Herinneringen aan 1981
Hans Knot neemt ons in de serie "Muziek & Media Herinneringen" telkens terug naar één jaar uit de geschiedenis en bespreekt dan de belangrijkste gebeurtenissen uit dat jaar op muziek- en media gebied. Deze keer neemt Hans ons mee terug naar het jaar 1981 met onder andere: Zendschip voor Realisten '81, PvdA op FM piraat en bomaanslag bij gebouw Radio Free Europe.
Het lijkt voor vele mensen nog zo dicht bij als we het over de jaren tachtig van de vorige eeuw hebben. Goed beschouwd is het jaar, waar we in deze aflevering aandacht aan gaan besteden, toch al bijna een kwart eeuw geleden. Een jaar dat we het eens zo vertrouwde geluid van Radio Caroline al weer geruime tijd verleden tijd was maar ook natuurlijk de nodige ontwikkelingen waren in de wereld. Hans Knot belicht andermaal een jaar vol herinneringen.
In de maand augustus was er heel wat verontwaardiging toen op 8 augustus uitlekte dat de toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan had besloten de productie van de neutronenbom eventueel in productie te gaan nemen. Vreemd genoeg had zijn voorganger, president Jimmy Carter, het tegenovergestelde besluit genomen. Hij was tot het besluit gekomen nadat er uitgebreide druk was uitgeoefend door de Europese bondgenoten. Macabere beelden had men in het vooruitzicht gesteld. Bij het afwerpen van dergelijke bommen zouden mensen massaal worden gedood maar zou de omgeving, de gebouwen en de installaties vrijwel onbeschadigd door de straling uit de strijd zijn gekomen. Twee dagen later verklaarde de toenmalige minister van Defensie, Caspar Weinberger, dat de productie van de bom zeker noodzakelijk was in het kade van de nog steeds voortgaande Koude Oorlog. In zijn ogen had het Russische leger een totale overmacht aan troepen en materiaal in diverse landen in het toenmalige Oostblok. Over snelheid was niet te klagen want binnen een paar uren na het intreden van een totale crisis zou het mogelijk zijn de neutronenbommen naar deze gebieden te laten overvliegen en te latenafwerpen. Gevolg was dat er in tal van grote steden, waaronder in Amsterdam, Brussel, Londen en Parijs massale demonstraties plaats vonden in een warme zomer.
De Amerikanen wisten zo het nodige van snelheid want er werd volop getest om de ruimteveer tot een succes te brengen. Met behulp van een sterke raket wordt de ruimteveer al weer decennia lang, al dan niet met forse tegenslagen, buiten de dampkring geschoten. Als Space Shuttle is het algemeen bekend. Voordeel van het toen nieuwe toestel was dat het, na de volbrachte taken in de ruimte, als vliegtuig kon terugkeren naar moeder aarde. Financieel gezien een enorme stap vooruit daar het toestellen ettelijke malen kon worden ingezet en er dus enorm op kosten werd gespaard. De eerste ruimteveer kreeg de naam Colombia mee en ging in april 1981 de ruimte in, voorzien van een uitgebreide hitteschild die bestond uit ruim 30.000 keramische tegels. Deze waren nodig om de ruimteveer te beschermen. Met een maximale snelheid van liefst 27.000 kilometer per uur werd de buitentemperatuur van het schild door wrijving opgevoerd tot liefst rond de 1300 graden. Spanning was er volop want na de start vielen enkele van deze schilden terug op aarde. De lancering gebeurde vanaf de algemeen bekende ruimtebasis Cape Canaveral. Aan boord van de Columbia waren gezagvoerder John Young en Robert Crippen die op 14 april de Columbia weer veilig op de grond parkeerden. Dit gebeurde in de Mojave woestijn, waar ook de luchtmachtbasis Edwards gevestigd is.
In vergelijking tot de zendtijd die de regionale omroepen in Nederland heden ten dage hebben was het in 1981 eigenlijk slecht gesteld. Het aantal regionale omroepen die in NOS verband werkten stond op vier. Het bestuur van de NOS wilde verandering in het aantal uren zendtijd en liet via het Dagelijks Bestuur in maart van het jaar een brief uitgaan aan de toenmalige minister verantwoordelijk voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk. Men was van mening dat het mogelijk moest zijn met ingang van 1 oktober dat jaar, of in ieder geval in het seizoen 1981/1982, de zendtijd van de regionale omroepen verdubbeld zou worden. De verdubbeling, die er later ook zou worden toegewezen, betekende een uitbreiding met drie uur en veertig minuten. Voorwaarde van de zijde van het NOS Bestuur was dat de regionale omroepen Radio Noord, Radio Friesland, Radio Oost en Omroep Zuid dan wel een financiële bijdrage van 370.000 gulden van de regering moesten krijgen. Deze bijdrage zou voornamelijk worden gebruikt voor het aantrekken van meer technici.
Maar de regering wist wel een oplossing voor de financiële problemen want de regionale radio zou in de toekomst moeten worden betaald middels een opslag op de omroepbijdrage. Men maakte wel bekend in 1981 dat de opslag per provincie zou gaan verschillen. Voor de noordelijke provincies zou het, vergeleken met andere provincies, om een forse opslag gaan. Berekeningen hadden getoond dat een inwoner van de provincie Groningen een bedrag van 6,90 gulden per jaar meer ging betalen. Inwoners van Noord Holland, waar toen nog geen regionale omroep actief was, kwamen er het beste af met een bedrag van 1,65 per omroepbijdrage. De extra belasting werd dus, via half jaarlijkse doorberekening, ingehouden door de Dienst Omroepbijdragen om vervolgens te worden afgedragen aan de Provinciale Besturen. Deze zouden vrijwel altijd kunnen beslissen in welke vorm en met welk doel de gelden vervolgens naar hun regionale omroep zouden gaan.
In Nederland waren er in 1981 ook weer de Parlementsverkiezingen waarbij democratisch Nederland haar mening mocht geven over de af te lopen regeringsperiode onder leiding van Dries van Agt en hun hoop voor de toekomst. Als de Partij met de meeste aanwinst als het ging om zetels in de Tweede Kamer dient D66 te worden genoemd. Deze partij, die op dat moment werd geleid door Jan Terlouw, kreeg 9 zetels meer dan in de voorgaande verkiezingen voor het Parlement en steeg naar 17. De CDA, PvdA en VVD verloren allemaal zetels, respectievelijk 5,9 en 2. Hierdoor verloor de regeringscombinatie haar meerderheid en na een zeer moeilijke periode van formatie kon in de maand september het tweede kabinet van Agt worden ingehaald door de koningin, de eerste keer trouwens dat dit gebeurde door Koningin Beatrix, die in 1980 werd gekroond.
Opmerkelijk was dat de voormalige Boerenpartij, bekend geworden door Boek Koekoek, in 1981 nog wel aan de verkiezingen meedeed maar onder de naam Rechtse Volkspartij. Of de liefde voor de partij was verdwenen, dan wel de kiezer het helemaal niet zag zitten dat de naamsverandering had plaats gevonden, is niet duidelijk. Wel dat de partij na de verkiezingen niet langer was vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Maar er waren meer partijen die niet tot totaal onbekend waren, die deelnamen aan voornoemde verkiezingen en allemaal veel te weinig stemmen kregen en dus ook geen zetel.
Wat te denken van de volgende namen van deelnemende partijen:
S.O.S.
Internationale Kommunisten Bond
Partij Likwidatie van Nederland
Wereld Welzijn Bewustwording
God Met ons
Partij voor Rijksgenoten
Vrede Partij
Kleine Partij
Nederlandse Evolutie Partij
Leefbaar Nederland
Realisten ‘81
Opmerkelijk dat de naam ‘Leefbaar Nederland’ toen ook al vertegenwoordigd was en men haalde, als het voornoemde groep aangaat, de meeste stemmen. Het waren 8.613 landgenoten die hun keuze voor de partij lieten gelden. De partij die in de periode voor de verkiezingen van voornoemden zich het meest deed gelden in de publiciteit was die van Realisten ’81.
Het Partijbestuur had zich voorgenomen te scoren met een krachtig personage die de strijd moest aangaan voor het winnen van kiezers. Men had deze gevonden in de persoon van Hans Knoop, onderzoeksjournalist en vooral bekend geworden door het opsporen van de oorlogsmisdadiger Pieter Menten in Zwitserland.
Verder was ondermeer Mr. Dr A Zeegers betrokken binnen de organisatie van Realisten ’81. Hij was voor de Tweede Wereldoorlog al actief in het schrijven van een serie artikelen in ‘Nieuw Nederland’, het vormingsblad van de NSB in ons land. Ook na de Tweede Wereld Oorlog was hij actief bij een groot aantal groeperingen met extreem rechtse of nog radicalere standpunten.
De link naar ‘zeezenders’ is, wat betreft deze Zeegers twee keer te leggen. Op 19 maart 1983 meldde Hans Knoop vol trots, op een door hem georganiseerde persconferentie, de weg te hebben gevonden om de publiciteit voor de Partij optimaal te maken. In tal van radio en kranteninterviews bracht hij het grote nieuws van zijn plan – dat nooit zou worden uitgevoerd, naar buiten. Ikzelf maakte er in het Freewave Media Magazine van 30 maart 1981 het volgende van: ‘De nieuwe politieke partij Realisten ’81 wil vanaf een schip in internationale wateren van de Noordzee haar verkiezingsprogramma gaan voeren. Dit om voldoende zetels te krijgen bij de Tweede Kamer verkiezingen. Een zender met een vermogen gelijk aan de Hilversumse omroepen, zal tijdens de komende weekeinden de boodschap van Realisten ’81 over het kiezersvolk uitstrooien. In de laatste twee weken voor de verkiezingen wil men elke dag, 24 uur per etmaal, gaan uitzenden. De uitzendingen zullen worden gelardeerd met rustige achtergrondmuziek en zal uitsluitend korte partijspots en interviews met sympathisanten van Realisten ’81 uitzenden. De Amsterdamse hoofdofficier van Justitie, mr. C. van Steenderen, die belast is met het beleid inzake zeezenders, verklaarde dat bij het doorgaan van de aangekondigde uitzendingen vanaf een schip een onderzoek zal worden ingesteld naar de strafbaarheid daarvan.’
Knoop reageerde destijds op de uitspraken van Van Steenderen door te stellen: ‘Ik hoop dat de Officier van Justitie, die overweegt om ons toch te vervolgen voor het overtreden van de anti-zeezenderwet, dit in elk geval voor de verkiezingen zal doen, zodat we nog meer publiciteit zullen krijgen’. Eén van de punten uit het verkiezingsprogramma was dat iedere Nederlander met een inkomen, ongeacht de grootte daarvan, 25% belasting moest gaan betalen. Een tweede voor de partij belangrijk beginsel was dat er een forse extra bijlage diende te komen voor defensie onder meer voor een versterking van de bewapening, ook nucleair. Tevens diende er in bepaalde taken van onderwijs flink te worden gesnoeid, vonden Knoop en de zijnen, vooral in de Sociale Wetenschappen. Er zouden te veel psychologen en agogen af studeren en vervolgens werkloos het handje ophouden bij de Staat.
Dat het voornamelijk bluf was, dat door Knoop en de zijnen naar buiten werd gebracht, bleek al op 22 april. Het station had al tijden in de ether moeten zijn maar een signaal van Realisten ’81 bleef uit. Men kondigde op die dag aan dat de nieuwe zender een vermogen zou krijgen van 500 Watt, dat zou worden verspreid via de 101.8 MHz in de FM band. Hoe zo even sterk als de zenders van de publieke omroep in Hilversum? Knoop had ook andere ideeën over hoe met de illegaliteit om te gaan: ‘We willen, gezien de wetgeving, geen naam van het schip gaan vrijgeven en ook niet vertellen wie er werkzaam zullen zijn. We gaan onder vreemde vlag varen en een bemanning uit het buitenland kiezen. De bevoorrading, zo hebben we besloten, zal niet uit een Nederlandse haven plaats vinden en de programma’s worden in een studio in het buitenland opgenomen.’
En dan de mooiste vorm van kiezersbedrog kwam vervolgens toen Hans Knoop het had over het succes van het radiostation: ‘Ik ben tevreden met de proefuitzendingen, die tot diep in Nederland te ontvangen zijn. De zender laat muziek horen, afgewisseld met reclameboodschappen voor onze partij. We hebben ook aanbiedingen gekregen van diverse landpiraten om de programmabanden ook daar af te draaien.’
Terugkerend op kaderlid van Realisten ’81, Mr. Dr. A. Zeegers. kan tevens nog worden gemeld dat hij bij het grondwerk van een andere zeezender betrokken was. Hij was, vreemd genoeg, ook lid van aanbeveling van ‘Vredesschip Nederland’ dat in 1969 middels verkoop van Vredesaandelen de verdere financiering en uitrusting van de MV Cito, tot Vredesschip te bevorderen. Het schip was aangekocht in Groningen, deels opgeknapt in Amsterdam en zou vervolgens naar New Yark (bij New York) vertrekken voor de verdere uitrusting. Tot 1973 zou het duren alvorens het schip, dat ondermeer in de haven van Groningen was gedoopt door de Katholieke bisschop Möller en de Joodse Rabijn Soetendorp, de uitzendingen voor de vrede in het Midden Oosten zou opstarten voor de kust van Israël ter hoogte van Tel Aviv.
En dat alle publiciteit rond Realisten ’81 in kranten, op radio en televisie en via de nooit opgestarte uitzendingen vanaf een zendschip tot een non resultaat leidde mag worden gezien in de resultaten. Na telling van alle stemmen gedaan tijdens de Parlementsverkiezingen in mei 1981 bleken slechts 2211 Nederlanders gestemd te hebben op de partij van Hans Knoop en de zijnen, waarmee uiteraard geen enkele stem in de Tweede Kamer werd gewonnen.
Het Freewave Media Magazine bestond drie jaar in 1981 en zoals heden ten dage berichtten Ingo Paternoster en Jelle Knot toen ook al over nieuws uit respectievelijk Duitsland en uit de wereld. Ze namen tezamen een verhaal voor hun rekening inzake een op 21 februari 1981 om 21.47 uur gepleegde bomaanslag bij het gebouw van Radio Free Europe aan de Oettingerstrasse 67 in München, waarbij enorme schade ontstond. Jelle had de radioscène al sinds de mid jaren vijftig, terwijl Ingo wakker werd geschut door de ontwikkelingen van de radio in de jaren zestig. Nog steeds schrijven ze beiden hun berichten voor het langst bestaande mediatijdschrift in Nederland.
‘Radio FRE, ofwel Radio Free Europe, dat dertig jaar geleden haar kruistocht begon voor de vrijheid en dagelijks in vele talen nieuws gericht op het Oostblok uitstraalt, was korte tijd uit de lucht vanwege de bomaanslag. onmiddellijk na de aanslag werd het programma voortgezet door een ander steunpunt. De berichtgeving in Nederland is maar zeer summier geweest over dit station en daarom nog toch maar even de voortgang op datgene we zelf de eerste uren hebben kunnen optekenen’.
Ik herinner me zelf nog zeer goed dat Jelle verbijsterd door de aanslag me de melding deed via de telefoon. Uiteraard was hij al jaren op de hoogte van de vriendschappelijke band tussen de in Augsburg wonende Ingo Paternoster en besloten werd onderling contact te houden omtrent de ontwikkelingen na de bomaanslag. Dit resulteerde in het vervolg van het verhaal: ‘Radio Free Europe dat dertig jaar geleden haar kruistocht voor de vrijheid begon en dat dagelijks in vele talen nieuws het Oostblok instraalt, was korte tijd uit de lucht. Zo snel mogelijk na de aanslag in München werden de uitzendingen hervat vanuit een andere steunpunt. De berichtgeving in Nederland is maar zeer summier geweest en daarom even een voortgang van het geheel, zoals dat we in de eerste uren na de aanslag zoal hebben kunnen optekenen.
Omwonenden vertelden dat met hels kabaal om 21.47 uur de bom explodeerde en die het gebouw en in het bijzonder de ruimten van de redactie beschadigde. Een 40-jarige redactrice verkeert vanaf dat moment in direct levensgevaar. Om 21.51 uur, 4 minuten na de explosie, lopen de eerste meldingen binnen bij de politiecentrale. De surveillance wagen en opgewonden omwonenden, berichtten van de geweldige explosie en de schade aan het gebouw, gelegen vlak bij de Engelse tuinen. De springlading, die in een nis aan de gevel was geplaatst, explodeerde en reet de buitenkant van het gebouw over een lengte van 18 meter uiteen. Betonpijlers met een afmeting van 50 bij 50 cm knapten als luciferhoutjes dubbel, kasten en stellingen in het gebouw werden met geweld omgegooid. Stukken van het dak braken af, geluidsbanden en papieren werden door de lucht geslingerd. De haard van de ontploffing ligt naast de telefooncentrale en de Tsjechische redactrice Maria Pulda werd zwaar gewond afgevoerd.’
Direct na tienen, die avond, kwam de reddingsoperatie op gang en bleken er meerdere gewonden te zijn waaronder eerder genoemde Pulda. Verder ene Rudolf Skukalek en Josef Antalic. Lichtgewond bleek de telefoniste te zijn. Ten tijde van de ontploffing waren er ongeveer dertig mensen in het gebouw aanwezig. ongeveer twaalf verschillende programma’s ging op het moment van de explosie de ether in. De reddingstroepen werden massaal ingezet en dat was ook nodig, getuige het verslag van Jelle en Ingo:
‘Dozijnen politiemannen worden ingezet in het gebouw, dat een verschrikkelijke aanblik biedt. In een wijde cirkel om het gebouw liggen de brokstukken, terwijl de gordijnen in de kruinen van de bomen hangen. Delen van de dakgoten hangen naar beneden en aan de kasten, wanden en deurposten kleeft bloed. Het ergste is het keldergedeelte, die van de Tsjechische redactie waar ook alle gewonden zijn gevonden. In een kring van enkele honderden meters rond het gebouw zijn ruiten van woningen kapot geslagen. Enkele bewoners van het nabij gelegen Lerchenfeldstrasse zijn uit paniek hun huis uitgevlucht, denkende dat hun eigen onderkomen explodeerde.
De tussenbalans, die rond 23 uur die avond werd opgemaakt, sprak van enkele verdachte personen die zouden zijn gearresteerd.Later bleek dat het hier ging om omwonenden die op de vlucht waren geslagen, bang voor verdere ontploffingen.. Karl Seegerer, oppercommandant van de brandweer vreesde dat er nog meer explosies zouden volgen. Natuurlijk sprak een dergelijke aanslag zich snel rond en vele medewerkers van RFE, die thuis waren, kwamen naar de plek des onheil. Met bleke gezichten hoorden ze aan met welk een geweldige knal het gebouw beschadigd moet zijn. Direct daarna werd op de plaats van de explosie een onbeschadigde gasbuis aangetroffen en op dat moment wordt dan ook de realiteit duidelijk dat het echt ging om een springstofaanslag.
Nog voor middernacht namen ambtenaren van het Bayerische Landeskriminalamt de onderzoekingen over van de politie van München met een team van liefst 38 personen met als eerste doel uitgebreid sporenonderzoek. Achteraf bleek dat een uur voor de aanslag nog uitgebreid was gepatrouilleerd en dat er niets verdacht was geconstateerd. De bewaking van de gebouwen was in de daaraan voorafgaande periode verslapt en zelfs was een beschermingsmuur om het gebouw juist afgebroken omdat men dacht in een veilige wereld te wonen. Op een persconferentie, later in de nacht, werd bevestigd door de chef van de landsrecherche dat er sprake was geweest van een hoge explosieve lading en dat de Tsjechische programmamakers geluk hebben gehad dat het niet een paar minuten later was gebeurd, gezien dan hun programma in de verwoeste ruimte een aanvang had genomen.
Een dag later stelde woordvoerder Robert Redlich, namens Radio Free Europe, dat het de eerste aanslag in haar soort was geweest op het station en dat de geschatte schade rond de vier miljoen DM lag. Later bleek het te gaan om een aanslag gepleegd met een zogenaamde plastic kneedbom van 10 kilo.’ De medewerkers van Radio Free Europe lieten zich echter niet kisten. Een intensieve investering leverde een herbouwd onderkomen en bovendien meer bescherming op. Nadat de muur tussen Oost en West viel werden de activiteiten van gewoon voortgezet en al weer meerdere jaren worden de uitzendingen verzorgd vanuit Tsjechië waar het hoofdkantoor van het station in 1999 naar Praag heen is verplaatst.´, aldus Ingo en Jelle destijds over de aanslag.
Even wat nadere informatie rond de taken van RFE en ook Radio Liberty. Beide stations hadden zich als doel voor ogen gesteld met open vizier de boodschap van het westen gericht op de luisteraars, in eerste instantie in de Oostbloklanden te brengen. Dit om op die manier het nieuwsmonopolie van de staatsomroepen te doorbreken. Dat dit doel dagelijks werd bereikt blijkt wel uit de voortdurende toenmalige communistische protesten. ‘Als we geen succes hadden zouden ze niet constant op ons schieten’, was een van de opmerkingen van een woordvoerder van RFE. Solchenyzin, die in 1972 naar het westen werd afgeschoven, verklaarde destijds tegenover een reporter van The New York Times: ‘Wanneer we iets over ons land willen weten (in dat geval de Sovjet Unie) dan komen we achter het ware verhaal via het luisteren naar Radio Liberty.
Specialisten hebben in het begin van de jaren zeventig onderzoeken ingesteld naar de luisterdichtheid en zij kwamen toen al tot 22 miljoen regelmatige luisteraars in de Sovjet Unie voor Radio Liberty en liefst 30 miljoen luisteraars telde Radio Free Europe in andere Oostbloklanden.Latere onderzoeken gaven aanvankelijk het inzakken van deze aantallen aan, maar rond de aanvang van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd weer een stijging waargenomen in luisteraantallen. Dit uiteraard ondanks de technische mogelijkheden van Oostblokzijde, die vernuftiger werden en storing van de uitzendingen van beide stations steeds heftiger maakten.
De protesten vanuit het Oosten hebben zich helemaal niet beperkt tot stekelige commentaren in de eigen media. Een goed voorbeeld van invloed, die ze toch hebben, is gebleken in 1976 toen reporters van beide stations werden geweerd uit de Olympische verslaggeving tijdens de Winterspelen in Innsbrück, wat gebeurde onder druk van de Oostblok autoriteiten. Ook is er weerstand tegen Radio Liberty en RFE vanuit Amerika geweest. Zo waren in 1973 de senatoren Mansfeld en Fulbright voor een opheffing van beide stations. Zij noemden de stations overblijfselen van de Koude Oorlog, die de ontspanningspolitiek in de weg zouden staan.
Al eerder waren er in 1971 problemen toen bekend werd dat beide stations gefinancierd werden door de CIA, de Amerikaanse geheime dienst. Als gevolg daarvan werden beide stations onder controle gebracht van de in Washington residerende Board of International Broadcasters (BIB). Het geld voor de stations moest vanaf dat moment beschikbaar worden gesteld door de Senaat. In 1975 zag het ernaar uit dat de protesten uit Moskou er toe zouden leiden dat beide stations alsnog uit de ether zouden worden gehaald.
De crisis rond RFE en RL was niet het gevolg van politieke spanningen maar het gevolg van bezuinigingen. Men kwam overeen dat de tot op dat moment gescheiden gefinancierde organisaties ondergebracht zouden worden in één gebouw. In 1981 had men een begroting die over de 170 miljoen Mark heen kwam. Het management bestond geheel uit Amerikanen maar de 1400 medewerkers werden vooral gerekruteerd uit vluchtelingen. Gevolg was wel regelmatig onstaande spanningen wegens duidelijke verschillen op het gebied van politieke opvattingen.
Waren het in de beginjaren van beide stations vooral conservatieven, streng Russische Nationalisten en Orthodoxe Christenen die de stempel op de inhoud van de programma’s drukten, sinds 1975, na de golf van vertrekkende uit Oost Europese landen, waren het vooral Joodse activisten en dissidenten die de stempel overnamen. In de eind jaren zeventig werd door de leiding actie ondernomen om al te radicale elementen weer te verwijderen uit het programmateam.
Oprichter van RFE was de toenmalige Amerikaanse opperbevelhebber in Duitsland, Lucius D. Clay, die na zijn terugkeer in Amerika in 1949, de kruistocht voor de vrijheid aankondigde. Hij zorgde ervoor dat belangrijke diplomaten, politici en zakenlieden zich achter zijn plannen stelden.De eerste uitzending van Radio Free Europe vond plaats op 4 juli 1950, waarna in 1953 die van Radio Liberty werden opgestart. Naast zenders in Duitsland beschikten beide stations in 1981 over zenders in landen als Portugal, Spanje en Taiwan en werd er in totaal in 21 talen uitzendingen verzorgd.
Terugbladerend door oude exemplaren van het Freewave Media Magazine kom ik nog een opmerkelijk berichtje tegen uit de maand mei. Het toenmalige VVD Kamerlid Jaap Scherpenhuizen wilde mee helpen te zoeken naar het bestaansrecht van een toekomstig radiostation dat een directe vervanger zou moeten worden van de landpiraat Radio Terschelling. Dit alles onder het motto ‘Amsterdam Radio Stad, Wij Radio Wad’. Scherpenhuizen zei dit op een spreekbeurt waarin ondermeer werd ingegaan op de populaire piraat op het eiland. Gek genoeg wist hij op de spreekbeurt, die op Terschelling West werd gehouden, tegenover de eilandbewoners niet duidelijk te maken hoe het station in de ether zou moeten komen en hoe het een en ander officieel geregeld diende te worden. Nu decennia later is er sprake van Radio Waddenzee, eigenlijk ook ontstaan als idee uit de populariteit van de voormalige illegale radio, maar dan vanaf zee.
Terugkerend op een eerdere opmerking van één van de woordvoerders van ‘Realisten 81’ moet ik stellen dat de linkse concurrent van deze rechtse partij wel erg goed geluisterd heeft toen men meldde dat diverse piratenzenders aan land van plan waren geweest programma’s met de boodschap van de partij te gaan uitzenden. Want in het nummer van de maand juni 1981 kwam ik in de rubriek ‘Kanttekeningen’ van het Freewave Media Magazine een snedige rubriek tegen van Paul Jan de Haan.
‘Op maandag 25 mei, daags voor de verkiezingen, is in Halvelte de clandestiene zender ‘De Rooie Parel’ door de Rijkspolitie uit de lucht gehaald. Op zichzelf niets sensationeels, daar er iedere dag meerdere zenders door de RCD worden gepakt. Echter deze actie vraagt eniger toelichting mijnerzijds. Aanwezig waren tijdens de actie ondermeer Sicco Mansholt en Relus ter Beek. Beiden verleenden ook medewerking aan de uitzending. Mansholt is een oud PvdA minister en Ter Beek is lid van de Tweede Kamer voor dezelfde partij. Verder was een tiental andere lieden aanwezig van de PPR en de PSP en tenslotte PvdA wethouder Visser uit de gemeente Steenwijk. Met andere woorden een uitgesproken ‘links clubje lieden’ en ten overvloede vermeld ik nogmaals dat de uitzendingen plaats vonden op de dag voor de verkiezingen. Volgens de zo juist vernoemde personen handelde het hier om een experiment van de werkgroep Lokale Omroep Havelte in samenwerking met de VARA, maar door een dergelijk motief prikt een ieder verstandig denkende burger heen als was het een zeepbel. Lariekoek, de enige reden was om op die enige dag voor de verkiezingen het luisterpubliek te indoctrineren met de ‘heilige’ linkse leer.
Ik citeer Mansholt: ´ík heb er plezier in gehad. De discussie was prima.’ Discussie? Een onderonsje tussen PvdA, PPR en PSP een discussie noemen. Dat had gekund als ook de VVD, CDA, D66, en CPN waren uitgenodigd mee te doen.De uitzending moet meer worden gezien als een preek voor eigen kerk ofwel ‘illegale beïnvloeding van de kiezer’.Andermaal Mansholt: ‘Dit is geen piraterij maar een lokale uitzending.’ Fout! Want lokaal uitzenden betekent ondermeer dat alle stromingen binnen het volk aan het woord dienen te komen, iets wat tijdens deze uitzending niet is gebeurd. Ik zou het liever een VARA uitzending willen noemen op een tijdstip dat deze publieke omroep geen eigen zendtijd had. Als dit ‘model’ Rooie Parel een voorbeeld moet zijn voor lokale radio zoals de PvdA dat ziet, dan hoop ik dat het huidige omroepbestel de komende 100 jaar ongewijzigd blijft. Ik citeer wethouder Visser: ‘De uitzending was van belang vanwege zijn voortrekkersfunctie’. Nonsens, een dergelijke vorm van lokale radio brengt niets nieuws. Het is alleen een nieuwe politieke uitlaatklep met de favoriete stokpaardjes als kernenergie, kerntaken, NAVO en vooral het wanbeleid van het kabinet Van Agt. Kijk of liever luister eens naar Radio Stad Amsterdam, een station dat ook beïnvloed is door onze linkse heelmeesters.
Stad Radio, het station met de slechtste luistercijfers. Dergelijke, ergerlijke, vormen van lokale radio zijn nooit en te nimmer in het belang van de luisteraar. Weer krijgen ze meningen en visies opgedrongen terwijl ze zelf wel een keuze tussen goed en slecht kunnen maken.
Ik citeer nogmaals Mansholt: ‘clandestiene zenders zijn niet gewenst, dit is echter geen piraterij.’ Zeer tegenstrijdig, of vindt dr. Mansholt dat hij als links intellectueel misschien boven ‘Jan met zijn Pet’ met zijn clandestiene zender uitreikt? Oh ja, na de VARA Piratenprijs trekt nu de VARA voorzitter Van den Heuvel weer fel van leer tegen de piraten door zich te beklagen over de huidige laksheid inzake het opsporingsbeleid. Begrijpt U er ook niets meer van? Ik ook niet. Ik ga maar een straatje om, in ieder geval niet links om!’ Aldus Paul Jan de Haan destijds in de rubriek ´Kanttekeningen´.
Tenslotte wat betreft deze eerste aflevering van deze serie inzake het jaar 1981 twee berichtjes met betrekking tot de televisie in Nederland. Het kabinet maakte bekend dat elke vorm van buitenlandse televisie, die gericht is op ons land mede bedoeld voor het brengen van commerciële boodschappen, in de toekomst zal worden verboden. Let wel vele jaren voordat er echt sprake zou zijn van satellietstations die vanuit onder meer Luxemburg ons zouden bestoken. Wel kwam men overeen om extra gelden aan te wenden voor de NOS om het zo heilige publieke omroepwerk nog beter gezamenlijk te kunnen uitvoeren. De wekelijkse zendtijd van de STER, zo werd besloten, zou worden verdubbeld van drie tot zes uur per week. Wie heeft er trouwens de laatste tijd er eens een stopwatch bij gehad om de reclame uitingen bij te houden, die er via de publieke omroepen dagelijks eruit gaan?
Gebruikte literatuur:
Knot, Hans: Historie van de zeezenders, 1974-1992, meer duimzuigers en mislukkelingen, Amsterdam, Stichting Media Communicatie, 1994.
Knot, Hans: De Historie van The Voice of Peace, deel 1 1966-1976. Freewave, Groningen en Monitor Benfleet, 1992.
Het aanzien van 1981, twaalf maanden wereldnieuws in beeld, Spectrum BV Amsterdam, 1981
Knot, Jelle en Paternoster, Ingo. Aanslag op Radio Free Europe, zware verwoestingen door bomaanslag, Freewave Media Magazine, Amstelveen, 1981.
Kanttekeningen Freewave Media Magazine, Amstelveen, 1981.
Parlement en Politiek: www.parlement.com
Freewave Media Magazine, jaargang 4, 1981, Amstelveen.