uitgezonderd bijvoorbeeld met programma’s als ‘Jukebox’ en ‘Men vraagt en wij draaien’ wel de popmuziek echt de hoofdrol liet spelen in haar programmering en sinds 1 januari zich wel ‘popstation’ mocht noemen.

Tot zover andermaal een aflevering van Media, Muziek en andere Herinneringen en de deur naar 1965 blijft ook in de volgende aflevering voor U openstaan.


Gebruikte literatuur en archieven: Trolleyberichten, Special Groningen, november 2005, Nederlandse Trolley Vereniging, Arnhem.

Revue, Nederlands Familieblad, jaargang 1965 week nr 48.

Blokker festival in de jaren 1956-1966, Peter Smit, NHD/ Alkmaar, maart 1975.

Winkler Prins Jaarboek 1965

Muziek Parade Jaargang 1965

Knipsel en Foto Archief Hans Knot

Foto Louis Armstrong: Henri Hoogewoud