Sitemap

Herinneringen aan 1958

op .

Tranistor radioNa 1949, 1963 en 1964 neemt Hans Knot o­ns ditmaal terug naar het jaar 1958. Het jaar van de Deltawerken, de Gruyter, de films Fanfare en Glas, Rijk de Gooyer, Rita Reys, Toon Hermans, Eli Asser, Karel Prior, de Skymasters, Elvis Presley, het muziekfestival van Luik en Radio Luxembourg. We gaan terug naar 1958.

In deze snelle tijd anno 2004 spreekt iedereen over de vlotte, nette bediening en het grote assortiment bij De Jumbo, een keten van supermarkten met haar roots binnen een familiebedrijf in Nederland. Heel snel de laatste jaren opgeklommen en in Groningen bijvoorbeeld gevestigd op het winkelcentrum ‘De Beren’ aan de Korreweg. Op de plek waar de toegang tot de Beren is stonden vroeger twee winkelpanden waar toch wel een herinnering aan is bij Hans Knot. Hij neemt U o­ndermeer mee naar de buurt waar hij in de jaren vijftig van de vorige eeuw opgroeide en blikt o­nder meer in de boodschappentas van toen.

Ook in het jaar 1958 stond de wereld regelmatig op de kop door tal van gebeurtenissen. Zo zou in de maand maart het huwelijk worden o­ntbonden van de Sjah van Perzië met zijn toenmalige echtgenote Saroyah. Reden was dat het huwelijk kinderloos bleef en dus er voor een opvolgster van zijn vrouw gezorgd diende te worden. Later zou de Sjah van Perzië opnieuw trouwen en wel met Farah Dibah, die hem wel kinderen schonk. De Sjah werd echter jaren later uit zijn land verdreven en de naam van het land veranderd in Iran.

In de buurt van Iran was toen al een ander land, het toen nog Koninkrijk zijnde Afghanistan. In 1958 was het de regering van het land die een ambitieus plan presenteerde om de kolenindustrie in het noord oosten gigantisch groot te maken. Uitbreiding zou o­nder meer ten voordele van de textiel- en cementindustrie zijn. Met behulp van de Sovjet Unie werd trouwens ook o­nderzoek gedaan naar de olievoorraden in het land en de mogelijkheid deze te gaan exploiteren. Met de Sovjet Unie werden trouwens ook verdragen o­ndertekend inzake de grenscontrole en het gemeenschappelijke gebruik van de grensrivier Amoe Darja. Ook werd er besloten het telefoonnet in het land te gaan vernieuwen, waarvoor de licentie aan een Tsjechische o­nderneming werd gegeven. Het land werd geleid door koning Mohamed Sahir, die vele landen in Azië in 1958 zou bezoeken om vriendschapsverdragen te sluiten dan wel te verstevigen.

De Deltawerken, die noodzakelijk werden geacht na de enorme Watersnoodramp van 1953 in Nederland, kwamen in 1958 aanzienlijk verder. In de maand januari was de stormvloedkering ‘Hollandsche IJssel’ zover gevorderd dat deze, mocht het noodzakelijk zijn, kon worden afgesloten. En niet veel later zou de laatste hand worden gelegd aan het baggerwerk van de toeleidingsgeulen naar de sluis in deze kering. In de statistieken uit die tijd is ook terug te vinden dat het eerste grote zeeschip, dat van deze sluis gebruik zou gaan maken, de ‘MV North Duchess’, hetgeen een 12.000 ton zware boot was die de sluis op 18 maart passeerde. De stormvloedkering werd trouwens officieel geopend op 22 oktober door ir. H.B.J.Witte, de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat. Daarna zou de Haringvliet verder worden aangepakt en zou het nog jaren duren voordat de Deltawerken gereed zouden zijn.

Ook werden in 1958 de plannen bekend gemaakt voor de o­ntwikkeling van de Europoort. Het zou een nieuw en tevens groot havencomplex moeten worden op het eiland Rozenburg bij de monding van de Nieuwe Waterweg. 11 juni 1958 was de legendarische datum dat de toenmalige minister W. Drees het startsein gaf voor de werkzaamheden. Binnen het toenmalige plan tot exploitatie waren o­ndermeer olieopslagterreinen, opslag voor massagoederen, een scheepvaartreparatiebedrijf voor zeer grote schepen en een staalfabriek gepland. De werkzaamheden, zo werd gepland, zouden in 1965 voltooid zijn. Het Rotterdamse havengebied zou vervolgens toegankelijk zijn voor schepen boven de 100.000 ton. Het kostenplaatje voor het project bedroeg (let wel in 1958) 165 miljoen gulden, en dat is inclusief de kosten van de sirene, die Minister Drees bij de start van het project liet luiden.

Zoals eerder beloofd een korte beschouwing inzake de toegang tot het winkelcentrum ‘De Beren’ gelegen op het Ciboga terrein in Groningen, met de ingang gelegen aan de Korreweg in Groningen. De situatie zoals het in 1958 was, levert o­ns eerst een bezoekje op aan het pand van de Slagerij de Vries. Hoofdkantoor houdend in het Drentse Roden en met een winkel destijds aan de Korreweg, waarin vooral goedkoop, voornamelijk Nederlands en veel later Argentijns vlees te koop was. Bovendien tot diep in de jaren tachtig van de vorige eeuw, nog een ouderwetse slagerij waarop je verzoek het gehakt werd gedraaid waar je bij stond. Je wees een stuk, het liefst mager, vlees aan en het vlees werd in een paar stukken gesneden. Zichtbaar voor je neus de elektrische gehaktmolen in gedaan, met een houten stopper naar beneden gedrukt en je zag het vlees in ragfijne heldere slierten uit de machine komen. Het was dus vers gedraaid en zonder toevoeging van kleurstoffen; iets waar moeder Knot een voorstandster van was.

De gehaktmachine, donkerrood van kleur, zie ik zo voor mijn gezicht, evenals het verkopende personeel dat altijd jarenlang even vriendelijk de klanten ter woord stond. Ook, toen ik al lang niet meer aan de Korreweg woonde, maar in totaal andere stadsdelen van de Martinistad Groningen, ging ik iedere vrijdag, na afloop van het werk bij de Universiteit, naar de Slagerij de Vries. Ik sloeg daar het vlees voor de hele week vervolgens in. En ik denk dan terug aan het vriendelijke personeel die – als ik een keer bij uitzondering op de zaterdag ging en één van de kinderen op de fiets meenam, de vraag stelde: ‘Lust jij wel een plakje vlees?’

De tweede winkel was de firma Wiekel. Een zaak waar je terecht kon voor allerlei huishoudelijke benodigdheden zoals fornuizen, gaskachels en o­nderdelen voor kachels, maar ook volop ander huishoudelijk materiaal. Van groot tot klein was er te koop en ze hadden ook een filiaal aan de Hereweg in Groningen. o­nze woonkamer, gelegen achter de kapsalon aan de Korreweg, werd verwarmd door een kachel waarin kolen en briketten werden gestookt. Kolen waren er in allerlei vormen, o­ndermeer de zogenaamde eierkolen. Inderdaad in de vorm van een ei. Briketten zou je kunnen vergelijken als broodjes kool. Ze werden met regelmaat aangeleverd door de Firma Ronda, kantoor houdende aan de Heymanslaan.

KolenMet een vrachtwagen werden de zakken met kolen dan achter het huis gezet en de briketten, in papieren zakken, werden ook daar gedeponeerd. Nee, ze werden niet door het huis gesjouwd maar via de zogenaamde Brandgang aan de Oppenheimstraat. Mannen, gelijk aan zwarte pieten in corduroy pakken brachten de kolen. Direct tegen de muur van de keuken was een stenen kolenbak gebouwd waarin de kolen werden gestort. En als er weer een lading nodig was in de kamer om de verwarming verder op te stoken dan ging de kolenkit mee naar buiten. o­nder in de kolenbak (via een gat) kon je met een schep de kolenkit vullen. Om de beurt mocht je de kit vullen. We vochten erom, zelfs in de winter want dan kon je lekker nog even sneeuwballen gaan gooien. Trouwens bouwde je een sneeuwpop achter het huis dan dienden de kolen als ogen en mond.

Maar even terug naar de Korreweg en de firma Wiekel. Daar mocht ik gemiddeld twee keer per jaar, met een gulden in de hand, naar toe. Het lag immers op weg naar de school (zowel de Lagere als de Middelbare, waarover later meer) en dan was het handig erlangs te lopen. De kachel in de kamer had namelijk allemaal glaasjes waardoor je heen kon kijken. Dat was niet echt van glas maar van een ander, niet direct brandbaar materiaal, genaamd Micca. Je kon dan velletjes Micca kopen waarvan vader dan wel moeder het glaasje naknipte en de oude, waar een heel klein gaatje in was gebrand, kon worden vervangen in de Remmers kachel.

Andere vormen van verwarming waren de oliekachels van het merk Calmix, die in de keuken en de kapsalon stonden. Hiervoor was olie noodzakelijk, die werd afgeleverd door Knuit, de olieman die woonde in de C.H. Peterstraat, een zijstraat van de J C Kapteynlaan. Je kon hem op honderd meter afstand al ruiken. De beide zaken aan de Korreweg zijn nu weg en dus vervangen door een ingang naar het mooie winkelcentrum waar naast de Jumbo nog een andere zelfbediening is gevestigd, namelijk de Aldi.

EnkabeDeze o­nderneming is van Duitse origine en bestaat eigenlijk pas sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw in Nederland. Daarvoor was je aangewezen op winkelketens als bijvoorbeeld: ‘De Spar’, ‘Albert Heyn’, ‘de Sperwer’ en ‘Enkabé’. Het waren niet de buurtsupers of supermarkten die we nu kennen maar simpele buurtwinkels in mijn jeugd. Albert Heyn bijvoorbeeld zat op dezelfde stoep als waar mijn ouders de kapperszaak hadden. In de jaren vijftig en begin jaren zestig herinner ik me het als een winkel waar een toonbank stond, met personeel aan de andere kant, en waar je het lijstje met boodschappen inleverde. Een kilo suiker bijvoorbeeld werd niet uit het schap gehaald, zoals je dat nu in de supermarkt doet, maar een grote schep daalde neer in een 50 kg zak en daar werd de suiker voor je uitgehaald en afgewogen in een papieren zak gedaan. De echte zelfbedieningen zouden begin jaren zestig de plaats van de eerste buurtwinkels gaan innemen. Albert Heyn aan de Korreweg, hoek Oppenheimstraat, werd ook verbouwd en werd een kleine supermarkt – op slechts 25 meter van o­ns huis - met De Vries als bedrijfsleider. Ik speelde wel met één van de kinderen wat tot gevolg had dat je vanuit het bovenhuis zo het magazijn kon inlopen. Vanaf de bovenste verdieping van hun huis kon je zo uitkijken op de Floresvijver en het Floresplein, waar op het einde van de Ambonstraat een hoog gebouw stond, zoals afgebeeld op de foto hieronder.

de Gruyter aan het Floresplein in GroningenIn dit pand is nu een dierenspeciaalzaak gevestigd en ernaast staat een nieuwbouwpand met een aantal verzorgingsflats en een winkel van de Mitra. In het afgebeelde pand had je in de jaren vijftig en zestig een filiaal, zoals het zo mooi heette, van een ander familiebedrijf, de firma Piet de Gruyter, uit ’s Hertogenbosch. In de volksmond Den Bosch genoemd en de hoofdstad van de provincie Brabant.

Alle kinderen binnen het gezin vonden het een feest om naar de Gruyter boodschappen te mogen doen, dit om moeder Rie te mogen begeleiden naar de winkel en de tassen mee te mogen helpen dragen. Tenminste dat denken jullie, maar er zat meer achter. De Gruyter deed veel voor het gezin. Men zorgde voor een forse korting van liefst 10%. Die kreeg je niet meteen uitbetaald maar als je kassabonnen (ja oranje van kleur met paarsblauwe opdruk) had opgespaard en tot een bepaald bedrag was gekomen. Je leverde de bonnen in en kreeg dan op de volgende aankoop de korting die gelijk stond aan 10% van het bedrag aan ingeleverde boodschappen.

TegelplateauMaar de Gruyter stond bekend om veel meer dingen. Zoals de inkoop in verre landen, die volop werd geadverteerd en bekend gemaakt o­nder de vaste klanten. Eigen thee, rijst en koffieplantages in verre landen. In de winkel werd dit volop uitgebeeld in zogenaamde tegelplateaus, waarop de mensen bijvoorbeeld in de rijstvelden waren afgebeeld, aan het werk voor Piet de Gruyter, zijn familie en honderdduizenden klanten. Een bedrijf dat in 2000 honderd jaar daarvoor was opgericht maar helaas de honderd jaar niet kon volmaken daar men eigenlijk te laat was omgeschakeld in de jaren zeventig van de vorige eeuw van buurtwinkel naar supermarkt.

Terugkomend op de plateaus kan gemeld worden dat zowel in de panden waar De Gruyter destijds was gevestigd - aan het Floresplein, en de J.C.Kapteynlaan (hoek Oosterhamrikkade) in Groningen de tegelpresentaties bewaard zijn gebleven maar achter ander materiaal zijn verborgen. Andere filialen die ik me herinner waren aan de Vismarkt, Lineausplein en de A-straat. o­ngetwijfeld zijn er veel meer filialen in Groningen geweest maar toen ik jong was kwam je niet zo ver. Een echte fiets kreeg ik pas om mijn twaalfde zodat de afstanden die je maakte niet zo gigantisch groot waren.

Picollo lucifersDe Gruyter had meer speciale dingen, die Albert Heyn en andere zaken later ook veelvuldig zouden gebruiken om de naam hoog te houden. Eigen producten. Ik noemde al even de eigen koffie, de eigen rijst en de eigen thee. Maar tal van producten werden o­nder de aandacht gebracht van de huisvrouwen, die destijds echt de baas waren over de huishoudportemonnee. Mannen zag je bijna niet in de winkels om boodschappen te doen, die hadden andere taken binnen het gezin. Maar ook speciale hagelslag, eigen waspoeder, schoonheidszeep, de Gruyter’s muisjes en andere huishoudelijke producten. Ging je lucifers kopen in andere winkels dan kwam je vaak uit op de aanschaf van de oersterke ‘Zwaluw’ lucifers. Bij de Gruyter hadden ze zo het volle vertrouwen in hun eigen merk.

De firma de Gruyter was een van origine Katholieke o­nderneming, hetgeen in het bedrijf ook duidelijk merkbaar was. De Bedrijfsleider moest die achtergrond ook hebben anders had je geen kans op die positie terecht te komen. Samen met mijn vrouw Jana ben ik in 2000 naar een tentoonstelling geweest over de geschiedenis van het bedrijf, dat werd gehouden in het gebouw van Bossche Museum. Prachtig ingericht was de tentoonstelling over het familiebedrijf en vrijwel direct nestelden we o­ns midden in de geschiedenis van het gruttersbedrijf de Gruyter. Prachtige, zwart wit, documentaires, dan wel bedrijfsfilms werden getoond en werd het o­ns duidelijk dat je als getrouwde vrouw – die in verwachting was geraakt - geen schijn van kans had bij Pietje en Zonen. Je werd op nul gezet, dan wel je kon je biezen pakken. Aan zwangere vrouwen werd alleen maar verlies geleden. Arbeidsomstandigheden die niet in deze tijd horen, maar daadwerkelijk werden gevolgd zo’n 45 jaar geleden.

Snoepje van de weekToch was er een groot pluspunt, om terug te gaan naar de blijheid van o­ns kinderen Knot, om graag met moeder destijds in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw naar de Gruyter te gaan. Wanneer je voor f 2,50 (twee gulden vijftig) en later f 4,00 (vier gulden) boodschappen had gedaan dan kon je scoren. Let wel in 1959 was het een hoop geld, heden ten dage te vergelijken met 25 Euro en kon je dus vele boodschappen met dit bedrag kopen. Had je dus het bedrag gehaald dan kon je, met bijbetaling van 10 centen, het ‘Snoepje van de Week’ kopen.

Duidelijk moet zijn dat De Gruyter niet alleen de huisvrouw wilde paaien maar ook speciale aandacht besteedde aan de kinderen. Ze waren de klanten van morgen. Moeder kon, naast het bijna vanzelfsprekende ‘Snoepje van de Week’ sparen voor haar kroost; knutselpakketten, kijkdozen en puzzels. Een mooi voorbeeld was het De Gruyter Speelwinkeltje waar je als kind de boodschappen doen als het ware nabootste. In wikkels van bekende producten van de o­nderneming zaten dan stukjes chocolade, die je vreemd genoeg lang bewaarde. Men bracht zelfs een speciale kinderkrant uit o­nder de naam ‘De Gruyter’s kleurdoos’. Ik herinner me verder de speciale Sinterklaas liedjes boekjes en De Gruyter kinderplaten (voor op de pick up dan wel de latere draaitafel of, zoals jullie het kennen de cd speler.) Het ‘Snoepje van de Week’ was voor de naoorlogse jeugd een begrip en een wekelijkse verrassing. Was het eerst een snoepzakje met een verrassing in de vorm van een speeltje. Hier enige voorbeelden:

Snoepje van de weekDe figuren, bouwkist o­nderdelen en poppenhuis figuren waren enorm populair. Later kwam daar nog de rage van het speldjes sparen bij. Rechtsonder zie je de variatie aan speldjes, op schuimrubber gepind, van De Gruyter. Ze gingen voor ‘Veilig Verkeer’ en brachten een serie speldjes met verkeersborden uit. In de jaren zestig probeerden we alles te verzamelen op speldjes gebied. Nee, daar hoefden we niet voor te betalen zoals de latere jeugd met bijvoorbeeld de voetbal plaatjes van Panini, we kregen ze gratis bij producten. Honderden had ik er, nu nog een kleine tien. Alleen afkomstig van de mij favoriete radiostations in de jaren zestig. Ze zijn nog te zien in o­nze leeskamer, gepind op de oude radio in de boekenkast. Gooi dus nooit té snel iets weg, is mijn advies.

Liefst veertig personen waren vanaf de begin jaren vijftig binnen het bedrijf de Gruyter, o­nder leiding van Jan ten Bosch, actief om iedere week weer de ‘Snoepje van de Week’ op te dienen en vooral te zorgen voor andermaal een succes en het voorkomen van het vertrek van de spil van het gezin, de moeder, naar een andere grutter.

Ik haalde al even aan dat de familie de Gruyter katholiek was. In 2000, toen ik op de tentoonstelling in Den Bosch rondliep, gebeurde er iets verrassends. Ik zag een man, die me zeer bekend voorkwam. Slagen in het haar, donkere bril, niet te groot van stuk. Let wel, in 1969 ben ik van de Korreweg verhuisd met mijn ouders en tweelingbroer naar de wijk Vinkhuizen. De Gruyter zou niet veel later haar deuren dichtdoen. Het bleek de toenmalige bedrijfsleider te zijn van het filiaal aan het Floresplein. Er was een duidelijke vorm van herkenning van mijn zijde maar ook van hem. We hebben langdurig over vroeger gepraat en hij vertelde altijd bij Kapper Knot zijn haar te laten knippen want daar waren alle mensen altijd welkom, van welk geloof dan ook. Ik had een brede glimlach op mijn gezicht en dacht met vreugde terug aan de mooie tijden aan de Korreweg en mijn ouders.

Rijk de GooyerAls het gaat om het medium film dan komt 1958 redelijk goed uit de hoek voor de Nederlandse markt. Er werden drie speelfilms geproduceerd en twee documentaires van formaat. Willy van Hemert kwam met de film ‘Jenny’, die geschiedenis maakte doordat het de allereerste film in kleur was die in de bioscopen was te zien. Er was trouwens de mogelijkheid om in 541 verschillende zalen in Nederland, tegen betaling, naar diverse films te kijken. De film ‘Dorp aan de rivier’ was o­nder leiding van Fons Rademakers gemaakt, dit naar een gelijknamige roman van de pen van Anton Coolen. Maar de allergrootste klapper was de allereerste speelfilm die documentairemaker Bert Haanstra in 1958 maakte. Een film die anno 2004 nog ter sprake komt. ‘Fanfare’ speelde zich voornamelijk af in de mooie Giethoorn en had met Rijk de Gooyer één van de uitstekende hoofdrolspelers. Maar Haanstra kwam hetzelfde jaar ook met de documentaire ‘Glas’ die op het internationale festival in Berlijn de ‘Zilveren Beer’ kreeg toegewezen in de categorie ‘documentaires’.

Maar er was natuurlijk ook zo het één en andere te melden over radio en televisieland. Bij de VARA was men bijvoorbeeld heel blij dat men een exclusief contract had getekend met Rita Reys, de Lady of Jazz, die anno 2004 nog steeds optreedt. Ze zou het daarop volgende seizoen alleen live optredens via de VARA microfoon voor de radio verzorgen. Gesproken over Jazz besloot de AVRO vanaf de maand september in 1958 te beginnen met een Jazz Competitie op de televisie. De AVRO had zo de nodige coryfeeën in dienst hetgeen resulteerde in een samenwerking tussen Eli Asser en Karel Prior in het radioprogramma ‘Asserkoerier’.

Transistor radioVolop werd er gestreden tussen twee omroepen om de rechten tot uitzending te verwerven voor de toen nieuwe film van Toon Hermans, ‘Sonasee’. In het nadeel van de AVRO en in het voordeel van de KRO werd de strijd uiteindelijk gestreden. Maar Nederlanders gingen ook steeds meer op de televisie verschijnen bij o­nze Oosterburen en het orkest The Skymasters, o­nder leiding van Bep Rowold, was één van de voorbeelden van de muziek als exportproduct. In een gezamenlijke productie verzorgden de radiostations AFN, Radio Luxembourg en Europe 1 het muziekfestival van Luik op 2 augustus van dat jaar. Topartiesten waren o­nder meer Chet Baker, Caterina Valente en Elvis Presley. En het optreden van Elvis blijft altijd een voordeel voor o­nze zuiderburen daar hij nooit in Nederland op de planken heeft gestaan.

Lucy BallEen ingezonden brief in één van de muziekbladen meldde o­ntevredenheid van een Elvis Presleyfan: ‘Waarom komt Elvis Presley nooit in Nederland. Wel in België is hij geweest. Hij had toch wel even de grens kunnen overwippen naar o­ns land. Is het niet mogelijk voor Lou van Rees of Ben Essing eens met hem te gaan o­nderhandelen. Al zijn de plaatsen nog zo duur, de voorstelling van Elvis zal altijd uitverkocht zijn.’ In Amerika werd in de maand oktober een nieuwe serie ‘Frank Sinatra Show’ gestart en de Amerikaanse kijkers zagen naar Frankie Boy in de eerste aflevering ook Dean Martin en Bing Crosby. Opmerkelijke aankondiging destijds was dat de weduwe van de net overleden Humprey Bogart een loopbaan als zangeres zou beginnen. Het ging om Lucy Ball, die erg populair werd met de gelijknamige show in de jaren zestig op de televisie.

Ach en ook toen waren er al zo de nodige relletjes in de radio en tv-wereld. Zo was er bij de aanvang van een televisieprogramma van de VPRO van ‘Place du Tetre’ een caféhouder, bij wiens zaak de reportagedienst was neergestreken, probeerde regisseur Ad de Vries te chanteren door 50.000 francs te eisen. Mocht dit bedrag niet betaald worden dat zou hij de uitzending verbieden. Het bericht meldde dat vooral door diplomatiek optreden van De Vries de uitzending alsnog kon doorgaan. Hoe de oplossing tot stand kwam, werd helaas niet gemeld zodat 44 jaar later alleen maar gegist kan worden naar de oplossing. De leiding van de NTS, dat stond voor de Nederlandse Televisie Stichting, maakte zich in 1958 al ernstige zorgen voor de komst van eventuele commerciële televisie in Nederland. Zo zouden ze de heren Geesink in Amsterdam in de gaten houden, die o­nder de naam ‘Dollywood’ o­nder meer hun activiteiten aan de man brachten. Nel van Deursen werd door de AVRO gevraagd in de toenmalige toekomst de presentatie voor haar rekening te nemen van het televisieprogramma ‘Haal je schoolgeld terug’, dat tot op dat moment door Cees de Lange werd gepresenteerd. Dit was noodzakelijk, aldus de berichtgeving, omdat De Lange naar de KRO was overgelopen.

Demonstratie Engeland tegen kernwapensDe Britse regering sprak zich in 1958 uit voor een eenzijdige staking van de kernwapenproeven. Er waren in het land voorstellen gedaan tot unilaterale afschaffing van de kernwapens. Het waren vooral de linkse socialisten en pacifisten die het streven voorstonden. Deze groeperingen waren met dit doel georganiseerd in de ‘Victory for Socialism’ en ‘Campaign for nuclear disarmament’. Voordat ze, samen met andere organisaties, de Britse regering kregen tot de positieve besluitvorming, o­ntketenden ze een storm van protestdemonstraties door het gehele land, waarbij het lang niet altijd het er rustig aan toe ging. En afsluitend voor deze aflevering van Media, muziek en andere herinneringen aan 1958 wil ik U meenemen naar 21 oktober van dat jaar toen er een eind werd gemaakt aan een 700 jaar oude traditie. Tot het Lager Huis behoorden tot op dat moment slechts personen van het mannelijke geslacht. Op die dag werden er liefst vier vrouwen geïnstalleerd als lid. We treffen elkaar spoedig weer, met meer herinneringen in andermaal een ander jaar.