Het radioleven zoals het was (2)

op . Gepost in Mi Amigo Archief

Mi AmigoLente 1975. Zoals ieder voorjaar komt niet alleen de natuur weer tot leven, ze is ook de motor achter individueel opborrelde energie waar een mens maar beter iets nuttigs mee kan doen. Dat moet het toch geweest toen wij contact opnamen met het hoofdkwartier van Radio Mi Amigo in het Spaanse Playa de Aro.

Frans Schuurbiers & Jean-Luc BostynVoorstel en vraag waren van een kinderlijke eenvoud. - Wij gaan een documentaire maken over het verdwijnen van de Nederlandse zeezenders, willen jullie die uitzenden? - En wij, dat waren Frans Schuurbiers (FAA) en Jean-Luc Bostyn (JLB) (foto). Respectievelijk verantwoordelijk voor de Vereniging voor Vrije Radio (VVVR) in Nederland en België. Op dat moment uitsluitend bekend door het maandelijkse radiomagazine Baffle.

MOHIKAAN STEEKT MIDDENVINGER OP
31 augustus 1974 was de laatste uitzenddag geweest van de Nederlands/Vlaamse zeezendervloot. Daarna verboden de zogenaamde anti-Veronica wetten alle Nederlandse medewerking, ook commerciële, aan radiostations die vanaf zee uitzonden. Eenvoudiger hadden ze het niet kunnen bedenken, effectief was het wel. Radio Veronica, Radio Noordzee Internationaal en Radio Atlantis waren er gelijk mee opgehouden. Eén collega was koppig blijven doorgegaan, maar had daarvoor wel hebben en houden moeten verhuizen naar Spanje. Het enige West-Europese land dat geen anti-zeezenderwet had. Via Radio Mi Amigo wilde de VVVR een 'Tribute to' uitzenden. Een jaar na de fatale datum... op 31 augustus 1975 dus. Mooi toch zo'n voorstel? De laatste der Mohikanen die vanaf een hoge heuvel liederen zingt zoals zijn voorvaderen het eerder hadden gedaan. Een soort weerwraak. Een vinger, naar keuze opsteken, richting overheid. We zijn nog niet verslagen!

ZE WAREN WERELDWIJD OPGEDOKEN
Joop VerhoofDe wens is uiteraard sneller geuit dan het resultaat neergezet. Een enkel telefoontje met Joop Verhoof (foto), toen programmaleider van Radio Mi Amigo, betekende echter dat er geen weg terug meer zou zijn. Hij zag het idee goed zitten, maar dan wel op voorwaarde dat we iédere week zo'n documentaire zouden produceren. Helemaal terecht had hij opgemerkt dat een eenmalige tribute-uitzending rond het verdwenen trio te eng zou zijn. Er waren nog zoveel meer zeezenders geweest. Ook daar moest over gepraat worden. Van Nieuw-Zeeland al over Schotland en Denemarken, Groot-Brittannië en Zweden tot in Israël hadden ze uitgezonden vanaf schepen, allemaal in een poging de publieke omroepen te beconcurreren. De gehate monopolies te doorbreken. En geld te verdienen natuurlijk. Maar Joop had gelijk en zonder veel na te denken hadden we gezamenlijk 'We gaan er voor!' geroepen.

HET GROTE GAT NA DOMINEE TORENVLIET
Nadenken is inderdaad nergens voor nodig als je je in een mammoet-operatie stort. Verstand op nul, blik op o­neindig. Zoals de wielrenner op de Tourmalet moet geraken. Zo pak je dit soort zaken aan. En hopen op een portie geluk. Meerdere porties zelfs. Er was afgesproken dat de programma's precies 25 minuten duren. Dan konden ze op zondagnamiddag worden uitgezonden tussen half vijf en vijf uur. Net na de uitzending van Dominee Torenvliet van de radiogemeente in Bloemendaal. Tot dan werd de resterende tijd, tot het tijdstip van vijf uur, opgevuld met non stop muziek, live van boord. Daarna kwam Peter Vandam met het overzicht van de Billboard 100. Een ideaal 'gat' dus om eens iets anders te doen. Meteen zou Radio Mi Amigo kunnen bewijzen tot andere zaken in staat te zijn dan het plaatjes en praatjes format.

WE DOEN HET, OMDAT HET TOCH NIET MAGJoop Verhoof
Nadat de eerste euforie was weggeëbd, realiseerden we o­ns plots dat we niet eens een opname-studio hadden, noch iemand die de noodzakelijke teksten kon inspreken. Teksten die we trouwens niet eens hadden. Oude programmafragmenten, die waren er wel, maar hier dook dan weer een ander fenomeen op: - Waar liggen ze? Op welke tape staat wat? En aan wie heb ik die cassette met het laatste uur van Radio Atlantis uitgeleend? - En dat we o­ns helemaal in de illegaliteit zouden storten, dat zouden we gemakkelijkheidhalve ook maar vergeten. Noch Belgen (al sedert 1962!), noch Nederlanders mochten meewerken aan Radio Amigo. Maar net dat maakte het extra spannend. Het zorgde voor de extra adrenaline die we nodig hadden om boven op de Tourmalet te geraken.

BRITTEN MAAKTEN KOMAF MET OFFSHORE RADIO
Positieve faalangst is een van de fijnste dingen die een mens kan hebben. Het leidt tot inzichten en oplossingen. o­nze oplossing woonde in Sint-Amandsberg en heette Pierre Deseyn. We hadden hem leren kennen eind jaren zestig als Belgische vertegenwoordiger van de Free Radio Asscociation (FAA). Een organisatie die geleid werd vanuit London om in ieder land het gedachtegoed van offshore radio, toen simpel 'free radio' genoemd, te promoten. De FAA was in het leven geroepen in 1967, in een ultieme poging de Britse wetgever af te stoppen de eigen zeezenders het leven o­nmogelijk te maken. Maar op 15 augustus 1967 was het Britse o­nderdanen al verboden om enige vorm van medewerking te verlenen aan stations als Radio London, Radio Caroline en Radio 270. Zij voerden hun beruchte Marine Offences Act in.

EEN ECHTE PRIVE RADIOSTUDIO
Jean-Luc BostynPierre had enkele tijdschriftjes uitgegeven over Free Radio. Jean-Luc (foto) was er gedebuteerd als... cartoonist. Maar de magazines stopten toen de uitgever naar het leger moest. De heren verloren elkaar uit het oog. Na zijn legerdienst 'sukkelde' Pierre bij Radio Caroline. o­nder de naam Jeremy Bender zat hij enkele weken aan boord van de MV Mi Amigo en dat was voldoende om iets later voor Radio Nordsee International te gaan werken. Iedere zondag nam hij, samen met die andere legendarische Belg, AJ Beirens, het kortegolfprogramma 'RNI goes DX' voor zijn rekening. Twee Belgen die voor een Nederlands/Zwitserse zeezender programma's maakten in het Frans en het Engels, voor de rest van de wereld. Duidelijker waarom het woord 'internationaal' achter Noordzee staat, kon haast niet. 'RNI goes DX' werd vooraf op band opgenomen in... de studio van Pierre. Een zeldzaamheid in die tijd. Een echte radiostudio die niet van de publieke omroep was! Waarna o­ns huiswerk heel snel gemaakt was. Pierre zou niet alleen zijn apparatuur 'lenen', de man had voldoende microfoonervaring om de VVVR-uitzendingen ook nog eens te presenteren.

EN DAAR GAAT ‘ONZE’ OPNAMESTUDIO
Ieder kende inmiddels zijn deel van de afspraak. Veel mensen konden we er niet bij betrekken, wegens de illegaliteit van het project. Een jaar eerder was Peter Vandam nog in de gevangenis verdwenen omdat hij programma's voor Radio Mi Amigo had zitten tapen in een hoeve in Opbrakel. En dat was dus niet eens ze heel ver van Sint-Amandsberg vandaan. Trouwens alles moest heel erg snel gaan. Tot de eerste uitzending op 31 augustus, restten minder dan vier weken. Het eerste programma zou een tribute-uitzending worden aan het verdwenen trio Atlantis, Veronica en Noordzee. Passende programmafragmenten werden gezocht, een ruwe story board werd geschreven. Er restte o­ns alleen nog een telefoontje naar Pierre om de dag van de definitieve opname af te spreken. Maar dat ging mooi niet door. Pierre kwam niet aan de telefoon want hij bleek met vakantie te zijn op Tenerife en zou pas op 25 augustus terugkeren. Wij waren hem vergeten te vertellen dat de opnames minstens twee weken op voorhand in Playa de Aro moesten zijn wegens post productie en om aan boord te geraken van het zendschip. Waarna we alweer geen studio meer hadden.

Copyright: Jean-Luc Bostyn