Radio Carla

op .

Elisabeth, het zendschip van Radio CarlaTheo Hoekstra benaderde, via MediaPages, Hans Knot. Theo was op zoek naar oud Radio Noordzee technicus Pieter Damave. Het kontakt tussen Theo en Hans leidde tot het uitwisselen van krantenknipsels en herinneringen over de zeezender Radio Carla. Radio Carla was een project in 1973 van Willem Beusenberg dat er nooit is gekomen. Hans Knot dook in de geschiedenis en concludeert dat de droom deels toch is uitgekomen.

EEN DROOM WERD TOCH WERKELIJKHEID
Tekst: Hans Knot

In de hoogtijdagen van de zeezenders in internationale wateren voor de West Europese kusten werd veelvuldig gebruik gemaakt van meisjesnamen voor de radiostations. Denk maar eens aan Radio Veronica, Radio Caroline en Radio Monique. Maar ook voor de schepen zelf werd een meisjesnaam wel eens gekozen. Denk bijvoorbeeld aan Magda Maria, Magdalena en Jeanine. In de maand april 1973 waren er ook heel wat meisjes en vrouwen die samen met mannen de strijd aangingen in een demonstratie. Deze werd gehouden in Den Haag als een soort van vredig bewijs aan de Nederlandse regering dat het volk trots was op het bestaan van de zeezenders, met Radio Veronica in het bijzonder. Ruim 150.000 demonstranten slenterden door de straten richting het Binnenhof. In de aanloop naar de bewuste dag, 18 april 1973, stonden de kranten vol met artikelen die betrekking hadden op de komende optocht en de hoorzitting. Een bijeenkomst in het gebouw van de Tweede Kamer, die tegelijkertijd zou worden gehouden, met als o­nderwerp het eventuele voortbestaan van Radio Veronica en de andere stations. Maar ook profiteerden anderen mee, de zogenaamde ‘duimzuigers’, die dachten ook een radioproject vanaf zee te kunnen beginnen. Eén van hen was Willem Beusenberg. Hans Knot blikt terug op de droom van de inwoner van IJmuiden.

Ik kreeg begin april 1973 een fotokopie toegestuurd door Dick van Schenk Brill. Hij stuurde me het om te gebruiken voor Pirate Radio News, het tijdschrift waar ik destijds hoofdredacteur van was. Nog dezelfde week volgden nog een aantal andere publicaties waarin telkens dezelfde naam op dook, namelijk die van Willem Beusenberg. Ruim 34 jaar later, 18 april 2007, kreeg ik andermaal fotokopieën toegestuurd. Deze keer waren ze afkomstig van Theo Hoekstra, campinghouder in Frankrijk en deels waren het dezelfde artikelen als destijds. Laten we eerst eens kijken wat Beusenberg zoal te vertellen had in de Telegraaf, om later terug te keren naar Hoekstra, die 34 jaar later niet eerder bekende informatie toevoegt.

Het was allereerst Stan Huygens die in de Telegraaf van 5 april met het bericht kwam dat de in de sportvisserij bekend staande Beusenberg met een eigen radiostation vanaf een schip in internationale wateren wenste te starten. Beusenberg, die ook eigenaar van een restaurant en een vissportwinkel was, vertelde in het artikel dat hij enkele weken eerder benaderd was door twee mannen met de vraag of hij ook een schip te koop had. “Ze vertelden wat ze van plan waren en ik werd zo enthousiast dat ik besloot met ze mee te doen. Ze hadden ook direct door op welke manier ik ze kon helpen.’ Daarbij dacht Beusenberg aan het bevoorraden van het zendschip vanuit IJmuiden richting de plek waar het zendschip zou worden verankerd in internationale wateren. Vervoer van proviand, bemanning en programma’s was voor hem zeer eenvoudig te regelen. Beusenberg wilde de namen van de ‘twee mannen’ niet prijs geven, wel stelde hij dat het schip, dat zou worden ingezet, de naam ‘Elisabeth’ droeg. Het ging om een trawler van 600 bruto registerton, met een lengte van veertig meter. Beusenberg verwachtte dat medio mei 1973 de uitzendingen vanaf het schip van start zouden kunnen gaan en stelde hij dat er in één van de havens van IJmuiden hard gewerkt werd aan de inrichting van het schip.

Ook verklaarde hij dat de zendapparatuur nog niet aanwezig was maar de daarop volgende week in het ruim, waar voorheen de visnetten lagen, zou worden ingebouwd. Huygens meldde verder: ‘In de Gouden Karper’ is het een en al bedrijvigheid, daar de o­ndernemende IJmuidenaar zo snel mogelijk met uitzenden wil beginnen. Vooral nu Veronica niet in de lucht is.’ Enkele dagen eerder, op 2 april, was de Norderney van Radio Veronica’ gestrand vlakbij de haven van Scheveningen en was het voor de directie van het station een zorg zo snel mogelijk weer in de ether te komen. Zowel vanuit de RNI als de Carolineorganisatie werd zendtijd via reserve zender dan wel het te beschikking stellen van het totale zendschip aangeboden. Binnen een week na publicatie van het eerste artikel over Beusenberg’s plannen was Radio Veronica al weer terug in de ether.

Beusenberg had geen angst dat het financieel niet haalbaar zou zijn want uit o­nverwachte hoek waren er al contacten gelegd met sponsoren en reclamebureaus. Ook in dit geval wenste Beusenberg geen namen vrij te geven maar wist hij wel over het enthousiasme voor het project te reppen: “Wel werd mijn initiatief overal enthousiast o­ntvangen. Vooral omdat dit weer een echt Nederlandse o­nderneming is. Waarom moeten het buitenlanders zijn die met plannen en ideeën komen? Er is nog plaats, dat week ik zeker, wanneer de luisteraars weten dat het een Nederlands schip met een Nederlandse radiozender is’, aldus de afsluitende opmerking van Willem Beusenberg in de Telegraaf, alwaar hij in zijn nette pak tezamen met zijn dochter Carla was afgebeeld op een foto.

Haarlems DagbladEen dag later was er andermaal een foto van Beusenberg te bewonderen, dit keer met het schip Elisabeth op de achtergrond. Daarop was een bord aangebracht waarop afleesbaar was dat het schip eigendom was van Jac den Dulk Wzn. De foto stond afgedrukt bij een artikel in het Haarlems Dagblad (afbeelding links), waarin de IJmuidenaar vreemd genoeg als eigenaar was aangeduid. In dit artikel was iets meer te lezen over de plannen: ‘Met uitzondering van de nachtelijke uren zullen we popmuziek gaan uitzenden en o­ns voornamelijk gaan richten op de jeugd. Want als de jeugd naar je luistert, is je succes verzekerd!” Hij voegde er nog aan toe dat de programma’s direct vanaf het toekomstige zendschip zouden worden gepresenteerd door twee tot drie deejays, waaronder zijn dochter Carla. Afwijkend op de eerdere publicatie in de Telegraaf was het bruto register ton, 500 in plaats van 600.

Kijkend in de hedendaagse wereld van internet is inderdaad informatie terug te vinden en wel dat het betreffende schip eerst o­nder de naam Scheveningen 70 in de vaart was en wel tussen 1918 en 1928. Het werd gebouwd bij scheepswerf Pannevis in Alphen aan de Rijn. Vervolgens had het schip diverse namen, waaronder ‘Cornelis Roeleveld’, Geertruida en inderdaad Elisabeth. Tussen 1964 en 1971 was het o­nder de laatste naam in de vaart en in eigendom van Jac. Den Dulk. Daarna is het schip – dat ook de registratie Scheveningen 4 droeg – als vissersschip uit de vaart genomen en verkocht met als doel sportvisserij vanuit IJmuiden. Waarschijnlijk was de nieuwe eigenaar, Willem Beusenberg, niet eerder op de gedachte gekomen het bord met de naam van de eigenaar te vervangen.

Radio CarlaOp 10 april 1973 stond dochter Carla, met haar lange blonde haren in de wind, afgebeeld in een ander artikel, dit keer in het Noord Holland Dagblad (afbeelding rechts). Voor het eerst werd toen duidelijk dat de naam van het station Radio Carla zou moeten gaan worden: ‘ Hierrrr is Radio Carla. Jullie bloedeigen Carla. Jaaaa, beste luitjes, jullie stationnetje voor de Noordzeekust met alleen maar muziek en nog eens muziek.’ Willem Beusenberg kwam andermaal aan het woord en stelde dat ze popmuziek gingen draaien voor de groep van 12 tot 25 jaar, waarop 70% van de nationale platenindustrie draaide. De journalist André Naber stelde Beusenberg nog wat technische vragen, zoals op welke golflengte het station zou gaan uitzenden. Mysterieus lachend had Beusenberg geen antwoord gegeven, daar hij van dergelijke zaken geen verstand had. Wel was er een specifieke doelgroep: “Ik richt me in hoofdzaak op de randstad. Die is het dichtstbevolkt. Daar wonen de meeste mensen. Daar hebben mijn adverteerders ook het meeste aan. Ik doe dit in ieder geval niet voor niets, het moet geld opleveren.’

Bluffend dacht de 39-jarige Willem Beusenberg iedere journalist alles maar te kunnen vertellen en ook deze keer kwam het weer in de krant: “Vandaag nog had ik een man van een reclamebureau aan de telefoon en die vroeg of ik meteen nog een tweede zendschip kon klaar maken, die dan boven de waddeneilanden zou kunnen worden afgemeerd. Zij zouden wel opdrachtgevers weten.” Voor het eerst richtte Beusenberg zich iets meer op de financiering, die zou namelijk komen uit de hoek van een Haagsche bankier waar hij al jaren zaken mee deed. Daar tegenover stelde Beusenberg in hetzelfde interview de enige te zijn die het volledige financiële risico zou gaan dragen. “Als je een bedrijf begint loop je altijd risico. Zo’n verbod op de zeezenders zie ik de eerste jaren echt niet komen. Kijk, ik ben toch niet gek. Het is een complete uitdaging. Al die buitenlanders met hun radiostations voor o­nze kust, dat zint me niet. Daar moet nog een Nederlander bij.”

In het interview blufte Willem B nog verder door te stellen dat vanuit de publieke omroep al diverse technici hadden aangegeven te willen solliciteren bij het station. Verder vertelde hij over zijn 18-jarige dochter: “Zij zal als omroepster en gastvrouw worden gebracht. Zij wordt opgeleid door de pers- en radioman van Beusenberg”. Een persman die ook niet bij naam en toenaam werd genoemd. Wel werd toegegeven dat deze persman in dienst was van een dochteronderneming van de Telegraaf.’ Tja en dan vraag je ook nog af hoe de man alle o­nzin nog zo kon vertellen en dat hij er zelf niet in verstikte. U begrijpt het al, nadat de demonstratie werd gehouden op 18 april 1973 en de golf aan publiciteit inzake de grote schare mensen die zich achter de zeezenders opstelden, was weggebt, verdween ook Willem Beusenberg uit de publiciteit. Het radiostation, en dus zenden vanaf de voormalige vissersboot Scheveningen 4 dan wel de MV Elisabeth leek bij een droom voor Beusenberg te blijven.

Het zou dus tot april 2007 duren alvorens Beusenberg zijn droom weer o­nder mijn aandacht werd gebracht via een aantal knipsels, dat werd opgestuurd door Theo Hoekstra vanuit Frankrijk. Hij wilde me graag zijn contacten van destijds met Beusenberg delen, niet wetende dat er nog een droomscenario aan komt. Theo was in contact met me gekomen daar hij via MediaPages op zoek was naar een oude vriend, Pieter Damave. Hij was dus op zoek naar Damave’s adres. Nadat ik Pieter’s gegevens had doorgespeeld bleven we mailen en kwam het volgende richting het redactionele adres in Groningen.

‘Beste Hans Knot, het is al meer dan 30 jaar geleden dat ik met Radio Caroline en met Radio Carla in contact kwam. Ik was destijds verkoper van advertentie ruimte voor het weekblad DE ECHO ( Telegraaf) één van mijn adverteerders was destijds Willem Beusenberg van het visrestaurant De Gouden Karper in IJmuiden. Willem Beusenberg verhuurde vissersboten en had het plan opgevat om een eigen zendschip te beginnen o­nder de naam Radio Carla. Ik heb daar heel veel met hem over gebrainstormd. Het Haarlems Dagblad van 6 april 1973 heeft hier toen aandacht aanbesteed.Ik was zelf medewerker in die tijd bij een ziekenomroep in Haarlem. o­nze ziekenomroep zou toen voor o­ngeveer 150 uur bandopnames gaan maken voor de proefuitzendingen.Van het destijds gestrande schip King David (Capital Radio) wilde Beusenberg de antenne kopen voor zijn eigen zendschip.’

Met dit deel van de e-mail werd me al heel duidelijk wat Beusenberg in zijn fantasie bedoelde met contacten met iemand van een dochteronderneming van de Telegraaf. In al zijn dromen, één van zijn vier schepen in te zetten als zendschip, had hij niet alleen diverse journalisten om de tuin geleid maar ook nog eens een jonge enthousiaste Theo Hoekstra en zijn vrienden van de lokale ziekenomroep. Theo andermaal: ‘De ECHO zou de primeur krijgen om als eerste het verhaal te publiceren. o­nze reactie belde de persfotograaf De Boer uit Haarlem. Deze fotograaf heeft de foto, die hij op het schip van Beusenberg maakte, aan de Telegraaf verkocht, nog vóórdat de ECHO uitkwam. Er werd een artikel geplaatst in het Stan Huygen Journaal van 5 april 1973. Op 10 april 1973 plaatste het Noord-Hollands Dagblad ook een artikel. Alle plannen zijn in de doofpot gegaan en mijn o­ntslag bij de krant dreigde. Ik werd benaderd door ene meneer Dennis King die mij een contract aanbood om reclamezendtijd te gaan verkopen voor Radio Caroline, gevestigd in de Van Hogendorpstraat 16 in Den Haag.Wel heb ik commercials voor het station verkocht maar nooit mijn provisiegeld o­ntvangen.’

Elisabeth, theaterschipZoekende op internet naar nadere gegevens rond de Elisabeth, dan wel Scheveningen 4, leerde me dat Beusenberg in 1989 dit sportvissersvaartuig had verkocht en wel aan de organisatie achter Azart die het inzet als theaterschip (foto links). Op de internetpagina van de Azart is het volgende terug te vinden: ‘Het varend muziektheater Azart is opgericht op het Amsterdamse KNSM/Java-eiland om de maritieme tradities voort te zetten die van Amsterdam een kosmopolitische en multiculturele grootstad gemaakt hebben. Een eeuw lang speelde het eiland hierin een centrale rol en was tot de opkomst van Schiphol, veertig jaar geleden, de nationale aankomst- en vertrekhaven. Hier scheepten tienduizenden zich in voor een nieuwe uitdaging. Het schip, op grote afstand, als ook het Azartplein, centraal op het eiland gelegen en naar het schip genoemd, vormen een "lieu de memoire", monumenten, die deze herinnering leven houden. In deze zin is Azart een lokaal project, bestemd voor de oude en nieuwe bewoners van het eiland en, bij uitbreiding, voor de inwoners van stadsdeel Zeeburg en de stad zelf. Aan de andere kant is Azart o­nmiskenbaar een cultureel ambassadeur van Amsterdam geworden die een beroep doet op de verbeeldingskracht en vrijheidszin, een functie die voorbestemd is om groter te worden hoe verder het schip komt. Vanuit buitenlands perspectief wordt het product ‘Holland’ verkocht.

In de maand september 2000 werd het o­nderwaterschip op een werf in Urk systematisch doorgemeten en bleek het met minimaal 5mm. dikte te voldoen aan alle normen. Hiermee behoeft het o­nderwaterschip niets anders dan een tweejaarlijkse werfbeurt. Het bovenwaterschip daarentegen en vooral de karakteristieke stuurhut die ruim veertig jaar geleden van een andere logger werd overgenomen, behoeft o­nderhoud. Begin December 2000 heeft het Prins Bernard Fonds besloten 40 mille te reserveren om de voormalige haringlogger Azart als varend monument te behouden. Deze gelden werden in de winter 2000/2001 besteed om de oceaanwaardigheid van het schip en de veiligheid van de bemanning te waarborgen.

Een persbericht in 2001 meldde het opzienbarende nieuws dat de voormalige Elisabeth van Willem Beusenberg alsnog zou worden ingezet voor het verzorgen van uitzendingen, hoewel niet van radio maar televisiesignalen: ‘Sinds medio oktober 2001 verzorgt AZART-TV iedere zaterdag een half uur programma op KLEURNET TV, een multiculturele kanaal op de Amsterdamse kabel. Alle apparatuur, beschikbaar gesteld door KLEURNET, en knowhow is aan boord. Dit geeft een geweldige kans een intens contact met de Amsterdamse bevolking op te bouwen. Tegelijk geven de copy rechten met 26.000,- gulden per jaar een vaste basis aan het project.’ Ware het niet dat Theo Hoekstra besloot mij de fotokopieën te sturen en mijn interesse werd gedreven op zoek te gaan naar wat er met de Elisabeth uiteindelijk was gebeurd, dan hadden we nooit geweten dat een droom van Willem Beusenberg alsnog deels was uitgekomen.


LINKS:
http://www.scheveningen-haven.nl/info/schepen/sch4.htm
http://www.azart.org/history.html
http://www.azart.org/elf.html
http://homepage.eircom.net/~azart/cult_als_confr.html
http://www.azart.org/webcast.html