Herinneringen aan 1963

In ieder gezin werd er in de jaren zestig volop toegeleefd naar de diverse feestdagen die er al dan niet te vieren waren. Immers gericht naar geloof was er voor het ene gezin meer te vieren dan voor het andere. Thuis werd soms met een knipoog gekeken naar alle ‘zwarte rokken’ die op Hemelvaartsdag een extra dagje uit hadden omdat ze niet verplicht, zoals op de zondagen twee keer de kerkdeur hoefden te passeren. Als Katholieken ging bij ons de wekker wel vroeg af om een dienst rond de klok van negen uur mee te maken in de St Fransiscuskerk aan de Zaagemulderweg in Groningen. Maar binnen de Christelijke gemeenschap leefden ze deels sportgericht naar Tweede Pinksterdag toe.
Onder het motto ‘Sport Verenigt’ ontmoetten in zes steden vele duizenden jonge mannen en vrouwen, die traditiegetrouw de jaarlijkse toogdag vierden van hun sportbond. En het wedstrijdelement mocht daarbij niet voorop staan op die dag, daar ze het hele jaar volop in competitieverband op zaterdagen of andere doordeweekse dagen hadden gestreden om de overwinning. Een kort verslag van een artikel teruggevonden en gedateerd op 1 juni 1963: ‘Het Koninklijk Nederland Christelijk Gymnastiek Verbond Manifesteert zich in Rotterdam, Assen en Deventer, respectievelijk met het Zuidergewest, het Noordergewest en het gewest Overijssel/Gelderland. 2000 turnsters en turners in de Maasstad maken met een boottocht door de havens, in Deventer worden 4000 deelnemers verwacht en een aantal van hen gaat, na de wedstrijden in het Sportpark, naar de Buitensociëteit, waar een ere-avond wordt gehouden. In Assen tenslotte, kan men erop rekenen goed ontvangen te worden door gastvrouwe UDI. De grootste Christelijke Sportbond, de C.K.B. is weer te vinden op het grote sportcomplex aan het Zuilenselaantje, even buiten Utrecht’. En zo kwamen op nog meerdere plaatsen gelijkgezinden gezellig sportief bijeen waarbij de microfoon van de NCRV aanwezig was. In de avondprogrammering van Hilversum 2 was een één uur durend verslag op 3 juni 1963 te beluisteren.
Maar nu we het toch over de NCRV hebben in 1963, ver voordat de EO de meest gebonden omroep van Nederland werd, kan worden gemeld dat men meer voor de geloofsgenoot dan wel vaste luisteraars in die dagen deed. Op 11 juni van dat jaar werd bijvoorbeeld door het NCRV comité afdeling Hilversum een dagtocht georganiseerd. Via Driebergen, Doorn en Leersum werd het Openluchtmuseum in Arnhem bezocht. Daarna ging het naar ’s Heerensberg waarin een wandeling rond het plaatselijke kasteel werd gemaakt. Kosten voor de deelnemers was f 12,50 inclusief twee consumpties en diner. Zomaar een voorbeeld van een reis want uit alle districten werden dergelijke dagtochten opgezet. Deze reizen gingen er trouwens deels uit onder het motto ‘Propaganda Tocht’. De contributie werd door de NCRV in die tijd per half jaar geïnd, waarbij betaling kon geschieden via een gironummer in Wageningen of via de Gemeente Giro in Amsterdam. Betaling was echter ook mogelijk via de Postkantoren en men diende per half jaar f 6,50 over te maken voor het kunnen ontvangen van 26 ‘Omroepgidsen voor Radio en Televisie’.
Ondertussen was het voor de huismoeder en het gezin volop mogelijk op allerlei manieren te sparen. En dan doel ik hierbij niet op de mogelijkheid centen, stuivers en andere geldstukken (de papieren gulden was nog in) apart te leggen. Ik wil twee voorbeelden aanhalen. In de stad Groningen was een grote zaak voor huishoudelijke artikelen gevestigd aan de Guldenstraat, ook vaak ‘Tussen beide Markten’ genoemd. Het ging om de Firma Geubels. Op een bepaald moment stond er een groot aantal serviezen in de etalage waarbij gevraagd werd hoe vaak een bepaald teken op de serviezen van Melitta voor kwam. Een groot deel was onzichtbaar. Moeder Knot dreef de familie naar de winkel om mee te tellen en in te schrijven op het wedstrijdformulier. Op die manier dacht ze meer kans op één van de tien prachtige Beiers Porselein Serviezen te kunnen maken.
Wel moesten er nog merkjes van ‘Omo’ zeeppoeder bij, maar die waren er genoeg daar er altijd veel wassen voorbij kwamen in huize Knot. Niet alleen een groot gezin maar ook een kapsalon waar de nodige handdoeken in de wasmand verdwenen. Resultaat van deze actie van moeder Rie was dat liefst drie van de vijf ingevulde formulieren bij de tien prijzen zaten en dus het gezin drie koffieserviezen rijker werd. Eén formulier had ik destijds ingevuld en dus leverde de mediacampagne van Melitta in samenwerking met Omo mij een servies op dat werd weggezet voor de uitzet.

Hield je het sparen dan een jaar lang vol dan werd je door de directeur uitgenodigd op een woensdagmiddag voor de aanvang van de zomervakantie te komen naar het Hoofdkantoor in de Oude Ebbingestraat. In de kelderruimte was een grote tentoonstelling van boeken, gesorteerd op leeftijdscategorie, waar je vervolgens uit mocht kiezen en je verblijdt werd met een echte oorkonde. De uitgeverij Kluitman was overdadig vertegenwoordigd op de tafels. Zuinig als ik altijd was heb ik op die manier minimaal 15 boeken gescoord. Mijn oudste zoon Jeroen las de boeken in zijn jeugd ook en veranderde bij vele exemplaren mijn naam in de oorkonde in de zijne.Gelukkig is het exemplaar van 1963 onbeschadigd. Het betrof het boek ‘Met de Montfertown op konvooi’ door J.Rommets uitgekomen in de Sneeuwbal serie van Kluitman.

Als je nu, 41 jaar later, echt goed nadenkt, besef je dat je op vele manier via ‘propaganda’ werd beïnvloed door de regering en overheidsbedrijven. Ikzelf zou drie jaar later in dienst treden van het PEB van Groningen, dan wel het Elektriciteits Bedrijf voor de Provincie Groningen. Een uitgave van de diverse Elektriciteitsbedrijven werd destijds op driemaandelijkse basis huis aan huis in de brievenbus gestopt. Volgestopt werden we met allerlei informatie over elektrische apparatuur, hoe de boerderij efficiënter ingezet kon worden, de keuken de grootste werkplek in het gezin was en je om kon gaan met de koelkast. Dit gebeurde allemaal in ‘Stroom’, het gezamenlijke propagandablad van de elektriciteitsbedrijven die verenigd waren binnen de SEP te Arnhem.

Via de strip in ‘Stroom’ konden de kinderen weer wat winnen door de goede oplossing op gestelde vragen te geven en je kon er een radiobouwdoos of een transistorradio naar keuze mee winnen. ondertussen zat ik samen met Frans Gort al radiootjes te bouwen in jampotjes op de hoek van de Oosterhamrikkade en de Kapteijnlaan in Groningen. Juist de plek waar we een paar jaar later al onze ogen zouden richten op drie schepen. Een voormalige mijnenveger die er werd afgemeerd en gebruikt werd door de Zeevaartschool te Groningen. Verder lagen er de Zeevaart – die later dienst zou doen als MV King David van Capital Radio en een aan de ketting gelegde MV Cito ofwel de latere Voice of Peace. Alles alsof de wereld voor mij als toevalligheden in elkaar zit.
Maar laten we, nadat ik eerder vertelde over ‘Zoek de zin op’ eens kijken wat er zoal op de zaterdagavond in de voorzomer van 1963 op de televisie was. Op Nederland 1 was er in de middag om drie uur het AVRO programma Music Hall in productie van Karel Prior, die we in de jaren zeventig kortstondig zouden tegenkomen als presentator van gesponsorde programma’s bij de zeezender Radio Noordzee. Het was de 8e juni de laatste aflevering voor het toen lopende seizoen waarin naast Sylvia de Leur ook Ronnie Bierman en Rijk de Gooyer zouden optreden en Bert Paige, de Belgische arrangeur met tal van buitenlandse kleinheden zouden optreden onder het motto ‘Allemaal show’.

Uit die tijd herinner ik me ook ‘De internationale verrekijker’ met daarnaast een ander programma dat de interesse optrok van de gemiddelde tiener. Ik doel daarop de ‘Kleine camera’ waarin programmamaker Bram van Erkel ons meenam naar leuke en vooral interessante locaties als het Spoorwegmuseum in Utrecht. En natuurlijk gingen we op schoot, niet meer bij vader en moeder maar bij Michaela en Armand Dennis die in hun serie ‘Met Luipaard op Schoot’ ons in juni 1963 meenamen naar Suriname en andere landen in Zuid Amerika.

Vanaf het eiland Man kwam het bericht in de kranten dat het eerste commerciële station van dat eiland gericht op Engeland zou starten. Het zouden stoute dromen zijn en nog even duren. Kittig, klein en grote stem en dan heb ik het over Brenda Lee. De zangeres kondigde in juni 1963 aan in het dat ze onder haar originele naam Tarpeley zou gaan trouwen met de één jaar oudere, 19-jarige Charley Tarpley. Het gaat me te ver om af te vragen of ze ‘I’m sorry’ zong. Connie Francis zong eerder ‘Who’s sorry now’ en staakte in juni 1963 haar tournee door Zuid Afrika omdat ze verkouden was en haar stem kwijt was. Ik zat op de ULO, de Cort van der Lindenschool en mocht vier keer per jaar naar Huize Maas voor een schoolfeest. Om twaalf uur niet thuis betekende dat de oude heer op pad naar de Vismarkt in Groningen om je af te halen. Het is hem slechts een keer gelukt om me daar te ontmoeten.


Ook de ruimtevaart werd aangehaald in de kranten als er weer een ruimtevaarder in de lucht werd geschoten. In de voormalige Sovjet Unie werd ook volop gewerkt maar daar noemde men de personen die de ruimte ingingen ‘kosmonaut’. In tegenstelling tot de ontwikkelingen in de VS, waar altijd vooraf werd bekend gemaakt wie er en hoe lang hij de ruimte in zou gaan, waren de regels in de U.S.S.R. geheel anders. Daar werd achteraf pas bekend gemaakt dat een kosmonaut was weggeweest. De Rus Bykofsky wentelde in zijn raket in 120 uren 82 maal om de aarde. Trouwens de lanceerbasis in de VS, Cape Canaveral in Florida, zou later dat jaar worden omgedoopt tot Cape Kennedy. In Amerika werd trouwens bekend gemaakt dat het lopende Mercury project zou worden opgevolgd door het Gemini project. Een grotere en tevens zwaardere capsule was er ontwikkeld waardoor er toen in de toekomst twee astronauten tegelijk de ruimte in zouden kunnen. Om de capsule in de ruimte te krijgen was ook een krachtiger raket nodig dat de tot dan toe gebruikte Atlas. Daarvoor werd de Titan 2 ontwikkeld. onderwijl deed de Amerikaanse president Kennedy een voorstel aan de Sovjetregering om in de toekomst de maan gezamenlijk te gaan exploiteren. Een antwoord bleef uit.
Eén van de veelbesproken televisieseries was wel Perry Mason, een persoon die advocaat en particuliere detektieve tegelijk was. Zijn cliënten werden allemaal van moord beschuldigd, maar op het einde van alweer een ‘Perry Mason’ bleek dat ze de moord niet hadden begaan. Want in de rechtszaal wist Mason telkens weer de echte dader te ontmaskeren. Zowel in televisieserie als in boeken was hij de grote held van menigeen. De verhalen werden geschreven door Eric Stanley Gardner op basis van een onveranderlijk schema met volkomen voorspelbaar reagerende karakters. ‘Murder is my business’ pleegde Mason veelvuldig te zeggen en voeg daaraan toe dat de verhalen zich afspeelden tegen een decor van kapitale villa’s, dure restaurants, auto’s met heel veel chroom en glans; kapitalisten en gehaaide zakenvrouwen, veelvuldige echtscheidingen en gecompliceerde familieverhoudingen, en succes was gegarandeerd. Maar ook Perry Mason werd voor velen later onderdeel van de massa van tijdvullende series op de beeldbuis. Vele critici spraken in die tijd van alweer een product uit de Amerikaanse worstfabriek van televisieproducten, die in de televisiestudio’s in no time werden vervaardigd. De regisseur had nog maar weinig invloed van de ijzeren vuist van de producer besliste als het ging om het snelle televisieproduct.
In het buitenland scoorde de Nederlandse films en documentaires redelijk in 1963 want er werden een aantal onderscheidingen gehaald. Zo kreeg ‘Rembrandt, schilder van de mens’ een eerste prijs in de categorie documentaire films van het Internationale Filmfestival in Le Felgueara in Spanje. De documentaire was van de hand van Bert Haanstra. De film ‘Faja Lobbi’ van Herman van der Horst ging naar Melbourne in Australië en haalde daar op het plaatselijke filmfestival ‘The Ward of Merrit’. Ook werd de documentaire ‘Zoo’ ingezonden naar het festival en een gelijknamige onderscheiding werd aan de maker van ‘Zoo’ toegekend en de kenners onder de lezers weten dat het andermaal om een documentaire ging van Bert Haanstra.
Lezers anno 2004, die boven de vijftig jaar zijn, herinneren zich zeker dat een aantal Franse artiesten ook het Nederlandse publiek aansprak, hoewel lang niet alle luisteraars tevreden waren met de Franstalige muziek. Uit één van mijn plakboeken haalde ik een anti Frans bericht dat ik U niet wil onthouden: ‘Wij snappen niks van al die Franse teksten die in steeds heftiger mate op ons worden losgelaten. Als Françoise Hardy allerlei dingen vertelt over haar garçons dan willen wij zonder woordenboek weten waar zij het over heeft. Gelukkig dat Willeke Alberti ‘Spiegelbeeld’ heeft opgenomen zodat we weten wat Johnny Hallyday in ‘Tes tendres Annéés’ ons in het Frans wenste te vertellen. Adamo heeft een aardige stem, we horen hem graag, maar waarom al dat Franse geleuter? Als Belg weet hij donders goed Nederlands te spreken. Nee, geef ons maar de Engelse, Duitse en Nederlandse liedjes, die wij zonder al te veel moeite kunnen begrijpen. Trouwens, hoeveel ouderen kunnen met de hand op hun hart verklaren dat zij alles verstaan van het repertoire van de grote Franse Chansonniers en chansonnières?’

En de NTS, de Nederlandse Televisie Stichting, werd in 1963 uitgebreid met rond de honderd mannen en vrouwen terwijl de omroepverenigingen eveneens een evenredige uitbreiding onderging. Reden was dat er in 1964 een tweede televisienet in gebruik zou worden genomen waarbij een gedegen opleiding noodzakelijk was en dus ook een vroegtijdig in dienst treden. Op dat moment werd er gemiddeld per week 35 uur via Nederland (1) uitgezonden en voor het tweede net was toen voor in de toekomst 17 uur gepland. Er was een enorme ruimte tekort in Hilversum voor het verzorgen van de programma’s en besloten werd voor een langdurige periode het Bellevue Theater in Amsterdam te huren. Een grondige verbouwing werd voorbereid om vanaf 1964 vooral dramaproducties vanuit Amsterdam te kunnen verzorgen. En in de Tweede Kamer werd dat jaar tot twee keer toe uitgebreid gedebatteerd over de toekomst van de Nederlandse televisie. Zeker niet alleen over het in gebruik nemen van het Tweede Televisienet maar ook over een eventuele invoering van commercials om de televisieprogrammering deels te kunnen financieren. De omroepen zelf hadden aangegeven, met de VPRO als grote uitzondering, zeker tegen de commerciële vorm te zijn en dus wist de Tweede Kamer al genoeg. Het zou, het zei voorlopig, er niet van komen.
In de zomer van 1963 verschenen de eerste berichten in de dagbladpers dat er plannen waren een kunstmatig eiland voor de kust van Nederland te verankeren. Op dit eiland zouden zowel radio- als televisieprogramma’s worden uitgezonden. Op de werven van Verolme, in het Ierse Cork werden voorbereidingen getroffen. Niet alleen hij maar ook andere financiers, waaronder de bankiersfirma Teixeira de Matos uit Amsterdam waren betrokken bij de plannen. Het zou nog een jaar duren alvorens de programma’s echt van start konden gaan voor de REM, de Reclame Exploitatie Maatschappij.
In Nederland kwamen in het jaar 1963 bijna 10.000 verschillende titels uit op boekgebied. (9448). Jan Wolkers werd nogal bekritiseerd: ‘Zijn problematiek is nogal smal, zijn presentatie schuwt het melodramatische effect niet, zijn publiek succes dankt hij vooral aan een vrij kwistig gebruik van schuttingtaal. Zijn sombere levensvisie (de liefdesloosheid is de meeste) weet hij op een meermalen obsederende wijze vorm te geven en over te dragen,’ Cees Nooteboom was in 1963 ook al actief en zijn ‘De ridder is gestorven’ werd bekroond met ‘de Van der Hoogtprijs’. Andere bijzondere boeken uit dat jaar waren: ‘Bij nader inzien’ van J.J.Voskuil, ‘Vier wintervertellingen’ van Gerard van het Reve en Carmiggelt kwam met ‘We leven nog’ en ‘Oude mensen’.
1963, een prachtig jaar om in terug te blikken en met dit derde deel zijn we zeker nog lang niet aan het einde van dit jaar. We ‘zien’ elkaar een andere keer terug.
Gebruikte bronnen:
Critisch film- en televisie bulletin 1963, Stichting Filmcentrum, Hilversum
Wereldkroniek Jaargang 1964
Winkler Prins Boek van het jaar Uitgave 1964, Elsevier Amsterdam
Persoonlijk archief Hans Knot
Archief Freewave Media Magazine