Walter Zwart's Monique historie deel 4

op . Gepost in Monique Archief

De Ross Revenge in het droogdok.Dit is deel 4 in de serie verhalen van Walter Zwart over de radiostations aan boord van de Ross Revenge. In dit hoofdstuk de geschiedenis van de Ross Revenge. De tijd van de visserij en het zendklaar maken van het schip in de Spaanse haven.

De continuïteit van een zeezender is mede gewaarborgd door een goed schip. Over de Ross Revenge kunnen we kort zijn. Ze heeft dan wel niet het comfort van de Mebo 2 of het karakter van de Mi Amigo, vriend en vijand zijn het over één ding eens.
De Ross was uitstekend geschikt voor haar taak als zendschip. Oersterk en een goede diepgang. Met haar lengte van 74 meter is ze één van de grotere, zo niet het grootste schip met een radiostation aan boord, dat op de Noordzee actief is geweest.

In 1960 werden in het Duitse Bremerhaven vier identieke trawlers gebouwd. Eén daarvan kreeg de naam Freyr en ging varen voor de IJslandse maatschappij Isbjorninn.
Na een paar jaar werd ze verkocht aan Ross Trawlers Ltd. en kreeg het Britse Grimsby als vaste thuishaven. Het was het eerste schip voor de Ross Group dat van buiten was aangekocht. Later in 1967 zouden er nog twee volgen.

Ross Fisheries had haar vloot ingedeeld in drie groepen, afhankelijk van de grootte van de schepen.
Bird Class met namen als: Ross Eagle, Ross Falcon en Ross Hawk;
Cat Class  waaronder: Ross Tiger, Ross Puma en Ross Panther;
K. Class   alle namen beginnende met een K zoals: Ross Kelvin, Ross Kashmir en Ross Kelly.

De Ross Revenge in GrimsbyDe nieuwe aanwinst Freyr viel buiten deze groepen. Met haar bruto tonnage van 978 zou ze de grootste site fishing trawler (met een Britse thuishaven) uit de geschiedenis worden. Ze werd omgedoopt tot Revenge, GY 718 en voer in juli 1964 voor het eerst voor de Ross Group.

Vanaf november 1969 maakte de Ross voor tien jaar deel uit van de B.U.T. (British United Trawlers). Vervolgens heeft ze nog korte tijd dienst gedaan als diving support schip in de Noordzee, waarna ze uiteindelijk in het Schotse Rosyth bij een sloper belandde.

Het was voormalig machinist Ernie Stephenson die zich in 1987 weer op 'zijn' Ross meldde en hoogst verbaasd was dat het schip, waar hij jaren op had gevaren, nog steeds bestond. Hij had in een televisiereportage over Caroline de Ross Revenge gezien en nam o­nmiddellijk contact op met de organisatie.

Ernie was inmiddels met pensioen, maar kon wellicht aan boord nog wat werk verrichten. Bij het betreden van de machinekamer sloeg de schrik hem om het hart. Hier moest wel héél véél gebeuren.

In 1988, tijdens mijn verblijf aan boord voor Radio 558 heb ik met hem uitvoerig gesproken over de Ross, toen deze nog dienst deed als vissersschip. Hij vertelde dat het leven aan boord zwaar was. Lang van huis, werken in ploegendiensten van vier uur op en vier uur af. Een douche werd pas genomen als het schip weer richting haven ging. Dan kwam ook het nette pak uit de kast. Een traditie die Ernie tot zijn laatste dag aan boord trouw bleef.

Twee van zijn familieleden kwamen ooit aan boord om het leven, toen tijdens het binnenhalen van de visnetten een katrol brak en zij werden verpletterd. Een ander luguber verhaal is dat van een o­nfortuinlijke opvarende die in het "Raffleshok" (slaapruimte van o­nze scheepshond) zijn hoofd uit de patrijspoort stak, terwijl er een ander schip langzij lag en werd o­nthoofd!

Als je dit leest, rijst natuurlijk de o­nherroepelijke vraag of de Ross ook een geest aan boord had, zoals we de verhalen kennen van de Mi Amigo. Ik moet je zeggen, dat we er nooit iets van hebben gemerkt, dit in tegenstelling tot de Communicator, maar daarover veel later meer.

De Ross Revenge in de jaren zeventig. Het schip betekende voor Ross Fisheries een grote bron van inkomsten. Niet zelden wistr ze grote hoeveelheden vis te vangen en was daarmee de recordbreaker van de vloot.

En dan het bijgeloof van de vissers, wat denk je hiervan? Fluiten aan boord was een doodzonde, dit riep namelijk slecht weer op. Ruiten mochten niet worden schoongemaakt op volle zee. Ook al zag je niets, dat is pech hebben.Dit werkje werd pas gedaan als het schip weer in de haven lag en dan uitsluitend door personeel dat niet aan boord werkte. Want ja, ramenlappen op een schip brengt nu eenmaal o­ngeluk.
Ook het vervloeken van het schip was ten strengste verboden, want anders......En dan misschien wel het belangrijkste: een schip is een zij, als een vrouw en zo moet je haar ook respecteren!

In 1981 werd de Ross Revenge aangekocht door de organisatie van Radio Caroline en naar de Spaanse havenplaats Santander gesleept. Daar kreeg ze een grondige opknapbeurt. De zendapparatuur werd geplaatst en een mast met een lengte van maar liefst 90 meter. Ze belandde aan de ketting toen de financiering van het project spaak liep en rechtszaken volgden.
Binnenkomst in Santar
links:    Binnenkomst in Santar

Pas in 1983 wist Carolinebaas Ronan O'Rahilly met behulp van Canadese financiers het schip vrij te kopen en verliet ze begin augustus o­nder Panamese vlag de haven richting Noordzee. Op het moment dat Caroline op 19 augustus 1983 haar uitzendingen (na een afwezigheid van drie jaar) hervatte, was de Ross in prima staat. Over het verval kom ik in latere verhalen nog terug.

De Ross RevengeDe scheepspapieren die ik destijds aan boord heb ingezien, waarop ze als jacht stond geregistreerd, waren slechts geldig tot oktober 1983. Het zou trouwens het enige document van registratie zijn dat zich ooit aan boord van het zendschip heeft bevonden.......

Het eindresultaat. De Ross zit strak in de verf en de uitzendingen kunnen beginnen!


Visserijmuseum te Grimsby EngelandAls je in Engeland bent, bezoek dan eens het visserijmuseum in Grimsby. Je herbeleeft er het leven van de vissers en er is een rondleiding aan boord van de Ross Tiger, het kleinere zusje van de Revenge.
Je kunt dan een goed beeld vormen hoe ze er vroeger moet hebben uitgezien.
Bezoek ook eens de website van dit museum!

© Tekst en foto's Walter Zwart