Herinneringen aan 1976
Hans Knot neemt ons in de serie "Muziek & Media Herinneringen" telkens terug naar één jaar uit de geschiedenis en bespreekt dan de belangrijkste gebeurtenissen uit dat jaar op muziek- en media gebied. Deze keer neemt Hans ons mee terug naar het jaar 1976 met onder andere: het debuut van de VOO, de Mebo II in Slikkerveer, Radio Mi Amigo in 1976, het zendschip van Radio Atlantis en Sealand.
MUZIEK, MEDIA EN ANDERE HERINNERINGEN AAN 1976
Welkom in deze aflevering van media, muziek en andere herinneringen, waarin we dit keer terugkeren naar het jaar 1976 en tevens een gastschrijver hebben uit Dordrecht, die een deel van het verhaal voor zijn rekening zal nemen. Heden ten dage loopt iedereen met visa of andere betaalpasjes rond in de portemonnee, waarbij door de diverse ondernemingen driftig aan de weg wordt getimmerd om de meeste klanten te scoren. In 1976 was deze vorm van elektronisch betalen nog helemaal niet ter sprake. Nee, het was zelfs zo dat er een andere vorm van ‘kunnen betalen’ nog populair gemaakt diende te worden onder het publiek van ´De Postgiro´ de financiële organisatie met veruit de meeste klanten in Nederland, en onderdeel van de PTT. Men wilde de betaalkaart, een vorm van betaling waarbij de kaart werd overgedragen aan ´de verkoper´ met vertoning van betaalpasje als betaalmiddel, gedegen aan de man brengen. Tal van toen bekende Nederlanders werden toen in pagina grote artikelen in de diverse tijdschriften aan het woord gelaten over hun leven, hobby en vooral het gebruik van de giro en de daarbij behorende betaalkaart. Telkens was daarbij een vette kop, betrekking hebbende op de betreffende persoon, vet uitgemeten in het artikel. Zoals met de motor crosser Gerrit Wolsink, die als ´header´ meekreeg ´Voor motoronderdelen is de betaalkaart makkelijk´. De man verantwoordelijk voor de advertenties van de Postgiro had slim ingespeeld op haar doelgroep want het leek er net op dat de pagina vullende advertentie onderdeel was van het journalistieke gedeelte van betreffende tijdschriften.
In Nederland was een paar jaar eerder, in 1971, de eerste McDonald geopend waar we destijds nog op kleinschalige manier, al dan niet, konden genieten van het Amerikaanse fast food. Via de Nederlandstalige uitzendingen van Radio Noordzee kregen we via de 220 meter al te horen waar in Nederland het mogelijk was een hamburger of een andere Amerikaans preparaat te nuttigen. Deejays van het station werden zelfs uitgenodigd om een nieuwe winkel te openen. Een paar jaar later had het grote McDonald concern zich nog verder op de wereld uitgebreid en ook anderen maakten dankbaar gebruik van het nieuwe product, dat ze zelf ook wel in een speciaal jasje konden bereiden. In Hong Kong bijvoorbeeld – dat op dat moment nog jaren verwijderd was van de opslokking door China, waren vele Chinese restaurateurs uitgewaaid over de Westerse wereld en diende dus ook het oosterse volk aan een westers product gebracht te worden. Je kan dit op diverse manieren doen maar in 1976 leek het de eigenaren van een nieuw hamburgerrestaurant, een product dat na de Tweede Wereldoorlog vanuit Duitsland was overgewaaid naar Amerika, het een goede manier het product ‘op het water’ te brengen. Een bootje bemand met twee mannen en een enorm hoge whopper kabbelde door de wateren in het dichtbevolkte Hong Kong.
Politiek gezien was vooral Amsterdam in nood. Een redelijk links gerichte gemeenteraad kwam danig in de problemen. Eerder in 1975 had de PSP al aangegeven niet langer deel te willen uitmaken, nadat ze het totaal oneens waren met de Metroplannen van de Gemeenteraad. Eind november 1975 waren er duidelijke problemen waarneembaar tussen PPR lid Van Duijn en de rest van de Gemeenteraad. Met wantrouwen was Roel van Duijn destijds binnengehaald als lid, mede vanwege zijn voorname aanwezigheid binnen de PROVO en Kabouterbeweging in de jaren zestig. Op allerlei fronten ontstond er onenigheid over het progressief akkoord hetgeen binnen de zalen van de gemeente als wel breeduit in de geschreven pers werd uitgevochten. Al het gekonkel leidde er toe dat op 12 januari 1976 niet alleen Roel van Duijn opstapte als lid van de raad maar dat ook Han Lammers, als vorm van protest wegens de strijd die tegen Van Duijn was gevoerd, zijn lidmaatschap opzegde. Via een stemming werden minder linkse leden binnengehaald als opvolgers, te weten de VVD’er Goekoop en Van der Eyden (CDA), die tot nieuwe wethouders werden benoemd.
In België bracht het wekelijkse muziekblad voor jongeren, Joepie, de resultaten van een poll bekend waarin diverse categorieën onderverdeeld, de populariteit werd bepaald en gepubliceerd. De Belgische kijkers hadden klaarblijkelijk in het jaar 1975 niet zoveel op het gebied van pop via de televisie voorgesteld gekregen want men riep ‘AVRO’s Top Pop’ uit als favoriet televisieprogramma. In de categorie ‘Favoriete presentator op TV’ werd dan ook Ad Visser, die Top Pop in die tijd presenteerde, als de absolute nummer 1 verkozen. In de soortgelijke categorie maar dan gericht op de radio, werd onze landgenoot Stan Haag tot de nummer 1 verkozen. En legaal of illegaal maakte niets uit bij de samenstellers van de Poll want ‘De Mi Amigo Top 50’, die wekelijks vanuit internationale wateren werd uitgezonden, werd uitgeroepen tot het populairste programma van België.
In China was er staatsrouw toen op 78-jarige leeftijd op de 8ste dag van het Wereldse Nieuwe jaar Tsjoe en Lai als gevolg van kanker kwam te overlijden. Sinds de Stichting van de Chinese Volksrepubliek in 1949 was hij als premier actief en staat alom nog steeds bekend aan de politicus die er ook voor zorgde dat er duidelijke en open contacten kwamen met het Westen en er meer geld kon binnengehaald middels het verspreiden van China’s exportmiddelen over grote delen van de wereld. De stoffelijke resten van Tsjoe en Lai werden trouwens – zoals hijzelf had gewenst – over China uitgestrooid.
Nederland mocht in 1976, nadat het nummer ‘Ding a dong’ van de groep Teach Inn namens Nederland een jaar eerder in Stockholm als absolute winnaar waren verkozen, de organisatie in handen nemen van het Eurovisie Songfestival. Erg vroeg in het jaar, al op 3 april, werd het 21ste Eurovisiefestival gehouden in Den Haag. Als winnaar kwam uit de bus de formatie ‘Brotherhood of Man’.
Een heel dun bevolkt land was in 1976 het ministaatje ‘Sealand’ waarvan niet bekend is door hoeveel mensen het bewoond was dat jaar. In de zestiger jaren was dit ministaatje opgericht op een voormalig platform van de Britse marine – dat in de Tweede Wereldoorlog was gebouwd om de bemanning de kans te geven vroegtijdig de Duitse vijandelijke vliegtuigen te kunnen observeren en uit te schakelen. In de mid vijftiger jaren werden de diverse platforms door de Britse overheid verlaten. Een tweede leven kregen ze middels het gebruik door organisaties, die een radiostation runden buiten de Britse wetgeving om. Voorbeelden van stations die gebruik maakten van deze forten, waren KING Radio, Invicta Radio, Radio City, Radio 390, Radio Essex en BBMS. Deze twee laatste stations waren eigendom van Roy Bates, die voor de Britse overheid voornaam had gediend in Italië. Na de closedown van de zeezenders, na de invoering van de Marine Offences Act in 1967, besloot Roy tezamen met zijn vrouw Joan en andere familieleden, één van de forten in de Noordzee, Rough Sands, te bezetten en onafhankelijk te verklaren als ‘The Principality of Sealand’. Een eigen vlag, eigen munten, eigen paspoorten en nummerplaten voor auto’s, men wilde duidelijk een eigen identiteit. De jaren daarna waren er volop geruchten over een toekomstig commercieel radiostation op het fort, die tot dan toen nog niet voor dat doel was gebruikt. Ook andere vormen van het maken van geld via het nieuwe land, werden volop mondig gemaakt in diverse interviews in Britse en internationale media. Roy wist om te gaan met de journalisten maar ook met allerlei andere duistere figuren en ook goed betrouwbare zakenlieden, die hij ‘betrok’ bij zijn projecten en vooral veel geld afsnoepte. In 1976 introduceerde hij twee nieuwe personen binnen zijn Prinsendom waarbij hij niet door had dat dit het binnenhalen was van één persoon die enkele jaren later een staatsgreep zou plegen in het sprookjesland.
Roy besloot ter gelegenheid van de introductie van de nieuwe helden een heuse persconferentie te organiseren in West Cliff on Sea, in het graafschap Kent. Ook de internationale pers diende aanwezig te zijn want Ray had weer het één en ander te vertellen. Zo werd er een verklaring uitgedeeld waarin Prof. Dr. Walter Leissner van de Universität van Erlangen verklaarde dat Sealand wel degelijk als een officiële staat kon worden gezien: ‘er worden steeds meer nieuwe staatjes op de wereld opgericht, maar ook groteren, Israël en Bangla Desh als grote voorbeelden. Het maakt daarbij geen verschil dat het Prinsendom Sealand op twee hoge benen rust. Zo maakt het evenmin verschil dat er op Sealand slechts een handjevol mensen woont. Uiteindelijk telde de Zuidzeestaat Pitcairn in 1966 ook maar 96 zielen.’ Waarachtig een prominente steun voor Roy en Joan Bates destijds.
De twee personen, die werden binnengehaald, werden ook aan de pers voorgesteld. Allereerst werd de in Duitsland geboren Achenbach voorgesteld als de nieuwe minister van buitenlandse zaken voor de ministaat Sealand. Een prachtige beslissing, wetende dat de man zeer bedreven was in geldzaken en tevens van een Amerikaanse universiteit een ere professoraat had gekregen vanwege zijn kundigheid in het bedrijfsleven. Bijzaak was natuurlijk dat deze Achenbach geen woord over de grens praatte en zich dus eigenlijk alleen maar in het Duits met anderen kon verstaan. De titel was waarschijnlijk dan ook aangekocht. Bijkomstigheid was dat in de statuten van The Principality of Sealand duidelijk in paragraaf 15 (1) was aangegeven dat iedere betrokkene binnen het project verplicht was de Engelse taal te spreken. De tweede persoon die werd voorgesteld was Carl Wilhelm Tebroke. Aanstelling van deze was in Duitsland een zaakgelastigde te hebben die vloeiend vele talen sprak. Ook diende het tweetal ingezet te worden bij de nieuwe plannen van Roy Bates, die van het eiland een staat zou maken die financieel voor de miljonairs uit de gehele wereld aantrekkelijk zou zijn. Ja, zelfs zo erg aantrekkelijk dat staten als Andorra, Zwitserland en Liechtenstein (toch echte belasting vriendelijke paradijzen destijds) niet meer zouden voorstellen. Sealand moest een super oase worden waarbij het Fort Lauderdale eveneens in het niets zou vallen.
Een opmerkelijk einde van de persconferentie was er nog toen Roy bekend maakte dat Sealand naast haar eigen munten ook eigen dollar biljetten zou introduceren. Ze werden speciaal voor hem in Spanje gedrukt. Toen eenmaal de nieuwe minister van buitenlandse zaken, Achenbach, met een koffervol van dit betaalgoed de grens wenste over te gaan, werd hij door de Britse politie opgepakt en verdween hij voor drie weken in de Britse cel. Liefst 100.000 gulden, let wel in 1976, kostte het Roy Bates om zijn minister weer uit Britse handen te krijgen.
In Engeland kwam in de maand april Labour met een nieuwe premier, nadat premier Wilson had aangegeven dat wat betreft hem het genoeg was geweest met het politieke gebeuren. Hij gaf zijn toenmalige minister van buitenlandse zaken, de 64-jarige James Callaghan, de meeste kans hem op te volgen en dus te gaan resideren aan Downing Street 10. De Labour fractie in het Lager Huis was niet unaniem met de keuze van James eens en er dienden liefst drie stemronden te komen om Callaghan de absolute meerderheid te geven. De linkse minister van Arbeid, Foot, die tot in de laatste ronde met de nieuwe premier op de positie streed, werd uiteindelijk tot vice premier benoemd.
Gelijk aan het jaar 2005 was het voor PSV uit Eindhoven zo dat men op weg naar de top in Europa eveneens het tot een halve finale haalde. In die tijd ging de strijd nog om de Europa Cup 1. Men streed in de halve finale tegen het Franse St. Etienne waarbij de eerste wedstrijd in Frankrijk met 1-0 door PSV was verloren. Men maakte de borst nat om het varkentje in Eindhoven even te wassen, maar ook daar bleken de Fransen de sterkste door andermaal één keer te scoren en daardoor PSV uit de finale te houden; een finale die later door Bayern München zou worden gewonnen. Een geluk voor PSV was dat men een maand later alsnog een prijs behaalde middels andermaal de Landstitel binnen te halen, hetgeen gebeurde op 30 mei tijdens een met 4-1 gewonnen wedstrijd tegen Feijenoord. Ook de KNVB beker viel in 1976 in handen van het oppermachtige PSV dat ondermeer Van Kraaij, Dahlqvist, de Gebroeders van der Kerkhof en Poortvliet in haar gelederen had. In de maand november zou PSV opnieuw, maar wel eerder in de cyclus, door St. Etienne worden uitgeschakeld in de Europa Cup 1.
De V.O.O. maakte haar debuut op de televisie op 21 april 1976. ontstaan uit de zeezender Veronica kreeg de Veronica Omroep Organisatie in 1975 een aspiranten licentie hetgeen ondermeer inhield dat men vanaf april 1976 om de drie weken liefst 3,5 uur televisiezendtijd kreeg die gevuld werd tussen half negen en twaalf uur in de avond. De eerste uitzending vond plaats 16 jaar nadat Radio Veronica haar eerste officiële uitzending vanaf zee verzorgde. Kosten noch moeite waren gespaard om, in samenwerking met de NOS, een sfeervolle gala-avond uit te zenden, die gelukkig bewaard gebleven is en sinds kort in mijn archief op DVD zichtbaar is. Het programma zat vol met amusement met nostalgische waarde, informatie en een 20 minuten durende film over de zeezender Veronica. Ook werd er verbinding gelegd met de werf in Zaandam, waarop dat moment de MV Norderney afgemeerd lag. Vandaar richtten Rob Out en Lex Harding zich tot de nieuwe kijkers en traden George Baker Selection en Earth and Fire, twee groepen groot gemaakt door de zeezenders, op vanaf het dek van het voormalige zendschip. Ook werd daar een gigantisch vuurwerk ontstoken, waardoor ondermeer de tekst ‘Veronica aan land’ in de lucht verscheen.
Vanaf negen uur in de avond werd vervolgens verbinding gezocht met Utrecht, waarin het Congrescentrum het voornoemde Galaprogramma werd uitgevoerd, waarbij de nationale en internationale artiesten zeer vakkundig werden aangekondigd door wie anders dan Tom Collins. Vader Abraham en Mieke zongen een nostalgisch lied over Veronica op de woelige baren, waarbij twee mooie foto’s van de Norderney op internationale wateren, afwisselend, waren te zien. Foto´s die enkele weken eerder ter beschikking waren gesteld door de sterfotograaf der zeezenders, de uit Hamburg afkomstige Theo Dencker.
Natuurlijk dienden er ook volop nieuwe leden geworven worden en daarvoor had de PTT een extra telefooncentrale geïnstalleerd in Utrecht, die bemand werd door veertig bekende Nederlanders. In de pauze van het Gala was er een interview te zien met Harry van Doorn, de toenmalige minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Verantwoordelijk voor het respectievelijk de nek omdraaien van de meeste zeezenders en het toekennen van een voorlopige uitzendlicentie aan de V.O.O. werd aan hem enkele vragen gesteld, waarna Tineke, Lex Harding en Will Luikinga de kijkers op de hoogte brachten van de toekomstige programma´s op de televisie.
Het ging daarbij in het begin van de televisieperiode van de V.O.O. om het programma ´Veronica Totaal´, dat, zoals gemeld, iedere drie weken eruit ging. Ingepakt in het totaal programma was er telkens een quiz met Will Luikinga, een sportitem, een programma voor problemen die jongeren bezig hielden, het Pop Journaal, een blik in de Top 40 en ondermeer een aantal televisieserie, waarvan de absolute topper destijds ´Starsky and Hutch´ zou worden. Het informatie deel werd afgesloten met een speciale wens die was ingesproken door Wolfman Jack, die in Nederland destijds gehoord kon worden via zijn populaire shows op AFN. In het tweede deel van de show mochten we ondermeer genieten van typische Veronica artiesten, die veel vanaf zee de ether in waren geslingerd: Silver Convention, Maggie Mc Neal, Marianne Rosenberg en vele anderen.
Goed nadenkend besef ik me dat slechts twee jaren later, in 1978, ik mijn eerste home videorecorder zou aanschaffen die het type VHS zou kunnen gebruiken. Daarvoor maakte in zakelijk gebruik van een Sony CV en Sony AV recorder – puur om onderzoeksopnamen vast te leggen. Kostbare zaken waarbij nog niet werd stilgestaan of het registreren via videotapes in de toekomst ook voor huiselijk gebruik geschikt zouden zijn. Nee, we hielden het bij opnamen van beeld via onze zo vertrouwde smalfilms. Resultaat is dat inmiddels al jaren lang een tweetal dozen vol met 8 mm films in een kast staan opgesteld om overgezet te worden op video. Zouden we het niet direct over kunnen zetten op DVD? Het grote probleem is echter dat het onderwerp ‘tijd’ dan weer direct om de hoek komt kijken in Huize Knot. Maar in 1976 wilden we optimaal genieten van de mogelijkheden van smalfilm hetgeen we deden met een echte Sankyo filmcamera en tevens een projector van hetzelfde merk, die ons optimale mogelijkheden boden om datgene ons lief was toe te vertrouwen aan de filmcamera. De daaraan voorafgaande jaren was er erg veel research gedaan aan het optimaliseren van het geluid dat tegelijkertijd met de beelden kon worden opgenomen via een externe microfoon. Daarvoor kwam vaak het storende geluid van de motor van de camera mee, als weer enkele beelden werden vastgelegd, hetgeen een onrealistische weergave gaf van het geluid dat we echt wilden registreren. Verbeterd was de betreffende camera zeker, ondanks dat deze zelfs twee in plaats van één motor had. En het mooie is dat ik nog steeds de advertentie heb waarop ik destijds de beslissing nam een dergelijke camera aan te schaffen. Edoch, de toekomst vloog aan ons voorbij en een paar jaren later was een heuse Betamax camera de baas in huis geworden voor registratie van home video.
In Italië werd in het noord oosten het stadje Buia internationaal op de kaart gezet middels een tragisch gebeuren. Een aantal aardschokken vond op 6 mei in 1976 plaats, waarbij 925 mensen de dood vonden en tevens duizenden mensen in verschillende ziekenhuizen in de omgeving dienden te worden opgenomen. De bevingen hadden een kracht 7 op de schaal van Richter en de uitlopers van de schokken werden zelfs in België en zuid Nederland gevoeld. In totaal werden er ruim 150.000 mensen dakloos door de bevingen.
Eén van de regelmatige lezers van mijn artikelen is Rob Bosman Jansen uit Dordrecht en af en toe stuurt hij een mijmering aan het verleden in, die ik van harte verwerk. Dit keer zat hij oude opnamen van zeezenders te beluisteren en kwam de volgende herinnering aan 1976 boven: ‘Ik weet niet of ik het volgende wel eens aan je heb verteld, het gaat over Radio Noordzee dan wel RNI. De zeezender hebben we het dan over en ik weet nog dat in 1976 er een reportage over op de televisie was met als onderwerp het gegeven dat de MEBO II, het voormalige zendschip van RNI, nog steeds aan de ketting lag in de haven van Slikkerveer. In augustus van dat jaar besloot ik met de auto wat te gaan toeren en op zoek te gaan naar de werf van Groot en Van Vliet, waar de MEBO II lag. Vanuit mijn woonplaats Dordrecht is het niet zo ver en ik had de plek dan ook vrij snel gevonden. Ik reed er een paar keer langs en vanaf de dijk was de MEBO II niet direct te zien, alles kon je de mast, tussen de vele bedrijfshallen, zien.
Uiteraard was er bij de ingang van de werf een portiersloge. Dit om ongewenst bezoek te kunnen tegen te houden en andere personen toe te laten. In de loge was een portier op die zondag aanwezig en samen met een vriend, die bij me was, liepen we naar de man toe en maakten we met hem een praatje over de MEBO II, die daar lag. Ik was van mening dat hij ons nooit toestemming zou geven aan boord te gaan. Tot mijn grote verbazing stemde hij echter toe. Hij zei echter wel, dat mochten we problemen krijgen, dat hij ons officieel niet aan de poort had gezien. Dus wij liepen richting het zendschip en ik was zelf heel zenuwachtig. Eerder had ik de beide MEBO schepen niet in het echt gezien. We zijn die dag ook niet aan boord geweest. Bovendien hebben we niemand gezien maar hoorden wel het geluid van de generatoren. Na een kwartier zijn we teruggelopen naar de portier en hebben hem bedankt.
Omdat ik in eerste instantie dacht dat we toch niet aan boord mochten komen vergat ik ook gewoon mijn fototoestel mee te nemen en die lag dus nog in de auto. Na zo vele jaren herinner ik het me allemaal nog erg goed. Aan dezelfde dijk was ook een pontje, een soort van voetveer, Daarmee ben ik later nog wel eens heen en weer gevaren en dan zag je beide schepen, die inmiddels in de haven lagen, in de verte liggen. Toen vervolgens de schepen in 1977 aan de Parkkade in Rotterdam lagen kon ik er door omstandigheden niet heen gaan.
Jaren later sprak ik via mijn werk een man die via zijn baas nog werkzaamheden had verricht aan het zendschip. Hij werkte als scheepsschoonmaker classificeerder en hij vertelde mij, toen ik toevallig hem het een en ander over zeezenders had verteld, dat hij nog wist dat hij de schepen moest schoonspuiten. De MEBO II ging met de onderkant op de helling en met hoge druk werd het water gespoten. Hierbij bleek al snel dat op enkele plekken het water dwars door de platen heen spoot. Het was daar te dun geworden. Door op die plekken nieuwe stalenplaten te lassen werd het schip weer snel waterdicht gemaakt. Overigens bestaat de werf De Groot en Van Vliet al jaren niet meer.’
Dank dus aan Rob voor zijn onderdeel van deze aflevering.
Nu we het toch over radio hebben is het een hele kleine stap naar de televisie in 1976. Zoals al decennia lang het geval is zijn er altijd voor en tegenstanders van het aanbod van radio en/of televisie. Zo vond ik een ingezonden brief terug uit november 1976 van A. van der Berk uit Eindhoven die op een gedegen manier tegen het gebodene van zich af wenste te schrijven: ´Het televisiekijkend publiek is het gelul van de buis spuugzat. Vandaar dat het gros afstemt op TROS en AVRO, die hun avonden niet vullen met geleuter, doch met uitstekende amusementsprogramma´s en bovendien hun avonden sluiten met een goede actualiteiten rubriek, welke niet vol propaganda en hersenspoeling zit zoals bij de VARA en de VPRO. TROS en AVRO zijn volgens mij neutrale instellingen opdat de kijkers zelf hun mening kunnen vormen. Het zou dan ook in de strijd met de grondwet van onze democratie als wij de omroepen dwingen kleur te bekennen, want daarvoor hebben we de politieke partijen. Alleen de VPRO en de VARA maken de andere omroepen zwart. Waarom al die branie van die twee linkse omroepen? Omdat de TROS in tien jaar groter is geworden dan zij in vijftig jaar? De socialisten kunnen blijkbaar slecht tegen hun verlies.’
Schakelend over het enorme aanbod aan televisieprogramma’s dat ons heden ten dage via kabel dan wel schotel wordt aangeboden, kwam ik een paar weken geleden terecht in een korte flits bij ‘Man at the floor’ ofwel de Nederlandse vertaling ‘Man over de vloer’. Een serie die vroeger, in de begin jaren zeventig een enorme dijenkletser was vanwege de vooral voorspelbare Britse humor. De aflevering ging over het verkopen van een meerdelige encyclopedie die de daarop volgende jaren in delen zou worden uitgegeven. Doel was zoveel mogelijk mensen in voorverkoop de uitgave aan te smeren. Een vorm van merchandising die in die dagen normaal was. Zelfs op de bibliotheek voor Orthopedagogiek, waar ik in 1976 leidinggevende was, kwam een vertegenwoordiger van een 26 delige encyclopedie langs met de vraag of hij de studentes warm mocht maken voor hun zeer voordelige uitgave. Horden mensen hebben deze uitgave destijds in huis gehaald, al was het alleen al omdat ze een gratis jaarboek gedurende zes jaren zouden ontvangen van de Winkler Prins. Anno 2005 kun je deze in meervoud voor een Euro kopen bij recycling bedrijven met klinkende namen als ‘Mama Mini’ en ‘Nota Bene’.
Terugkerend op ‘Man at the Floor’ waren, naar mijn mening, de hoofdrollen duidelijk weggelegd voor de acteurs Brian Murphy en Yootha Joyce. Ik zie in gedachten U, als lezer van deze aflevering, denken ‘waar heeft hij het over’. Juist in de volksmond staan deze twee acteurs bekend als ‘George and Mildred’ en in 1976 gingen ze verhuizen naar een buitenwijk van Londen alwaar ook een nieuwe serie programma’s zou worden uitgezonden. In de serie, die vanaf dat moment ‘George and Mildred’ zou gaan heten deed trouwens ook Nicholas Owen mee, die de rol van de zevenjarige Nicholas Owen ging spelen. En anno 2005 zijn er nog steeds vele kijkers die de serie, vaak bij herhaling, bekijken gezien de gebrachte Britse vorm van humor die veelvuldig in de serie voorkomen.
Een eenmalige, maar toch opmerkelijke, aflevering van Tatort, een krimi serie nog immer op de Duitse televisie, bracht ons ondermeer naar het REM eiland. De aflevering heette ‘Trimmel und der Tulpendieb’. Commissaris Trimmel was toen nog de hoofdrolspeler en grote delen van deze aflevering werden inderdaad rond en op het voormalige platform, waar 12 jaar eerder RTV Noordzee vanaf haar uitzendingen verzorgde, verfilmd. Ik heb recentelijk nog eens de videoband, de eerste band die ik later in 1978 opnam (Nederland liep meer dan een jaar achter met Tatort) en bewaard heb, terug gekeken en kan alleen maar stellen dat het deels amateuristisch is gefilmd maar toch mooie herinneringen terugbracht. Men filmde ruim een week op en om het REM eiland en voor de sprong, die een van de spelers moest maken vanaf het platform om de politie te ontvluchten, werd een stuntman uit Rotterdam ingehuurd. En verder werden opnamen geschoten op de militaire basis van het Amerikaanse leger in Soesterberg.
Op Radio Mi Amigo werden we getrakteerd op een levendige vorm van radio verzorgd door een stel deejays die de radio weer eens echt bij ons thuis brachten. We hadden, live vanaf de Noordzee, sinds het verdwijnen van Radio Noordzee in augustus in 1974, niet meer zo genoten. Destijds met de programmamakers van Driemaster, die ons dagelijks verrasten met mooie muziek, goede verhalen en vooral een prachtige sfeer. De Tour de France van 1976 werd, zoals we al jaren gewend waren, gebracht op Hilversum 3 waar mensen als Joost den Draayer, Felix Meurders, Vincent van Engelen, Lex Harding en andere grootheden ‘Pop op de Pedalen’ brachten, uiteraard ondersteund door verslaggeving vanuit Frankrijk waarbij achter op de motor ons de onvergetelijke Theo Koomen tot in tranen toe ons verslag deed van de finish van elke etappe. Soms moest hij achteraf verslag doen en leek het door zijn enorme vloed aan woorden net écht of je direct verbonden was bij de laatste 2 kilometers van alwaar een etappe. Op Radio Mi Amigo waren destijds twee nieuwe medewerkers ingehuurd, te weten Tim Ridder en Marc Jacobs. Voor de kloeke luisteraar werd het direct duidelijk dat achter Tim niemand anders dan Bart van Leeuwen schuil ging, die vanaf medio 1973 al te horen was geweest op Radio Veronica. Het station had een gastprogramma waaruit een nieuwe deejay als vaste presentator te voren diende te komen. Laat het nu niet Paul Jan de Haan maar Bart van Leeuwen zijn geworden die verkozen werd tot vaste presentator. Paul werd later werkzaam bij de ziekenomroep Studio 73 in Groningen waar zijn paden kruisten met ene Rob van Dam. Destijds woonachtig aan de Troelstralaan in Groningen had Rob van Dam als overbuurman Paul de Haan. Nee niet de eerder gerefereerde maar de oom van de in zeezenderkringen bekende Paul Jan de Haan.
In 1973 zagen Rob en Paul elkaar met bepaalde regelmaat in de catacomben van het RKZ, het ziekenhuis waar ze actief waren in radio. Wat Paul helaas niet lukte bij Radio Veronica, hetgeen we hem wel gegund hadden, lukte Rob van Dam wel. Een bandje maken en afsturen naar Spanje, waar Radio Mi Amigo was gevestigd, leverde hem een baan op bij Radio Mi Amigo met als eerste doel tussen de programmaonderdelen door verslag te doen van de Ronde van Frankrijk. Heel eenvoudig was het middels het opnemen op cassette van de verslaggeving via Hilversum 3. Even herschrijven en zie daar een echt eigen verslag op Radio Mi Amigo. Men had het in Hilversum na een dag of tien door en stelde. Live vanaf achter op de motor, dat de betreffende reportage alleen geschikt was voor uitzending live via Hilversum 3. Mi Amigo en vooral Rob van Dam, onder de naam ‘Marc Jacobs’ hadden naam gemaakt. Hij kon niet meer kapot en weldra werd zijn naam veelvuldig genoemd in artikelen en maakte de Mi Amigo Fanclub een heuse ‘Marc Jacobs sticker’.
Waren het in de jaren zestig de ‘speldjes sparen’ dat één van de intense hobby’s van de toenmalige jeugd was, de jaren zeventig was echt weggelegd voor meer en meer aan ‘stickers sparen’ Ik zelf legde me toe op het sparen van stickers gerelateerd aan radiostations. Een plastic zak vol met ongeplakte stickers is nog steeds opgeslagen in Huize Knot en in de bijkeuken is er al jaren lang het oude keukenkastje dat eens een voormalig huis aan de Parkweg sierde en nu als schoonmaakmiddelenkast dienst doet. Maar tevens als dekmateriaal voor tientallen stickers gerelateerd aan het onderwerp ‘radio’ waarbij ze alleen mochten worden aangebracht als er de kleur ‘geel’ in de sticker zichtbaar was. Tja, hoe ver kan je hobby gaan. Maar we werden van allerlei kanten bestormd met stickers. KLM was bijvoorbeeld voornaam aanwezig in de tijdschriften om vooral de jongeren te wijzen op het nu van het dragen van bedrijfskleding. Nee, niet van de luchtvaartmaatschappij maar gewoon van de onderneming die voornaam aanwezig was op het gebied van Bedrijfskleding vanuit Haaksbergen. Bij aankoop van KLM kleding werd een serie van liefst 6 stickers aangeboden die weer geplakt konden worden op deuren van de slaapkamer, de kledingkast, de boekenkast, de boeken zelf. Dit alles weer tot ongenoegen van de ouders die in de toekomst de kasten en deuren van een nieuwe laag verf moesten voorzien.
Twee maal per jaar doe ik Rostock aan, de geboorteplaats van mijn vrouw. Familiebezoek, heel gezellig, maar ook even lekker shoppen. De platenzaken zijn bij lange na niet zo breed bezaaid als in Groningen maar het aanbod is anders te noemen. Ik vind er altijd wel iets waarvan ik zeg dat het te gek is dat het in de winkel ligt. En als het dan over de muziek uit de begin jaren zeventig was kunnen twee groepen worden genoemd, waarvan ik niet eerder in Groningen materiaal tegen kwam. Twee toch wel nostalgische verzamelaars van respectievelijk The Partridge Family en van The Osmonds. De laatste groep werd als het ware door Veronica en RNI er destijds bij ons ingepompt en direct bij het vallen van de naam ´The Osmonds´ denderen de ‘Crazy Horses’ weer over ons heen. Ook komt het kleinste persoontje van de groep ‘Little Jimmy Osmond’ direct weer in gedachten, maar vaak denken we niet aan de prachtige balades en deels covers die zowel Donny als zusje Mary aan het vinyl en vooral de hitlijsten toevertrouwden. Binnen twee jaar konden beiden rustig zeggen ‘financieel binnen te zijn’. In 1976 was de aandacht voor de groep tanende en besloten broer en zus Mary en Donny tezamen een rondreis langs de zalen te gaan maken. Uiteraard moest dit onder de aandacht van de pers worden gebracht, want hoe meer aandacht hoe meer bezoekers er naar de shows zouden komen. Beiden besloten een bevriende banketbakker in te huren die liefst 400 liter slagroom bereidde en daarvan een taart bereidde met een middellijn van 2,5 meter en tevens een aanzienlijke hoogte had. Was het nu de bedoeling om, ter gelegenheid van de nieuwe show, de bezoekers allen te trakteren op een heerlijke Osmond punt? Nee, de taart was niet voor consumptie van de bezoekers gemaakt maar voor de twee tanende sterren. Tijdens het optreden, waarbij voornamelijk zeer zoete ballades voorbij kwamen, sprongen ze plotseling in het midden van de taart om vervolgens elkaar de slagroom af te likken.
In Engeland werd er een enorm grote auditie gehouden om voor de televisieserie ‘The Avengers’ een nieuwe hoofdrolspeelster te vinden naast gentleman John Steed. De ons alom bekende actrice Emma Peel had besloten dat er voor haar rol maar een andere persoon gezocht moest worden daar haar toekomst meer lag op het toneel. De maatschappij besloot een auditie te beginnen waarbij uiteindelijk Joanna Lumley tevoorschijn kwam. Zij diende de nieuwe sexy en vooral slimme lady te worden in de serie die in Nederland en België bekend staat als ‘De Wrekers’. Dat Joanna andere rollen kan spelen is inmiddels alom bekend. Trouwens zijn zowel de oude als de nieuwe serie van ‘The Avengers’ in Engeland al op DVD leverbaar.
In gedachten aan de mid jaren zeventig komen automatisch ook weer de beelden naar voren van de versierde havens van Scheveningen, ieder jaar wanneer er weer werd gesproken van de binnenkomst van ‘De Nieuwe Haring’. Het eerste schip dat met de nieuwe haring binnenkwam was de winnaar en het eerste vaatje mocht dan door de eigenaar van de rederij op het Paleis Soestdijk worden aangeboden aan de toenmalige koningin Juliana. Er kon toen ook daadwerkelijk gesproken worden van Hollandse Nieuwe want de vis werd toen nog ‘vers gevangen’. Heden ten dage worden ze weken van tevoren al uit de diverse visgebieden gehaald en ingezouten dan wel diepgevroren aan land gebracht, waar ze weken later de toonbanken overgaan. Maar de situatie van de eens zo immens grote visvloot en ook de diverse vissersgronden liep in de periode rondom 1976 naar dramatische dieptepunten. In de jaren vijftig was er nog volop hoop dat het alleen maar beter kon gaan en schipper Arie van der Zwan liet toen nog een nieuwe logger bouwen met een 600 pk motor en vol trots kon hij toen melden dat het ging om de grootste haringtrekker binnen de Nederlandse vloot. Regelmatige bezoekjes aan de haven van Scheveningen, leerde in 1976 dat zijn schip, de Oceaan 9, al lag opgelegd en te koop was. Maar statistisch gezien was het al decennia achteruit gegaan als het ging om het aantal rederijen die vanuit het oude Scheveningen, met haar Eerste en Tweede Binnenhaven als centrum voor de vissersvloot, actief waren. In de twintiger jaren van de vorige eeuw stonden er liefst 98 rederijen geregistreerd die zich voornamelijk op de visvangst richtten. In 1955 waren er slechts 18 over, terwijl in 1976 er nog maar 15 waren geregistreerd. Het was de tijd dat men afscheid ging nemen van de vroeger visgronden waar de kiezelalgen met miljoenen aanwezig waren, iets waarop vooral roeipootkreeftjes verzot op zijn. En de aanwezigheid van deze laatste brengt automatisch mee dat er ook grote scholen met haringen zijn te vinden. Zo werd al een tijd niet meer gevist op de tot dan toe bij de Scheveninger vissers enorm populaire ‘Doggersbank’. Als de havens na de Haringjacht feestelijk werd aanschouwt in Scheveningen lagen er in 1973 nog 70 moderne vissersschepen, in 1976 was dit aantal al teruggelopen tot slechts 44. De opbrengst was dan ook drastisch gedaald want in 1976, zo geven statistieken aan, werd in het Nederlandse gedeelte van de Noordzee – als voorbeeld – slechts 5% van de haring binnengehaald, terwijl de cijfers van drie jaar eerder spraken over 26%. Dientengevolge moest in de daarop volgende jaren de haringen van verder weg gehaald worden, waardoor de prijzen van het zoutelijke genot drastisch stegen.
Er zijn en waren vele combinaties van hobby’s. Gerelateerd aan de hobby zeezenders hebben vreemd genoeg velen de tweede hobby ‘treinen en trams’. Niet alleen bij de deejays zijn de trams en treinen in, met als Tom Mulder en Erik de Zwart als ultieme voorbeelden, maar ook onder de duizenden zeezenderfans van weleer zijn er ontzettend veel die de hobby treinen en trams met elkaar delen. Zo ook met een andere hobby, door mij wel ‘jingelen’ genoemd. Niet alleen de jingles verzamelen zoals ze gehoord werden op de zeezenders; nee ‘alles wat los en vast zat’ moest worden vastgelegd op tape dan wel cassette. In de jaren zeventig werd op kleine schaal al met elkaar uitgewisseld en verzameld en voorzichtig door een kleine groep – waartoe Jelle Boonstra en ikzelf behoorden, de jinglemaatschappijen in Amerika bestookt met verzoeken tot demo’s. Zelfs werden er door ons ‘fake radiostations’ op papier gezet om vooral geen enkele demo te missen. Voor de gemiddelde verzamelaar van jingles was het in 1976 iedere donderdagavond rond half negen het ultieme feest omdat via de TROS op Hilversum 3 (hoor je de gelijknamige jingle al?) een montage van jingles was te horen die door Ferry Maat werden geopenbaard. Ferry, die zijn boterham al reeds jaren deels verdiend met het produceren van jingles, kan zondermeer ook een verzamelaar op dit gebied genoemd worden. Alleen al de opening van zijn wekelijkse soulshow was een soms meer dan een minuut lange ode aan jingles en promo’s, die werden ingezongen dan wel ingesproken waren door diverse soulartiesten van topniveau.
In april 1976 werd er drie dagen lang door de werknemers van de BRT, zowel als de BRTF, gestaakt omdat men al jaren ontevreden was over de salarisverhogingen die ongelijk laag waren ten opzichte van de gemiddelde loonsverhogingen in het land. Op zowel de Vlaamstalige als de Franstalige radionetten waren die dagen voornamelijk non stop muziekprogramma’s te horen. Een groot deel van de werknemers stoomde op naar het ministerie voor Cultuur om het ongenoegen aan de dienstdoende minister via een petitie aan te bieden. Toezeggingen van zijn zijde leidde eerst tot tijdelijke stopzetting van de stakingen waarna overleg volgde. Dit leidde uiteindelijk tot tevredenheid van alle partijen, waarna de luisteraar en kijker weer een gedegen programma kon worden geboden.
Zomaar een greep door het hele jaar heen, in deze aflevering. Of het nu november of april 1976 is, maakt niet uit. De herinneringen komen terug in ons geheugen. Eind 1978 zou ik, samen met Henk Binnendijk van de regionale omroep Noord, een reportage maken over de Vrije Radio in Vlaanderen die zeer opzichtig aan de weg timmerden. Een tweetal jaren eerder was er vrijwel geen publiciteit rond deze toekomstige vorm van radio. Ik vond wel een berichtje terug uit de maand juni 1976 toen bekend werd dat de Belgische regering, zonder in details te treden, had bekend gemaakt dat in de toekomst een commerciële vorm van radio was te verwachten, waarbij uitzendingen meerdere malen per uur zouden kunnen worden onderbroken middels een commerciële boodschap. Niet werd ingegaan op hoeveel minuten per uur deze boodschappen geuit zouden kunnen worden en of dit zou gebeuren via de BRT dan wel de RTBF, de staatsomroep dan wel via speciaal op te richten commerciële radiostations.
In Engeland namen trouwe BBC luisteraars afscheid van twee grootheden op het gebied van radiodeejays. Eerst maakte Johnny Walker bekend dat hij na jaren trouwe dienst het toenmalige BBC Radio one ging verlaten. Zijn toenmalige nieuwe werkgever was KFRC in San Francisco. Wie ook vetrok bij Radio one was The Emperor Rosko, zoon van de vermaarde filmproducer Boris Pasternak. Een reden, die werd aangegeven, was dat hij de zaken van zijn zieke vader kon waarnemen. Rosko kwam in de zestiger jaren in dienst van Radio Caroline en wist een dermate hoge populariteit te halen dat half Europa zijn oor op hem gericht had. Door Caroline werd hij uitgeleend aan Radio Luxembourg om de Franse service een nieuwe impuls te geven en nadat de zeezenders waren verdwenen en BBC Radio one van start ging was het voor ‘Auntie’ een goede reden hem binnen te halen. Anno 2005 is Rosko nog veelvuldig via verschillende radiostations in Europa te beluisteren met zijn in Californië geproduceerde shows.
Radio kan florerend zijn maar ook verwoestend. Het laatste ook deze keer als ik meld dat het eens fameuze radioschip van Radio Atlantis, de MV Jeanine, in 1976 openbaar werd verkocht omdat het maar bleef liggen in de haven van Scheveningen, zonder dat de havengelden door de toenmalige eigenaar Adriaan van Landschoot in de steek was gelaten. Inmiddels was het zendschip niet alleen leeggestolen maar ook bijna doorgeroest. Reden genoeg om een openbare verkoop te houden. Arie Rijsdijk Bos en Zonen werden de nieuwe eigenaren. Afkomstig uit Hendrik Ido Ambacht betaalden ze destijds 25.000 gulden voor het wrak om het vervolgens te slopen.
Reden genoeg om een einde te maken aan deze lange aflevering van Muziek, Media en Andere Herinneringen aan 1976.
Foto’s Theo Dencker, Hans Knot, Douwe Dijkstra en Freewave Archief
MUZIEK, MEDIA EN ANDERE HERINNERINGEN AAN 1976
Welkom in deze aflevering van media, muziek en andere herinneringen, waarin we dit keer terugkeren naar het jaar 1976 en tevens een gastschrijver hebben uit Dordrecht, die een deel van het verhaal voor zijn rekening zal nemen. Heden ten dage loopt iedereen met visa of andere betaalpasjes rond in de portemonnee, waarbij door de diverse ondernemingen driftig aan de weg wordt getimmerd om de meeste klanten te scoren. In 1976 was deze vorm van elektronisch betalen nog helemaal niet ter sprake. Nee, het was zelfs zo dat er een andere vorm van ‘kunnen betalen’ nog populair gemaakt diende te worden onder het publiek van ´De Postgiro´ de financiële organisatie met veruit de meeste klanten in Nederland, en onderdeel van de PTT. Men wilde de betaalkaart, een vorm van betaling waarbij de kaart werd overgedragen aan ´de verkoper´ met vertoning van betaalpasje als betaalmiddel, gedegen aan de man brengen. Tal van toen bekende Nederlanders werden toen in pagina grote artikelen in de diverse tijdschriften aan het woord gelaten over hun leven, hobby en vooral het gebruik van de giro en de daarbij behorende betaalkaart. Telkens was daarbij een vette kop, betrekking hebbende op de betreffende persoon, vet uitgemeten in het artikel. Zoals met de motor crosser Gerrit Wolsink, die als ´header´ meekreeg ´Voor motoronderdelen is de betaalkaart makkelijk´. De man verantwoordelijk voor de advertenties van de Postgiro had slim ingespeeld op haar doelgroep want het leek er net op dat de pagina vullende advertentie onderdeel was van het journalistieke gedeelte van betreffende tijdschriften.
In Nederland was een paar jaar eerder, in 1971, de eerste McDonald geopend waar we destijds nog op kleinschalige manier, al dan niet, konden genieten van het Amerikaanse fast food. Via de Nederlandstalige uitzendingen van Radio Noordzee kregen we via de 220 meter al te horen waar in Nederland het mogelijk was een hamburger of een andere Amerikaans preparaat te nuttigen. Deejays van het station werden zelfs uitgenodigd om een nieuwe winkel te openen. Een paar jaar later had het grote McDonald concern zich nog verder op de wereld uitgebreid en ook anderen maakten dankbaar gebruik van het nieuwe product, dat ze zelf ook wel in een speciaal jasje konden bereiden. In Hong Kong bijvoorbeeld – dat op dat moment nog jaren verwijderd was van de opslokking door China, waren vele Chinese restaurateurs uitgewaaid over de Westerse wereld en diende dus ook het oosterse volk aan een westers product gebracht te worden. Je kan dit op diverse manieren doen maar in 1976 leek het de eigenaren van een nieuw hamburgerrestaurant, een product dat na de Tweede Wereldoorlog vanuit Duitsland was overgewaaid naar Amerika, het een goede manier het product ‘op het water’ te brengen. Een bootje bemand met twee mannen en een enorm hoge whopper kabbelde door de wateren in het dichtbevolkte Hong Kong.
Politiek gezien was vooral Amsterdam in nood. Een redelijk links gerichte gemeenteraad kwam danig in de problemen. Eerder in 1975 had de PSP al aangegeven niet langer deel te willen uitmaken, nadat ze het totaal oneens waren met de Metroplannen van de Gemeenteraad. Eind november 1975 waren er duidelijke problemen waarneembaar tussen PPR lid Van Duijn en de rest van de Gemeenteraad. Met wantrouwen was Roel van Duijn destijds binnengehaald als lid, mede vanwege zijn voorname aanwezigheid binnen de PROVO en Kabouterbeweging in de jaren zestig. Op allerlei fronten ontstond er onenigheid over het progressief akkoord hetgeen binnen de zalen van de gemeente als wel breeduit in de geschreven pers werd uitgevochten. Al het gekonkel leidde er toe dat op 12 januari 1976 niet alleen Roel van Duijn opstapte als lid van de raad maar dat ook Han Lammers, als vorm van protest wegens de strijd die tegen Van Duijn was gevoerd, zijn lidmaatschap opzegde. Via een stemming werden minder linkse leden binnengehaald als opvolgers, te weten de VVD’er Goekoop en Van der Eyden (CDA), die tot nieuwe wethouders werden benoemd.
In België bracht het wekelijkse muziekblad voor jongeren, Joepie, de resultaten van een poll bekend waarin diverse categorieën onderverdeeld, de populariteit werd bepaald en gepubliceerd. De Belgische kijkers hadden klaarblijkelijk in het jaar 1975 niet zoveel op het gebied van pop via de televisie voorgesteld gekregen want men riep ‘AVRO’s Top Pop’ uit als favoriet televisieprogramma. In de categorie ‘Favoriete presentator op TV’ werd dan ook Ad Visser, die Top Pop in die tijd presenteerde, als de absolute nummer 1 verkozen. In de soortgelijke categorie maar dan gericht op de radio, werd onze landgenoot Stan Haag tot de nummer 1 verkozen. En legaal of illegaal maakte niets uit bij de samenstellers van de Poll want ‘De Mi Amigo Top 50’, die wekelijks vanuit internationale wateren werd uitgezonden, werd uitgeroepen tot het populairste programma van België.
In China was er staatsrouw toen op 78-jarige leeftijd op de 8ste dag van het Wereldse Nieuwe jaar Tsjoe en Lai als gevolg van kanker kwam te overlijden. Sinds de Stichting van de Chinese Volksrepubliek in 1949 was hij als premier actief en staat alom nog steeds bekend aan de politicus die er ook voor zorgde dat er duidelijke en open contacten kwamen met het Westen en er meer geld kon binnengehaald middels het verspreiden van China’s exportmiddelen over grote delen van de wereld. De stoffelijke resten van Tsjoe en Lai werden trouwens – zoals hijzelf had gewenst – over China uitgestrooid.
Nederland mocht in 1976, nadat het nummer ‘Ding a dong’ van de groep Teach Inn namens Nederland een jaar eerder in Stockholm als absolute winnaar waren verkozen, de organisatie in handen nemen van het Eurovisie Songfestival. Erg vroeg in het jaar, al op 3 april, werd het 21ste Eurovisiefestival gehouden in Den Haag. Als winnaar kwam uit de bus de formatie ‘Brotherhood of Man’.
Een heel dun bevolkt land was in 1976 het ministaatje ‘Sealand’ waarvan niet bekend is door hoeveel mensen het bewoond was dat jaar. In de zestiger jaren was dit ministaatje opgericht op een voormalig platform van de Britse marine – dat in de Tweede Wereldoorlog was gebouwd om de bemanning de kans te geven vroegtijdig de Duitse vijandelijke vliegtuigen te kunnen observeren en uit te schakelen. In de mid vijftiger jaren werden de diverse platforms door de Britse overheid verlaten. Een tweede leven kregen ze middels het gebruik door organisaties, die een radiostation runden buiten de Britse wetgeving om. Voorbeelden van stations die gebruik maakten van deze forten, waren KING Radio, Invicta Radio, Radio City, Radio 390, Radio Essex en BBMS. Deze twee laatste stations waren eigendom van Roy Bates, die voor de Britse overheid voornaam had gediend in Italië. Na de closedown van de zeezenders, na de invoering van de Marine Offences Act in 1967, besloot Roy tezamen met zijn vrouw Joan en andere familieleden, één van de forten in de Noordzee, Rough Sands, te bezetten en onafhankelijk te verklaren als ‘The Principality of Sealand’. Een eigen vlag, eigen munten, eigen paspoorten en nummerplaten voor auto’s, men wilde duidelijk een eigen identiteit. De jaren daarna waren er volop geruchten over een toekomstig commercieel radiostation op het fort, die tot dan toen nog niet voor dat doel was gebruikt. Ook andere vormen van het maken van geld via het nieuwe land, werden volop mondig gemaakt in diverse interviews in Britse en internationale media. Roy wist om te gaan met de journalisten maar ook met allerlei andere duistere figuren en ook goed betrouwbare zakenlieden, die hij ‘betrok’ bij zijn projecten en vooral veel geld afsnoepte. In 1976 introduceerde hij twee nieuwe personen binnen zijn Prinsendom waarbij hij niet door had dat dit het binnenhalen was van één persoon die enkele jaren later een staatsgreep zou plegen in het sprookjesland.
Roy besloot ter gelegenheid van de introductie van de nieuwe helden een heuse persconferentie te organiseren in West Cliff on Sea, in het graafschap Kent. Ook de internationale pers diende aanwezig te zijn want Ray had weer het één en ander te vertellen. Zo werd er een verklaring uitgedeeld waarin Prof. Dr. Walter Leissner van de Universität van Erlangen verklaarde dat Sealand wel degelijk als een officiële staat kon worden gezien: ‘er worden steeds meer nieuwe staatjes op de wereld opgericht, maar ook groteren, Israël en Bangla Desh als grote voorbeelden. Het maakt daarbij geen verschil dat het Prinsendom Sealand op twee hoge benen rust. Zo maakt het evenmin verschil dat er op Sealand slechts een handjevol mensen woont. Uiteindelijk telde de Zuidzeestaat Pitcairn in 1966 ook maar 96 zielen.’ Waarachtig een prominente steun voor Roy en Joan Bates destijds.
De twee personen, die werden binnengehaald, werden ook aan de pers voorgesteld. Allereerst werd de in Duitsland geboren Achenbach voorgesteld als de nieuwe minister van buitenlandse zaken voor de ministaat Sealand. Een prachtige beslissing, wetende dat de man zeer bedreven was in geldzaken en tevens van een Amerikaanse universiteit een ere professoraat had gekregen vanwege zijn kundigheid in het bedrijfsleven. Bijzaak was natuurlijk dat deze Achenbach geen woord over de grens praatte en zich dus eigenlijk alleen maar in het Duits met anderen kon verstaan. De titel was waarschijnlijk dan ook aangekocht. Bijkomstigheid was dat in de statuten van The Principality of Sealand duidelijk in paragraaf 15 (1) was aangegeven dat iedere betrokkene binnen het project verplicht was de Engelse taal te spreken. De tweede persoon die werd voorgesteld was Carl Wilhelm Tebroke. Aanstelling van deze was in Duitsland een zaakgelastigde te hebben die vloeiend vele talen sprak. Ook diende het tweetal ingezet te worden bij de nieuwe plannen van Roy Bates, die van het eiland een staat zou maken die financieel voor de miljonairs uit de gehele wereld aantrekkelijk zou zijn. Ja, zelfs zo erg aantrekkelijk dat staten als Andorra, Zwitserland en Liechtenstein (toch echte belasting vriendelijke paradijzen destijds) niet meer zouden voorstellen. Sealand moest een super oase worden waarbij het Fort Lauderdale eveneens in het niets zou vallen.
Een opmerkelijk einde van de persconferentie was er nog toen Roy bekend maakte dat Sealand naast haar eigen munten ook eigen dollar biljetten zou introduceren. Ze werden speciaal voor hem in Spanje gedrukt. Toen eenmaal de nieuwe minister van buitenlandse zaken, Achenbach, met een koffervol van dit betaalgoed de grens wenste over te gaan, werd hij door de Britse politie opgepakt en verdween hij voor drie weken in de Britse cel. Liefst 100.000 gulden, let wel in 1976, kostte het Roy Bates om zijn minister weer uit Britse handen te krijgen.
In Engeland kwam in de maand april Labour met een nieuwe premier, nadat premier Wilson had aangegeven dat wat betreft hem het genoeg was geweest met het politieke gebeuren. Hij gaf zijn toenmalige minister van buitenlandse zaken, de 64-jarige James Callaghan, de meeste kans hem op te volgen en dus te gaan resideren aan Downing Street 10. De Labour fractie in het Lager Huis was niet unaniem met de keuze van James eens en er dienden liefst drie stemronden te komen om Callaghan de absolute meerderheid te geven. De linkse minister van Arbeid, Foot, die tot in de laatste ronde met de nieuwe premier op de positie streed, werd uiteindelijk tot vice premier benoemd.
Gelijk aan het jaar 2005 was het voor PSV uit Eindhoven zo dat men op weg naar de top in Europa eveneens het tot een halve finale haalde. In die tijd ging de strijd nog om de Europa Cup 1. Men streed in de halve finale tegen het Franse St. Etienne waarbij de eerste wedstrijd in Frankrijk met 1-0 door PSV was verloren. Men maakte de borst nat om het varkentje in Eindhoven even te wassen, maar ook daar bleken de Fransen de sterkste door andermaal één keer te scoren en daardoor PSV uit de finale te houden; een finale die later door Bayern München zou worden gewonnen. Een geluk voor PSV was dat men een maand later alsnog een prijs behaalde middels andermaal de Landstitel binnen te halen, hetgeen gebeurde op 30 mei tijdens een met 4-1 gewonnen wedstrijd tegen Feijenoord. Ook de KNVB beker viel in 1976 in handen van het oppermachtige PSV dat ondermeer Van Kraaij, Dahlqvist, de Gebroeders van der Kerkhof en Poortvliet in haar gelederen had. In de maand november zou PSV opnieuw, maar wel eerder in de cyclus, door St. Etienne worden uitgeschakeld in de Europa Cup 1.
De V.O.O. maakte haar debuut op de televisie op 21 april 1976. ontstaan uit de zeezender Veronica kreeg de Veronica Omroep Organisatie in 1975 een aspiranten licentie hetgeen ondermeer inhield dat men vanaf april 1976 om de drie weken liefst 3,5 uur televisiezendtijd kreeg die gevuld werd tussen half negen en twaalf uur in de avond. De eerste uitzending vond plaats 16 jaar nadat Radio Veronica haar eerste officiële uitzending vanaf zee verzorgde. Kosten noch moeite waren gespaard om, in samenwerking met de NOS, een sfeervolle gala-avond uit te zenden, die gelukkig bewaard gebleven is en sinds kort in mijn archief op DVD zichtbaar is. Het programma zat vol met amusement met nostalgische waarde, informatie en een 20 minuten durende film over de zeezender Veronica. Ook werd er verbinding gelegd met de werf in Zaandam, waarop dat moment de MV Norderney afgemeerd lag. Vandaar richtten Rob Out en Lex Harding zich tot de nieuwe kijkers en traden George Baker Selection en Earth and Fire, twee groepen groot gemaakt door de zeezenders, op vanaf het dek van het voormalige zendschip. Ook werd daar een gigantisch vuurwerk ontstoken, waardoor ondermeer de tekst ‘Veronica aan land’ in de lucht verscheen.
Vanaf negen uur in de avond werd vervolgens verbinding gezocht met Utrecht, waarin het Congrescentrum het voornoemde Galaprogramma werd uitgevoerd, waarbij de nationale en internationale artiesten zeer vakkundig werden aangekondigd door wie anders dan Tom Collins. Vader Abraham en Mieke zongen een nostalgisch lied over Veronica op de woelige baren, waarbij twee mooie foto’s van de Norderney op internationale wateren, afwisselend, waren te zien. Foto´s die enkele weken eerder ter beschikking waren gesteld door de sterfotograaf der zeezenders, de uit Hamburg afkomstige Theo Dencker.
Natuurlijk dienden er ook volop nieuwe leden geworven worden en daarvoor had de PTT een extra telefooncentrale geïnstalleerd in Utrecht, die bemand werd door veertig bekende Nederlanders. In de pauze van het Gala was er een interview te zien met Harry van Doorn, de toenmalige minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Verantwoordelijk voor het respectievelijk de nek omdraaien van de meeste zeezenders en het toekennen van een voorlopige uitzendlicentie aan de V.O.O. werd aan hem enkele vragen gesteld, waarna Tineke, Lex Harding en Will Luikinga de kijkers op de hoogte brachten van de toekomstige programma´s op de televisie.
Het ging daarbij in het begin van de televisieperiode van de V.O.O. om het programma ´Veronica Totaal´, dat, zoals gemeld, iedere drie weken eruit ging. Ingepakt in het totaal programma was er telkens een quiz met Will Luikinga, een sportitem, een programma voor problemen die jongeren bezig hielden, het Pop Journaal, een blik in de Top 40 en ondermeer een aantal televisieserie, waarvan de absolute topper destijds ´Starsky and Hutch´ zou worden. Het informatie deel werd afgesloten met een speciale wens die was ingesproken door Wolfman Jack, die in Nederland destijds gehoord kon worden via zijn populaire shows op AFN. In het tweede deel van de show mochten we ondermeer genieten van typische Veronica artiesten, die veel vanaf zee de ether in waren geslingerd: Silver Convention, Maggie Mc Neal, Marianne Rosenberg en vele anderen.
Goed nadenkend besef ik me dat slechts twee jaren later, in 1978, ik mijn eerste home videorecorder zou aanschaffen die het type VHS zou kunnen gebruiken. Daarvoor maakte in zakelijk gebruik van een Sony CV en Sony AV recorder – puur om onderzoeksopnamen vast te leggen. Kostbare zaken waarbij nog niet werd stilgestaan of het registreren via videotapes in de toekomst ook voor huiselijk gebruik geschikt zouden zijn. Nee, we hielden het bij opnamen van beeld via onze zo vertrouwde smalfilms. Resultaat is dat inmiddels al jaren lang een tweetal dozen vol met 8 mm films in een kast staan opgesteld om overgezet te worden op video. Zouden we het niet direct over kunnen zetten op DVD? Het grote probleem is echter dat het onderwerp ‘tijd’ dan weer direct om de hoek komt kijken in Huize Knot. Maar in 1976 wilden we optimaal genieten van de mogelijkheden van smalfilm hetgeen we deden met een echte Sankyo filmcamera en tevens een projector van hetzelfde merk, die ons optimale mogelijkheden boden om datgene ons lief was toe te vertrouwen aan de filmcamera. De daaraan voorafgaande jaren was er erg veel research gedaan aan het optimaliseren van het geluid dat tegelijkertijd met de beelden kon worden opgenomen via een externe microfoon. Daarvoor kwam vaak het storende geluid van de motor van de camera mee, als weer enkele beelden werden vastgelegd, hetgeen een onrealistische weergave gaf van het geluid dat we echt wilden registreren. Verbeterd was de betreffende camera zeker, ondanks dat deze zelfs twee in plaats van één motor had. En het mooie is dat ik nog steeds de advertentie heb waarop ik destijds de beslissing nam een dergelijke camera aan te schaffen. Edoch, de toekomst vloog aan ons voorbij en een paar jaren later was een heuse Betamax camera de baas in huis geworden voor registratie van home video.
In Italië werd in het noord oosten het stadje Buia internationaal op de kaart gezet middels een tragisch gebeuren. Een aantal aardschokken vond op 6 mei in 1976 plaats, waarbij 925 mensen de dood vonden en tevens duizenden mensen in verschillende ziekenhuizen in de omgeving dienden te worden opgenomen. De bevingen hadden een kracht 7 op de schaal van Richter en de uitlopers van de schokken werden zelfs in België en zuid Nederland gevoeld. In totaal werden er ruim 150.000 mensen dakloos door de bevingen.
Eén van de regelmatige lezers van mijn artikelen is Rob Bosman Jansen uit Dordrecht en af en toe stuurt hij een mijmering aan het verleden in, die ik van harte verwerk. Dit keer zat hij oude opnamen van zeezenders te beluisteren en kwam de volgende herinnering aan 1976 boven: ‘Ik weet niet of ik het volgende wel eens aan je heb verteld, het gaat over Radio Noordzee dan wel RNI. De zeezender hebben we het dan over en ik weet nog dat in 1976 er een reportage over op de televisie was met als onderwerp het gegeven dat de MEBO II, het voormalige zendschip van RNI, nog steeds aan de ketting lag in de haven van Slikkerveer. In augustus van dat jaar besloot ik met de auto wat te gaan toeren en op zoek te gaan naar de werf van Groot en Van Vliet, waar de MEBO II lag. Vanuit mijn woonplaats Dordrecht is het niet zo ver en ik had de plek dan ook vrij snel gevonden. Ik reed er een paar keer langs en vanaf de dijk was de MEBO II niet direct te zien, alles kon je de mast, tussen de vele bedrijfshallen, zien.
Uiteraard was er bij de ingang van de werf een portiersloge. Dit om ongewenst bezoek te kunnen tegen te houden en andere personen toe te laten. In de loge was een portier op die zondag aanwezig en samen met een vriend, die bij me was, liepen we naar de man toe en maakten we met hem een praatje over de MEBO II, die daar lag. Ik was van mening dat hij ons nooit toestemming zou geven aan boord te gaan. Tot mijn grote verbazing stemde hij echter toe. Hij zei echter wel, dat mochten we problemen krijgen, dat hij ons officieel niet aan de poort had gezien. Dus wij liepen richting het zendschip en ik was zelf heel zenuwachtig. Eerder had ik de beide MEBO schepen niet in het echt gezien. We zijn die dag ook niet aan boord geweest. Bovendien hebben we niemand gezien maar hoorden wel het geluid van de generatoren. Na een kwartier zijn we teruggelopen naar de portier en hebben hem bedankt.
Omdat ik in eerste instantie dacht dat we toch niet aan boord mochten komen vergat ik ook gewoon mijn fototoestel mee te nemen en die lag dus nog in de auto. Na zo vele jaren herinner ik het me allemaal nog erg goed. Aan dezelfde dijk was ook een pontje, een soort van voetveer, Daarmee ben ik later nog wel eens heen en weer gevaren en dan zag je beide schepen, die inmiddels in de haven lagen, in de verte liggen. Toen vervolgens de schepen in 1977 aan de Parkkade in Rotterdam lagen kon ik er door omstandigheden niet heen gaan.
Jaren later sprak ik via mijn werk een man die via zijn baas nog werkzaamheden had verricht aan het zendschip. Hij werkte als scheepsschoonmaker classificeerder en hij vertelde mij, toen ik toevallig hem het een en ander over zeezenders had verteld, dat hij nog wist dat hij de schepen moest schoonspuiten. De MEBO II ging met de onderkant op de helling en met hoge druk werd het water gespoten. Hierbij bleek al snel dat op enkele plekken het water dwars door de platen heen spoot. Het was daar te dun geworden. Door op die plekken nieuwe stalenplaten te lassen werd het schip weer snel waterdicht gemaakt. Overigens bestaat de werf De Groot en Van Vliet al jaren niet meer.’
Dank dus aan Rob voor zijn onderdeel van deze aflevering.
Nu we het toch over radio hebben is het een hele kleine stap naar de televisie in 1976. Zoals al decennia lang het geval is zijn er altijd voor en tegenstanders van het aanbod van radio en/of televisie. Zo vond ik een ingezonden brief terug uit november 1976 van A. van der Berk uit Eindhoven die op een gedegen manier tegen het gebodene van zich af wenste te schrijven: ´Het televisiekijkend publiek is het gelul van de buis spuugzat. Vandaar dat het gros afstemt op TROS en AVRO, die hun avonden niet vullen met geleuter, doch met uitstekende amusementsprogramma´s en bovendien hun avonden sluiten met een goede actualiteiten rubriek, welke niet vol propaganda en hersenspoeling zit zoals bij de VARA en de VPRO. TROS en AVRO zijn volgens mij neutrale instellingen opdat de kijkers zelf hun mening kunnen vormen. Het zou dan ook in de strijd met de grondwet van onze democratie als wij de omroepen dwingen kleur te bekennen, want daarvoor hebben we de politieke partijen. Alleen de VPRO en de VARA maken de andere omroepen zwart. Waarom al die branie van die twee linkse omroepen? Omdat de TROS in tien jaar groter is geworden dan zij in vijftig jaar? De socialisten kunnen blijkbaar slecht tegen hun verlies.’
Schakelend over het enorme aanbod aan televisieprogramma’s dat ons heden ten dage via kabel dan wel schotel wordt aangeboden, kwam ik een paar weken geleden terecht in een korte flits bij ‘Man at the floor’ ofwel de Nederlandse vertaling ‘Man over de vloer’. Een serie die vroeger, in de begin jaren zeventig een enorme dijenkletser was vanwege de vooral voorspelbare Britse humor. De aflevering ging over het verkopen van een meerdelige encyclopedie die de daarop volgende jaren in delen zou worden uitgegeven. Doel was zoveel mogelijk mensen in voorverkoop de uitgave aan te smeren. Een vorm van merchandising die in die dagen normaal was. Zelfs op de bibliotheek voor Orthopedagogiek, waar ik in 1976 leidinggevende was, kwam een vertegenwoordiger van een 26 delige encyclopedie langs met de vraag of hij de studentes warm mocht maken voor hun zeer voordelige uitgave. Horden mensen hebben deze uitgave destijds in huis gehaald, al was het alleen al omdat ze een gratis jaarboek gedurende zes jaren zouden ontvangen van de Winkler Prins. Anno 2005 kun je deze in meervoud voor een Euro kopen bij recycling bedrijven met klinkende namen als ‘Mama Mini’ en ‘Nota Bene’.
Terugkerend op ‘Man at the Floor’ waren, naar mijn mening, de hoofdrollen duidelijk weggelegd voor de acteurs Brian Murphy en Yootha Joyce. Ik zie in gedachten U, als lezer van deze aflevering, denken ‘waar heeft hij het over’. Juist in de volksmond staan deze twee acteurs bekend als ‘George and Mildred’ en in 1976 gingen ze verhuizen naar een buitenwijk van Londen alwaar ook een nieuwe serie programma’s zou worden uitgezonden. In de serie, die vanaf dat moment ‘George and Mildred’ zou gaan heten deed trouwens ook Nicholas Owen mee, die de rol van de zevenjarige Nicholas Owen ging spelen. En anno 2005 zijn er nog steeds vele kijkers die de serie, vaak bij herhaling, bekijken gezien de gebrachte Britse vorm van humor die veelvuldig in de serie voorkomen.
Een eenmalige, maar toch opmerkelijke, aflevering van Tatort, een krimi serie nog immer op de Duitse televisie, bracht ons ondermeer naar het REM eiland. De aflevering heette ‘Trimmel und der Tulpendieb’. Commissaris Trimmel was toen nog de hoofdrolspeler en grote delen van deze aflevering werden inderdaad rond en op het voormalige platform, waar 12 jaar eerder RTV Noordzee vanaf haar uitzendingen verzorgde, verfilmd. Ik heb recentelijk nog eens de videoband, de eerste band die ik later in 1978 opnam (Nederland liep meer dan een jaar achter met Tatort) en bewaard heb, terug gekeken en kan alleen maar stellen dat het deels amateuristisch is gefilmd maar toch mooie herinneringen terugbracht. Men filmde ruim een week op en om het REM eiland en voor de sprong, die een van de spelers moest maken vanaf het platform om de politie te ontvluchten, werd een stuntman uit Rotterdam ingehuurd. En verder werden opnamen geschoten op de militaire basis van het Amerikaanse leger in Soesterberg.
Op Radio Mi Amigo werden we getrakteerd op een levendige vorm van radio verzorgd door een stel deejays die de radio weer eens echt bij ons thuis brachten. We hadden, live vanaf de Noordzee, sinds het verdwijnen van Radio Noordzee in augustus in 1974, niet meer zo genoten. Destijds met de programmamakers van Driemaster, die ons dagelijks verrasten met mooie muziek, goede verhalen en vooral een prachtige sfeer. De Tour de France van 1976 werd, zoals we al jaren gewend waren, gebracht op Hilversum 3 waar mensen als Joost den Draayer, Felix Meurders, Vincent van Engelen, Lex Harding en andere grootheden ‘Pop op de Pedalen’ brachten, uiteraard ondersteund door verslaggeving vanuit Frankrijk waarbij achter op de motor ons de onvergetelijke Theo Koomen tot in tranen toe ons verslag deed van de finish van elke etappe. Soms moest hij achteraf verslag doen en leek het door zijn enorme vloed aan woorden net écht of je direct verbonden was bij de laatste 2 kilometers van alwaar een etappe. Op Radio Mi Amigo waren destijds twee nieuwe medewerkers ingehuurd, te weten Tim Ridder en Marc Jacobs. Voor de kloeke luisteraar werd het direct duidelijk dat achter Tim niemand anders dan Bart van Leeuwen schuil ging, die vanaf medio 1973 al te horen was geweest op Radio Veronica. Het station had een gastprogramma waaruit een nieuwe deejay als vaste presentator te voren diende te komen. Laat het nu niet Paul Jan de Haan maar Bart van Leeuwen zijn geworden die verkozen werd tot vaste presentator. Paul werd later werkzaam bij de ziekenomroep Studio 73 in Groningen waar zijn paden kruisten met ene Rob van Dam. Destijds woonachtig aan de Troelstralaan in Groningen had Rob van Dam als overbuurman Paul de Haan. Nee niet de eerder gerefereerde maar de oom van de in zeezenderkringen bekende Paul Jan de Haan.
In 1973 zagen Rob en Paul elkaar met bepaalde regelmaat in de catacomben van het RKZ, het ziekenhuis waar ze actief waren in radio. Wat Paul helaas niet lukte bij Radio Veronica, hetgeen we hem wel gegund hadden, lukte Rob van Dam wel. Een bandje maken en afsturen naar Spanje, waar Radio Mi Amigo was gevestigd, leverde hem een baan op bij Radio Mi Amigo met als eerste doel tussen de programmaonderdelen door verslag te doen van de Ronde van Frankrijk. Heel eenvoudig was het middels het opnemen op cassette van de verslaggeving via Hilversum 3. Even herschrijven en zie daar een echt eigen verslag op Radio Mi Amigo. Men had het in Hilversum na een dag of tien door en stelde. Live vanaf achter op de motor, dat de betreffende reportage alleen geschikt was voor uitzending live via Hilversum 3. Mi Amigo en vooral Rob van Dam, onder de naam ‘Marc Jacobs’ hadden naam gemaakt. Hij kon niet meer kapot en weldra werd zijn naam veelvuldig genoemd in artikelen en maakte de Mi Amigo Fanclub een heuse ‘Marc Jacobs sticker’.
Waren het in de jaren zestig de ‘speldjes sparen’ dat één van de intense hobby’s van de toenmalige jeugd was, de jaren zeventig was echt weggelegd voor meer en meer aan ‘stickers sparen’ Ik zelf legde me toe op het sparen van stickers gerelateerd aan radiostations. Een plastic zak vol met ongeplakte stickers is nog steeds opgeslagen in Huize Knot en in de bijkeuken is er al jaren lang het oude keukenkastje dat eens een voormalig huis aan de Parkweg sierde en nu als schoonmaakmiddelenkast dienst doet. Maar tevens als dekmateriaal voor tientallen stickers gerelateerd aan het onderwerp ‘radio’ waarbij ze alleen mochten worden aangebracht als er de kleur ‘geel’ in de sticker zichtbaar was. Tja, hoe ver kan je hobby gaan. Maar we werden van allerlei kanten bestormd met stickers. KLM was bijvoorbeeld voornaam aanwezig in de tijdschriften om vooral de jongeren te wijzen op het nu van het dragen van bedrijfskleding. Nee, niet van de luchtvaartmaatschappij maar gewoon van de onderneming die voornaam aanwezig was op het gebied van Bedrijfskleding vanuit Haaksbergen. Bij aankoop van KLM kleding werd een serie van liefst 6 stickers aangeboden die weer geplakt konden worden op deuren van de slaapkamer, de kledingkast, de boekenkast, de boeken zelf. Dit alles weer tot ongenoegen van de ouders die in de toekomst de kasten en deuren van een nieuwe laag verf moesten voorzien.
Twee maal per jaar doe ik Rostock aan, de geboorteplaats van mijn vrouw. Familiebezoek, heel gezellig, maar ook even lekker shoppen. De platenzaken zijn bij lange na niet zo breed bezaaid als in Groningen maar het aanbod is anders te noemen. Ik vind er altijd wel iets waarvan ik zeg dat het te gek is dat het in de winkel ligt. En als het dan over de muziek uit de begin jaren zeventig was kunnen twee groepen worden genoemd, waarvan ik niet eerder in Groningen materiaal tegen kwam. Twee toch wel nostalgische verzamelaars van respectievelijk The Partridge Family en van The Osmonds. De laatste groep werd als het ware door Veronica en RNI er destijds bij ons ingepompt en direct bij het vallen van de naam ´The Osmonds´ denderen de ‘Crazy Horses’ weer over ons heen. Ook komt het kleinste persoontje van de groep ‘Little Jimmy Osmond’ direct weer in gedachten, maar vaak denken we niet aan de prachtige balades en deels covers die zowel Donny als zusje Mary aan het vinyl en vooral de hitlijsten toevertrouwden. Binnen twee jaar konden beiden rustig zeggen ‘financieel binnen te zijn’. In 1976 was de aandacht voor de groep tanende en besloten broer en zus Mary en Donny tezamen een rondreis langs de zalen te gaan maken. Uiteraard moest dit onder de aandacht van de pers worden gebracht, want hoe meer aandacht hoe meer bezoekers er naar de shows zouden komen. Beiden besloten een bevriende banketbakker in te huren die liefst 400 liter slagroom bereidde en daarvan een taart bereidde met een middellijn van 2,5 meter en tevens een aanzienlijke hoogte had. Was het nu de bedoeling om, ter gelegenheid van de nieuwe show, de bezoekers allen te trakteren op een heerlijke Osmond punt? Nee, de taart was niet voor consumptie van de bezoekers gemaakt maar voor de twee tanende sterren. Tijdens het optreden, waarbij voornamelijk zeer zoete ballades voorbij kwamen, sprongen ze plotseling in het midden van de taart om vervolgens elkaar de slagroom af te likken.
In Engeland werd er een enorm grote auditie gehouden om voor de televisieserie ‘The Avengers’ een nieuwe hoofdrolspeelster te vinden naast gentleman John Steed. De ons alom bekende actrice Emma Peel had besloten dat er voor haar rol maar een andere persoon gezocht moest worden daar haar toekomst meer lag op het toneel. De maatschappij besloot een auditie te beginnen waarbij uiteindelijk Joanna Lumley tevoorschijn kwam. Zij diende de nieuwe sexy en vooral slimme lady te worden in de serie die in Nederland en België bekend staat als ‘De Wrekers’. Dat Joanna andere rollen kan spelen is inmiddels alom bekend. Trouwens zijn zowel de oude als de nieuwe serie van ‘The Avengers’ in Engeland al op DVD leverbaar.
In gedachten aan de mid jaren zeventig komen automatisch ook weer de beelden naar voren van de versierde havens van Scheveningen, ieder jaar wanneer er weer werd gesproken van de binnenkomst van ‘De Nieuwe Haring’. Het eerste schip dat met de nieuwe haring binnenkwam was de winnaar en het eerste vaatje mocht dan door de eigenaar van de rederij op het Paleis Soestdijk worden aangeboden aan de toenmalige koningin Juliana. Er kon toen ook daadwerkelijk gesproken worden van Hollandse Nieuwe want de vis werd toen nog ‘vers gevangen’. Heden ten dage worden ze weken van tevoren al uit de diverse visgebieden gehaald en ingezouten dan wel diepgevroren aan land gebracht, waar ze weken later de toonbanken overgaan. Maar de situatie van de eens zo immens grote visvloot en ook de diverse vissersgronden liep in de periode rondom 1976 naar dramatische dieptepunten. In de jaren vijftig was er nog volop hoop dat het alleen maar beter kon gaan en schipper Arie van der Zwan liet toen nog een nieuwe logger bouwen met een 600 pk motor en vol trots kon hij toen melden dat het ging om de grootste haringtrekker binnen de Nederlandse vloot. Regelmatige bezoekjes aan de haven van Scheveningen, leerde in 1976 dat zijn schip, de Oceaan 9, al lag opgelegd en te koop was. Maar statistisch gezien was het al decennia achteruit gegaan als het ging om het aantal rederijen die vanuit het oude Scheveningen, met haar Eerste en Tweede Binnenhaven als centrum voor de vissersvloot, actief waren. In de twintiger jaren van de vorige eeuw stonden er liefst 98 rederijen geregistreerd die zich voornamelijk op de visvangst richtten. In 1955 waren er slechts 18 over, terwijl in 1976 er nog maar 15 waren geregistreerd. Het was de tijd dat men afscheid ging nemen van de vroeger visgronden waar de kiezelalgen met miljoenen aanwezig waren, iets waarop vooral roeipootkreeftjes verzot op zijn. En de aanwezigheid van deze laatste brengt automatisch mee dat er ook grote scholen met haringen zijn te vinden. Zo werd al een tijd niet meer gevist op de tot dan toe bij de Scheveninger vissers enorm populaire ‘Doggersbank’. Als de havens na de Haringjacht feestelijk werd aanschouwt in Scheveningen lagen er in 1973 nog 70 moderne vissersschepen, in 1976 was dit aantal al teruggelopen tot slechts 44. De opbrengst was dan ook drastisch gedaald want in 1976, zo geven statistieken aan, werd in het Nederlandse gedeelte van de Noordzee – als voorbeeld – slechts 5% van de haring binnengehaald, terwijl de cijfers van drie jaar eerder spraken over 26%. Dientengevolge moest in de daarop volgende jaren de haringen van verder weg gehaald worden, waardoor de prijzen van het zoutelijke genot drastisch stegen.
Er zijn en waren vele combinaties van hobby’s. Gerelateerd aan de hobby zeezenders hebben vreemd genoeg velen de tweede hobby ‘treinen en trams’. Niet alleen bij de deejays zijn de trams en treinen in, met als Tom Mulder en Erik de Zwart als ultieme voorbeelden, maar ook onder de duizenden zeezenderfans van weleer zijn er ontzettend veel die de hobby treinen en trams met elkaar delen. Zo ook met een andere hobby, door mij wel ‘jingelen’ genoemd. Niet alleen de jingles verzamelen zoals ze gehoord werden op de zeezenders; nee ‘alles wat los en vast zat’ moest worden vastgelegd op tape dan wel cassette. In de jaren zeventig werd op kleine schaal al met elkaar uitgewisseld en verzameld en voorzichtig door een kleine groep – waartoe Jelle Boonstra en ikzelf behoorden, de jinglemaatschappijen in Amerika bestookt met verzoeken tot demo’s. Zelfs werden er door ons ‘fake radiostations’ op papier gezet om vooral geen enkele demo te missen. Voor de gemiddelde verzamelaar van jingles was het in 1976 iedere donderdagavond rond half negen het ultieme feest omdat via de TROS op Hilversum 3 (hoor je de gelijknamige jingle al?) een montage van jingles was te horen die door Ferry Maat werden geopenbaard. Ferry, die zijn boterham al reeds jaren deels verdiend met het produceren van jingles, kan zondermeer ook een verzamelaar op dit gebied genoemd worden. Alleen al de opening van zijn wekelijkse soulshow was een soms meer dan een minuut lange ode aan jingles en promo’s, die werden ingezongen dan wel ingesproken waren door diverse soulartiesten van topniveau.
In april 1976 werd er drie dagen lang door de werknemers van de BRT, zowel als de BRTF, gestaakt omdat men al jaren ontevreden was over de salarisverhogingen die ongelijk laag waren ten opzichte van de gemiddelde loonsverhogingen in het land. Op zowel de Vlaamstalige als de Franstalige radionetten waren die dagen voornamelijk non stop muziekprogramma’s te horen. Een groot deel van de werknemers stoomde op naar het ministerie voor Cultuur om het ongenoegen aan de dienstdoende minister via een petitie aan te bieden. Toezeggingen van zijn zijde leidde eerst tot tijdelijke stopzetting van de stakingen waarna overleg volgde. Dit leidde uiteindelijk tot tevredenheid van alle partijen, waarna de luisteraar en kijker weer een gedegen programma kon worden geboden.
Zomaar een greep door het hele jaar heen, in deze aflevering. Of het nu november of april 1976 is, maakt niet uit. De herinneringen komen terug in ons geheugen. Eind 1978 zou ik, samen met Henk Binnendijk van de regionale omroep Noord, een reportage maken over de Vrije Radio in Vlaanderen die zeer opzichtig aan de weg timmerden. Een tweetal jaren eerder was er vrijwel geen publiciteit rond deze toekomstige vorm van radio. Ik vond wel een berichtje terug uit de maand juni 1976 toen bekend werd dat de Belgische regering, zonder in details te treden, had bekend gemaakt dat in de toekomst een commerciële vorm van radio was te verwachten, waarbij uitzendingen meerdere malen per uur zouden kunnen worden onderbroken middels een commerciële boodschap. Niet werd ingegaan op hoeveel minuten per uur deze boodschappen geuit zouden kunnen worden en of dit zou gebeuren via de BRT dan wel de RTBF, de staatsomroep dan wel via speciaal op te richten commerciële radiostations.
In Engeland namen trouwe BBC luisteraars afscheid van twee grootheden op het gebied van radiodeejays. Eerst maakte Johnny Walker bekend dat hij na jaren trouwe dienst het toenmalige BBC Radio one ging verlaten. Zijn toenmalige nieuwe werkgever was KFRC in San Francisco. Wie ook vetrok bij Radio one was The Emperor Rosko, zoon van de vermaarde filmproducer Boris Pasternak. Een reden, die werd aangegeven, was dat hij de zaken van zijn zieke vader kon waarnemen. Rosko kwam in de zestiger jaren in dienst van Radio Caroline en wist een dermate hoge populariteit te halen dat half Europa zijn oor op hem gericht had. Door Caroline werd hij uitgeleend aan Radio Luxembourg om de Franse service een nieuwe impuls te geven en nadat de zeezenders waren verdwenen en BBC Radio one van start ging was het voor ‘Auntie’ een goede reden hem binnen te halen. Anno 2005 is Rosko nog veelvuldig via verschillende radiostations in Europa te beluisteren met zijn in Californië geproduceerde shows.
Radio kan florerend zijn maar ook verwoestend. Het laatste ook deze keer als ik meld dat het eens fameuze radioschip van Radio Atlantis, de MV Jeanine, in 1976 openbaar werd verkocht omdat het maar bleef liggen in de haven van Scheveningen, zonder dat de havengelden door de toenmalige eigenaar Adriaan van Landschoot in de steek was gelaten. Inmiddels was het zendschip niet alleen leeggestolen maar ook bijna doorgeroest. Reden genoeg om een openbare verkoop te houden. Arie Rijsdijk Bos en Zonen werden de nieuwe eigenaren. Afkomstig uit Hendrik Ido Ambacht betaalden ze destijds 25.000 gulden voor het wrak om het vervolgens te slopen.
Reden genoeg om een einde te maken aan deze lange aflevering van Muziek, Media en Andere Herinneringen aan 1976.
Foto’s Theo Dencker, Hans Knot, Douwe Dijkstra en Freewave Archief