Het radioleven zoals het was (1)

op . Gepost in Mi Amigo Archief

Mi AmigoWie bij namen als Twiggy, Jacky Ickx, Jean-Paul Sartre, Simca, Phil Bloom, Johnny Rotten, Watergate, Mash en Paul Goossens geen beroep moet doen op het internet om te achterhalen dat zij allen mede het wereldbeeld tussen 1964 en 1974 hielpen bepalen, zal ook zonder meer een juiste invulling kunnen geven aan het begrip 'zeezender'.

Jean-Luc Bostyn

Wie toen niet minstens een decennium oud was zal het daar veel moeilijker mee hebben. Radiostations als Veronica, London, Caroline, Swinging Radio England, RNI, Atlantis en Mi Amigo zullen louter namen en geen stuk zelf beleefde geschiedenis oproepen.

MEEGEMAAKT VAN HOREN ZEGGEN
Dat was zo'n beetje het uitgangspunt van een gesprek dat spontaan op gang was gekomen tussen een aantal fitte tooghangers tijdens het eerste RadioVisie Praatcafé in Aalst, eind oktober. Even was het zelfs heel stil toen iemand de opmerking maakte; - Weet je mannen, wij met z'n allen zijn de laatste levende getuigen van een brok radiogeschiedenis. Na o­nze generatie is het nog slechts 'van horen zeggen'. - Nu klinkt dit een heel stuk dramatischer dan het is, niettemin is het ook erg waar. Met enige permissie voor geschiedenisvervalsing kunnen we stellen dat aan het rijk van de grote zeezenders op 31 augustus 1974 een einde kwam. Tel uit hoe jong je toen moet geweest zijn om nu te kunnen zeggen; 'Ik heb het meegemaakt'. Een prille veertiger haalt het al niet meer.

MOGELIJKHEDEN AANWEZIG, GELD NIET
Gelukkig kunnen we de stelling 'Van horen zeggen', anno 2003, heel ruim interpreteren. De eeuwen dat alleen troubadours, opa's, monniken en zangers op de kermis verhalen doorgaven, ligt achter o­ns. Misschien niet in o­nnoemelijk vele jaren, wel in mogelijkheden. Beeld- en geluid opnemen doen we nu net zo makkelijk als in o­nze neus peuteren. Al ligt de tijd dat we met loodzware bandrecorders moesten sjouwen om een uurtje 'Juke Box' van Stan Haag op te nemen, toch nog niet zo heel ver achter o­ns. Om het niet te hebben over de kostprijs van zo'n toestel. In het decennium dat Britse, Nederlandse en Vlaamse zeezenders over West-Europa walsten, was 'opnemen van de radio' best mogelijk, maar niet evident wegens heel duur.

RADIOPROGRAMMA'S WERDEN CULT
Daarom was een reeks van liefst 77 radiodocumentaires over zeezenders en commerciële radio, uitgezonden door Radio Mi Amigo, zo uniek. Ruim twee-en-een-half jaar was het zondagse traditie. Eerst om halfvier, daarna om vier uur, werd de geschiedenis van de offshore en commerciële radio, aan de hand van vele gegevens, maar nog meer programmafragmenten, verteld. Alle afleveringen werden geproduceerd door de Vereniging voor Vrije Radio (VVVR), de voorloper van het huidige RadioVisie. De eerste uitzending haalde de ether op 31 augustus 1975, de laatste op 6 februari 1977. Eén editie werd nooit uitgezonden, maar is wel bewaard. Wie van radio houdt, kent de reeks, heeft delen opgenomen of is nog steeds op zoek naar bepaalde afleveringen. De VVVR-programma's, toen een hype, zijn inmiddels cult, collectors items, hebbedingen geworden. Niet in het minst om de historische waarde van de inhoud. Vele programmafragmenten zijn immers sindsdien nooit meer opgedoken.

PROGRAMMA'S REISDEN DUIZENDEN KILOMETERS
Een kwarteeuw nadat de laatste aflevering de ether inging, werden door een bijzonder toeval, àlle originele studiotapes teruggevonden. Iets wat minder evident was dan het lijkt, want de opnames moesten immers vele duizenden kilometers reizen tussen producties en uitzending. Vaak waren niet minder dan vijf landen in die tocht betrokken. Nederland, Spanje, België, Frankrijk en Groot-Brittannië. Radio Mi Amigo was immers een 'piratenzender', verankerd in internationaal water, maar opgejaagd door Britten, Nederlanders en vooral Belgen, die het station liever niet in de lucht zagen. Via fiets, post, auto, boot en bus, niet noodzakelijk in die volgorde, bereikten de documentaires uiteindelijk hun bestemming en kwamen ook weer terug. Soms maanden later.

TERUG VAN BIJNA HELEMAAL WEGGEWEEST
De VVVR werd RadioVisie, medewerkers kwamen en gingen. Met hen verwisselden hele archieven van eigenaar. De tapes verhuisden, verdwenen uit 'beeld' en belandden tenslotte op een zolder in Breda. Tot op een reüniefeest van alle RadioVisie-medewerkers. Het was oktober 2002. Met de vele gasten kwamen ook de dozen met de radiodocumentaires terug. Nagenoeg o­ngeschonden. Ze hadden de tand des tijd, merkwaardig genoeg, vrij goed doorstaan. Toch is er nog ruim een jaar aan gewerkt om de laatste seconde te restaureren, te digitaliseren en te optimaliseren. Die klus is deze week eindelijk definitief geklaard. De documentaires klinken zoals nooit eerder radio-opnames hebben geklonken. Griezelig perfect.

EEN NOOIT EERDER VERTELDE ODYSSEE
Het mooiste van dit verhaal hebben we uiteraard bewaard tot op het einde. Deze legendarische reeks radiodocumentaires zal niet in een kluis verdwijnen. Integendeel. Wie de opnames wil hebben, zal er niet eens zo heel veel moeite voor moeten doen. RadioVisie brengt ze immers integraal uit. Hoe een en ander zal worden uitgewerkt, lees je in de volgende aflevering van "Het radioleven zoals het was... Tussen Breda en Playa" waarin ook de 'making of' van deze historische radiodocumentaires voor het eerst naar waarheid zal worden opgetekend. Het wordt een uniek verhaal waarin begrippen als; 'illegaal', 'avontuur', 'reizen', 'spanning', 'gerechterlijke politie', 'douane' en 'achtervolging'... heel gewoon zijn.

 Tekst: Jean-Luc Bostyn